Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | verordeningen |
Externe bijlage | Bijlage 1, kaart bebouwde kom ex artikel 1:1 Apv |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-04-2013 | 19-07-2013 | nieuwe regeling | 26-03-2013 Publicatie in het Heerhugowaards Nieuwsblad d.d. 9-4-2013 | RB2013023 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 5
Artikel 1:1 Begripsbepalingen 5
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 5
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 5
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 6
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden 7
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 7
Artikel 2:2 Optochten [gereserveerd] 7
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 7
Artikel 2:4 Afwijking termijn (Vervallen; opgenomen in artikel 2:3) 8
Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens (Vervallen; opgenomen in artikel 2:3) 8
Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken 8
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 8
Afdeling 4. Vertoningen e.d. op de weg 8
Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d. [gereserveerd] 8
Artikel 2:8 Dienstverlening [gereserveerd] 8
Artikel 2:9 Straatartiest e.d. 8
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg 8
Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg 8
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 9
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 9
Afdeling 6. Veiligheid op de weg 10
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid [gereserveerd] 10
Artikel 2:14 Winkelwagentjes [niet opgenomen] 10
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp 10
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. 10
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. [niet opgenomen] 10
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen [niet opgenomen] 10
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp [gereserveerd] 10
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen [gereserveerd] 10
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 10
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn [niet opgenomen] 10
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs [niet opgenomen] 10
Artikel 2:24 Begripsbepaling 11
Artikel 2:26 Ordeverstoring 12
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen 12
Artikel 2:27 Begripsbepalingen 12
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting 13
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 13
Artikel 2:31 Verboden gedragingen 14
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen 14
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan 14
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan [gereserveerd] 14
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf [niet opgenomen] 14
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden 14
Artikel 2:39 Speelgelegenheden 14
Artikel 2:40 Kansspelautomaten 15
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid 15
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 15
Artikel 2:42 Plakken en kladden 15
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. [niet opgenomen] 15
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 16
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. [niet opgenomen] 16
Artikel 2:45a Vervoer geprepareerde voorwerpen 16
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. 16
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 16
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 16
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 17
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 17
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. 17
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. 17
Artikel 2:53 Bespieden van personen [niet opgenomen] 17
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur [gereserveerd] 17
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren [gereserveerd] 17
Artikel 2:56 Alarminstallaties [gereserveerd] 17
Artikel 2:57 Loslopende honden 17
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 18
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 18
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 19
Artikel 2:61 Wilde dieren [gereserveerd] 19
Artikel 2:62 Loslopend vee [niet opgenomen]. 19
Artikel 2:63 Duiven [niet opgenomen] 19
Artikel 2:64 Bijen [niet opgenomen] 19
Artikel 2:65 Bedelarij [niet opgenomen] 19
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen 19
Artikel 2:66 Begripsbepaling 19
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister 19
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht 20
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen [gereserveerd] 20
Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven [verplaatst naar afdeling 8 onder artikel 2:32] 20
Artikel 2:71 Begripsbepaling 20
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen. 20
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 20
Artikel 2:74 Drugshandel op straat 21
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen 21
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding 21
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden 21
Artikel 2:76a Verblijfsontzegging 21
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 22
Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 23
Afdeling 1. Begripsbepalingen 23
Artikel 3:1 Begripsbepalingen 23
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 23
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke 24
Artikel 3:4 Seksinrichtingen 24
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 24
Artikel 3:6 Sluitingstijden 25
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 25
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 25
Artikel 3:9 Straatprostitutie 25
Artikel 3:10 Sekswinkels [niet opgenomen] 26
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke [niet opgenomen] 26
Afdeling 3. Beslistermijn: weigeringsgronden 26
Artikel 3:13 Weigeringsgronden 26
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer 26
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 26
Artikel 3:15 Wijziging beheer 27
Afdeling 5. Overgangsbepaling 27
Artikel 3:16 Overgangsbepaling [gereserveerd] 27
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente 28
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting 28
Artikel 4:1 Begripsbepalingen 28
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 28
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 28
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten [gereserveerd] 29
