Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Subsidieverordening Duurzame Energie Edam-Volendam 2013-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Duurzame Energie Edam-Volendam 2013-2016
CiteertitelSubsidieverordening Duurzame Energie Edam-Volendam 2013-2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, 149
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201306-02-2016nieuwe regeling

21-03-2013

Stadskrant, 02-04-2013

nr. 24-2013

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Duurzame Energie Edam-Volendam 2013-2016

 

 

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    duurzame energielijst 2013-2016:

    lijst met voor subsidie in aanmerking komende activiteiten (bijlage 1);

  • 2.

    bestaande bouw c.q. woning:

    een woning die is opgeleverd aan de eigenaar-bewoner vóór 1 januari van het (kalender)jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;

  • 3.

    aanvraag:

    schriftelijk verzoek aan de gemeente om verlening of vaststelling van de gemeentelijke energiesubsidie;

  • 4.

    aanvrager:

    natuurlijk persoon die eigenaar-bewoner van een als woning gebruikte onroerende zaak is waaraan energie wordt geleverd en die een aanvraag heeft ingediend;

  • 5.

    maatregel:

    installaties die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen, zoals zonlicht, zonwarmte en wind of maatregelen die de energievraag reduceren, zoals isolatie en HR++-glas. Alle subsidiabele installaties en maatregelen staan in bijlage 1;

Artikel 2 Doelstellingen

De gemeente voert een actief klimaatbeleid en heeft hiervoor van de Provincie Noord-Holland subsidiebudget beschikbaar gekregen. Dit budget wordt ingezet om natuurlijke personen (eigenaar-bewoner) te stimuleren te investeren in de energie-efficiency van hun bestaande woningen.

Artikel 3 Subsidieplafond en subsidiabele kosten

  • 1.

    Er geldt een subsidieplafond. Het subsidieplafond is achtenveertigduizend tweehonderd negenenvijftig euro (€ 48.259,--);

  • 2.

    De subsidieregeling loopt tot en met 30 april 2016 of zoveel eerder als het subsidieplafond is bereikt. Aanvragen ingediend na bovenstaande datum worden niet in behandeling genomen;

  • 3.

    De subsidiabele kosten die in aanmerking komen voor subsidie zijn de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het aanschaffen, installeren en in bedrijfstellen van de maatregelen, zoals genoemd in bijlage 1 van deze verordening;

  • 4.

    Per maatregel wordt 15 % subsidie verstrekt, gerekend over de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het aanschaffen, installeren en in gebruikstellen van de maatregel.

    Per woning c.q. aanvrager mag voor één of meer voorzieningen een subsidie worden aangevraagd, echter tot een (gezamenlijk) maximaal subsidiebedrag van één duizend vijfhonderd euro (€ 1.500,--) per woning.

  • 5.

    Subsidie vanuit deze regeling kan niet worden gestapeld met subsidie uit andere regelingen (zowel gemeentelijk, als provinciaal, als landelijk).

Artikel 4 Subsidiecriteria

  • 1.

    Subsidie wordt alleen verstrekt voor de aanschaf van maatregelen na het in werking treden van de regeling;

  • 2.

    Subsidie wordt alleen verstrekt aan natuurlijke personen;

  • 3.

    Subsidie wordt alleen verstrekt voor maatregelen die voorkomen op de Duurzame Energielijst 2013-2016 (bijlage 1);

  • 4.

    Subsidie wordt alleen verstrekt indien de maatregelen zijn toegepast bij bestaande woningen op het grondgebied van de Gemeente Edam-Volendam;

  • 5.

    Subsidie wordt alleen verstrekt indien met facturen en betaalbewijzen kan worden aangetoond dat de maatregelen daadwerkelijk zijn toegepast en betaald binnen de openstelling van de regeling;

  • 6.

    Subsidie voor de maatregelen 1 tot en met 5 uit bijlage 1 wordt alleen verstrekt indien met een installateurverklaring kan worden aangetoond dat de maatregelen zijn geplaatst en in bedrijf gesteld.

Artikel 5 Aanvraag om subsidieverlening

Aanvragen die niet voldoen aan de volgende vereisten worden niet in behandeling genomen:

  • 1.

    De aanvraag voor subsidieverlening moet worden ingediend voordat met het plaatsen of installeren van de maatregel is gestart;

  • 2.

    De aanvraag voor subsidieverlening dient te worden ingediend via het formulier ‘Aanvraagformulier subsidieverlening energiemaatregelen’, welk aanvraagformulier als bijlage 2 is toegevoegd. Alleen volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren worden in behandeling genomen.

  • 3.

    Bij het Aanvraagformulier subsidieverlening energiemaatregelen dient een kopie van de gespecificeerde offerte (of bestelformulier) te worden gevoegd, waarop in ieder geval de prijs en de voor subsidieverlening noodzakelijke gegevens staan vermeld (onder meer het criterium zoals vermeld in bijlage 1);

  • 4.

    Voor zover voor de aan te brengen maatregel een omgevingsvergunning is vereist dient de aanvraag te worden vergezeld van een (kopie van de) aanvraag voor een omgevingsvergunning of de reeds verleende omgevingsvergunning;

  • 5.

    Het college kan indien het dit nodig acht aanvullende gegevens vragen voor het beoordelen van de aanvraag voor subsidieverlening.

