Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Aanscherping sanctie en handhavingsbeleid Wet Werk en Bijstand 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanscherping sanctie en handhavingsbeleid Wet Werk en Bijstand 2013
CiteertitelVerordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 gemeente Heerlen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpRegelen van de bevoegdheid tot het verrekenen van de bestuurlijke boete bij recidive

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Werk en Bijstand
  2. Algemene Maatregel van Bestuur
  3. Boetebesluit
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201301-01-2014Nieuwe regeling

12-03-2013

Weekblad Parkstad

2012/35103

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanscherping sanctie en handhavingsbeleid Wet Werk en Bijstand 2013

 

 

 

verordening

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013”

Artikel 1

Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Recidiveboete: bestuurlijke boete zoals bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet Werk en Bijstand (WWB).

  • b.

    Verrekenen: verrekening zoals bedoeld in artikel 60,vierde lid, van de Wet Werk en Bijstand (WWB).

Artikel 2

De uitoefening van de bevoegdheid tot verrekenen

  • 1.

    1. Het college verrekent de recidiveboete met de algemene bijstand.

  • 2.

    De verrekening geschiedt gedurende maximaal drie kalendermaanden volgende op de kalendermaand waarin het besluit tot oplegging van een recidive boete is genomen.

  • 3.

    De maandelijkse verrekening bedraagt ten hoogste vijftig procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 4.

    Heeft een andere college als het college een recidiveboete opgelegd, terwijl de belanghebbende bijstand van het college ontvangt, bedraagt de verrekening van die recidiveboete vijftig procent gedurende drie kalendermaanden.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2013.

Artikel 4

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 gemeente Heerlen.

Aldus besloten tijdens de vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 12 maart 2013.

griffier, voorzitter,

Algemene Toelichting

Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking. Met de wet krijgt het college de plicht om een boete op te leggen indien sprake is van schending van de inlichtingenplicht. De eerdere bevoegdheid om een maatregel in deze situatie op te leggen verdwijnt. De hoogte van de boete is daarbij in beginsel gelijk aan het bedrag dat belanghebbende te veel aan bijstand heeft ontvangen.

Is sprake van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht (recidive) dan wordt deze boete in beginsel verhoogd tot 150% van het te veel ontvangen bedrag. Naast deze verhoging krijgt het college daarbij ook de bevoegdheid om in de eerste drie maanden na oplegging van de boete de bijstand volledig te verrekenen met de openstaande boetevordering.

In eerste instantie had de wetgever voorzien in een plicht tot volledige verrekening van de boetevordering. Bij amendement is deze verplichting echter omgezet in een bevoegdheid, zodat de gemeente de mogelijkheid heeft om daar waar volledige verrekening onwenselijke effecten heeft (denk b.v. aan hogere maatschappelijke kosten vanwege uithuisplaatsing of gezinnen met kinderen waarvan de kinderen de dupe worden) de verrekening aan te passen, dan wel bij de verrekening de beslagvrije voet volledig te respecteren. De Wet Werk en Bijstand verplicht de gemeenteraad in dit kader bij verordening nadere regels te stellen met betrekking tot het gebruik van deze bevoegdheid.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Geen nadere toelichting noodzakelijk

Artikel 2

Lid 1

Artikel 4:93, vierde lid, van Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat verrekening niet mogelijk is voor zover beslag op de vordering nietig zou zijn. Concreet houdt dit in dat bij verrekening in beginsel rekening moet worden gehouden met de beslagvrije voet zoals deze zijn regeling vindt in artikel 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Zoals reeds aangegeven geeft de Wet werk en bijstand het college de bevoegdheid om deze bepaling in de eerste drie maanden na oplegging van de boete buiten toepassing te laten. Het college mag dus de openstaande boetevordering (zowel de recidiveboete als een wellicht nog openstaand bedrag in verband met de eerdere boete) in deze eerste drie maanden volledig met een eventueel bijstandsrecht verrekenen.

Het college kiest ervoor om van de bevoegdheid tot verrekenen gebruik te maken, echter geen volledige verrekening maar ter hoogte van 50% voor de duur van drie maanden van de toepasselijke bijstandsnorm. Hiervoor is gekozen omdat het college de kans op negatieve maatschappelijke consequenties bij volledige verrekening groot acht, zoals een toename van schuldenproblematiek of uithuisplaatsing. Anderzijds fraude mag niet lonen en is aangehaakt bij de zwaarste maatregel, namelijk 50% van de toepasselijke bijstandsnorm zoals opgenomen in de afstemmingsverordening.

Lid 2

Is de recidiveboete opgelegd op het moment dat belanghebbende elders bijstandontvangt dan is de verrekening van de recidiveboete eveneens 50% van detoepasselijke bijstandsnorm gedurende 3 maanden.

Dit betekent als bijvoorbeeld de recidiveboete opgelegd is door de gemeenteAmsterdam en belanghebbende is verhuisd naar Heerlen en ontvangt inmiddels eenuitkering van onze dienst dan kan de gemeente Amsterdam tot 50% van detoepasselijke bijstandsnorm de recidiveboete verrekenen gedurende 3 maanden. Hierbij wordt er op dezelfde wijze omgegaan met de hoogte van de boete als overige belanghebbenden van Heerlen.