Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Cafetariamodel 2007 |
Citeertitel | Cafetariamodel 2007 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | cafetariamodel 2007.pdf |
In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.
CAR/UWO, art. 4a, lid 1, 2 en 3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2006 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 07-11-2006 Digitaal gemeenteblad Heerenveen, 20-01-2014 | Onbekend |
Al sinds 2001 biedt de CAR/UWO de mogelijkheid tot het uitruilen van verlofuren tegen geld of andere bestedingsmogelijkheden. Ook wordt op grond van de CAR/UWO de mogelijkheid geboden geld uit te wisselen tegen verlofuren. De regels voor deze uitwisseling of ruil van arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd in het ‘cafetariamodel’ - al het ware een ‘menukaart’, waaruit je naar eigen keus de door jou gewenste ‘gerechten’ kunt kiezen.
Ons eigen cafetariamodel waarin een en ander verder uitgewerkt is dateert van 2003. Inmiddels is er al weer veel veranderd in de wereld van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Zo is de mogelijkheid verlofuren te verkopen en daarmee fiscaal voordelig een computer aan te schaffen in 2004 door de Belastingdienst afgeschaft. En juist andere onderwerpen, zoals de vergoeding voor woonwerkvervoer en het lidmaatschap van de vakbond, zijn inmiddels wel fiscaal vriendelijk toegestaan, mits ze opgenomen zijn in de regeling.
Reden genoeg om ons cafetariamodel weer eens door te lichten en te actualiseren.
Op 17 november 2005 hebben we in een Benen-op-tafel-sessie met de Ondernemingsraad (OR) gediscussieerd over het beschikbare budget voor secundaire arbeidsvoorwaarden en wat we binnen ons cafetariamodel willen aanbieden. Maar eerst hebben we vastgesteld wat het doel is van secundaire arbeidsvoorwaarden en welke kaders we willen stellen voor de komende jaren.
Het Bouwteam en de OR hebben geconcludeerd dat het totale pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden de volgende doelen moeten dienen:
Het Bouwteam en de OR hebben de volgende kaders gesteld ten aanzien van de secundaire arbeidsvoorwaarden:
Het budget dat beschikbaar is voor het cafetariamodel wordt jaarlijks bij begroting vastgesteld. Het budget wordt vervolgens verdeeld over het totaal aantal fte's in de organisatie. Daarmee ontstaat een PONG, een persoonlijke beurs met geld, die medewerkers kunnen inzetten. Als medewerkers in de loop van het jaar geen gebruik maken van hun PONG, dan wordt deze aan het eind van het kalenderjaar onder inhouding van loonbelasting uitbetaald aan de medewerker.
Er zijn in het nieuwe cafetariamodel vele bronnen die ingezet kunnen worden voor vele bestedingsdoelen. De belastingdienst heeft bij sommige doelen voorwaarden gesteld die van invloed kunnen zijn op je keuze. Met de ondersteunende software van RAET kun je zelf allerlei verschillende opties invoeren en bekijken wat het resultaat is en wat voor jou de beste keus is. In principe kun je het hele jaar door via de software aanvragen doen, behalve als je vakantieuren en/of meerwerk uren wilt inzetten als bron. Die bronnen hebben namelijk invloed op het dienstplan en het moet voor diensthoofden vooraf duidelijk zijn hoeveel uren zij beschikbaar hebben. Bovendien moet eventuele aan- of verkoop van uren geregistreerd worden op je verlofkaart die een keer per jaar aangemaakt wordt.
De mogelijkheden in het cafetariamodel zijn behoorlijk uitgebreid. We hebben nu nog geen zicht op de administratieve consequenties van deze uitbreiding (al moet dat met de softwarematige ondersteuning wel meevallen). Daarom moeten aanvragen in het kader van dit cafetariamodel voor 1 november ingediend worden. Dit is van belang vanwege de verwerking in het dienstplan als je verlofuren verkoopt of koopt en het geeft de Unit Personele Administratie voldoende tijd alle aanvragen te verwerken.
Het kan zijn dat verwerking van de aanvraag gefaseerd gebeurt, afhankelijk van de ingezette bron. Zo zal bijvoorbeeld het inzetten van de vakantietoelage pas verwerkt worden in mei als normaal gesproken deze toelage wordt uitgekeerd.
