Organisatie | Nijkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rekenkamercommissie Nijkerk |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie Nijkerk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie voor de gemeenten Barneveld, Leusden, Nijkerk, Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg en Zeewolde.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2008 | 01-09-2008 | intrekking | 26-06-2008 De Stad Nijkerk, 16-07-2008 | 2008-037 | |
21-04-2005 | 01-09-2008 | nieuwe regeling | 03-02-2005 De Stad Nijkerk, 20-4-2005 | rvs. 2005-006A |
De raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het voorstel van de griffiers van de gemeenten Barneveld, Leusden, Nijkerk, Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg (Vallei-in-Perspectief) d.d. 22 december 2004;
gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;
gelet op de besluitvorming eind 2003/ begin 2004, waarbij de gemeenten Barneveld en Leusden, alsmede de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg hebben aangegeven een gezamenlijke rekenkamercommissie in te willen stellen en de gemeente Nijkerk een eigen rekenkamercommissie;
vast te stellen de volgende Verordening rekenkamercommissie Nijkerk.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Rekenkamercommissie: de commissie die wordt ingesteld bij deze verordening en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de rechtmatigheid en doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de gemeente;
HOOFDSTUK 2 – TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie
Deze rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid alsmede naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met zijn ondersteuning.
Ten aanzien van voorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 3 – DE WERKWIJZE VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden
De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid, alsmede naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.
Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.
Artikel 12 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de gemeenteraad aangeboden.
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Waar in deze verordening ‘’hij’’ staat, moet ook ‘’zij’’ gelezen worden.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o, hfst. IVB, van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie zijn de artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
In de samenwerkingsovereenkomst is de intentie opgenomen dat de gemeenteraden voor de drie rekenkamercommissies een gemeenschappelijke voorzitter benoemen. De twee leden kunnen in meer commissies worden benoemd. Zowel voorzitter als leden zijn extern, dat wil zeggen niet in dienst van of nauw betrokken bij de gemeentelijke bestuursorganisatie, noch politiek, ambtelijk of anderszins.
Op de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie is art. 81f van de Gemeentewet, behoudens het eerste lid, onder j en o, van overeenkomstige toepassing.
Voorzitter en leden worden voor drie jaar benoemd. Herbenoeming is mogelijk.
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat voorzitter en/of leden worden ontslagen omdat de gemeenteraad de inhoudelijke analyses en oordelen van de rekenkamercommissie niet deelt.
In dit artikel is vastgelegd dat de leden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. Voorzitter en leden ontvangen een door de gemeenteraad vast te stellen bedrag voor hun aanwezigheid en inbreng in de vergaderingen van de rekenkamercommissie, alsmede een reiskostenvergoeding.
De gemeenteraad stelt een uurvergoeding vast van € 40,-- voor de tijd die voorzitter en leden besteden aan onderzoeksaangelegenheden, buiten het vergaderwerk om, en (desgewenst) het zelf uitvoeren van onderzoek.
De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van haar taak. Dit budget is gerelateerd aan het inwonertal per gemeente en bedraagt minimaal € 1,-- per gemeentelijke inwoner. Als de rekenkamercommissie bij aanvang slechts een deel van een kalenderjaar functioneert, is het een proportioneel deel van dit bedrag.
Ten laste van dit budget worden de kosten gebracht bedoeld in art. 6 en art. 8 lid 2.
Onder de overige uitgaven vallen o.a. de kosten voor het detacheren van de ondersteuning bij de gemeente Barneveld.
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde worden onderwerpen geregeld als de verhouding voorzitter-secretaris, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid.
De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Het onderzoek van de commissie is gericht op structurele leereffecten en in mindere mate op incidenten. Toch kan een bepaald incident aanleiding een onderzoek (ad hoc) in te stellen, bijvoorbeeld als de commissie van mening is dat uit onderzoek van dit incident ook in meer structurele zin lering kan worden getrokken.
Ook andere overwegingen kunnen aanleiding zijn om een onderzoek in te stellen. Het is aan de commissie om hiervoor criteria te ontwikkelen en voorliggende onderzoeksvragen daaraan te toetsen. Daarin betrekt de commissie ook de afweging in hoeverre ad hoc-onderzoek reeds in gang gezet onderzoek kan doorkruisen c.q. doen vertragen. De commissie informeert in voorkomende gevallen de raad over haar besluit en de onderliggende overwegingen. Zie ook de toelichting bij artikel 14.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen bij alle leden c.q onderdelen van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van betrokken gemeente(n). Wil conform het achtste lid hiertoe een bevoegdheid bestaan, dan zal hiertoe een grondslag en rechtstitel in de gemeentelijke subsidieverordening moeten worden opgenomen.
De in lid 5 genoemde quick scans kunnen een vervolg krijgen door het geven van commentaar op ontwikkelingsprocessen die zich in de gemeentelijke organisatie afspelen. Dit commentaar wordt in een brief aan de betreffende gemeenteraad aangereikt.
Zie ook toelichting bij artikel 10. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij(en) de kans krijgt (krijgen) om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen dan wel correcties voor te stellen. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
Ook kan de rekenkamer variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
De commissie vergadert als regel in beslotenheid (zie art. 7, lid 1). Ten aanzien van het verhandelde is art. 86 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Overeenkomstig de gewenste profilering van de rekenkamercommissie wordt, waar dit dienstig is aan het onderzoek, maximale openheid en transparantie omtrent de werkwijze van de commissie nagestreefd. Uitgebrachte rapporten en het jaarverslag van de commissie zijn openbaar.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris en eventueel andere ondersteuning is gedetacheerd bij de gemeente Barneveld. Daarom vindt de benoeming van de ambtelijke secretaris plaats door de gemeenteraad van Barneveld. De vorm van de ondersteuning is uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemende gemeenten.
De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.