Artikel 6 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist binnen 10 weken na ontvangst van de aanvraag. De termijn van 10 weken wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de aanvrager heeft uitgenodigd de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken;

  • 2.

    Wanneer een aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt voor de verdeling van het subsidieplafond niet het tijdstip van indiening, maar het tijdstip waarop de aanvraag volledig is als datum van ontvangst;

  • 3.

    a. Op aanvragen om subsidieverlening die worden ontvangen in de periode 1 mei 2013 tot en met 31 mei 2013 wordt, indien bij honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, beslist na loting;

    b. Op aanvragen om subsidieverlening die worden ontvangen in de periode 1 juni 2013 tot en met 30 april 2016 wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen voor subsidieverlening.

    Indien honorering van alle aanvragen die in de periode 1 juni 2013 tot en met 30 april 2016 op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond wordt overschreden, wordt de volgorde van ontvangst van deze aanvragen vastgesteld door middel van loting;

  • 4.

    Indien in verband met het treffen van de energiemaatregel een omgevingsvergunning is vereist, of anderszins toestemming nodig is, beslist het college zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een termijn van 10 weken na verlening van de omgevingsvergunning en/of het verkrijgen van deze toestemming(en);

  • 5.

    De subsidie wordt gereserveerd indien binnen het subsidieplafond voldoende middelen beschikbaar zijn;

  • 6.

    De maatregel dient 4 maanden na dagtekening van verzending van het besluit tot subsidieverlening aan de aanvrager te zijn aangeschaft, geïnstalleerd en in gebruik gesteld. Indien 4 maanden na bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening de maatregel niet is aangeschaft, geïnstalleerd en in gebruik gesteld vervalt het gereserveerde bedrag aan de subsidieregeling.

    Indien 4 maanden na verzending van het besluit tot subsidieverlening wordt geconstateerd dat de maatregel niet is aangeschaft, geïnstalleerd en in gebruikgesteld stelt het college, ingevolge artikel 4:46 Algemene wet bestuursrecht, de subsidie ambtshalve vast op nihil.

  • 7.

    De subsidie wordt gemotiveerd geweigerd indien niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden;

  • 8.

    De subsidie wordt gemotiveerd geweigerd indien binnen het subsidieplafond onvoldoende middelen beschikbaar zijn;

  • 9.

    Degenen waaraan de subsidie is geweigerd op grond van lid 8 worden op volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst. Deze wachtlijst is uitsluitend bedoeld voor gelden die nog uit het subsidieplafond 2013-2016 (hiervoor bedoeld in artikel 3) beschikbaar komen.

Artikel 7 Aanvraag voor subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvraag voor subsidievaststelling dient te worden ingediend via het ‘Aanvraagformulier subsidievaststelling energiemaatregelen´, welk aanvraagformulier als bijlage 3 is toegevoegd. Bij dit formulier dient de factuur en het betaalbewijs (bank- of giroafschrift), indien van toepassing een installateurverklaring (bijlage 4) en indien van toepassing de omgevingsvergunning te worden gevoegd;

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidievaststelling moet worden ingediend binnen 8 weken nadat de maatregel is gerealiseerd en in gebruik is genomen;

Artikel 8 Subsidievaststelling

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag voor subsidievaststelling. De termijn van 8 weken wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de aanvrager heeft uitgenodigd de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken;

  • 2.

    Het college kan indien het dit nodig acht aanvullende gegevens vragen voor het beoordelen van de aanvraag voor subsidievaststelling;

  • 3.

    Voor zover de beslissing op de aanvraag strekt tot geheel of gedeeltelijk afwijzen van de aanvraag, wordt deze gemotiveerd.

Artikel 9 Betaling subsidie

Subsidie wordt uiterlijk binnen 4 weken na de subsidievaststelling betaald.

Artikel 10 Intrekking subsidieverlening of terugvorderen subsidie

  • 1.

    Het college kan het besluit tot subsidieverlening en het besluit tot subsidievaststelling intrekken of wijzigen overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:48, eerste lid, en artikel 4:49, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    Het college kan de subsidie lager vaststellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 3.

    Indien binnen 6 maanden na het besluit tot subsidieverlening geen aanvraag tot subsidievaststelling door de gemeente is ontvangen stelt het college de subsidie ambtshalve vast;

  • 4.

    Indien de energiemaatregel binnen 5 jaar na toekenning van de subsidie wordt verwijderd, verkocht of verhuurd, dient degene die de subsidie heeft ontvangen daarvan melding met opgaaf van redenen te doen aan het college;

  • 5.

    Verwijdering, verkoop of verhuur van de energiemaatregel binnen 5 jaar na toekenning van de subsidie, kan leiden tot de verplichting het subsidiebedrag te restitueren aan de gemeente Edam-Volendam.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan het college afwijken van de bepalingen in deze verordening;

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college;

  • 3.

    Deze subsidieverordening treedt in werking op 1 mei 2013 en vervalt met ingang van 30 april 2016;

  • 4.

    De verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Duurzame Energie Edam-Volendam 2013-2016’.

Aldus besloten door de gemeenteraad van

Edam-Volendam in zijn openbare vergadering

d.d. 21 maart 2013

De griffier, De voorzitter,

Nota-toelichting  

TOELICHTING SUBSIDIEREGELING DUURZAME ENERGIE EDAM-VOLENDAM 2013-2016

 

Inleiding

Op 12 september 2012 heeft de gemeente de intentieverklaring Energieafspraak Noord-Holland 2012-2016 met de Provincie Noord-Holland ondertekend. Door ondertekening van deze verklaring, kunnen inwoners van de gemeente Edam-Volendam aanspraak maken op provinciale subsidiegelden voor investeringen in energiebesparende maatregelen in hun bestaande woningen.