Het nieuwe cafetariamodel blijft minimaal drie jaar van kracht. Na twee jaar (in het najaar van 2008) zal het Cafetariamodel 2007 geëvalueerd worden op basis van de volgende criteria:
Het cafetariamodel gaat over het uitwisselen of ruilen van arbeidsvoorwaarden. Aan de ene kant heb je bronnen, dat zijn de middelen waarmee je kunt betalen (geld of tijd) en aan de andere kant heb je doelen, wat kun je kopen, wat is er beschikbaar in de ‘muur’.
We kunnen verscheidene bronnen benoemen die ingezet kunnen worden voor het cafetariamodel. Het gaat dan om individuele bronnen van medewerkers en het beschikbare PONG, zoals hierboven aangegeven.
De individuele bronnen (betaalmiddelen) zijn eigendom van de medewerker zelf en worden normaal gesproken aan die medewerker uitbetaald. We hebben het dan over de volgende ‘betaalmiddelen’:
Je kunt maximaal 64,8 uur vakantieuren verkopen als je voltijds werkt. Daarbij geldt als voorwaarde dat je minimaal 144 vakantieuren overhoudt. Bij een volledige formele arbeidsduur is het aantal vakantieuren op 158,4 uren per kalenderjaar.
Daarnaast kan het zijn dat je recht hebt op een aantal ‘leeftijdsdagen’. Op grond van een Europese richtlijn moet je minimaal 144 uur vakantie per jaar opnemen. Lukt dat niet in een jaar, dan ben je verplicht deze uren in het volgende jaar op te nemen, bovenop de 144 uur die weer voor dat nieuwe jaar geldt. Het is dus niet meer mogelijk vakantieuren te sparen en ze vervolgens om te zetten in geld via het cafetariamodel.
Werk je parttime dan kun je naar evenredigheid uren verkopen en moet je ook naar evenredigheid uren overhouden. Twee handige formules voor het berekenen van het aantal uren dat je mag verkopen en het aantal uren dat je moet overhouden:
bezoldigde uren dienstverband / 36 x 144 = minimum aantal uren dat je moet overhouden
Afhankelijk van het aantal vakantieuren dat je hebt kun je nu berekenen hoeveel uren je in jouw persoonlijke situatie maximaal kunt verkopen. De waarde van een vakantieuur vind je op je loonstrook onder de noemer ‘uurloon overwerk’ (onderaan in het midden onder het kopje ‘berekeningsgegevens’).
Je het ook zelf berekenen aan de hand van de volgende formule:
bruto maandloon (zonder toelagen) / 156 = waarde vakantieuur
Als je niet zelf wilt berekenen hoeveel vakantieuren je hebt of wat de waarde van je verlofuren is, kun je dit ook navragen bij de afdeling Interne Dienstverlening, Unit Personele Administratie.
Vakantieuren verkopen kost de dienst waar je voor werkt geld. Dat is ook logisch, omdat de uren die je dan werkt ten goede komen aan de dienst. Dit heeft wel als consequentie dat diensthoofd de afweging moet maken of hij voldoende budget heeft om jou je verlofuren uit te betalen. Bovendien heeft het verkopen (of kopen) van verlofuren gevolgen voor het dienstplan en je persoonlijk werkplan. Wil je verlofuren verkopen of kopen, dan moet je daarvoor toestemming hebben van je diensthoofd.
Op het moment dat je via de Benefitplanner aangeeft vakantieuren te willen verkopen, zal het systeem dit verzoek naar het diensthoofd sturen voor akkoord. Als je verzoek niet gehonoreerd wordt, dan krijg je daarover schriftelijk bericht. Je kunt ervoor kiezen dan een andere bron in te zetten. Je kunt ook bezwaar maken tegen het besluit van het diensthoofd.
