Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2008 |
Citeertitel | Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2008 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | ontzegging, toegang, verblijven, |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-03-2010 | 21-10-2010 | Lid 1: verwijzing naar art. 2.2.4 APV in plaats van art. 172, derde lid Gemeentewet en Lid 4. | 12-11-2009 De Drom, 24-03-2010 | Onbekend | |
17-09-2008 | 25-03-2010 | Nieuwe regeling | 14-08-2008 De Drom, 03-09-2008 | Onbekend |
Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2008
De burgemeester van de gemeente Enkhuizen,
Artikel 172 van de Gemeentewet
artikel 2.2.4 van de Algemene plaatselijke verordening Enkhuizen 2008(APV)
artikelen 10:4, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht
vast te stellen de Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2008, inhoudende regels en instructies
bij het doen van bekendmakingen (het geven van een verblijfsontzegging) op grond van artikel 2.2.4
Aan de chef van het district “de Koggen” van de politie Noord-Holland Noord is debevoegdheid gegeven om de op grond van artikel 2.2.4 van de algemeen plaatselijke verordening Enkhuizen 2008 aan de burgemeester toekomende bevoegdheid tot het doen van bekendmakingen op grond van de openbare orde (het geven van een verblijfsontzegging) namens de burgemeester in mandaat uit te oefenen, met de mogelijkheid van ondermandaat, onder voorwaarde van een jaarlijkserapportage over de uitoefening van die bevoegdheid.
Feiten waarvoor een verblijfsontzegging wordt of kan worden opgelegd:
Voorwaarden en voorbereidingsprocedure.
Zodra een verdachte is aangehouden en er tegen hem een proces-verbaal is opgemaakt terzake een feit, dat in de hier bovenstaande lijst voorkomt en waarbij een duidelijke relatie bestaat tot deopenbare orde, worden de onderstaande criteria afgewogen:
Indien er in de zes maanden voorafgaand aan de aanhouding een op naam gestelde waarschuwing of een anderszins aantoonbare waarschuwing aan de verdachte isuitgereikt, wordt een verblijfsontzegging opgelegd conform de hier bovenomschreventabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare orde verstoring.
Indien er geen sprake is van een verblijfsontzegging of een waarschuwing in de laatstezes maanden voorafgaand aan het gepleegde feit, wordt nagegaan of betrokkene beschiktover antecedenten op het gebied van de openbare orde. Dit betekent, dat wordt nagegaan of tegen de verdachte in de twaalf maanden voorafgaand aan het gepleegde feit, tweeprocessen verbaal terzake feiten uit de hier boven omschreven tabel zijn opgemaakt, waarvan één in de laatste zes maanden. De drie processen verbaal ( de twee antecedenten en het feit waarvoor de verdachte werd aangehouden) moeten afzonderlijke feiten betreffen en niet oorzakelijk of in tijd aan elkaar gerelateerd zijn. Indien er sprake isvan de genoemde antecedenten wordt een verblijfsontzegging opgelegd, aangezien er vrees bestaat voor hernieuwde openbare orde verstoring.
De processen verbaal voor feiten uit de hier boven omschreven tabel, alsmede gegevensuit de officiële politierapportages en rapportages van bestuursorganen en instanties diegerelateerd zijn aan problematiek betreffende de openbare orde, liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het geding is, door de aanwezigheid van de betrokkene. Het is hierbij niet doorslaggevendof de feiten op de weg plaatsvinden, maar er dient een aantoonbare relatie met de openbare orde te zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld bedreigingen in een winkel of in een andere voor publiek toegankelijke ruimte, wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag liggen aan een verblijfsontzegging.