Organisatie | Leerdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening Bestuurschadevergoeding |
Citeertitel | Procedureverordening Bestuurschadevergoeding |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2006 | 01-01-2021 | Artikel 3, lid 3 | 12-11-1998 Het Kontakt,11-10-2006 |
De raad van de gemeente Leerdam;
overwegende, dat het in het belang is van de rechtszekerheid van degene die op grond van enige wettelijke bepaling dan wel op grond van een gemeentelijke schadevergoedingsregeling of op overige gronden een aanvraag om schadevergoeding, voor zover betrekking hebbend op bestuurs- of nadeelscompensatie, indient om voor de behandeling van dergelijke aanvragen uniforme regels vast te stellen;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: de schadebeoordelingscommissie, bedoeld in artikel 2 van deze verordening;
aanvrager: de belanghebbende als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dan wel degene die zich op grond van enige andere schadevergoedingsregeling met een aanvraag om schadevergoeding tot een gemeentelijk orgaan heeft gewend; bevoegd orgaan: het gemeentelijk orgaan dat in de betreffende wettelijke regeling dan wel in een gemeentelijke schadevergoedingsregeling is aangewezen om ter zake van een schadevergoeding een besluit te nemen of, bij gebreke van zodanige aanwijzing, de gemeenteraad.
Artikel 2. Schadebeoordelingscommissie.
De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en/of een rapporteur aan, 6. De commissie kan zich ten behoeve van het uitbrengen van een advies doen bijstaan door een of meer andere deskundigen, die daartoe op voorstel van de commissie, door burgemeester en wethouders als tijdelijk lid aan de commissie worden toegevoegd.
De leden en de tijdelijke leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding over informatie die de commissie in het kader van haar onderzoek en advisering ter beschikking zijn gesteld en waarvan, voorzover dat niet uitdrukkelijk is aangegeven, redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze als vertrouwelijk is bedoeld.
Artikel 3. Aanvraag om schadevergoeding.
Ter zake van een aanvraag om schadevergoeding zijn de artikelen 4:2 tot en met 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 4. Afwijzing aanvraag.
Het bevoegde orgaan wijst de aanvraag zonder nader onderzoek af, indien deze naar zijn oordeel kennelijk niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien het, onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet de vereiste gegevens bevat, dan wel indien verzoeker blijkens een desbetreffend bericht van de commissie, nalatig is om de door de commissie gevraagde informatie te verschaffen.
Artikel 5. Wijze van behandeling aanvraag.
Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 4 geven burgemeester en wethouders binnen twee weken na het verstrijken van de aldaar genoemde, eventueel verlengde termijn, aan de commissie opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen, dit onder toezending van het verzoek en alle naar hun mening relevante informatie.
Artikel 6. Wijze van behandeling door de commissie.
De commissie stelt ook een of meer daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de gemeente in de gelegenheid om tegenover de commissie het gemeentelijk standpunt met betrekking tot de aanvraag weer te geven. Ook zij zijn gehouden de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven, voor zover dit redelijkerwijze mogelijk is.
Indien krachtens een desbetreffende regeling de eventueel toe te kennen schadevergoeding ten laste wordt gebracht van een ander openbaar lichaam, dan wel van een andere rechtspersoon, stelt de commissie een of meer daartoe door het bevoegd orgaan aangewezen vertegenwoordigers van dit openbaar lichaam of van deze andere rechtspersoon in de gelegenheid om naar aanleiding van de aanvraag te worden gehoord.
Artikel 7. Onderzoek en advies commissie.
De commissie onderzoekt en adviseert:
of de vergoeding van deze schade niet of niet voldoende anderszins, bijvoorbeeld door aankoop of onteigening dan wel door een schadevergoeding van particuliere profijthebbenden van de schadeveroorzakende maatregel of het besluit, is verzekerd en d. of en zo ja, welk bedrag aan schadevergoeding naar haar mening aan de aanvrager behoort te worden toegekend.
Toelichting behorende bij de Procedureverordening bestuursschadevergoeding.
