Organisatie | Heemstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening openbaar water Heemstede |
Citeertitel | Verordening openbaar water Heemstede |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Plattegrond behorende bij artikel 6 Verordening openbaar water Heemstede |
Deze Verordening vervangt de Verordening op het gebruik van openbare havens en binnenwateren
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-04-2013 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 28-03-2013 De Heemsteder, 3 april 2013 | 598782 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening is van toepassing op het openbaar water binnen de grenzen van de gemeente Heemstede.
In deze verordening wordt verstaan onder:
vaartuigen: alle soorten van drijvende objecten, die wegens hun drijfvermogen worden gebruikt, danwel bestemd of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren en/of stoffen, goederen of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakend alsmede caissons, ketels en dergelijke voorwerpen en houtvlotten.
Hoofdstuk 2 De orde en de veiligheid in het algemeen
Hoofdstuk 2 van deze verordening is niet van toepassing op water waarvan het beheer door de gemeente is overgedragen aan derden.
Een ieder is verplicht te gehoorzamen aan de mondelinge of schriftelijke bevelen gegeven door de toezichthouders als bedoeld in artikel 27, ter uitvoering van deze verordening of in het belang van de openbare orde of veiligheid.
De schipper is verplicht zich vóór het innemen van een ligplaats met zijn vaartuig ervan te overtuigen dat de door het college vergunde ligplaats voor zijn vaartuig geschikt is.
Artikel 10 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens artikel 3, vijfde lid, bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 15 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, in of boven openbaar water te plaatsen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water en oever of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de onderwerpen daarvan is voorzien in het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland 1995, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecomunicatieverordening.
Artikel 19 Onbeheerd drijvende vaartuigen
De toezichthouders als bedoeld in artikel 27 zijn bevoegd onbeheerde vaartuigen, die in openbaar water worden aangetroffen, te laten meren of in bewaring te laten nemen voor rekening en risico van de eigenaren of beheerders.
Artikel 23 Beveiligingsmaatregelen bij meren
De schipper is verplicht ervoor te zorgen, dat tengevolge van het meren van zijn vaartuig geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.
Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn enig vaartuig los te maken, te verleggen of te verhalen, daarvan trossen te kappen of los te gooien of zich op of in een vaartuig te bevinden.
Artikel 25 Toegang tot openbare trappen en steigers
Het is verboden de toegang tot de in of aan de kademuren of andere oevers gebouwde openbare trappen of steigers te belemmeren of daarvan gebruik te maken, anders dan voor het in- of ontschepen van personen en niet voor langere tijd dan hiervoor nodig is.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 28 Intrekking oude verordening
De Verordening op het gebruik van de openbare havens en binnenwateren wordt ingetrokken.
Toelichting behorende bij Verordening openbaar water Heemstede
Al geruime tijd was de Verordening op het gebruik van openbare havens en binnenwateren aan herziening toe. Ook de wens van het gemeentebestuur om tot een nieuw ligplaatsenbeleid te komen dateert al van enige tijd terug. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe verordening: Verordening openbaar water Heemstede.
Basis voor het nieuwe ligplaatsenbeleid is gelegen in het collegeakkoord 2010-2014: een verantwoorde toepassing van het profijtbeginsel. Het is redelijk dat voor het innemen van een ligplaats in openbaar water liggeld moet worden betaald.
De oude verordening is als basis gebruikt. Bepalingen uit de modelverordening Algemene Plaatselijke Verordening van de VNG zijn verwerkt. Deze artikelen waren niet opgenomen in de huidige Algemene Plaatselijke Verordening van Heemstede. Voorts is aansluiting gezocht bij de verordening van de gemeente Haarlem.
Verder is het boekje van de VNG gebruikt bij het redigeren van de nieuwe verordening:
100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever.
Alleen de artikelen die enige toelichting behoeven worden hieronder toegelicht.
Een 'openbaar water” in de zin van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is ieder water, dat open staat voor het publiek. “Openbaar” is hier dus synoniem aan “feitelijk voor het publiek toegankelijk”.
Het maakt hierbij niet uit wie eigenaar is van het water. Deze term wordt ook gehanteerd in het model van de Algemene Plaatselijke Verordening van de VNG en is gelijk aan de hantering van het begrip “openbare weg” als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994.
De Cruquiushaven is uitgezonderd van het begrip openbaar water zoals dit door de verordening wordt bestreken. De Cruquiushaven is de enige plaats in Heemstede waar woonschepen liggen. Deze haven is in het bestemmingsplan Landgoederen en groene gebieden aangewezen. Het maximum aantal woonschepen is daarin aangegeven (18) en tevens de maximale toegestane hoogte (4,75 meter), lengte (20 meter) en breedte (6 meter).