Artikel 4:5 Onversterkte muziek [niet opgenomen] 29
Artikel 4:5A Traditioneel schieten [niet opgenomen] 29
Artikel 4:6 Overige geluidhinder 29
Artikel 4:6A Mosquito [niet opgenomen] 29
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging 29
Artikel 4:7 Straatvegen [niet opgenomen] 29
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen 29
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen 29
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden 30
Artikel 4:10 Begripsbepalingen 30
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 30
Artikel 4:12 Vergunning van rechtswege [gereserveerd] 30
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast 30
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 30
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen [gereserveerd] 30
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 30
Artikel 4:16 Vergunningplicht lichtreclame [gereserveerd] 32
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen 32
Artikel 4:17 Begripsbepaling 32
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 32
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 32
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente 33
Afdeling 1. Parkeerexcessen 33
Artikel 5:1 Begripsbepalingen 33
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 33
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 33
Artikel 5:4 Defecte voertuigen 33
Artikel 5:5 Voertuigwrakken 34
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. 34
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 34
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 34
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 35
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen [gereserveerd] 35
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 35
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 35
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 35
Artikel 5:14 Begripsbepaling 36
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting 36
Artikel 5:17 Begripsbepaling 36
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 37
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende 37
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 37
Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht [gereserveerd] 37
Artikel 5:22 Begripsbepaling 37
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt 37
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 38
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 38
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 38
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats 39
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 39
Artikel 5:29 Reddingsmiddelen 39
Artikel 5:30 Veiligheid op het water 39
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 39
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden 39
Artikel 5:31A Begripsbepalingen 39
Artikel 5:32 Crossterreinen 40
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 40
Afdeling 8. Verbod vuur te stoken 41
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 41
Afdeling 9. Verstrooiing van as 41
Artikel 5:35 Begripsbepaling 41
Artikel 5:36 Verboden plaatsen 41
Artikel 5:37 Hinder of overlast 41
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen 42
Artikel 6:2 Toezichthouders 42
Artikel 6:3 Binnentreden woningen 42
Artikel 6:4 Intrekking oude verordening 42
Artikel 6:5 Overgangsbepaling 42
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 24 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg (2)
Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Noot 2: Miv 20 februari 2008 geldt een toetsingskader voor het mogen aanleggen van een ontsluitingspad door openbaar groen ten behoeve van particulier gebruik.
Noot 3: Het college heeft op 5 oktober 2010 het Objectenbeleid vastgesteld welke op 12 oktober 2010 is gepubliceerd.
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de provinciale wegenverordening Noord-Holland 2010, de waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening gemeente Heerhugowaard.
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg (4)
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of de provinciale wegenverordening Noord-Holland 2010.
Noot 4: Het college heeft op 15 september 2009 de beleidsnotitie “inritten gemeente Heerhugowaard” vastgesteld.
Noot 5: Het college heeft op 24 augustus 2010 nadere regels gesteld ten aanzien van het maken van een uitweg.
Afdeling 6. Veiligheid op de weg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Noot 6: De burgemeester heeft bij besluit d.d. 12 juli 2011 algemene voorschriften vastgesteld die gelden voor vergunningvrije en meldingsplichtige evenementen. Deze algemene voorschriften zijn in werking getreden op 20 juli 2011.
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen (7)
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
ii. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid;
Noot 7:Het Horeca beleid is vastgesteld door het college op 17 augustus 2004 en is in werking getreden op 1 september 2004; Het terrassenbeleid is door het college vastgesteld op 10 juli 2012 en gepubliceerd op 24 juli 2012.
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
In dit artikel wordt onder speelgelegenheid verstaan: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als in artikel l, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op uren en plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen, zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:57 Loslopende honden
De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b gelden niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.
Noot 8: Het college heeft op 8 februari 205 losloopgebieden aangewezen. Bij besluit van 19 augustus 2008 heeft het college hierop een wijziging aangebracht.
Noot 9: Op 2 mei 2006 heeft het college gedeelten van het strand en de ligweiden binnen recreatiegebied “Park van Luna” aangewezen als plaatsen waar het niet is toegestaan honden te laten verblijven of te laten lopen gedurende de periode van 1 april tot 1 oktober.
Noot 10: Het college heeft op 8 februari 2005 diverse gebieden aangewezen waar het niet is toegestaan honden te laten verblijven of te laten lopen.
Noot 11: Op 18 juli 2006 heeft het college het dagkampeerterrein van het recreatiegebied “Park van Luna” aangewezen als plaats waar het de eigenaar of houder van een hond verboden is om die hond te laten verblijven of te laten lopen zonder dat die hond aangelijnd is, gedurende de periode van 1 april tot 1 oktober.
