Subsidieverordening Instandhouding Gemeenteljike Monumenten 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  monument: een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening 2004;

• b.

  eigenaar: de eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal van een monument;

• c.

  monumentencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 1 lid 9 van de Monumentenverordening 2004;

• d.

  instandhouding: het door sober en doelmatig uitvoeren van periodieke werkzaamheden herstellen of conserveren van een monument;

• e.

  subsidie: geldelijke bijdrage ineens van de gemeente in de kosten van instandhouding van een monument;

• f.

  subsidieplafond: het totale door de gemeenteraad vastgestelde bedrag dat jaarlijks beschikbaar is voor de instandhouding van monumenten;

• g.

  Monumentenwacht: Stichting Monumentenwacht Noord-Holland of een daarmee gelijk te stellen organisatie.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan monumenten. Subsidie wordt alleen verstrekt aan de eigenaar van een monument, zijnde een natuurlijke persoon, stichting of andere privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk die zich het behoud van monumenten mede ten doel stelt.

Artikel 3 Bevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot:

• -

  het verlenen, afwijzen, vaststellen, uitbetalen van de subsidie;

• -

  het intrekken of wijzigen van subsidieverlening- of subsidievaststellingbesluiten;

• -

  het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van subsidiegelden.

Artikel 4 Subsidieplafond

• 1.

  De gemeenteraad stelt voor ieder jaar in de begroting een subsidieplafond vast voor de in deze verordening bedoelde subsidie.

• 2.

  Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst.

Artikel 5 De aanvraag

• 1.

  De aanvraag om subsidie wordt schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediend op een daartoe bestemd formulier.

• 2.

  De aanvraag moet zijn ingediend voor de werkzaamheden worden uitgevoerd respectievelijk met de werkzaamheden wordt begonnen.

• 3.

  De aanvraag gaat vergezeld van:

  a) gespecificeerde begroting van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden;

  b) een werkomschrijving;

  c) tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1:100) en zonodig detailtekeningen van specifieke onderdelen (schaal 1:5);

  d) situatietekening van het monument in de omgeving;

  e) foto’s van de bestaande toestand;

  f) een recent (niet ouder dan twee jaar) op het monument betrekking hebbend inspectierapport van de Monumentenwacht.

• 4.

  Burgemeester en wethouders zijn afhankelijk van de aard en de omvang van de werkzaamheden bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

• 1.

  De subsidiabele kosten zijn de door burgemeester en wethouders goedgekeurde (geraamde) bedragen van:

  a) de aanneemsom;

  b) de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

  c) de kosten van een architect en van een constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

  d) eventueel noodzakelijk meerwerk;

  e) de verschuldigde BTW voor zover deze niet kan worden teruggevorderd;

• 2.

  Bij zelfwerkzaamheid worden alleen materiaalkosten en geen loonkosten als subsidiabele kosten aangemerkt.

• 3.

  Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten de kosten minimaal € 2000 bedragen.

Artikel 7 Subsidieverlening

• 1.

  Burgemeester en wethouders leggen de ontvangen subsidieaanvragen om advies voor aan de monumentencommissie.

• 2.

  De monumentencommissie brengt binnen acht weken advies uit aan burgemeester en wethouders.

• 3.

  Binnen zes weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie beslissen burgemeester en wethouders op de aanvragen.

• 4.

  De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4000.

• 5.

  Bij een positief subsidiebesluit wordt het subsidiebedrag verhoogd met de kosten van het door de Monumentenwacht uitgebrachte aan de werkzaamheden ten grondslag liggende inspectierapport met een maximum van € 350.

• 6.

  Burgemeester en wethouders houden bij de beslissing als bedoeld in lid 3 rekening met bijdragen die op grond van andere regelingen zijn of kunnen worden toegekend ten behoeve van de uit te voeren werkzaamheden.

• 7.

  De in lid 4 en 5 genoemde bedragen worden jaarlijks door burgemeester en wethouders geïndexeerd met het jaarprijsindexcijfer voor alle huishoudens van het CBS.

Artikel 8 Afwijzingsgronden

De subsidie wordt afgewezen indien:

• 1.

  de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

• 2.

  met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of onvoldoende wordt gediend;

• 3.

  met de werkzaamheden is begonnen voordat op de subsidieaanvraag is beslist, tenzij burgemeester en wethouders daarvoor toestemming hebben verleend;

• 4.

  de voor de werkzaamheden vereiste monumenten- en/of bouwvergunningen niet zijn verkregen;

• 5.

  voor de werkzaamheden in de 3 jaar voorafgaand aan de aanvraag een gemeentelijke subsidie voor onderhoud / instandhouding van monumenten is verleend;

• 6.

  door subsidieverlening het subsidieplafond wordt overschreden.

Artikel 9 Aanvullende voorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieverlening voorschriften verbinden met betrekking tot:

• 1.

  de termijn waarbinnen met de werkzaamheden moet worden gestart;

• 2.

  de termijn waarbinnen de werkzaamheden moeten zijn gereed gemeld;

• 3.

  de begeleiding en controle van de werkzaamheden vanuit de gemeentelijke organisatie.

Artikel 10 Gereedmelding en subsidievaststelling

Binnen acht weken na voltooiing van de werkzaamheden doet aanvrager daarvan mededeling aan burgemeester en wethouders. Deze mededeling gaat vergezeld van (afschriften van) rekeningen en betalingsbewijzen en dient als basis voor de subsidievaststelling. Burgemeester en wethouders stellen binnen acht weken na de gereedmelding het subsidiebedrag vast nadat de uitgevoerde werkzaamheden zijn goedgekeurd.

Artikel 11 Uitbetaling

De uitbetaling van de subsidie geschiedt binnen acht weken na vaststelling van het subsidiebedrag. Op verzoek van aanvrager kan een voorschot worden betaald.

Artikel 12 Terugvordering

Indien blijkt dat aanvrager met de betrekking tot de aanvraag onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt of de bepalingen van deze verordening niet is nagekomenkunnen burgemeester en wethouders besluiten om over te gaan tot - gedeeltelijke - terugvordering van de uitbetaalde subsidie.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Indien bijzondere omstandigheden tot gevolg hebben dat onverkorte toepassing van de verordening tot onredelijke resultaten leidt, kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen daarvan afwijken.

Artikel 14 Slotbepalingen

• 1.

  Deze verordening is gepubliceerd in het Witte Weekblad van 9 februari 2010 en in het Haarlems Weekblad van 10 februari 2010 en treedt in werking 1 maart 2010.

• 2.

  De “Subsidieverordening onderhoud gemeentelijke monumenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude 1999” vervalt op 1 maart 2010.

• 3.

  Op subsidieaanvragen die voor het in werking treden van deze verordening zijn ingediend blijft de tot dan geldende subsidieregeling van toepassing.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2010”.