 

Bij besluit van 10 januari 2013 heeft de provincie (naar aanleiding van een door de gemeente op 14 september 2012 ingediende aanvraag) de subsidie voor onze gemeente bepaald op € 48.259,--

Deze gelden kunnen op 2 manieren worden ingezet:

1. Door middel van een subsidieverordening duurzame energie, vergelijkbaar met degene die we de afgelopen jaren hebben gehanteerd. De subsidieverordening bestrijkt in een keer de periode tot en met 2016. De verordening hoeft dan niet jaarlijks te worden vastgesteld. De subsidie wordt in een keer beschikbaar gesteld. De ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat het afhandelen van de subsidieaanvragen zeer arbeidsintensief is. Het ieder jaar een klein deel van de subsidie beschikbaar te stellen betekent ieder jaar weer veel uren die beschikbaar moeten worden gesteld.

Een concept van de verordening treft u bijgaand. De afgelopen jaren is gebleken dat dit een zeer populair en effectief middel is bij inwoners binnen onze gemeente;

2. Door het ondersteunen van burgers die gezamenlijk investeren in duurzame maatregelen (voorkomend op de lijst behorende bij de uitvoeringsregeling) bij een derde partijen. Te denken valt dan aan ouders die investeren in zonnepanelen op het dak van de school van hun kind(eren). Zij moeten dan 85 % van de kosten betalen. Het is niet toegestaan dat bijvoorbeeld de gemeente (een deel van) die 85 % opbrengt.

De kans dat hier enig animo voor is achten wij zeer klein. Inwoners moeten immers een flinke investering doen voor iets waar zij (in privé) geen profijt van hebben. Hun kinderen gaan naar verloop van tijd ook weer van school, waardoor de binding met de school verdwijnt.

Gelet op het vorenstaande is ons voorstel dan ook de subsidie op dezelfde wijze in te zetten zoals we dat de afgelopen jaren hebben gedaan: middels een subsidieverordening. Dit is een groot succes gebleken.

 

Regeling 2013-216

Subsidieverordening

Voor de subsidieverordening is als basis de subsidieverordening die we ook de afgelopen jaren hebben gebruikt. Er zijn nagenoeg geen wijzigen aangebracht. De ingangsdatum is 1 mei 2013. De inschrijfperiode is, om deel te kunnen nemen aan de eventuele loting, 1 mei 2013 tot en met 30 mei 2013. De overige termijnen in de verordening zijn hetzelfde.

 

Subsidieplafond en subsidiabele kosten

Het subsidieplafond dat de Provincie beschikbaar heeft gesteld is dus € 48.259,--. De provincie heeft in haar uitvoeringsregeling bepaald dat maximaal 15 % van de gemaakte kosten gesubsidieerd mogen worden. De overige 85% moeten door derden (de aanvragers) worden betaald.

Tevens heeft de Provincie het overzicht van de subsidiabele maatregelen (de DE-lijst 2013-2016) teruggebracht naar 12 stuks. Een toelichting op deze maatregelen treft u hierna aan.

 

Subsidiecriteria

Ons voorstel is om in navolging van de subsidieverordeningen van 2010, 2011 en 2012 de subsidie uitsluitend te verstrekken voor:

- voorzieningen die voorkomen op de duurzame energielijst 2013-2016;

- uitsluitend aan natuurlijke personen; en

- uitsluitend ten behoeve van bestaande woningen op het grondgebied van de Gemeente Edam-Volendam, d.w.z. woningen die opgeleverd zijn vóór 1 januari van het (kalender) jaar waarin de aanvraag wordt ingediend.

Dit betekent dus dat bedrijven, instellingen en dergelijke van de subsidieregeling worden uitgesloten. De verordening is niet bedoeld voor collectieve c.q. projectmatige aanschaf en installatie van duurzame energiesystemen. Dit is overeenkomstig de regelingen van 2010, 2011 en 2012.

 

Bijlage 1

 

Duurzame Energielijst 2013-2016

nummer

maatregel

critrium

 

Installatietechnisch

 

1

PV-systeem

 

2

Zonneboiler

 

3

LT-verwarming

 

4

(Combi)warmtepomp

 

5

Douchewater-WTW

 

 

Bouwkundig

 

6

Dakisolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

7

Vloerisolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

8

Spouwmuurisolatie

Rc ≥ 1,3 m2 K/W

9

Paneelisolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

10

Isolatie massieve muur

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

11

Doe-het-zelf isolatie

Rc ≥ 2,5 m2 K/W

12

HR++-glas

U-glas ≤ 1,2 W/m2 K of spouw 15 mm

 

Op grond van de uitvoeringsregeling van de Provincie mogen de volgende maatregelen worden gesubsidieerd (bron: Servicepunt Duurzame Energie):

Installatietechnisch

PV-systeem

PV is de afkorting van het Engelse ‘photo voltaic’. De omzetting van zonlicht naar elektrische spanning tussen de twee laagjes silicium op het paneel heet een fotovoltaïsche reactie. PV-panelen produceren dus elektriciteit op het dak van de woning. Deze zonnepanelen bestaan uit zonnecellen

en zien er anders uit dan de zonnecollectoren voor warmtelevering. Door de pv-kristallen zien zonnepanelen er vaak metallic (donker)blauw of egaalbruin uit. De opgewekte gelijkspanning wordt met een omvormer omgezet naar wisselspanning en ingekoppeld in de woninginstallatie.

