Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling streeknetwerken Noord-Brabant 2013 |
Citeertitel | Subsidieregeling streeknetwerken Noord-Brabant 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, subsidies, financieel kader |
Externe bijlage | Bijlage bij artikel 1, onder a. |
Geen.
Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, art. 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-10-2015 | 09-04-2020 | art. 13 | 06-10-2015 | 3864022 | |
01-04-2013 | 09-04-2020 | Nieuwe regeling | 19-03-2013 | 3370774 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 9 december 2011 het koersdocument “De transitie van het Brabantse stad en platteland – Een nieuwe koers” hebben vastgesteld, dat de wijze aangeeft waarop de provincie wil samenwerken in de ontwikkeling van het landelijk gebied in relatie met de Brabantse steden;
Overwegende dat Provinciale Staten op 22 juni 2012 kennis hebben genomen van de notitie Uitvoering Transitie stad en platteland, onderdeel externe organisatie, en in dat kader Gedeputeerde Staten opdracht hebben gegeven om samenwerkingsovereenkomsten aan te gaan met de streeknetwerken ter realisatie van het regionale uitvoeringsprogramma;
Overwegende dat Provinciale Staten daarbij tevens besloten hebben Gedeputeerde Staten opdracht te geven tot het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten met netwerken van energie;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe op 11 december 2012 de Subsidieregeling streeknetwerken Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Provinciale Staten op 12 oktober 2012 de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarin de uitgangspunten van het Kader financieel beheer rijkssubsidies zijn geïmplementeerd, alsmede een algehele actualisatie is doorgevoerd;
Overwegende dat aanpassing van de Subsidieregeling streeknetwerken Noord-Brabant aan de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant leidt tot een aantal noodzakelijke wijzigingen en Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten een geheel nieuwe regeling vast te stellen;
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het genereren van projecten gericht op het vitaler maken van het platteland.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.
Artikel 8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 april 2013 tot en met 30 juni 2015.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode van 1 april 2013 tot en met 30 juni 2015 vast op € 3.282.416.
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 14 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Gedeputeerde Staten zenden in 2015 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 19 maart 2013
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten
Aanleiding De provincie wil de ambities voor een vitaal landelijk gebied in aansluiting op het stedelijk gebied realiseren door samenwerking te bevorderen tussen partijen zoals gemeenten, terreinbeheerders, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers. De nieuwe koers leidt tot een andere wijze van organiseren. De gebieds- en reconstructiecommissie zijn opgeheven en voor het realiseren van de provinciale ambities wordt aangesloten bij de zogenaamde streeknetwerken. De reconstructie- en gebiedscommissies hebben in iedere regio de basis gelegd voor een manier van werken waarbij partijen samen bepalen wat nodig is en hoe de uitvoering moet gebeuren.
Streeknetwerken pakken door waar de reconstructie- en gebiedscommissies zijn gebleven. De provincie participeert in de streeknetwerken. De streeknetwerken leggen daarbij nóg meer de focus op participatie van onderwijs, de omgeving, ondernemers en overheid. Dat moet leiden tot gedragen, innovatieve en betaalbare ideeën, met voldoende evenwicht en samenhang tussen natuur, maatschappij en economie. Dat zijn ideeën die bijdragen aan een duurzaam platteland.
Gedeputeerde Staten hebben op 22 juni 2012 van Provinciale Staten opdracht gekregen om samenwerkingsovereenkomsten aan te gaan met de streeknetwerken. Hierin zijn afspraken vastgelegd over wederzijdse inzet in het gebied en wat de samenwerking tussen de verschillende partners richting uitvoerbare projecten moet opleveren. De samenwerkingsovereenkomst dient ter realisatie van het regionale uitvoeringsprogramma. Het regionale uitvoeringsprogramma zelf maakt geen deel uit van de samenwerkingsovereenkomst.
Doelstelling Een streeknetwerk opereert in een streek in Brabant en wordt daarom ook streeknetwerk genoemd. Het is een regionaal vrijwillig, maar niet vrijblijvend samenwerkingsverband tussen partners, dat zich richt op de realisatie van een toekomstbestendig, vitaal platteland. De netwerken dienen te leiden tot een hoge mate van zelforganiserend vermogen en veerkracht, om nu en in de toekomst te zorgen voor regionale identiteit en een vitaal platteland. Ten tijde van het opstellen van het koersdocument “Uitvoering Transitie stad en platteland; een nieuwe koers” waren zeven netwerken relevant omdat zij de ambitie hadden ook provinciale doelen te realiseren. Uiteindelijk betreft het acht netwerken en gebiedsopgave Brabantse Wal. Dit zijn netwerken in Kempenland, Boven-Dommel, De Peel, Noordoost-Brabant, Biesbosch, Landstad de Baronie, Groene Woud en Hart van Brabant.
Gedeputeerde Staten willen de processen binnen het netwerk faciliteren, processen om tot uitvoering van projecten te komen, het proces om uitvoerbare projecten te genereren door middel van bijvoorbeeld het organiseren van netwerkbijeenkomsten, communicatie of aanvullende procesondersteuning.
