Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sport, subsidies, financieel kader |
Deze regeling is vervangen door de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2018-2019.
Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, art. 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-02-2016 | 02-12-2017 | art. 2.1, 2.1a, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.10a, 2.11, 2.12, 2.13, 3.1, 3.1a, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.11, 3.12, 3.13, 7.1, 7.4, 7.8, 7.9, 7.10, 7.12, 8.1, 8.5, 8.8, 8.9, 8.10, 8a.7, 8a.8 | 02-02-2016 | 3903253 | |
01-04-2015 | 03-02-2016 | art. 3.1, 3.1a, 3.2, 3.3, 3.4, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.11, 7.3 | 10-03-2015 | S0295894 | |
11-12-2014 | 01-04-2015 | Art. 1.1, 1.2, 2.1, 2.1a, 2.2, 2.3, 2.4, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10a, 2.11a, 2.13, 4.1 t/m 4.14, 4a.1 t/m 4a.13, 7.4, 7.8, 7.9, 7.10, 8.8, 8.9, 8.10, 8a.7, 8a.8 | 09-12-2014 | S0292256 | |
17-04-2014 | 11-12-2014 | Art. 3.4, 4.1, 4.2, 4.5, 4.8, 4.9, 4.10, 7.5, 7.7, 8.5, 8.7 | 15-04-2014 | S3556997 | |
01-01-2014 | 17-04-2014 | Art. 1.2, 2.1, 2.1a, 2.2, 2.3, 2.4, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.10a, 2.11, 2.13, 4.9, 4a.1 t/m 4a.13, §5 en 6 (vervallen), art. 7.1, 7.5, 7.8, 7.9, 7.10, 8.1, 8.3, 8.5, 8.8, 8.9, 8.10, 8.12, 8.13, 8.14, 8a.1 t/m 8a.12 | 10-12-2013 | 3500353 | |
28-06-2013 | 01-01-2014 | Art. 4.9 | 18-06-2013 | S0267872 | |
01-04-2013 | 28-06-2013 | Nieuwe regeling | 19-03-2013 | 3370774 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het Besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen kaders biedt op het gebied van staatssteunregels en -procedures;
Overwegende dat Provinciale Staten op 9 december 2011 het statenvoorstel “Sportplan Brabant 2016” hebben vastgesteld;
Overwegende dat het “Sportplan Brabant 2016” een katalysator is voor de economische, sociale en ruimtelijke ontwikkeling van Brabant en daarmee een bijdrage levert aan de ambities van de Agenda van Brabant, waarbinnen een onderscheidend vestigings- en leefklimaat en een krachtige regionale identiteit centraal staan;
Overwegende dat de provincie wil bijdragen aan het op nationaal niveau opgestelde Olympisch Plan 2028 door in 2016 het sportklimaat in de provincie Noord-Brabant op olympisch niveau te hebben;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten zich daarbij specifiek richten op accommodaties voor topsportwedstrijden en -evenementen, accommodaties voor topsporttraining, fieldlabs voor topsportonderzoek, topsport en onderwijs, ontwikkeling van sporttalenten, gehandicaptensport en breedtesport voor bijzondere groepen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe op 13 december 2011 de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016 hebben vastgesteld;
Overwegende dat Provinciale Staten op 12 oktober 2012 de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarin de uitgangspunten van het Kader financieel beheer rijkssubsidies zijn geïmplementeerd, alsmede een algehele actualisatie is doorgevoerd;
Overwegende dat aanpassing van de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016 aan de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant leidt tot een groot aantal noodzakelijke wijzigingen en Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten een geheel nieuwe regeling vast te stellen;
Artikel 1.1 Begripsbepalingen algemeen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Besluit: Besluit (2012/21/EU) van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;
Subsidie wordt geweigerd indien voor projecten als bedoeld in artikel 7.3, onder b, de aanvrager op grond van die bepaling reeds de maximale subsidie heeft ontvangen.
Artikel 7.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten in ieder geval voor subsidie in aanmerking:
Artikel 7.7 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 7.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 februari 2016 tot en met 30 juni 2016.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 7.3, voor de periode van genoemd in artikel 7.8, vast op € 710.000.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.3, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van:
Artikel 7.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
§ 8 Sport voor ouderen vanaf 55 jaar
Artikel 8.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op deelname van ouderen van 55 jaar en ouder door het aanbieden van sportactiviteiten.
Artikel 8.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten in ieder geval voor subsidie in aanmerking:
Artikel 8.7 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 8.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 februari 2016 tot en met 30 juni 2016.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 8.3, voor de periode van 1genoemd in artikel 8.8, vast op € 50.000.
Onverminderd het eerste lid, wordt indien aan de subsidieaanvrager reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor rechtspersonen niet wordt overschreden.
Artikel 8.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 8a.1 Begripbepalingen specifiek
In deze paragraaf wordt onder Jeugdsportfonds verstaan: stichting, die zich inzet om kinderen te ondersteunen, die door het ontbreken van financiële middelen bij de ouders, geen lid kunnen worden van een sportvereniging.
Artikel 8a.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op deelname van jeugd aan sportbeoefening.
Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager reeds voor 1 januari 2014 was aangesloten bij het Jeugdsportfonds Brabant.
Artikel 8a.5 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 8a.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 8a.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 8a.7 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 februari 2016 tot en met 30 juni 2016.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 8a.3, voor de periode van genoemd in artikel 8a.7, vast op € 100.000.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 8a.3, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:
Artikel 8a.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de verplichting om ten minste drie jaar aangesloten te blijven bij het Jeugdsportfonds Brabant.
Artikel 8a.12 Prestatieverantwoording
Gedeputeerde Staten leggen in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en de aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
§ 9 Overgangs- en slotbepalingen
Gedeputeerde Staten zenden in 2015 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.