Organisatie | Castricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Kwijtschelding belastingen |
Deze verordening vervangt de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2013 | 02-07-2015 | Gewijzigde regelgeving | 14-11-2013 Nieuwsblad voor Castricum, 20-11-2013 | Onbekend | |
28-12-2012 | Nieuwe regeling | 20-12-2012 Nieuwsblad voor Castricum, 27-12-2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Castricum;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 29 oktober 2013;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
Bij de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing, alleen de eerste container, de rioolheffing en de hondenbelasting, alleen de eerste hond, wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 percent.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Artikel 6 Indienen van een aanvraag
Indien een aanvraagformulier onvolledig wordt terugontvangen of de gevraagde bescheiden niet door de aanvrager zijn bijgevoegd, wordt de aanvrager eenmaal in de gelegenheid gesteld de stukken binnen veertien dagen te completeren. Wordt daar niet aan voldaan, kan het verzoek zonder verdere beoordeling worden afgewezen.
Artikel 8 Beperkte kwijtschelding
Geen kwijtschelding wordt verleend indien:
1. De aanvrager over voldoende betalingscapaciteit beschikt.
2. De aanvrager het kwijtscheldingsformulier genoemd in artikel 6 niet volledig of juist heeft ingevuld.
3.De aanvrager de aanvullende informatie en specificaties die bij het kwijtscheldingsformulier (zie artikel 6) worden gevraagd, niet heeft ingeleverd.
4. De aanvrager de aanvraag om kwijtschelding niet via het in het artikel 2 genoemde formulier heeft gedaan.
5. Het redelijke vermoeden bestaat dat er bij de aanvrager betalingsonwil voorop staat.
6. Aanvrager onjuiste gegevens blijkt te hebben verstrekt.
7. Het feit dat de aanvragen niet kan betalen aan zichzelf te wijten is.
8. Er een wijziging in de financiële omstandigheden in positieve zin van de aanvrager is te verwachten.
9. De aanvrager over ‘positieve vermogensbestanddelen’ beschikt.
Artikel 9 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:
a. de afvalstoffenheffing zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1.2. en hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2014’;
b. belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;
De ‘Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2013’ van 20 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.