Je kunt met je leidinggevende afspraken maken over uitbreiding van je uren. Dit is altijd tijdelijk voor een jaar en heeft geen invloed op je formele aanstellingsduur. Je mag bij een voltijds baan (= 36 uur) maximaal vier uur per week (wordt dan 40 uur) meer werken. Van deze meerwerkuren mag je vervolgens maximaal 50,4 uur als bron inzetten. Deze uren krijg je dan als vakantieuren bijgeschreven op je verlofkaart. Let wel: dit zijn geen overwerkuren en er geldt dus geen toeslag. Je kunt vervolgens deze extra uren dus weer gebruiken in het kader van dit cafetariamodel.
Als je in het afgelopen jaar overwerkuren hebt opgebouwd dan worden deze in principe bijgeschreven op je verlofkaart. Vervolgens kun je deze overwerkuren dan weer gebruiken als bron in het kader van dit cafetariamodel. Uiteindelijk kun je met de verkoop van overwerkuren toch nog het in de CAR/UWO bepaalde totaal van 72 uur bereiken.
Je ontvangt in december een eindejaarsuitkering ten bedrage van 3% van je voor dat kalenderjaar geldende salaris op jaarbasis. De uitkering bedraagt bij een volledige betrekking minimaal € 836. Bij een deeltijd betrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld.
Wil je precies weten wat de hoogte is van je eindejaarsuitkering, dan kun je contact opnemen met de afdeling Interne Dienstverlening, Unit Personele Administratie.
De PONG is als het ware een beurs (pong) met geld dat je kunt inwisselen voor gerechten op het menu. De PONG is een bron die door de werkgever beschikbaar wordt gesteld. Jaarlijks wordt vastgesteld hoeveel geld er in de PONG zit. Het bedrag wordt in principe niet zomaar op je rekening gestort, maar je kunt er gebruik van maken in het kader van dit cafetariamodel. De PONG kan vrij ingezet worden, eventueel in combinatie met een individuele bron.
Uitbetaling in geld kan wel, maar dan betaal je gewoon loonbelasting over je PONG. Als je een van de doelen uit het Cafetariamodel kiest heb je dus extra voordeel, omdat alle doelen belastingvrij zijn.
Ten aanzien van de PONG gelden een paar voorwaarden:
Als je in de loop van het jaar in dienst kwam, krijg je de PONG naar rato van het aantal maanden dat je in dienst was. Als je voor 1 november in dienst gekomen bent, krijg je in dat jaar een deel van de PONG naar rato van het aantal maanden dat je in dienst bent. Als je na 1 november in dienst gekomen bent heb je voor dat jaar geen recht op de PONG.
3.2. Consequenties van het inzetten van enkele bronnen
Hier volgen mogelijke consequenties van het inzetten van enkele bronnen.
De verlaging van je brutoloon heeft als voordeel dat je minder loonbelasting en minder premies sociale verzekeringen betaalt. Verlaging van de bezoldiging heeft geen invloed op de grondslagen voor ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioen, mits voldaan wordt aan de voorwaarden van het besluit van 22 februari 2002, CPP2001/3047M. In dat besluit is vastgelegd dat de pensioengrondslag niet wijzigt, als het brutoloon gebruikt wordt voor een aantal specifieke zaken, namelijk:
Wil je dus een van de andere doelen kiezen (woonwerkverkeer, internet, vakbondscontributie) dan kun je daarvoor je bezoldiging niet als bron inzetten. Dat zou namelijk kunnen leiden tot een lager pensioen.
Ook geldt nog als voorwaarde dat het verschil tussen het oorspronkelijke pensioengevende loon en het verlaagde pensioengevende loon zoals dat eigenlijk zou moeten worden vastgesteld, niet meer mag bedragen dan 30% van het oorspronkelijke pensioengevende loon. Met andere woorden: je mag niet meer dan 30% van je totale bezoldiging inzetten voor het cafetariamodel.
De verlaging van het bruto loon kan wel negatieve gevolgen hebben voor de hoogte van salaris-afhankelijke uitkeringsrechten , zoals de:
Voordat je kiest voor verlaging van je brutoloon als bron voor een bestedingsdoel is het verstandig eerst goed te laten doorrekenen wat daarvan de gevolgen zijn. Je kunt daarvoor terecht bij de afdeling Interne Dienstverlening, Unit Personele Administratie.
