Organisatie | Westerveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Melding vermoeden misstand en integriteitschending ambtenaren |
Citeertitel | Melding vermoeden misstand en integriteitschending ambtenaren |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-04-2012 | 01-01-2020 | Onbekend | 03-04-2012 Onbekend | Onbekend | |
04-04-2012 | 04-04-2012 | Onbekend | 03-04-2012 Onbekend | Onbekend |
Melding vermoeden misstand en integriteitschending ambtenaren
Artikel 2 Verantwoordelijkheid
Iedere ambtenaar van de gemeente Westerveld heeft de verantwoordelijkheid concrete vermoedens van misstanden of een integriteitschending zo spoedig mogelijk intern aan de orde te stellen.
Artikel 4 Melding door een gewezen ambtenaar
De gewezen ambtenaar die een vermoeden van een misstand of integriteitschending wil melden doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzaamheden voor de gemeente. Hij kan alleen een melding doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van het vermoeden
Artikel 5 Identiteit ambtenaar
De persoon bij wie een melding wordt gedaan maakt de identiteit van de ambtenaar die de melding doet niet bekend zonder instemming van de ambtenaar.
Diegenen die betrokken zijn bij de behandeling van een melding gaan op behoorlijke, zorgvuldige en dus op vertrouwelijke wijze met de identiteit van de melder om.
Artikel 6 Informeren van college
De persoon bij wie een melding is gedaan draagt er zorg voor dat het college onverwijld op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding ontvangen is.
Artikel 7 Onderzoek door college
Het college stelt na ontvangst van de mededeling over de melding onverwijld een onderzoek in.
Het college zendt aan de ambtenaar dan wel de vertrouwenspersoon die een vermoeden van een misstand of integriteitschending heeft gemeld een ontvangstbevestiging van de melding, met daarin opgenomen het gemelde vermoeden en het moment waarop de ambtenaar het vermoeden heeft gemeld.
Het college informeert de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding, tenzij daardoor het onderzoeksbelang kan worden geschaad.
Het college stelt degene bij wie de ambtenaar melding heeft gedaan binnen twaalf weken schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt omtrent het gemelde vermoeden.
Degene die het standpunt van het college heeft ontvangen, verstrekt de melder een afschrift hiervan.
Indien niet binnen twaalf weken uitvoering kan worden gegeven aan het eerste lid wordt degene bij wie de ambtenaar melding heeft gedaan voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn aangegeven waarbinnen de ambtenaar een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid ontvangt.
Het college wijst een of meerdere personen aan die het meldpunt vormt of vormen.
Het meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld vermoeden van een misstand of integriteitschending te onderzoeken en het college daarover te adviseren.
Indien het meldpunt uit meerdere personen bestaat, is dit altijd een oneven aantal, inclusief de voorzitter. In dat geval kunnen ook een secretaris, een plaatsvervangend voorzitter en andere plaatsvervangende leden worden benoemd. Zij beslissen bij gewone meerderheid van stemmen.
Artikel 10 Melding bij het meldpunt
De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand of integriteitschending binnen redelijke termijn melden bij het meldpunt, indien
Het meldpunt maakt de identiteit van de ambtenaar niet bekend zonder instemming van de ambtenaar.
Artikel 11 Rechtstreekse melding bij het meldpunt
Indien zwaarwegende belangen de toepassing van de interne procedure in weg staan, kan de ambtenaar het vermoeden van een misstand of integriteitschending rechtstreeks melden bij het meldpunt.
Artikel 12 Ontvangstbevestiging en onderzoek
Het meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld.
Het meldpunt draagt er zorg voor dat het college op de hoogte wordt gesteld van de melding bij het meldpunt.
Het college informeert de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft over de melding bij het meldpunt, tenzij het onderzoeksbelang hierdoor kan worden geschaad.
Indien het meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.
Ten behoeve van het onderzoek genoemd in lid 4 van dit artikel is het meldpunt bevoegd bij het college alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Het college verschaft het meldpunt alle inlichtingen.
Het meldpunt kan het onderzoek of gedeelten daarvan opdragen aan een van de leden of aan een deskundige.
Wanneer de inhoud van bepaalde door het college verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het meldpunt meegedeeld. Het meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.
Artikel 14 Advies van het meldpunt
Indien de melding ontvankelijk is, legt het meldpunt binnen twaalf weken zijn bevindingen neer in een advies aan het college. Het meldpunt zendt een afschrift van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het eventueel vertrouwelijk karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie.
Indien niet binnen twaalf weken een advies kan worden gegeven wordt de melder en/of de vertrouwenspersoon alsmede het college voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn aangegeven waarbinnen het advies als bedoeld in het eerste lid gereed is.
Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten.
Artikel 15 Standpunt college naar aanleiding van het advies van het meldpunt
Het college stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies van het meldpunt de melder alsmede het meldpunt schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt.
De melder van wie de identiteit niet bekend is gemaakt door het meldpunt zal het college het standpunt via het meldpunt doen toekomen.
Artikel 16 Jaarverslag interne meldingen
De vertrouwenspersoon maakt jaarlijks een geanonimiseerd verslag van de aard en de omvang van het aantal ontvangen meldingen en stuurt dit verslag aan het college.
Het in het vorige lid bedoelde jaarverslag, aangevuld met meldingen, als bedoeld in artikel 3, lid 1, stuurt het college aan de ondernemingsraad en aan de gemeenteraad.
Artikel 17 Jaarverslag Meldpunt
Het meldpunt maakt jaarlijks een verslag op, waarin, in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen, wordt vermeld:
Dit jaarverslag wordt aan het college gezonden. Het college stuurt dit verslag aan de ondernemingsraad en de gemeenteraad.
Artikel 18 Bescherming van de ambtenaar
De ambtenaar zal als gevolg van de melding van een vermoeden van een misstand of integriteitschending geen nadelige gevolgen ondervinden voor zijn rechtspositie. Onder nadelige gevolgen worden in ieder geval verstaan besluiten tot:
Het college draagt er zorg voor dat de melder ook anderszins bij de uitoefening van zijn functie geen nadelige gevolgen van de melding ondervindt.
Het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel geldt ook voor de ambtenaar die te goeder trouw een vermoeden van een misstand of integriteitschending meldt in een andere organisatie dan die van de gemeente, volgens een bij die organisatie geldende regeling. De bescherming geldt alleen als de ambtenaar