Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De verordening bevorderen maatschappelijke participatie kinderen 2013 |
Citeertitel | Verordening bevorderen maatschappelijke participatie kinderen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De verordening bevorderen maatschappelijke participatie 2012 wordt ingetrokken per 1 januari 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2014 | intrekking | 13-02-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 21-03-2014 | 305225 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 12-12-2012 't Waekblaad, 19-12-2012 | 198050 |
De raad van de gemeente Echt-Susteren,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 30-10-2012 en BBV nummer 197955;
gelet op artikel 8, lid 1, sub g, en lid 2, sub d, juncto artikel 35, lid 5, alsmede artikel 48, lid 4, van de Wet werk en bijstand;
De verordening bevorderen maatschappelijke participatie kinderen 2013 als volgt vast te stellen:
Hoofdstuk 2 Doelgroep en voorwaarden
Ouders met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste een inkomen zoals bedoeld in artikel 35 lid 9 WWB, hebben voor de hen ten laste komende kinderen ter vergroting van hun maatschappelijke participatie, recht op categoriale bijzondere bijstand, in de vorm van een ‘alle kinderen doen mee budget’, op grond van deze verordening.
In de motie Blanksma-Spekman c.s. heeft de Tweede Kamer de regering gevraagd om gemeenten financieel af te rekenen door een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds, als die onvoldoende bijdragen aan de rijksdoelstelling om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat vanwege financiële redenen maatschappelijk niet meedoet, met de helft terug te dringen. Bij de uitvoering van deze motie heeft de regering gekozen voor een uitwerking die recht doet aan het uiteindelijke doel van de motie, namelijk in de Wet werk en bijstand gemeenteraden voor te schrijven dat zij gehouden zijn een verordening op te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Voorts dient invulling te worden gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie. Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt alleen verstrekt aan personen met een inkomen van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en een vermogen dat gelijk of lager is dan de in de WWB genoemde vermogensgrenzen.
De in te zetten koers op het gebied van minimabeleid houdt in dat we meer maatwerk leveren, prikkelen tot uitstroom naar werk en daar ondersteunen waar het echt nodig is. Het recht op de minimaregelingen wordt afhankelijk van de arbeidsmarktpositie van de aanvrager. Deze gewijzigde koers heeft ook geleid tot aanpassing van deze verordening. De aanpassing is gelegen in het feit dat de verordeningsplicht enkel betrekking heeft op de groep ten laste komende schoolgaande kinderen, terwijl in de verordening maatschappelijke participatie 2012 de vergoeding voor de gehele groep minima geregeld was. Deze aangepaste verordening is alleen nog van toepassing op ten laste komende kinderen van ouders met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Er is bewust voor gekozen om ook de groep kinderen die (nog) niet schoolgaand zijn, onder deze verordening te laten vallen. De vergoeding kan op deze manier ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld het bekostigen van de eigen bijdrage voor peuterspeelzaal. Naast de bovenstaande wijziging in de doelgroep wordt ook de hoogte van de vergoeding aangepast. Deze wijziging is verwerkt in artikel 4, lid 1 van deze verordening.
In de koers inzake het minimabeleid is opgenomen dat we het voor de doelgroep kinderen extra belangrijk vinden om te voorkomen dat zij niet kunnen meedoen (op school, met sport, sociaal) doordat zij opgroeien in een gezin met een minimuminkomen. Deze kinderen krijgen, los van de doelgroepindeling van hun ouders, recht op een ‘alle kinderen doen mee budget’. In 2013 zal deze vergoeding nog in de vorm van een geldelijke tegemoetkoming ter hoogte van € 175,00 per kind verstrekt worden. Het jaar 2013 willen de gemeenten echter gebruiken om te komen tot een systeem, van betaling in natura. Dit kan bijvoorbeeld worden vormgegeven door middel van een vouchersysteem al dan niet gekoppeld aan de door de gemeente gesubsidieerde instanties en verenigingen. Daarnaast zoeken wij de samenwerking op met het jeugdsportfonds en onderzoeken we de mogelijkheden van een jeugdcultuurfonds. Een vergoeding van een dergelijk fonds kan worden aangemerkt als een voorliggende voorziening.
De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.