Tenslotte kan verlaging van het bruto loon consequenties hebben voor inkomensafhankelijke toeslagen, zoals huurtoeslag, zorgtoeslag, en de rijksbijdrage voor kinderopvang. Deze toeslagen worden door de belastingdienst toegekend op basis van je belastingaangifte. Omdat wij geen inzicht hebben in eventuele andere inkomstenbronnen die je hebt, kunnen wij je over deze consequenties niet adviseren.
Het inzetten van (een deel van de) eindejaarsuitkering leidt tot een verlaging van de volgende uitkeringen:
Het inzetten van (een deel van de) vakantietoelage leidt tot een verlaging van de volgende uitkeringen:
Meer werken wordt omgezet naar extra vakantieuren en heeft geen consequenties voor uitkeringen. Bij de verdere uitwerking in hoofdstuk 4 valt deze bron onder de bron verlofuren.
Overwerkuren worden omgezet naar extra vakantieuren en heeft geen consequenties voor uitkeringen. Bij de verdere uitwerking in hoofdstuk 4 valt deze bron onder de bron verlofuren.
In dit cafetariamodel gaan wij ervan uit dat je alle bronnen en/of combinaties daarvan kunt inzetten voor de hieronder vermelde doelen. Daar waar dat niet het geval is wordt expliciet vermeld welke bronnen je niet kunt inzetten.
De bestedingsdoelen binnen het cafetariamodel kunnen net zo uitgebreid worden als we zelf willen, maar daarbij speelt wel een rol dat de belastingdienst niet alles fiscaal vriendelijk toestaat. Bovendien heeft de directie in overleg met de Ondernemingsraad afgesproken dat de doelen werkgerelateerd moeten zijn. Wij hebben de doelen dan ook beperkt tot zaken die de belastingdienst fiscaal vriendelijk toestaat:
Het is ook mogelijk belastingvrij een bijdrage in de kinderopvang als bestedingsdoel vast te stellen. Wij hebben er bewust voor gekozen dit niet te doen, omdat de regelgeving erg complex is. Dit heeft te maken met de mogelijkheden die de levensloopregeling al biedt ten aanzien van kinderopvang, terwijl ook via de aangifte inkomstenbelasting onder bepaalde voorwaarden de eigen bijdrage in mindering gebracht kan worden op het belastbaar inkomen. Wij hebben geen inzicht in jouw belastbaar inkomen en willen niet het risico lopen dat, op basis van de informatie die wij geven, je achteraf benadeeld wordt. Bovendien kun je ervoor kiezen je PONG te storten als levensloop en via die weg het bedrag in te zetten voor kinderopvang.
Voor een aantal van deze doelen geldt dat de belastingdienst nadere voorwaarden stelt, waardoor niet iedereen van alle doelen gebruik kan maken. We komen daar in hoofdstuk 4 bij de specifieke doelen op terug.
4. Wat kun je kopen en hoe betaal je?
Per bestedingsdoel (wat staat er op het menu) geven wij hieronder de volgende informatie:
a. Wat houdt het bestedingsdoel in? Welke voorwaarden zijn er aan verbonden?
b. Kun je alle bronnen inzetten of zijn er uitzonderingen?
Via de Benefitplanner van RAET kun je via je PC (thuis of op je werkplek of waar je maar een internetverbinding hebt) je keuzes bepalen en meteen kijken wat dat betekent voor je salaris, vakantiegeld of andere bronnen. Als je extra formulieren moet inleveren leidt het programma je door naar die formulieren en kun je die meteen downloaden. Verwerking van je aanvraag vindt pas plaats als de formulieren ontvangen zijn bij de afdeling Interne Dienstverlening, Unit Personele Administratie. Als er voor de inzet van bepaalde bronnen (zoals vakantieuren, meer werken of overwerkuren) toestemming nodig is van het diensthoofd, dan zorgt het systeem dat de aanvraag voor accordering wordt doorgestuurd. Pas als aan alle voorwaarden is voldaan, wordt je aanvraag verwerkt in de salarisadministratie.
Als je thuis of op je werkplek geen computer hebt, dan kun je bij je adviseur P&O of bij de Unit Personele Administratie terecht.