Er zijn inmiddels ook pv-systemen verkrijgbaar waarin de zonnecelfolie geïntegreerd is in isolatieglas of vlakdakbedekking. Tenslotte zijn er ook pvt-panelen beschikbaar. Deze panelen combineren de pvfunctie met de zonnecollectorfunctie. Naast elektriciteit (pv) levert de pvt daarom ook warmte (thermische energie) voor warmtapwaterbereiding.

De hoogste opbrengst hebben de panelen bij een hellingshoek van 36 graden en als ze gericht zijn op het zuiden. Meestal is geen vergunning nodig voor het plaatsen van zonnepanelen; uitzonderingen gelden voor monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten.

Zonnepanelen kunnen niet volledig in stroombehoefte voorzien. Zonlicht is daarvoor te wisselend; het aantal panelen dat nodig zou zijn, is te kostbaar en vraagt veel ruimte. Een zonnesysteem met 500 watt-piekvermogen (zo'n 4 m2 panelen) levert jaarlijks gemiddeld 375 kWh op. Dat is ruim 10% van het verbruik in een gemiddeld gezin. De terugverdientijd van zonnepanelen bedraagt momenteel zo’n 7 jaar zonder subsidie.

Tijdens dagen met veel zon of als er tijdelijk geen elektriciteitsvraag is, produceren zonnepanelen een overschot levert aan het elektriciteitsnet wordt geleverd. Via de wet is geregeld dat huishoudens een vergoeding krijgen voor die aangeleverde stroom, de terugleververgoeding. Het energiebedrijf is verplicht de eerste 3.000 kWh die een huishouden aanlevert met de afname te verrekenen. De maximale hoeveelheid elektriciteit die wordt gesaldeerd verschilt per energieleverancier.

 

Zonneboiler

Een zonneboiler levert warm water op voor gebruik in de keuken en de badkamer. Een zonnecollector op het dak haalt warmte uit zonlicht en warmt daarmee kraanwater op in de zonneboiler. Die is meestal gekoppeld aan een combiketel of andere installatie. Als er te weinig zon is, verwarmt de installatie (of een verwarmingselement) het water na. De systemen zijn in principe overal toepasbaar. Meestal is geen vergunning nodig voor het plaatsen van een zonnecollector; uitzonderingen gelden voor monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten.

Met een zonneboiler bespaart men aanzienlijk op de energierekening. De besparing van een zonneboiler met een collectoroppervlak van 2,7 m2 kan oplopen tot ongeveer 50% van de energie die nodig is voor het gebruik van warm water. Dat is circa 150 tot 200 m³ aardgas per jaar.

Of een zonneboiler voor een huishouden een verstandige keuze is, hangt af van het aantal personen in huis (meer is gunstiger), hoeveel warm water er dagelijks gebruikt wordt en de beschikbare ruimte voor een voorraadvat. Natuurlijk moet ook het dak van de woning geschikt zijn voor een zonnecollector en op het zuiden gericht zijn.

De prijs van een zonneboiler ligt tussen de € 2.000,- en

€ 4.000,- afhankelijk van het type en het gewenste comfort, zoals het aantal plaatsen in huis waar u gelijktijdig (veel) warm water wilt kunnen tappen.

 

LT-verwarming

Laagtemperatuurverwarming (LTV) gebruikt cv-water van 40 à 55°C voor vloerverwarming, wand­verwarming of laagtemperatuurradiatoren. Bij gewone radiatoren met een cv-ketel is dat 70 à 90°C. Het gebruik van LTV resulteert in een beter rendement van de HR-ketel en maakt het gebruik van een warmtepomp mogelijk.

LTV biedt aangename stralingswarmte (comfort) en betere luchtkwaliteit, omdat er minder zwevend stof is. In het geval van vloerverwarming krijgt bovendien huisstofmijt op vloeren geen kans, want de vloer wordt drooggestookt (gezondheid).

 

(Combi) warmtepomp

Een warmtepomp gebruikt bronwarmte uit de bodem of lucht om energiezuinige warmte te leveren. De inzet van LTV (andere DE-lijst-maatregel) is een voorwaarde voor het energiezuinig functioneren van de warmtepomp. Een warmtepomp bespaart ongeveer 25% energie ten opzichte van een cv-ketel. Voor extra comfort kan het systeem ook aangepast worden om te koelen in de zomer.

Toepassing

Warmtepompen zijn momenteel inpasbaar in de volgende systeemvarianten.

- Warmtepomp met bodem als warmtebron: vrijwel altijd combi voor ruimteverwarming en tapwater.

- Warmtepomp met lucht als warmtebron:

- ingezet voor ruimteverwarming;

- ingezet voor de levering van tapwater.

Voorwaarden voor subsidie

Voorwaarde voor toepassing als combiwarmtepomp:

- bodem als warmtebron, of

- buitenlucht als warmtebron in combinatie met cv-ketel, nageschakeld op de warmtepomp voor warmtelevering bij lage buitentemperaturen.