Het is niet nodig geoordeeld om een ligplaatsvergunning in het kader van deze verordening in het leven te roepen voor het liggen met een woonschip in de Cruquiushaven aangezien hier op een andere wijze al in is voorzien. Er wordt een huurovereenkomst gesloten tussen de gemeente en de eigenaar van het woonschip welke de basis is om met het woonschip op de betreffende plek te liggen en een stuk tuingrond te gebruiken. Daarnaast betaalt de eigenaar van een woonschip liggeld op basis van de Verordening heffing en invordering van liggeld woonschepen Cruquiushaven 2006.
Op verzoek van de commissie Middelen is de vergunningplicht in de Verordening beperkt tot het innemen van een ligplaats aan openbare grond. De commissie is van mening dat in een tijd van economische crisis de inwoners niet onnodig verder belast moeten worden. In de regel is de koopprijs van een huis aan het water hoger. Dit geldt eveneens voor de OZB. Als men een huis met tuin aan het water bezit dan heeft het uw voorkeur dat er een vaartuig mag liggen en daarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd noch liggeld (precario) voor hoeft te worden betaald.
Bij het tot stand komen van de concept Verordening zijn de regels gehanteerd zoals door de VNG worden aangegeven ten aanzien van ligplaatsen. Daarbij was water het ordenend principe. Naar aanleiding van het verzoek van de commissie heeft de VNG, na eerstens hetzelfde antwoord te hebben gegeven (water het ordenend principe), gemeld dat het mogelijk is een onderscheid te maken in vaartuigen aan openbare grond en vaartuigen aan particulier terrein. Het verschil in beleid is toegestaan omdat de gemeente aan particuliere gronden geen aanlegvoorziening realiseert, er geen ligplaatsnummer nodig is noch een sticker op het vaartuig. De gemeente zorgt hier allemaal wel voor bij vaartuigen die een ligplaats innemen aan openbare grond.
Naar aanleiding van het vorenstaande is daarom uitsluitend een vergunningplicht ingevoerd voor vaartuigen die liggen aan openbare grond.
Een vergunning als bedoeld in deze verordening is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden. Dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze drie omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd bij het college.
Er is bewust gekozen om per adres maximaal één vergunning te verlenen aangezien de plaatsen waar ligplaats kan worden ingenomen schaars zijn en er veel vraag is.
Het vijfde lid biedt het college de mogelijkheid om (algemene of bijzondere) voorschriften te stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente. Tevens mag het college beperkingen stellen naar soort vaartuig en de maximale toegestane lengte en hoogte van een vaartuig; dit alles in het licht van de plaatselijke situatie. Er wordt hierbij onder andere acht geslagen of de breedte van het water en de mogelijkheid van verdere doorgang, de staat van de beschoeiing en dergelijke. Het is mogelijk krachtens dit vijfde lid “welstandseisen” aan vaartuigen te stellen.
Een van de voorwaarden die in de vergunning wordt opgenomen is bijvoorbeeld dat de vergunninghouder verantwoordelijk is voor de schade die hij berokkent door het innemen van een ligplaats met zijn vaartuig.
Ten aanzien van de hoogte wordt als lijn gehanteerd dat vaartuigen een maximale hoogte mogen hebben van 2.00 meter boven de waterlijn. Voor zeilboten is niet de hoogte van de mast, maar de hoogte van de giek inclusief zeil en huik of persenning, bepalend.
Overigens zal op de meeste locaties de hoogte van vaartuigen worden beperkt door de aanwezige bruggen.
Tijdens de inspraak heeft de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging aangegeven dat hun leden / roeiers last krijgen van de stroming die wordt veroorzaakt tijdens voornamelijk afmeren en vertrekken van grote vaartuigen. Wij realiseren ons dat grotere vaartuigen meer golfslag veroorzaken bij vertrek en aankomst wat een impact heeft op de roeiers. Om die reden wordt vóór het einde van de inschrijftermijn een veiligheidsonderzoek uitgevoerd. Aan de hand van de conclusies uit het onderzoek wordt bepaald of nadere beperkingen worden gesteld aan de vaartuigen die een ligplaats innemen aan de Tooropkade.
In de oude verordening was een algeheel verbod opgenomen om in alle openbare wateren in Heemstede een ligplaats in te nemen. Van dit verbod waren uitgezonderd bepaalde met name genoemde wateren veelal met de beperking: voor zover (onmiddellijk) grenzend aan particulier terrein.
Uitgangspunt van de nieuwe verordening is dat het innemen van een ligplaats overal is toegestaan. Om die reden zijn in deze verordening alleen die gedeeltes van openbaar water opgenomen waar het innemen van een ligplaats verboden is. Dit is tevens praktischer aangezien de lijst met plaatsen waar het verboden is korter is dan het opnemen van een lijst met openbaar water waar wel een ligplaats mag worden ingenomen. Als er een vergunning wordt aangevraagd op een van deze verboden ligplaatsen, wordt deze geweigerd.