Deelname aan de spaarloonregeling staat open voor iedere medewerker die op 1 januari van een gegeven jaar in dienst is van de gemeente Heerenveen én waarvoor de loonheffingkorting wordt toegepast. Als je deelneemt aan de levensloopregeling kun je niet deelnemen aan de spaarloonregeling. Volgens de wet moet je jaarlijks voor 1 december een keuze maken tussen spaarloon en levensloop . De maximale inleg voor spaarloon is € 613,00 per jaar. Doordat het spaarloonbedrag rechtstreeks wordt overgeschreven naar een speciale rekening, hoef je hierover geen loonbelasting te betalen. Meer inhoudelijke informatie over de regeling is te vinden op Feannet (thema Handboek P&O, hoofdstuk 6).
Je kunt een keer per jaar, uiterlijk op 1 december de keuze maken of je deelneemt aan levensloop of aan spaarloon. Als je deelneemt aan de spaarloonregeling kun je niet deelnemen aan de levensloopregeling.
Deelname aan de levensloopregeling staat open voor iedere medewerker die een vaste aanstelling of een tijdelijke aanstelling bij wijze van proef heeft. In totaal mag maximaal 210% van het bruto jaarloon gespaard worden en zolang de 210%-grens nog niet is bereikt op 1 januari van enig jaar, mag maximaal 12% van het bruto jaarloon gespaard worden. De 12%-grens is inclusief werkgeversbijdrage. Als de levensloopbijdrage wordt aangewend voor het sparen voor de levensloopregeling, mag door medewerkers dus maximaal 10,5% gespaard worden uit eigen loonbestanddelen.
De 12%-grens geldt niet voor medewerkers die op 31 december 2005 de leeftijd van 51 jaar, maar nog niet van 56 jaar hebben bereikt. Voor deze groep geldt alleen de 210%-grens.
Meer inhoudelijke informatie over de regeling is te vinden op Feannet (thema Handboek P&O, hoofdstuk 6).
Inleggen kan maandelijks, eenmalig, of incidenteel. Hiervoor geldt geen minimum bedrag, wel een maximum, dat afhankelijk is van je persoonlijke fiscale ruimte voor pensioen. Meer inhoudelijke informatie over het ABP Extra pensioen is vinden op www.abp.nl. Daar vind je ook een pensioenmeter, waarmee je kunt bepalen wat je persoonlijke fiscale ruimte is.
Ook de verzekeringspremie mag onbelast uitbetaald worden.
Let wel: je moet kunnen aantonen dat je daadwerkelijk de fiets gebruikt voor woonwerkvervoer. Als je binnen een straal van 15 km van het werk woont, zal de belastingdienst fietsgebruik aannemelijk vinden. Maar je kunt de fiets ook gebruiken voor een deel van het woonwerkvervoer, bijvoorbeeld van en naar het station, of op een aantal dagen of zelfs van en naar een parkeerplaats buiten het betaald parkerengebied. In alle gevallen teken je een verklaring dat je de fiets gebruikt voor woonwerkvervoer.
4.5. Vergoeding woonwerkverkeer
Voorwaarde is dat je minimaal 70% van het aantal werkdagen naar de plaats Heerenveen reist. De norm voor het aantal werkdagen bij een fulltime dienstverband is 214. Dus als je minstens 150 dagen (= 70%) reist, krijg je een vergoeding voor de volle 214 dagen. Bij deeltijdfuncties wordt naar rato berekend.
Krijg je al woonwerkverkeer vergoed vanwege persoonlijke afspraken ? Dan kun je geen gebruik maken van deze mogelijkheid.
4.6. Abonnement openbaar vervoer (Ov-kaart)
Als je per openbaar vervoer naar je werk reist, of regelmatig gebruik maakt van openbaar vervoer voor de uitoefening van je werkzaamheden, dan kun je belastingvrij een Ov-kaart aanvragen (ook eerste klas mag). Je hoeft dan niet meer voor iedere reis een treinkaartje te regelen en buiten de reizen voor het werk, mag je vrij gebruik maken van de het openbaar vervoer.
Op de website van de NS, www.ns.nl kun je uitgebreide informatie vinden over allerlei soorten Ov-kaarten. Ook vind je daar een kaartadvies dat je kan helpen de Ov-kaart te vinden die het beste bij jouw reisgedrag past.