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit).
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet te besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1 (samenscholingsverbod); artikel 2:47 (hinderlijk gedrag op of aan de weg); artikel 2:48 (hinderlijk drankgebruik); artikel 2:49 (hinderlijk gedrag in of bij gebouwen); artikel 2:50 (gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten); artikel 2:73 (bezigen van vuurwerk) én artikel 5:34 (verbod om vuur te stoken) van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:76a Verblijfsontzegging
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid, of aan degenen die een strafbaar feit pleegt, een verbod opleggen om zich gedurende een bepaald tijdvak te bevinden op de in dat verbod aangewezen plaatsen waar of in de nabijheid waarvan de gedragingen hebben plaatsgevonden.
Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de openbare orde en de belangen genoemd in artikel 3:13, tweede lid, personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid, verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen of gebieden en op de tijden bedoeld in het eerste lid onder b.
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant besluit de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten (12)
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 2 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 2 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:6 Overige geluidhinder (13)
Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Noot 13: Onder overige geluidshinder valt o.a. het gebruik van knalapparaten. Zie hiervoor de herziening van het knalapparatenbeleid, vastgesteld door het college op 29 september 2003.
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak alsmede de hoofdgebruiker van die zaak verboden zonder vergunning van het college deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
Het verbod geldt niet ten aanzien van:
opschriften en aankondigingen betrekking hebbend op:
mits deze opschriften en aankondigingen gezamenlijk geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50 m2 en geen van alle een grotere afmeting in een richting hebben dan 1,00 meter en mits deze opschriften en aankondigingen niet zijn verlicht en zijn aangebracht op een plat bord dan wel losse letters tegen de gevel op beganegrond-niveau van de onroerende zaak;
opschriften betrekking hebbend op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf en niet verlicht zijn, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
opschriften en aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits van het aanbrengen ervan tevoren door of vanwege de rechthebbende of de hoofdgebruiker van de onroerende zaak schriftelijk kennisgeving is gedaan aan het college en het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken. Zodanige opschriften en aankondigingen worden geacht hun tijdelijk karakter te hebben verloren, wanneer deze gedurende meer dan 9 weken op de onroerende zaak aanwezig zijn.
ggeregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
4.Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen (15)
Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Noot 15: Het college heeft op 4 juni 1996 de parkeerplaats aan de Liede nabij de aansluiting met de Amstel en de parkeerplaats op de hoek Stellingmolen/Rustenburgerweg aangewezen als plaats waar voertuigen niet geparkeerd mogen worden met het kennelijke doel deze te koop aan te bieden of te verhandelen.
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Noot 16: Op 24 augustus 2010 heeft het college de bebouwde kom aangewezen als gebied waar het parkeren van kampeermiddelen maximaal acht achtereenvolgende dagen is toegestaan.
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen (17)
Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Noot 17: Op 6 november 2007 heeft het college de bebouwde kom aangewezen als gebied waar het niet is toegestaan om grote voertuigen te parkeren, met uitzondering van bepaalde gedeelten van industrieterrein de Zandhorst. Op 24 augustus 2010 heeft het college dit aanwijsbesluit opnieuw vastgesteld.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan (18).
Het is verboden op door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan.
Noot 18: Bij besluit van 24 maart 2009 heeft het college het gebied rondom het NS-station Heerhugowaard aangewezen als een gebied waar fietsen uitsluitend in de daarvoor bestemde klemmen mogen worden geplaatst.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de provinciale Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland 1995, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de provinciale Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland 1995 of de provinciale Landschapsverordening 2010.
Noot 19: Op 2 mei 2006 heeft het college bepaalde natuurlijke oevers aan de buitenrand van de recreatieplas in HHW-zuid aangewezen als gedeelten van openbaar water waar het verboden is om met een vaartuig ligplaats in te nemen.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Afdeling 8. Verbod vuur te stoken
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale milieuverordening.
Noot 20: Op grond van het besluit van 18 juli 2006 van het college geldt het verbod op het aanleggen, stoken of hebben van vuur niet voor een gedeelte van het dagkampeerterrein van het recreatiegebied “Park van Luna”, voor zover het vuur betreft voor koken, bakken en braden.
Afdeling 9. Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Intrekking oude verordening
De Algemene plaatselijke verordening Heerhugowaard, vastgesteld d.d. 25 februari 2011, laatstelijk gewijzigd d.d. 27 september 2011, wordt ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.