Toepassing als warmtepompboiler zonder voorwaarden toegestaan

Bodem als warmtebron

Bij gebruik van bronwarmte uit de bodem wordt een bodemwarmtewisselaar gebruikt om warmte aan de bodem onder de woning te onttrekken. Dit systeem heeft een hoger energetisch rendement dan wanneer buitenlucht wordt gebruikt en een betere beschikbaarheid bij lage buitentemperaturen.

Kleine gesloten bodemwarmtewisselaars voor individuele woningen kunt u zonder vergunning plaatsen, tenzij de woning in een zogenaamd interferentiegebied ligt. Deze interferentiegebieden worden door de gemeente aangewezen.

Lucht als warmtebron

Bij gebruik van bronwarmte uit de lucht is ventilatieretourlucht een logische energiebron. Door het

beperkte volume van ventilatielucht wordt vaak ook buitenlucht gebruikt. De lage temperatuur van de buitenlucht in het stookseizoen heeft een negatieve invloed op het energetisch rendement. Daarom wordt bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht een combinatie met gasgestookte cv-ketel voor additionele warmtelevering vereist. Als het rendement of beschikbaar vermogen van de warmtepomp te laag wordt, zal de cv-ketel de warmte leveren. Het omslagpunt waarbij de warmtepomp uitgeschakeld wordt, ligt indicatief tussen de -2°C en 2°C en is ook afhankelijk van de energieprijzen .

Tegenwoordig zijn vrijwel alle gangbare woningketels voorzien van het label naverwarming zonneboiler (NZ) en dus geschikt voor naschakeling op de luchtwarmtepomp. Hierdoor kan het energetisch rendement van het totaalsysteem aanzienlijk toenemen. Voor deze rendements­verbetering is een correcte afstemming tussen de besturingssoftware en apparaatinstellingen van ketel en warmtepomp vereist.

Een eenvoudige warmtepompuitvoering voor ruimteverwarming op basis van ventilatieretourlucht en buitenlucht betreft bijvoorbeeld de UHR-ketel. Dit betreft feitelijk een gangbare combiketel, die wordt aangevuld met een warmtepompdeel. Het extra hoge rendement van deze ketel wordt gehaald door de inzet van het warmtepompdeel. De warmtepomp gebruikt de warmte uit afgezogen ventilatielucht en buitenlucht voor LTV van de woning. De woning moet daarom wel een mechanisch afzuigventilatie­systeem hebben, maar mag niet voorzien zijn van balansventilatie met warmteterugwinning.

Een andere toepassing van een warmtepomp met lucht als warmtebron is de warmtepompboiler. Warmtepompboilers gebruiken (net als de UHR-ketel) de afgevoerde ventilatielucht uit een woning als warmtebron om tapwater te verwarmen. Bij inzet van ventilatieretourlucht ligt het rendement van een warmtepompboiler ongeveer 15 tot 20% boven de beste HR-ketels. Het rendement van een zonneboiler (andere DE-lijst-maatregel) met naverwarming op gas ligt aanzienlijk hoger. Een warmtepompboiler is dus vooral interessant wanneer geen zonneboiler aangebracht kan worden. In vergelijking met een warmtepomp voor ruimteverwarming scoort de warmtepompboiler energetisch minder goed. Dit houdt direct verband met de benodigde temperatuur voor de bereiding van warm tapwater (60°C) versus ruimteverwarming (40°C voor LTV).

 

 

 

Douchwater-wtw

Douchewaterwarmteterugwinning (douchwater-wtw) gebruikt warmte van wegstromend douchewater om koud water voor te verwarmen. Hierdoor hoeft het warmwatertoestel minder warmte toe te voeren en is dus zuiniger. Het vergt een kleine verbouwing en is dus vooral een optie als de badkamer wordt gerenoveerd.

De meeste moderne boilers, combiketels en badgeisers hebben een vlamhoogte die automatisch aangepast wordt aan de gevraagde hoeveelheid warm water en zijn daarmee geschikt om te combineren met douche-wtw. Om te zorgen dat het water op constante temperatuur blijft, is een thermostatische douchemengkraan noodzakelijk. Omdat de douche-wtw koud water opwarmt, is steeds minder bijmenging van warm water nodig. De douchepijp-wtw voor de eerste verdieping of hoger kost circa € 500,-, de douchebak-wtw voor de begane grond of een benedenappartement kost ongeveer het dubbele. In een gemiddeld huishouden scheelt douche-wtw circa 40% op de energierekening voor warm water. Met het oog op kwesties als de tapdrempel en het voorkomen van legionella doet men er goed aan een installateur te raadplegen.

 

Bouwkundig

Isolatie algemeen

Bij de berekening van de warmteweerstand(en) worden de volgende symbolen gebruikt.

- R, Rd, Rm: warmteweerstand van een materiaal;

- Rc: warmteweerstand van de scheidingsconstructie die is samengesteld uit meerdere lagen of onderdelen, bijvoorbeeld door een gevelopbouw van baksteen, luchtspouw, isolatie en kalkzandsteen.

- U: totale warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructie, inclusief de overgangsweerstanden van lucht naar de constructie en van de constructie naar lucht.

De warmteweerstand van een isolatielaag wordt in het algemeen berekend op basis van de dikte van

deze laag (d) en de materiaalspecifieke isolatiewaarde (λ) volgens de volgende formule: R = d / λ.