Met de regeling geeft de provincie de komende drie jaren een bijdrage aan de streeknetwerken die past binnen de ambitie van de provincie voor het genereren van projecten die leiden tot een vitaler platteland. Jaarlijks wordt gemonitord of er daadwerkelijk uitvoerbare projecten zijn gegeneerd, op de juiste wijze en passend binnen de afgesproken doelen. Waar nodig wordt als gevolg van deze monitoring de subsidie bijgesteld.
Juridisch kader Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in deze subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies die verstrekt worden op grond van deze subsidieregeling.
Artikel 1 Begripsbepalingen Onder a Streek In bijlage 1 zijn de streken weergegeven waar de relevante netwerken zich op richten. De afbakening van de gebieden is ontstaan na de opheffing van de reconstructie- en gebiedscommissie door de vorming van netwerken van energie.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten De middelen kunnen worden benut voor het organiseren van netwerkbijeenkomsten, communicatie of aanvullende procesondersteuning, zoals het instellen van een onafhankelijk voorzitter.
Artikel 7 Subsidiabele kosten Dit artikel bepaalt welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. In principe betreft het alle daadwerkelijk gemaakte kosten.
Artikel 8 Niet subsidiabele kosten De subsidie dient te worden benut voor kosten ten behoeve van het organiseren van netwerkbijeenkomsten, communicatie of aanvullende procesondersteuning die gemaakt zijn ná het opheffen van de reconstructiecommissie per 1 juli 2012. Vandaar dat kosten voor het uitvoeren van projecten en kosten gemaakt voor 1 juli 2012 niet subsidiabel zijn.
Omdat Gedeputeerde Staten de streeknetwerken voor 50% ondersteunen met subsidie, betekent dat het gebied een evenredige inzet levert moet leveren. De kosten van de inzet van eigen capaciteit door de aanvrager of andere deelnemers van het streeknetwerk die rechtspersoonlijkheid krachtens het publiekrecht bezitten zijn daarom niet subsidiabel.
Artikel 10 Subsidieplafond Het subsidieplafond geeft het bedrag aan dat voor de genoemde periode beschikbaar is voor subsidie.
Artikel 12 Verdeelcriteria Omdat de omvang van het voor verstrekking van subsidies beschikbare bedrag wordt beperkt door het subsidieplafond, wordt in dit artikel bepaald hoe de beschikbare gelden over de in beginsel voor verlening in aanmerking komende aanvragen wordt verdeeld.
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger In de artikelen 4:37 tot en met 4:41 van de Awb is geregeld welke verplichtingen aan de subsidieontvanger kunnen worden opgelegd. De verplichtingen starten zodra de subsidie wordt verleend en eindigen over het algemeen als de subsidie wordt vastgesteld. Dit betekent dat niet bij de aanvraag reeds getoond hoeft te worden dat voldaan wordt aan de verplichtingen. Gedurende het project dient jaarlijks voor 1 juli te worden getoond dat voldaan wordt aan de verplichtingen. Het niet voldoen aan de verplichtingen kan overigens leiden tot bijstelling van de subsidieverlening binnen de in de regeling gestelde ruimte. Artikel 4:48 van de Awb geeft de grondslag voor het tussentijds wijzigen ten nadele van de subsidieontvanger.
De thema’s genoemd onder b zijn afgeleid uit de Agenda van Brabant. Bij de beoordeling of aan een van de thema’s is voldaan wordt de uitleg van de Agenda van Brabant gevolgd alsmede de hierop gebaseerde koersdocumenten.
Ten aanzien van het begrip structurele verduurzaming onder c is bij het vaststellen van het koersdocument door Provinciale Staten op 9 december 2011 een motie aangenomen waarin structurele verduurzaming per regio uitgangspunt is bij het formuleren van gezamenlijke doestellingen voor economische ontwikkeling, natuur, recreatie en toerisme, duurzame energie en kringlopen.
Ter zake van de participatie van overheden, ondernemers, onderwijs en overige partijen, de 4 O’s, is in het koersdocument “Uitvoering Transitie stad en platteland; een nieuwe koers” opgenomen dat de territoriale aanpak op regionale schaal moet leiden tot een uitvoeringsprogramma met participatie van de 4 O’s, bijvoorbeeld door netwerken waarin deze O’s deelnemen.
Artikel 15 Bevoorschotting en betaling Dit artikel beoogt te realiseren dat gedurende de looptijd van het project de verleende subsidie gelijkmatig wordt bevoorschot. Omdat de aanvraag ziet op projecten die reeds 1 juli 2012 zijn aangevangen en doorlopen tot 1 juli 2016, betreft het niet een gelijkmatige jaarlijkse bevoorschotting en dient in iedere beschikking tot subsidieverlening concreet gemaakt te worden met welk bedrag op welk moment wordt bevoorschot.