De redenen waarom in bepaalde gedeelten van het openbaar water niet gelegen mag worden zijn divers:
De haven wordt gerenoveerd. De plannen zijn hiervoor op dit moment nog niet bekend waardoor besloten is de haven voorlopig uit te zonderen van het mogen liggen van vaartuigen, met uitzondering van degene die daar nu liggen onder het oude regime en passanten. Zodra er meer bekend is over de loop en inrichting van de haven wordt de verordening hierop aangepast en wordt de haven uit het gedeelte van de verboden wateren gehaald.
Ter bescherming van de flora en fauna in het Groenendaalse bos (o.a. de ijsvogel) zowel als bij het terrein waar de ooievaars broeden, is het niet gewenst dat vaartuigen aan dan wel in deze gebieden ligplaats kunnen innemen. Daarop is een uitzondering gemaakt voor de vaartuigen van de Scouting Spaarnegeuzen die liggen in een zijarm van de Van Merlenvaart.
De Leidsevaart daar waar zij direct grenst aan de Leidsevaartweg is uitgesloten van de mogelijkheid ligplaats in te nemen. Dit is een vrij drukke weg en het is niet wenselijk vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid (oversteken) dat er ligplaats kan worden ingenomen met vaartuigen aan deze zijde van de Leidsevaart.
De Ringvaart is niet aangegeven als verboden water aangezien de Ringvaart niet binnen de gemeentegrenzen van Heemstede ligt. Deze verordening is aldus hier niet van toepassing.
In dit tweede lid wordt bepaald dat de vergunning geweigerd wordt indien de situatie ter plaatse niet geschikt is voor het betreffende vaartuig. Er wordt hierbij gedacht aan onder andere de doorgang die wordt belemmerd door het innemen van een ligplaats op de betreffende locatie met het betreffende vaartuig, de staat van de beschoeiing die het liggen met een dergelijk vaartuig niet toestaat (veelal de grootte van het vaartuig) en de vrije ruimte die er (niet) is om ligplaats in te nemen met het betreffende vaartuig.
Per situatie kan het college een afweging maken of een vergunning verleend kan worden voor een bepaalde plaats voor een bepaald vaartuig.
Artikel 5 Toewijzing ligplaatsen
Door deze wijze van toewijzing wordt zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de begrijpelijke wens van veel inwoners om hun vaartuig in de buurt van hun woning te kunnen aanleggen. Als er meer aanvragen zijn wordt er geloot. Degenene die geen ligplaats hebben gekregen worden op een wachtlijst geplaatst.
Artikel 10 Aanwijzingen ligplaats
Naast de algemene voorschriften die krachtens artikel 3, vijfde lid, kunnen worden gegeven kan het wenselijk zijn, gelet op de omstandigheden, om aan een individuele eigenaar van een vaartuig nog nadere aanwijzingen te geven. Dit artikel biedt daarvoor de grondslag. Het ligt voor de hand deze aanwijzingen in de vorm van een schriftelijke beschikking te gieten.
Artikel 14 Verstoren goede orde
In het eerste lid onder a wordt gesproken over geluidhinder. Hiervan is onder andere sprake indien afgemeerde boten tegen de kade stoten, fenders (stootwillen) verkeerd bevestigd zijn en daardoor geluid maken en, bij zeilboten, indien lijnen (vallen) tegen de mast tikken.
In het eerste lid onder c wordt gesproken over een verbod om het terrein te verontreinigen met bilgewater. Bilgewater is een mengsel van water en olie dat ontstaat in de machinekamer. Bilgewater mag niet geloosd worden en moet worden ingezameld bij daartoe bevoegde inzamelaars.
In het tweede lid onder b is bepaald dat het verboden is aanpassingen aan de waterbodem en /of puinbestortingen te maken. Hiermee wordt bedoeld dat het niet is toegestaan om de beschermende materialen die met een reden tegen de oever en/of beschoeiing zijn geplaatst, weg te halen zodat met vaartuig direct tegen de oever kan worden aangelegd.
In het tweede lid staat “Wanneer een vaartuig schade heeft toegebracht aan een voorwerp, een werk of een inrichting, is de schipper verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan het college of een ambtenaar van politie.”
Met voorwerp wordt ieder object bedoeld dat in of boven het water staat dan wel objecten op de wal. Een werk is het product van bouw- dan wel wegenbouwkundige werken in hun geheel, dat als zodanig volstaat om voor de gebruiker een economische en technische functie te vervullen. Dit kan bijvoorbeeld een brug of een duiker zijn.
Met inrichting wordt een constructie bedoeld in of boven het water.
In het derde lid is opgenomen dat ligplaatsvergunningen tot 1 jaar na het van kracht worden van deze verordening alleen worden verstrekt aan inwoners van de gemeente Heemstede. Na dat jaar wordt geëvalueerd hoe om te gaan met de overige vrije plaatsen.