Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gouda

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGouda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage voorzieningen lokalen bewegingsonderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 140 en 141
  2. Wet op de expertisecentra, art. 134 en 135
  3. Wet op het voortgezet onderwijs, art. 96g en 96h
  4. Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden, XIII, XV en XVII
  5. Gemeentewet, art. 5
  6. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2015bijlage

21-01-2015

Gemeenteblad, 2015, 8263

620609
01-01-200901-02-2015Nieuwe regeling

17-12-2008

Goudse Post, 11-02-2009

12.1.6

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008

de raad van de gemeente gouda

 

gelezen het voorstel van het college van 25 november 2008;

 

gelet op artikel 140/141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134/135 van de Wet op deexpertisecentra en artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

 

gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijkemedebewindsbevoegdheden;

 

gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van descholen in de gemeente op 10 november 2008;

 

overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullendgemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

 

besluit: vast te stellen de verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008.

hoofdstuk 1 - algemene bepalingen

artikel 1 begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs,de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare ofbijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald,van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen ineen andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;

  • -

    school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs alsbedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • -

    school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • d.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 vande Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • f.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmeede verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j.

    subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • m.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht:

  • n.

    subsidieverlening: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:29 van de wet.

artikel 2 subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoehet beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Hetcollege neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag,uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

artikel 3 aanvullende voorziening

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullendevoorziening.

artikel 4 jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

hoofdstuk 2 - procedures

paragraaf 2.1 aanvraag voorzieningen;weigeringsgronden

artikel 5 toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van eenvoorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

artikel 6 indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voorde indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassingindien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien deaanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet tebehandelen. Als er geen indieningsdatum is vastgesteld geldt dit niet.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3.

    Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan hetschoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na dedatum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien hetschoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college deaanvraag niet te behandelen.

artikel 7 beslissingstermijn

  • 1.

    Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien tenaanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

artikel 8 weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

paragraaf 2.2 aanvraag aanvullende voorzieningen;weigeringsgronden

artikel 9 indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2.

    Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

artikel 10 beslissingstermijn

Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na deverstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelthet college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

artikel 11 weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

paragraaf 2.3 toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging;verbod vervreemding

artikel 12 inhoud beschikking tot toekenning;betaling

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidieverlening; of

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag nietvermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking totsubsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • c.

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijkebepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn;

    • d.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuurwordt afgelegd aan het college.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

artikel 13 uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2.

    Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 3.

    Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

artikel 14 subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken nade datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2.

    Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten,overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na desubsidievaststelling plaats.

artikel 15 intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2 van de wet van toepassing.

artikel 16 verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

hoofdstuk 3 - slotbepalingen

artikel 17 informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor deuitvoering van het bepaalde in deze verordening.

artikel 18 beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet,beslist het college.

artikel 19 intrekking Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijsgemeente Gouda 1998

De Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 1998 wordt ingetrokken.Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 1998 wordt ingetrokken.

artikel 20 citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstellingonderwijs gemeente Gouda 2008.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gouda in de openbare raadsvergadering van 17 december 2008

 

De raad van de gemeente voornoemd,

, voorzitter

, griffier

Toelichting

Als gevolg van de wetswijziging per 1 januari 2015 vervalt de zorgplicht voor de gemeente voor het bekostigen van onderhoud en aanpassen van lokalen voor bewegingsonderwijs. Desondanks blijft de gemeente verantwoordelijk voor het vaststellen van de vergoeding voor onderhoud en aanpassen van de lokalen bewegingsonderwijs, maar nu als onderdeel van de vergoeding materiële instandhouding (artikel 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 130 van de Wet op de expertisecentra).

 

Voor het vaststellen van de hoogte van het bedrag van de bekostiging bestaan twee mogelijkheden:

  • 1.

    het verhogen van de bedragen per klokuur van de vaste en variabele kosten, of

  • 2.

    het handhaven van de procedure die tot nu toe was opgenomen in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs, waardoor de bekostiging van onderhoud en aanpassen van de lokalen bewegingsonderwijs niet afhankelijk is van het aantal klokuren gebruik, maar op een gelijke wijze plaatsvindt als het onderhoud en aanpassen van de gemeentelijke lokalen bewegingsonderwijs.

 

Mede omdat het, gelet op de verscheidenheid in basis- en speciaal onderwijs en soort lokalen bewegingsonderwijs praktisch ondoenlijk is om een bedrag per klokuur vast te stellen is gekozen voor de in deze bijlage beschreven procedure. Deze is conform het VNG-model.

 

Artikel 5 van de Verordeningmateriële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gouda 2008 schrijft voor dat een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen van een voorziening, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum van de bekostigingsaanvraag bekend wordt gemaakt.

Om die reden is in artikel II van de wijzigingsverordening bepaald dat de aanvraag in 2015 eenmalig later dan 1 februari kan worden ingediend, namelijk binnen zes weken na de dag van bekendmaking van het besluit tot wijziging van de verordening.

 

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de bijlage ‘Voorziening schoolbegeleiding’, die al enkele jaren is uitgewerkt, te laten vervallen.