Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Legger oppervlaktewateren 2012 |
Citeertitel | Legger oppervlaktewateren 2012 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | WATERSCHAP.regelingen |
Externe bijlage | Uitgangspuntennota Legger Oppervlaktewateren 2012 (2046 Kb) |
Deze legger vervangt de "Legger watergangen en daarin aanwezige kunstwerken van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden", vastgesteld op 19 februari 2003.
De toelichting op de Legger is opgenomen in het bijgevoegde PDF-document "Uitgangspuntennota Legger oppervlaktewateren 2012".
Op internet zijn de Leggerkaarten te raadplegen via http://www.hdsr.nl/thema%27s/water_en_onderhoud/legger
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 19-9-2012
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Wsb 2012/3; ADGH en ADUN 16-10-2012
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2012 | 01-05-2019 | nieuwe regeling | 19-09-2012 Wsb 2012/3; ADGH en ADUN 16-10-2012 | 559827 |
Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
Gelet op het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 10 juli 2012 met DM nr. 559827;
Gelet op artikel 5.1 van de Waterwet, artikel 2.14 van de Invoeringswet Waterwet en artikel 78 van de Waterschapswet;
Gelet op het advies van de commissie SKK van 23 augustus 2012 en de reactie van het college op dit advies (DM 576508);
De Legger oppervlaktewateren 2012 en de bijbehorende inspraaknota vast te stellen;
In deze legger wordt verstaan onder:
Bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van één of meer watersystemen en ook als (water)bergingsgebied in de legger is opgenomen.
Legger: openbaar register van de beheerder, als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet en/of artikel 78, lid 2 van de Waterschapswet, inclusief leggerkaart, waarin onderhoudsplicht en de vereiste (onderhouds)toestand van wateren en andere waterstaatswerken en voorzieningen staan aangegeven, alsmede de beschermingszones.
Artikel 2 Categorieën oppervlaktewater
Op de leggerkaart staan alle oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer, aanvoer en/of berging van water. Deze wateren worden in 3 categorieën onderscheiden:
a. Primaire oppervlaktewateren: de oppervlaktewateren die van overwegend belang zijn voor de waterbeheersing.
b. Secundaire oppervlaktewateren: de oppervlaktewateren, die van beperkt belang zijn voor de waterbeheersing.
c. Tertiaire oppervlaktewateren: alle andere oppervlaktewateren zoals bijvoorbeeld scheisloten en binnensloten.
In deze legger zijn de volgende zoneringen vastgelegd:
a. Kernzone: centrale gedeelte van een oppervlaktewater dat als zodanig in de legger is aangegeven, gemeten van insteek tot insteek.
b. Beschermingszone: aan een oppervlaktewater grenzende zone, die als zodanig in de legger is opgenomen, waarin ter bescherming van het oppervlaktewater en ten behoeve van de uitvoering van onderhoud, voorschriften krachtens de keur van toepassing zijn. Bij primaire en secundaire oppervlaktewateren geldt een zone van 5 meter breed, bij tertiaire oppervlaktewateren een zone van 2 meter breed, gemeten vanaf de insteek.
Artikel 4 Onderhoudsplichtigen
In de legger zijn de onderhoudsplichtigen als bedoeld in artikel 2.4 van de keur, aangewezen voor het onderhoud van de kernzone van een oppervlaktewater en de daarin aanwezige kunstwerken. De onderhoudsverplichtingen zijn toebedeeld zoals hieronder is aangegeven. Incidenteel is hiervan gemotiveerd afgeweken. Dit is dan op de leggerkaart aangegeven.
a. Het gewoon en buitengewoon onderhoud aan het natte profiel van primaire oppervlaktewateren geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de (spoor)wegbeheerder.