 

Dakisolatie

Dakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Het isoleren van schuine daken aan de binnenzijde kan eventueel zelf worden gedaan. Het isoleren van schuine daken en platte daken aan de buitenzijde kan het beste worden uitbesteedt aan een professioneel bedrijf, waardoor de investering fors hoger zal uitvallen. Bij het zelf aanbrengen van isolatiemateriaal dient men zich vooraf goed te laten informeren naar de mogelijkheden en de bouwkundige consequenties.

Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit gold tot eind 2011 voor de warmteweerstand de eis van Rc ≥ 2,5 m²K/W. Inmiddels is deze eis aangescherpt naar

Rc ≥ 3,5 m²K/W, deze eis is voor de bestaande bouw echter niet redelijk. De eis blijft dan ook Rc ≥ 2,5 m²K/W.

 

Vloerisolatie

Het isoleren van een vloer van steen of beton verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kan aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal worden aanbracht. Als men het zelf aanbrengt, kan de terugverdientijd dalen tot vier jaar. Is de kruipruimte te laag of ontbreekt deze geheel, dan kan de vloer alleen aan de bovenkant geïsoleerd worden. Dit is een meer bewerkelijke en duurdere optie. Zo moeten bijvoorbeeld de deuren ingekort worden. Men kan dan kiezen voor een zwevende dekvloer die zich uitstekend laat combineren met laagtemperatuurverwarming (een andere DE-lijst-maatregel). Bij het zelf aanbrengen van isolatiemateriaal dient men zich vooraf goed te laten informeren naar de mogelijkheden en de bouwkundige consequenties.

Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.

Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat deze minimumeis betrekking heeft op de thermische isolatiegraad van de scheidingsconstructie van de woning, dus op de thermische gebouwschil. Deze scheidingsconstructie betreft de begane grondvloer. De kruipruimte tussen deze vloer en de bodem wordt geventileerd en maakt geen deel uit van de scheidingsconstructie. Het toepassen van bodemisolatie is derhalve niet subsidiabel.

 

 

 

Spouwmuurisolatie

Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnengevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van rotswol of papiervlokken of door de spouw van bovenuit te vullen met korrels. Een snelle en relatief goedkope methode. Vanwege het risico op condensatieproblemen is het raadzaam de klus te laten uitvoeren door een gecertificeerd bedrijf. Vooraf dient goed onderzocht te worden of de spouw geschikt is voor spouwmuurisolatie.

Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Hierbij geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 1,3 m²K/W. Deze ondergrens voor de isolatiewaarde is voor vrijwel alle voorkomende spouwdiktes van de bestaande woningbouw haalbaar. Afhankelijk van de beschikbare spouwruimte kan een hogere warmteweerstand gerealiseerd worden.

 

Paneelisolatie

Materiaal voor het isoleren van niet-steenachtige en niet-glasachtige geveldelen. Denk hierbij aan dakkapellen, borstweringen en de panelen tussen de raampartij van de begane grond en bovenverdieping.

Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.

 

Isolatie massieve muur

Aan de buitenkant door middel van isolatie tegen de gevel met een afwerking van gevelsteen, plaat­materiaal of pleisterwerk. Dit levert de meeste energiebesparing op, maar is ook het duurst.

Deze optie is ook niet altijd mogelijk, omdat dit het aanzien van de woning wijzigt en een vergunning vereist is. De voordelen zijn dat eventuele koudebruggen gemakkelijk kunnen worden opgelost, de grootte van de binnenruimte niet verandert en de warmteaccumulerende en vochtregelende functie van de muren behouden wordt. Deze werkzaamheden worden altijd uitbesteed.

Aan de binnenkant met behulp van een voorzetwand. Als men het zelf doet, is de investering laag, maar met het oog op koudebruggen bij dwarsmuren, vloeren en plafonds is deskundig advies gewenst. Daarnaast gaat het warmteaccumulerend en vochtregelend effect van de muur verloren en wordt de binnenruimte kleiner.

Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.

 

Doe-het-zelfisolatie

In de bouwmarkt is isolatiemateriaal verkrijgbaar om bij verbouwingen zelf aan te brengen. Deze maatregel overlapt dus met de andere isolatiemaatregelen. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m2K/W. Op basis van de isolatiewaarde van de gangbare minerale wol (γ = 0,045 W/mK) bedraagt de benodigde dikte van het pakket isolatiemateriaal dan indicatief 115 millimeter.

 

HR++-glas

Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating) met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door. HR++ verdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer. De terugverdientijd bedraagt dan circa negen jaar. Overigens heeft dubbelglas behalve een energiebesparend ook een inbraakwerend effect.

 

De mogelijkheid bestaat om voor onze DE-lijst maatregelen van de provinciale lijst te schrappen. Het voorstel is echter dezelfde maatregelen op de DE-lijst 2013-2016 te plaatsen. Het gaat hier om bewezen maatregelen, waar de afgelopen jaren door onze inwoners veel animo voor is getoond.

Bij de voorgaande regelingen was de zonneboiler uit de regeling verwijdert wegens de slechte ervaringen binnen onze gemeente op het Middengebied. De techniek ten zien van zonneboilers is echter sterk verbeterd, waardoor wij geen aanleiding meer zien van subsidie af te zien.

 

Bijlage 2, 3 en 4

De aanvraagformulieren zijn gelijk aan die van de voorgaande jaren. Wel zijn, voor zover van toepassing, ze aangevuld met de gewijzigde bepalingen uit verordening. De procedure voor aanvragen is verder ongewijzigd.