De gemeente is als overheid geroepen om het algemeen belang te behartigen. Echter dit behartigen van het algemeen belang kan pijn doen. Meer dan eens komt het voor, dat de gemeenteraad dan wel burgemeester en wethouders ter behartiging van het algemeen belang een besluit nemen, waardoor één of meer burgers of rechtspersonen onevenredig zwaar geschaad worden.
De vraag is dan of die maatregel zonder meer door de beugel kan, omdat ze bevoegdelijk in het algemeen belang is genomen, dan wel of deze schade die hierdoor is veroorzaakt geheel of ten dele dient te worden vergoed.
Een toenemend aantal wetten voorziet in een vergoedingsregeling voor schade, toegebracht door in de wet voorziene en in het algemeen belang nodig geachte overheidsdaden of - besluiten. Deze wetten stellen in een dergelijk geval een vergoeding "naar billijkheid" in het vooruitzicht van schade die redelijkerwijs niet, of niet geheel ten laste van de gelaedeerde behoort te blijven. Het meest bekende voorbeeld is artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
Het komt er op neer, dat de schade die wordt veroorzaakt door planologische maatregelen (vaststellen, wijzigen van een bestemmingsplan, verlenen van vrijstelling van de voorschriften van een bestemmingsplan, e.d.) volledig vergoed dient te worden.
Deze schadevergoedingsregeling is als zodanig de vrucht van een afweging van de wederzijdse belangen van de besturende overheid en de getroffen burgers.
Daarnaast kunnen ook andere gemeentelijke handelingen schade voor derden met zich mee brengen, zoals bijvoorbeeld voor een ondernemer als gevolg van het afsluiten van een weg ten behoeve van het kunnen uitvoeren van reconstructiewerkzaamheden.
Ook in een dergelijk geval is het toekennen van een schadevergoeding soms op zijn plaats. In dat geval spreekt men van bestuurscompensatie of nadeelcompensatie. Het door de burger hierdoor geleden nadeel dient te worden gecompenseerd.
De overheid moet het algemeen belang kunnen behartigen, maar zij mag dat niet doen op een wijze die tekort doet aan het evenredigheidsbeginsel van artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Er is voor gekozen om de voor de behandeling van aanvragen om schadevergoeding noodzakelijke procedureregels niet te beperken tot uitsluitend aanvragen tot schadevergoeding ex artikel 49 WRO, maar daaronder ook de behandeling van overige, hiermee vergelijkbare verzoeken om schadevergoeding op basis van andere wetten en aanvragen om (buitenwettelijke) bestuurs- of nadeelscompensatie te laten vallen. Hierdoor wordt een uniforme wijze van behandeling van deze aanvragen, een en ander met in achtneming van de voorschriften in de Algemene wet bestuursrecht gewaarborgd.
Gelet op de waarborgen die nu in de Awb zijn gegeven ter zake van afhandeling van een aanvraag om een beschikking (zie hoofdstuk 4 Awb) kan de regeling in deze verordening beperkt worden gehouden.
De nadere omschrijving van de hier vermelde begrippen spreken voor zich en behoeven daarom geen nadere toelichting.
Artikel 2. Schadebeobrdelingscommissie:
De instelling van een schadebeoordelingscommissie is onmisbaar, teneinde waarborgen te scheppen dat de gemeenteraad of een ander bevoegd orgaan deskundig wordt geadviseerd over de vraag of er inderdaad sprake is van schade, welke redelijkerwijs niet geheel ten laste van de betrokkene behoort te blijven en vervolgens over het bedrag van de schadevergoeding.
Een commissie, bestaande uit onafhankelijke deskundigen, is hiervoor noodzakelijk.
Teneinde hierbij een zo groot mogelijke flexibiliteit te bieden, is hier de mogelijkheid van een variabele grootte en samenstelling van deze commissie geboden. Ook kan per schadegeval worden bepaald welke deskundige persoon of instantie als lid van deze commissie kan worden benoemd, zodat hierbij rekening kan worden gehouden met de complexiteit en de aard van de aanvraag om schadevergoeding.
Voor aanvragen om schadevergoeding, zoals bedoeld in artikel 49 WRO, kan worden gedacht aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam. De verordening biedt echter ook de mogelijkheid om hierbij van de diensten van een ander bureau of deskundige gebruik te maken.