b. Voor bepaalde primaire oppervlaktewateren die gelegen zijn langs de kopeinden van percelen kan een afwijkende toedeling van de onderhoudsplichtige gelden. Het gewoon onderhoud van het natte profiel van de watergang geschiedt door het waterschap, met uitzondering van het gedeelte grenzend aan de kant water. Het gewoon onderhoud van het natte profiel van dit gedeelte, het zgn. kantonderhoud, geschiedt door de aangeland. Wanneer dit zich voordoet is dit op de leggerkaart aangegeven. De breedte van het betreffende gedeelte, gemeten vanaf kant water, is afhankelijk van het talud van de watergang zoals opgenomen in deze legger en bedraagt 0,4 meter bij een talud van 1:1, 0,6 meter bij een talud van 1:1,5 en 0,8 meter bij een talud van 1:2.
c. De onderhoudsverplichting met betrekking tot het droge profiel berust bij de aangelanden, ieder naar de lengte van hun recht.
Secundaire oppervlaktewateren:
a. Het gewoon onderhoud aan het natte en droge profiel van de secundaire oppervlaktewateren geschiedt door de aangeland, tenzij anders is bepaald.
b. Het buitengewoon onderhoud van het natte profiel van de secundaire oppervlaktewateren geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de (spoor)wegbeheerder.
c. In uitzonderlijke situaties, in het geval van bermsloten en spoorsloten in eigendom van een (spoor)wegbeheerder, kan die beheerder verantwoordelijk zijn voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van de gehele kernzone.
a. Het gewoon en buitengewoon onderhoud aan het natte en droge profiel van tertiaire oppervlaktewateren geschiedt door de aangeland, tenzij anders is bepaald.
b. In uitzonderlijke situaties, in het geval van bermsloten en spoorsloten in eigendom van een (spoor)wegbeheerder, kan die beheerder verantwoordelijk zijn voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van de gehele kernzone.
(Ondersteunende) kunstwerken en beschoeiingen
a. Het onderhoud van in of over primaire en secundaire oppervlaktewateren gelegen kunstwerken geschiedt inzake het voor de goede doorstroming schoonhouden van het natte profiel door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam, de (spoor)wegbeheerder, de aangeland of vergunninghouder.
b. Het onderhoud van in primaire en secundaire oppervlaktewateren gelegen kunstwerken die in openbare wegen zijn gesitueerd, geschiedt door de wegbeheerder voor wat de instandhouding van het kunstwerk betreft, en door het waterschap voor wat het doorstroomprofiel betreft.
c. Het buitengewoon onderhoud van in primaire en secundaire oppervlaktewateren gelegen kunstwerken, met uitzondering van duikers, geschiedt door het waterschap. Bij duikers is de aanliggend eigenaar of degene die belang heeft bij de constructie waarvan de duiker deel uit maakt (bijvoorbeeld een dam met duiker) verantwoordelijk voor het buitengewoon onderhoud van die duiker.
Verdere uitzonderingen hierop zijn:
- Gevallen waarin het buitengewoon onderhoud van het aansluitende oppervlaktewater door een ander dan het waterschap plaatsvindt. In dat geval geschiedt het onderhoud van het kunstwerk door de onderhoudsplichtige van het oppervlaktewater, zoals aangegeven op de leggerkaart.
- Bij kunstwerken die liggen op de overgang van oppervlaktewateren met verschillende categorieën, geldt dat het kunstwerk wordt geacht deel uit te maken van het oppervlaktewater van de lagere categorie. De hoogste categorie is het primaire, vervolgens het secundaire en tot slot het tertiaire oppervlaktewater.
d. Het gewoon en buitengewoon onderhoud van niet-peilregulerende kunstwerken in tertiaire oppervlaktewateren geschiedt door de aangeland en/of de houder van de vergunning tot aanleg en instandhouding van het kunstwerk. Het gewoon en buitengewoon onderhoud aan peilregulerende kunstwerken in tertiaire oppervlaktewateren die op de leggerkaarten zijn aangegeven, geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam, de (spoor)wegbeheerder, de aangeland of vergunninghouder. Voor de overige peilregulerende kunstwerken in tertiaire oppervlaktewateren geschiedt het gewone en buitengewoon onderhoud door de aangeland en/of de houder van de vergunning met betrekking tot het kunstwerk, tenzij anders is bepaald.