Toelichting procedure

Ons voorstel voor de procedure van de subsidieverlening c.q. vaststelling is als volgt. Deze procedure is gelijkluidend aan de gevolgde procedure in 2010, 2011 en 2012 en conform titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Subsidieverlening

De aanvrager dient een `aanvraag subsidieverlening energiemaatregelen´ in. Deze aanvraag moet worden ingediend voordat met het plaatsen of installeren van de voorziening c.q. maatregel wordt gestart. Binnen 10 weken na ontvangst van de aanvraag moet er door de gemeente worden beslist op de aanvraag subsidieverlening energiemaatregelen.

Er geldt een inschrijfperiode van 1 mei t/m 30 mei. Aanvragen binnengekomen in deze periode worden geacht gelijktijdig te zijn ontvangen. Indien deze aanvragen het subsidieplafond overstijgen wordt er door middel van loting beslist op deze aanvragen.

Op aanvragen binnengekomen na de inschrijfperiode wordt beslist op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Binnen 4 maanden na de toezending van het besluit tot subsidieverlening dient de maatregelen/­voorziening te zijn toegepast. Dit om te voorkomen dat bedragen tot in lengte van dagen voor de subsidieontvanger gereserveerd blijven.

Subsidievaststelling

Binnen 8 weken nadat de maatregel of voorziening is gerealiseerd dient de aanvrager een `formulier subsidievaststelling energiebesparende maatregelen´ in te dienen.

Hierbij dienen facturen, betaalbewijzen en (indien van toepassing) een installateursverklaring te worden gevoegd. Dit alles zodat de gemeente kan controleren of de voorzieningen c.q. maatregelen ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd.

Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag over de subsidievaststelling.

Uitbetaling

Indien de aanvraag subsidievaststelling energiebesparende maatregelen wordt goedgekeurd zal de subsidie binnen 4 weken worden uitgekeerd.

 

Intrekking subsidieverlening of terugvorderen subsidie

Om de continuïteit van de duurzame energiemaatregel te waarborgen is het voorstel dat de voorziening c.q. maatregel ten minste 5 jaar in stand op c.q. in de woning van de aanvrager dient te blijven. Indien de voorziening c.q. maatregel niet 5 jaar in stand blijft kan het college beslissen de subsidie van de aanvrager terug te vorderen.

 

Verordening

Op grond van artikel 4:23 van de Awb wordt een subsidie slechts verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Dat wil dus zeggen dat er voor de subsidieregeling duurzame energie van de gemeente een verordening dient te worden opgesteld.

Het concept van de subsidieverordening gaat als bijlage bij deze notitie. Het concept is gebaseerd op de subsidieverordeningen van 2010, 2011 en 2012.

 

Kosten

De subsidie is geheel afkomstig van de Provincie Noord-Holland. Aan de subsidieregeling zijn naast het subsidieplafond geen andere kosten verbonden, anders dan de ambtelijke inzet, die door de sectie Bouw- en milieuzaken wordt geleverd.

 

Ambtelijke inzet

De ambtelijke inzet komt van de sectie Bouw- en milieuzaken. De aanvragen worden ingediend, behandeld en afgewikkeld door de sectie Bouw en milieuzaken. Ook het aanvragen van de subsidieverlening en –vaststelling bij de provincie wordt door de sectie Bouw- en milieuzaken gedaan. De afdeling VROM neemt tevens de betalingsbeschikkingen over uit te keren bedragen.

Daarnaast is er inzet nodig van de afdeling Middelen, zij verzorgen de daadwerkelijke uitbetalingen van de toegekende subsidies.

 

BIJLAGE 2

 

Aanvraagformulier subsidieverlening energiemaatregelen 2013-2016 (reservering subsidie)

 

Belangrijk vooraf!

 

Dit formulier dient u in te vullen vóórdat u begint met het aanbrengen van de maatregel in uw woning. Met de gegevens op dit formulier reserveert de gemeente het subsidiebedrag voor u. Het definitieve subsidiebedrag wordt vastgesteld als u de maatregel(en) heeft aangebracht en het Aanvraagformulier voor subsidievaststelling energiemaatregelen heeft ingediend.

 

Aanvragen om subsidieverlening (reservering subsidie) kunnen worden ingediend met ingang van

1 mei 2013. Aanvragen die vóór 1 mei 2013 zijn ingediend worden niet in behandeling genomen.

 

Via loting wordt bepaald welke (ontvankelijke) aanvragen die in de periode 1 mei 2013 t/m 31 mei 2013 zijn ontvangen voor subsidie verlening in aanmerking komen.

Op aanvragen die worden ontvangen na 31 mei 2013 wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen.

 

Als datum van ontvangst van de aanvraag geldt de datum waarop de aanvraag volledig is. Zorg dus dat alle gevraagde stukken bij uw aanvraag zitten en dat deze volledig ingevuld en ondertekend is!

 

 

  • 1.

    Gegevens aanvrager:

 

Naam: ……………………………………………………………..

 

Adres: ……………………………………………………………..

 

Postcode en plaats: ………………………………………………..

 

Telefoonnummer: …………………………………………………

 

E-mailadres: ……………………………………………………….

 

Bank-/girorekeningnr.: …………………………………………….

 

 

  • 1.

    Gegevens van het project:

 

 

 

  • 1.