Artikel 3. Aanvraag om schadevergoeding.
Deze bepaling geeft aan welke gegevens de aanvrager in het algemeen moet verstrekken.
Hiervoor is aansluiting gezocht bij het bepaalde in de artikelen 4:2 tot en met 4:6 van de Awb.
Hieruit volgt onder meer, dat de aanvrager de gegevens en bescheiden dient te verschaffen die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
In dit geval kan hierbij onder andere worden gedacht aan een goede en objectieve onderbouwing van het geclaimde schadebedrag, bijvoorbeeld vastgesteld aan de hand van een bij de aanvraag ingediend taxatierapport, e.d., de aard van de schade en de relatie tussen deze schade en het daarmee samenhangende gemeentelijk besluit.
Indien de aanvrager niet alle noodzakelijke gegevens heeft overgelegd, wordt toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 4:5 Awb. De aanvrager krijgt dan de gelegenheid om binnen een door het bestuursorgaan bepaalde termijn de ontbrekende gegevens alsnog in te dienen. Indien de aanvrager hieraan binnen de gestelde termijn niet voldoen, kan het bestuursorgaan de aanvraag op grond hiervan buiten behandeling laten.
Artikel 4. Afwijzing van de aanvraag.
Hier is voorzien in een vereenvoudigde wijze van afdoening van de aanvraag in het geval de aanvrager, buiten het geval, zoals bedoeld in artikel 3, niet-ontvankelijk is in zijn aanvraag, dan wel op voorhand reeds duidelijk is, dat de aanvraag kennelijk ongegrond is. Het volgen van de verder voorgeschreven procedure, zoals het inschakelen van de schadebeoordelingscommissie, is dan overbodig.
Artikel 5. Wijze van behandeling van de aanvraag.
Indien er geen beletselen zijn voor een verdergaande inhoudelijke beoordeling van de aanvraag geven burgemeester en wethouders aan de schadebeoordelingscommissie opdracht om daarover een advies uit te brengen.
Het spreekt voor zich, dat de aanvrager hiervan in kennis wordt gesteld.
Artikel 6. Wijze van behandeling door de commissie.
In deze bepaling is de door de commissie te volgen werkwijze nader aangeduid. De inhoud van deze bepalingen spreekt verder voor zich.
Artikel 7. Onderzoek en advies commissie.
In deze bepaling worden de taak van de commissie en de inhoud van het door de commissie uit te brengen advies nader aangeduid.
Artikel 8. Termijn advisering commissie.
In deze bepaling wordt aangegeven binnen welke termijn de commissie het advies moet uitbrengen. Ook wordt voorgeschreven, dat de rapporteur van de commissie de aanvrager een afschrift van het advies dient te zenden.
Artikel 9. Besluit op verzoek.
Binnen twaalf weken na ontvangt van het advies neemt het daartoe bevoegde orgaan een besluit op de ingediende aanvraag om schadevergoeding. Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4:7 en 4:8 Awb dienen de aanvrager en eventuele overige belanghebbenden, voordat er door het ter zake bevoegde bestuursorgaan een besluit wordt genomen, in de gelegenheid te worden gesteld om hun zienswijze naar aanleiding van het advies van de commissie kenbaar te maken. Dit kan schriftelijk en/of mondeling (bijvoorbeeld ten overstaan van de raadsadviescommissie) gebeuren.
PROCEDUREVERORDENING BESTUURSSCHADEVERGOEDING
Burgemeester en wethouders van Leerdam maken ter voldoening aan het bepaalde in artikel 139 van de Gemeentewet bekend, dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 12 november 1998 een Procedureverordening bestuursschadevergoeding heeft vastgesteld. Deze verordening vervangt de Procedureverordening Planschadeverordening 1968 gemeente Leerdam.
In deze verordening worden regels gegeven voor de wijze van behandeling van aanvragen om schadevergoeding, voor zover betrekking hebbend op bestuurs- of nadeelscompensatie.
Een exemplaar van deze verordening ligt voor een ieder ter inzage op kamer 3.12 in het stadskantoor. Tegen betaling van de kosten kunnen desgewenst afschriften van deze verordening worden verkregen.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 28 november 1998.
Burgemeester en wethouders voornoemd,