Organisatie | Hardenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inzake de instelling, het beheer en de aanwending van het Evenementenfonds Cultuur en Welzijn |
Citeertitel | Verordening inzake de instelling, het beheer en de aanwending van het Evenementenfonds Cultuur en Welzijn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-12-2003 | 02-03-2016 | nieuwe regeling | 25-09-2003 Gemeenteblad, 2003, nr. 27 | Onbekend |
De raad van de gemeente Hardenberg;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2003, no. 2003/JKNE/55362;
Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;
"Verordening inzake de instelling, het beheer en de aanwending van het Evenementenfonds Cultuur en Welzijn".
HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen
Deze verordening heeft ten doel het eenmalig subsidiëren van evenementen, exposities of activiteiten in de gemeente Hardenberg van verenigingen, instellingen en organisaties die gevestigd zijn in de gemeente Hardenberg en die zich bewegen op één of meer terreinen van cultuur en welzijn.
Evenementen en activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het 100 of 250 jarig bestaan van een dorp, kern of gehucht en vervolgens elke 250 jaar daarna, worden aangemerkt als evenementen of activiteiten van bijzondere betekenis en komen als zodanig in aanmerking voor subsidie op grond van deze verordening.
HOOFDSTUK II De subsidieverlening
De subsidie kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:
HOOFDSTUK III De subsidievaststelling
Artikel 11 De aanvraag tot subsidievaststelling
De aanvraag tot subsidievaststelling moet binnen acht weken na afloop van het evenement, de expositie of de activiteit worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.
Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient een financiële verantwoording te worden overlegd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Hardenberg van 25 september 2003.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier.
Artikelsgewijze toelichting bij de Verordening inzake de instelling, het beheer en de aanwending van het Evenementenfonds Cultuur en Welzijn.
HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen
In dit artikel is de financiële basis voor deze verordening aangegeven.
Het aantal aanvragen, en dus het beroep dat op deze subsidieregeling wordt gedaan, kan jaarlijks sterk fluctueren. Het in de gemeentebegroting opgenomen bedrag geldt evenwel als maximum bedrag (zie artikel 4).
Teneinde toch zo goed mogelijk op het wisselende beroep op deze regeling in te kunnen spelen is in dit artikel opgenomen dat eventuele overschotten op deze begrotingspost worden toegevoegd aan het bedrag dat in de begroting voor het volgende kalenderjaar is opgenomen.
In dit artikel is de doelstelling aangegeven. Van belang is het eenmalige karakter van de subsidiëring. Alleen verenigingen, instellingen en organisaties, die in de gemeente Hardenberg zijn gevestigd komen voor subsidie in aanmerking.
Verder moet het gaan om evenementen, exposities of activiteiten op het gebied van cultuur of welzijn.
In dit artikel worden de criteria genoemd waaraan de evenementen, exposities of activiteiten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.
Op grond van het tweede lid van dit artikel komen ook evenementen en activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het 100 of 250 jarig bestaan (en vervolgens elke 250 jaar daarna) van een dorp, kern of gehucht voor subsidie in aanmerking.
De evenementen en activiteiten die in dat kader worden georganiseerd voor met name de inwoners van dat dorp, die kern of gehucht, worden aangemerkt als evenementen of activiteiten van bijzondere betekenis.
Het aantal subsidieaanvragen kan per jaar sterk variëren. Ten einde ongewenste overschrijdingen van het beschikbare budget te voorkomen, wordt een subsidieplafond gehanteerd.
Het beschikbare bedrag wordt verdeeld volgens het principe wie het eerst komt, het eerst maalt. Dit betekent dat op het moment dat het beschikbare bedrag is verdeeld er geen subsidieaanvragen meer gehonoreerd kunnen worden. Overschrijding van het subsidieplafond is een weigeringsgrond ( zie artikel 4:25, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht). De datum van ontvangst van de aanvraag is in dezen maatgevend.