    Planning:

 

Maand en jaar start uitvoering maatregel: ……………………………...

 

Maand en jaar van oplevering maatregel: ………………………………

 

 

  • 1.

    Financiën:

 

Totale begrote kosten van de maatregel: € …………….(offerte bijvoegen)

 

Gevraagde bijdrage: € ………………. (15 % van de begrote kosten van de maatregel, met een maximum van € 1.500,-)

 

 

Ondertekening:

 

Naam: ……………………………………

 

Plaats: ……………………………………..

 

Datum: ……………………………………

 

 

 

 

 

Ondertekening: ……………………………

 

 

Bijlagen (mee opsturen!):

 

  • 1.

    kopie van gespecificeerde offerte of bestelformulier;

  • 2.

    kopie van (aanvraag)omgevingsvergunning (indien van toepassing).

 

 

Het ondertekende formulier opsturen naar of inleveren bij:

 

Gemeente Edam-Volendam t.a.v. de sectie Bouw- en Milieuzaken, Mgr. C. Veermanlaan 1F, 1131 KB Volendam

 

 

Hoe verder?

 

Het college beslist binnen 10 weken na de ontvangst van de aanvraag. De subsidie wordt gereserveerd indien binnen het subsidieplafond voldoende middelen beschikbaar zijn.

 

Indien er subsidie voor u wordt gereserveerd dient u de maatregel of voorziening binnen 4 maanden na dagtekening van verzending van het besluit tot subsidieverlening te hebben aangeschaft, geïnstalleerd en in gebruik te hebben gesteld.

 

Vervolgens dient binnen 8 weken nadat de voorziening(en) of maatregel(en) in uw woning is/zijn aangebracht en in gebruik is/zijn genomen, dient u een aanvraag voor subsidievaststelling bij de gemeente Edam-Volendam in te dienen.

 

Hiervoor gebruikt u het formulier: Aanvraag voor subsidievaststelling energiemaatregelen

 

 

BIJLAGE 3

 

Aanvraagformulier subsidievaststelling energiemaatregelen 2013-2016

 

 

Belangrijk!

 

Dit formulier dient u in te vullen binnen 8 weken nadat de voorziening of maatregel in uw woning is aangebracht en in gebruik is genomen.

 

Met de gegevens op dit formulier stelt de gemeente het definitieve subsidiebedrag vast.

 

 

  • 1.

    Gegevens aanvrager:

 

Naam: ……………………………………………………………..

 

Adres: ……………………………………………………………..

 

Postcode en plaats: ………………………………………………..

 

Telefoonnummer: …………………………………………………

 

E-mailadres: ……………………………………………………….

 

Bank-/girorekeningnr.: …………………………………………….

 

 

  • 1.

    Gegevens van het project:

 

 

 

  • 1.

    Realisatie:

 

Datum van oplevering van de maatregel: ……………………………...

 

 

  • 1.

    Financiën:

 

Totale kosten van de maatregel: € …………….(factuur en bank- of giroafschrift bijvoegen)

 

Gevraagde bijdrage: € ………………. (15 % van de gemaakte kosten)

 

Eigen bijdrage: € …………………… (85 % van de gemaakte kosten)

 

 

Ondertekening:

 

Naam: …………………………………….

 

Plaats: ……………………………………..

 

Datum: …………………………………….

 

 

 

Ondertekening: ……………………………

 

 

 

Bijlagen (mee opsturen!):

 

  • 1.

    kopie van factuur;

  • 2.

    kopie van bank- of giroafschrift;

  • 3.

    installateursverklaring (indien van toepassing, zie subsidieverordening);

  • 4.

    kopie verleende bouwvergunning (indien van toepassing).

 

 

 

Het ondertekende formulier opsturen naar of inleveren bij:

 

Gemeente Edam-Volendam t.a.v. de sectie Bouw- en Milieuzaken, Mgr. C. Veermanlaan 1F, 1131 KB Volendam

 

 

BIJLAGE 4

 

Installateursverklaring

 

Dit formulier dient u, samen met het Aanvraagformulier subsidievaststelling energie-

maatregelen, in te laten vullen door de installateur en binnen 8 weken na plaatsing van de voorziening/techniek naar de gemeente Edam-Volendam te sturen.

 

 

Hierbij verklaart:

 

Naam installatiebedrijf: ……………………………………………………………..

 

Naam contactpersoon: ……………………………………………………………….

 

Adres: ………………………………………………………………………………..

 

Postcode en plaats: …………………………………………………………………...

 

Telefoonnummer: …………………………………………………………………….

 

E-mailadres: …………………………………………………………………………..

 

Dat op het perceel:

 

Adres: ………………………………………………………………………………..

 

Postcode en plaats: …………………………………………………………………...

 

 

In opdracht van:

 

Naam: ………………………………………………………………………………..

 

Adres: ………………………………………………………………………………..

 

Postcode en plaats: …………………………………………………………………...

 

De volgende maatregelen zijn uitgevoerd:

 

Ondertekening:

 

Naam: …………………………………….

 

Plaats: ……………………………………..

 

Datum: …………………………………….

 

 

 

Ondertekening: ……………………………

 

 

Het ondertekende formulier opsturen naar of inleveren bij:

 

Gemeente Edam-Volendam t.a.v. de sectie Bouw- en Milieuzaken, Mgr. C. Veermanlaan 1F, 1131 KB Volendam