Over het algemeen wordt vakliteratuur (abonnementen en boeken) binnen onze organisatie betaald uit het abonnementenbudget van de dienst. Toch kan het zijn dat er bepaalde literatuur is, waarvan het diensthoofd het niet noodzakelijk acht dat deze aangeschaft wordt. Als je vindt, dat je voor een goede uitoefening van je werkzaamheden toch over bepaalde vakliteratuur moet kunnen beschikken, dan kun je gebruik maken van het cafetariamodel.
De belastingdienst bepaalt welk bedrag je maximaal vergoed krijgt en dit wordt in het software systeem verwerkt. Voorwaarde is dat je je internetverbinding voor meer dan 10% zakelijk gebruikt. Je moet dan ook met je leidinggevende schriftelijk afspraken maken over thuiswerken (minimaal een dag per week) én vastleggen dat je daarbij gebruik moet maken van de mogelijkheid thuis in te loggen op het netwerk om je e-mail te lezen (webmail).
Van belang is dat bij alle vormen (inclusief bijvoorbeeld zwemmen of aquajoggen e.d.) sprake is van deskundige begeleiding. Meer informatie vind je op de website www.gymnasion.nl. Afhankelijk van je wensen en de begeleidingsmogelijkheden die Gymnasion kan bieden kun je vrij een keuze maken, mits tijdens je training deskundige begeleiding beschikbaar is. Je mag maximaal een uur per week onder werktijd activiteiten in het kader van bedrijfsfitness doen. Je stemt met je leidinggevende af op welke dag en tijd je in werktijd gaat fitnessen.
5. Overige mogelijkheden binnen het Cafetariamodel
De belastingvrije doelen, zoals in hoofdstuk 4 beschreven, leveren financieel voordeel op omdat je geen loonbelasting hoeft te betalen over de bron die je inzet. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat je liever iets anders doet met je geld. Of dat je juist graag meer vrije tijd wilt hebben. Ook dat kan.
5.1. Vakantieuren verkopen voor geld
In de CAR/UWO is vastgelegd dat je maximaal 72 uur verlof mag verkopen per kalenderjaar. Voor deeltijders geldt dat zij naar evenredigheid mogen verkopen. Wie bijvoorbeeld 50% werkt, kan maximaal 36 uur verkopen. Als je verlof wilt verkopen moet er minimaal 144 uur verlof per jaar overbleven, deeltijders weer naar rato.
Binnen de dienst wordt door het diensthoofd uiteindelijk de afweging gemaakt of je verzoek toegekend kan worden. Het verzoek kan geweigerd worden in het belang van de dienst. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er te veel aanvragen zijn om verlof te verkopen en de dienst de financiële lasten niet kan dragen. Als je aanvraag niet wordt gehonoreerd krijg je daarover schriftelijk bericht. Eventueel kun je tegen dit besluit in bezwaar en beroep gaan. Op de uitbetaling wordt de normale loonbelasting ingehouden.
Het kan zijn dat je graag wat extra vrije tijd wilt hebben. Bijvoorbeeld voor een langere vakantie of om tijdelijk wat meer tijd te besteden aan hobby of studie. Je kunt dan een aanvraag indienen om verlof te kopen. Voor elk verlofuur lever je dan loon of een andere bron in dat gelijk is aan het bruto uurloon van 1 januari op het jaar waarop je aanvraag betrekking heeft. Dus als je voor 2007 een verlofuur wilt kopen, dan kost je dat het bedrag dat je op 1 januari 2007 per uur verdient. Je kunt via het softwareprogramma of bij de Unit Personele Administratie een berekening laten maken voordat je besluit je aanvraag in te dienen.
Je mag per kalenderjaar maximaal 72 uur verlof kopen als je voltijds werkt. Voor deeltijders geldt dat zij naar evenredigheid uren kunnen kopen. Je formele arbeidsduur verandert niet als je verlof koopt. Ook je pensioenopbouw, vakantietoelage en verlofopbouw verandert niet. Je kunt niet zowel verlofuren kopen als verkopen.