Artikel 5 Hoogte van de subsidie
De subsidie wordt verleend op basis van de ingediende begroting en bedraagt 25% van de geraamde uitgaven. Het bedrag dat maximaal aan subsidie wordt verstrekt bedraagt € 2.300,-- . Indien bij de subsidievaststelling blijkt dat de werkelijke uitgaven lager zijn, dan kan de subsidie op een lager bedrag worden vastgesteld. Er wordt namelijk nimmer meer gesubsidieerd dan het werkelijke exploitatietekort.
HOOFDSTUK II De subsidieverlening
Om te voorkomen dat subsidieaanvragen worden ingediend voor evenementen, exposities of activiteiten die reeds zijn gestart of die reeds hebben plaatsgevonden is in dit artikel opgenomen dat uiterlijk twaalf weken voor de aanvang een subsidieaanvraag moet worden ingediend. Het college beslist in de regel binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan ten hoogste met een periode van vier weken worden verlengd (zie artikel 9). Dit betekent dat voor de aanvang van het evenement, de expositie of de activiteit een beslissing is genomen ten aanzien van de subsidieaanvraag.
Artikel 7 Uitsluitingen aanspraak op subsidie
Dit artikel voorkomt een cumulatie gemeentelijke subsidies.
Alleen evenementen, exposities en activiteiten die op niet-commerciële basis worden geëxploiteerd komen voor subsidie in aanmerking.
In de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht worden enkele algemene gronden genoemd voor het weigeren van een subsidie (artikel 4:25 en 4:35). Deze gronden hoeven daarom niet in de verordening opgenomen te worden. Artikel 8 bevat daarom een viertal aanvullende algemene weigeringsgronden.
Er moet in de eerste plaats geen twijfel bestaan over de besteding van de gelden. Wanneer er wel twijfel bestaat of de gelden ook daadwerkelijk besteed worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld, kan de subsidie geweigerd worden.
Indien de subsidieaanvrager over voldoende financiële middelen beschikt om de kosten van het evenement, de expositie of de activiteit te dekken kan eveneens de subsidie geweigerd worden.
Het derde lid van dit artikel impliceert dat slechts subsidie wordt verstrekt voor evenementen, exposities en activiteiten, die voor iedereen openstaan. Het openbare karakter van het evenement, de expositie of de activiteit is dus een vereiste om voor subsidie in aanmerking te komen.
De in het vierde lid genoemde weigeringsgrond is zeer algemeen. Hierbij kan gedacht worden aan beleid zoals dat is neergelegd in beleidsnota's die zijn opgesteld voor de diverse terreinen van cultuur en welzijn.
In dit artikel wordt de termijn genoemd waarbinnen het college een beslissing op een subsidieaanvraag neemt.
Artikel 10 Verstrekken van voorschotten
Op grond van dit artikel kan het college, vooruitlopend op de subsidievaststelling, een voorschot verstrekken. Dit artikel is opgenomen om liquiditeitsproblemen bij de subsidieaanvrager te voorkomen.
HOOFDSTUK III De subsidievaststelling
Artikel 11 De aanvraag tot subsidievaststelling
De subsidie wordt vastgesteld naar aanleiding van de aanvraag tot subsidievaststelling. Bij deze aanvraag dient een financiële verantwoording van het gesubsidieerde evenement, de expositie of de activiteit te worden overlegd.
Indien de aanvrager in gebreke blijft en dus geen aanvraag tot subsidievaststelling indient, dan kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.
Op grond van dit artikel dient het college van Burgemeester en Wethouders binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast te stellen.
HOOFDSTUK IV Slot- en overgangsbepalingen
Dit artikel geeft aan op welk moment de verordening inwerking treedt.
De verordening treedt zes weken na bekendmaking in werking.
Als gevolg van de Tijdelijke referendumwet mogen gemeentelijke verordeningen niet eerder dan na zes weken na de datum van bekendmaking (in het gemeenteblad) in werking treden.