e. Het waterschap is in bepaalde gevallen verantwoordelijk voor beschoeiingen. Dit is meestal het geval als de beschoeiing nodig is om het natte profiel in stand te houden voor de aan- en afvoer van water. Het waterschap is niet verantwoordelijk voor het onderhoud van beschoeiingen die een ander doel dienen dan de waterstaatkundige functie, bijvoorbeeld ter bevordering van de stabiliteit van wegen, parkeerplaatsen etc. In dat geval is de wegbeheerder of aangeland verantwoordelijk voor het onderhoud.
Artikel 5 Onderhoudsverplichtingen
Gewoon onderhoud natte profiel, als bedoeld in artikel 2.8 van de keur
De onderhoudsplichtigen dragen te allen tijde zorg voor een goede staat van het natte profiel van de oppervlaktewateren door:
a. het verwijderen van voorwerpen, materialen en stoffen die de afvoer en/of aanvoer en/of berging van water hinderen.
b. het schonen door het maaien en verwijderen van begroeiingen anders dan die dienen voor de verdediging van de taluds.
Buitengewoon onderhoud droge en natte profiel, als bedoeld in artikel 2.9 van de keur
a. De onderhoudsplichtigen van oppervlaktewateren zijn, onverminderd het in de vorige artikelen bepaalde, te allen tijde verplicht deze in stand te houden overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie van de oppervlaktewateren.
b. De op de leggerkaart vermelde waterdiepte geeft, in combinatie met de waterspiegel de ingreepmaat. Hoger dan de ingreepmaat mag de waterbodem niet komen. In de praktijk zal dieper gebaggerd worden om te voorkomen dat de ingreepmaat spoedig weer wordt overschreden. Er mag gebaggerd worden tot de onderhoudsmaat. Deze ligt bij primaire- en secundaire oppervlaktewateren 0,5 meter onder de ingreepmaat, bij tertiaire oppervlaktewateren 0,2 meter onder de ingreepmaat. Dieper baggeren mag niet, tenzij dat op basis van een keurvergunning of projectplan op grond van artikel 5.4 van de Waterwet is toegestaan.
c. Na beoordeling door het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan als gevolg van lokale omstandigheden, zoals loopzand, onstabiele waterbodem, harde bodem en dergelijke, of een beperkte breedte van het oppervlaktewater, afgeweken worden van de op de leggerkaart weergegeven afmetingen.
Gewoon onderhoud droge profiel, als bedoeld in artikel 2.8 van de keur
De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor het in stand houden van het droge profiel, alsmede de daartoe behorende verdedigingswerken, ter voorkoming dat door inzakking de af- en/of aanvoer van water wordt gehinderd. Deze zorg omvat ook het maaien, afsteken en ophalen van de taluds.
Een op de leggerkaart aangewezen bergingsgebied moet door de eigenaar en/of gebruiker ervan, in stand worden gehouden volgens de ligging en afmeting, als aangegeven op de leggerkaart.
Bepaalde oppervlaktewateren (kunnen) worden gebruikt om onderhoud varend uit te voeren. Op de leggerkaart is aangegeven welke oppervlaktewateren het betreft. Om deze onderhoudswijze mogelijk te maken dienen de in deze wateren gelegen bruggen en kunstwerken te voldoen aan de in de keur, algemene regels en/of beleidsregels voorgeschreven (minimale) afmetingen.
Als een oppervlaktewater, duiker en/of ander ondersteunend kunstwerk rechtmatig tot stand is gekomen maar (nog) niet in de legger is opgenomen, zijn de onderhoudsplichtigen verplicht deze in stand te houden overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in de verleende vergunning of volgens de daaromtrent met het waterschap gemaakte afspraken.