Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Procedure Overleg Lokaal Onderwijsbeleid gemeente Arnhem |
Citeertitel | Verordening Procedure Overleg Lokaal Onderwijsbeleid gemeente Arnhem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Procedure Overleg Huisvesting Onderwijs gemeente Arnhem.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2000 | nieuwe regeling | 13-03-2000 Arnhemse Koerier, 05-04-2000 | CES/EDU/2000/65 |
Er vindt een afzonderlijk overleg plaats tussen burgemeester en wethouders met het primair onderwijs en tussen burgemeester en wethouders met het voortgezet onderwijs. Daartoe is een Permanente Commissie Primair Onderwijs en een Permanente Commissie Voortgezet Onderwijs ingesteld. Bij uitzondering gezamenlijk overleg gevorderd worden.
De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg dienen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen bekend te maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis. Het ontbreken van schriftelijke zienswijzen wordt beschouwd als instemming door deze schoolbesturen met de zienswijze van het bestuurlijk overleg.
Er kan voorbereidend overleg plaatsvinden door werkgroepen, die ingesteld zijn om bepaalde thema’s te behandelen. Deze werkgroepen zijn ingesteld door de Permanente Commissies. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover wel en waarover geen overeenstemming is bereikt.
Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het bestuurlijk overleg. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover wel en waarover geen overeenstemming is bereikt.
Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies van de Onderwijsraad wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarop het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorgenomen voorstel over het onderwerp ter kennis aan de raad. Voor zover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij redenen aan voor het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het bestuurlijk overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a., waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij de Permanente Commissie zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijzen te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 8. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.