Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Hollandse Delta

Reglement van orde commissies waterschap Hollandse Delta 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Hollandse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingReglement van orde commissies waterschap Hollandse Delta 2012
CiteertitelReglement van orde commissies 2012
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 26-1-2012

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: x

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 77

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-201228-03-2014nieuwe regeling

26-01-2012

x

B1200640

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde commissies waterschap Hollandse Delta 2012

 

 

Reglement van orde commissies waterschap Hollandse Delta 2012

Artikel 1 Definities en algemene beplaingen

  • In dit reglement van orde wordt verstaan onder:

  • a.

    reglement: het Reglement van bestuur voor waterschap Hollandse Delta;

  • b.

    Verenigde Vergadering: de Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta;

  • c.

    voorzitter: de technisch voorzitter van een vaste commissie van advies;

  • d.

    college: dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta;

  • e.

    lid: een lid van een van de vaste commissies van waterschap Hollandse Delta;

  • f.

    secretaris: de secretaris van (één van de) vaste commissies van waterschap Hollandse Delta;

  • g.

    fractie: het lid c.q. de leden van de Verenigde Vergadering die door het stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, alsmede het lid c.q. de leden van de Verenigde Vergadering die zijn benoemd overeenkomstig artikel 14 van de Waterschapswet;

  • h.

    steunfractielid: een door de Verenigde Vergadering op voordracht van een fractie beëdigd persoon, zoals bedoeld in het Reglement van orde Verenigde Vergadering en de Verordening op de fractieondersteuning.

Artikel 2 Instelling

  • De Verenigde Vergadering kent de volgende vaste commissies:

  • a.

    Commissie Waterhuishouding en Waterzuivering (Water)

     belast met het adviseren over beleid op het gebied van waterhuishouding en zuiveren van afvalwater en slibverwerking en afzet, rekeninghoudend met veranderende milieueisen, technische en technologische ontwikkelingen, ontwikkelingen op het gebied van integraal waterbeheer en maatschappelijke ontwikkelingen.

  • b.

    Commissie Waterkering, (Vaar)Wegen en Vergunningverlening (WWV)

     belast met het adviseren over algemeen beleid inzake het beheer van de waterkeringen en wegen en de daarbij behorende kunstwerken, alsmede over de uitvoering van beheersplannen en  over vergunningverlening.

  • c.

    Commissie Middelen, Bestuurlijke Zaken en Handhaving (MBH)

     belast met het adviseren over aangelegenheden die betrekking hebben op onder andere algemene bestuurlijke en juridische zaken, samenvoegingen, verkiezingen, communicatie, alsmede over algemene beleidszaken op financieel gebied (inclusief begroting en rekening), handhaving en over het centraal laboratorium.

    .

Artikel 3 Ongevraagd advies

De in artikel 2 bedoelde commissies kunnen ook ongevraagd aan het college en aan de Verenigde Vergadering adviezen uitbrengen en suggesties doen over aangelegenheden, welke tot het werkterrein van de betreffende commissie behoren.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De respectieve commissies bestaan uit zoveel leden als de Verenigde Vergadering fracties kent.

  • 2.

    Iedere fractie vaardigt één lid van de Verenigde Vergadering dan wel steunfractielid af naar een commissie.

  • 3.

    De fractie geeft na de toelating van de (steunfractie) leden in de Verenigde Vergadering na de verkiezingen aan welk (steunfractie) lid naar welke commissie wordt afgevaardigd.

  • 4.

    Bij wijziging in de samenstelling van de fractie geeft de fractie aan welk gevolg dit heeft in de wijziging van de afvaardiging van de fractie in de commissies.

  • 5.

    Bij afwezigheid van een aangewezen lid, als bedoeld in lid 3, kan deze zich laten vervangen door een ander lid van de Verenigde Vergadering, dan wel steunfractielid, van dezelfde fractie.

  • 6.

    In afwijking van lid 1 en 2 kan een fractie die meer leden in de Verenigde Vergadering heeft dan dat er vaste commissies zijn, na afvaardiging van drie leden naar de vaste commissies, de overige leden afvaardigen naar de vaste commissies, maar wel zodanig dat deze over de drie vaste commissies worden verspreid.

  • 7.

    De afvaardiging van de leden van de fractie als bedoeld in lid 6 geschiedt conform artikel 4  lid 3.

  • 8.

    Artikel 4 lid 5 geldt niet voor leden als bedoeld in artikel 4 lid 6.

Artikel 5 Zittingsperiode

  • 1.

    Het lidmaatschap van de leden van de commissie eindigt tegelijk met hun tussentijds of periodiek aftreden uit de Verenigde Vergadering dan wel beëindiging van het steunfractielidmaatschap. Het lidmaatschap van de commissie kan tussentijds worden beëindigd bij besluit van de Verenigde Vergadering, zulks nadat een daartoe strekkend voorstel aan het college is gedaan.

  • 2.

    De voorzitter en de leden kunnen tussentijds ontslag nemen. De door ontslagneming of overlijden ontstane vacature wordt binnen twee maanden vervuld.

  • 3.

    De leden van de commissies blijven bij het nemen van ontslag in functie, totdat hun opvolgers hun benoeming hebben aanvaard.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1.

    De Verenigde Vergadering benoemt uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

  • 2.

    Degene die in de vergadering van de commissie optreedt als voorzitter maakt geen deel uit van de betreffende commissie en is derhalve geen lid van de betreffende commissie.

Artikel 7 Secretariaat

  • 1.

    Aan elke commissie voegt het college een ambtenaar van het waterschap als commissie-secretaris toe.

  • 2.

    In voorkomende gevallen wordt verdere ambtelijke bijstand geregeld op aanwijzing van de secretaris van de commissie.

Artikel 8 Plaats en tijdstip van vergaderen 

  • 1.

    De commissie vergaderen voorafgaande aan iedere vergadering van de Verenigde Vergadering volgens een vooraf vastgesteld rooster.

  • 2.

    Voorts vergadert de commissie zo dikwijls als haar voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste een derde der zitting hebbende leden de wens daartoe te kennen heeft gegeven. In het laatstbedoelde geval wordt binnen twee weken na de kennisgeving een vergadering gehouden.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering, zo mogelijk in overleg met de leden.

Artikel 9 Voorstellen

  • 1.

    Het college bepaalt welke voorstellen aan één of meer commissies worden voorgelegd.

  • 2.

    Indien het voorstel wordt ondersteund door tenminste drie leden van de commissie, kan de commissie het college verzoeken een door de commissie aangedragen onderwerp voor te bereiden voor bespreking in een volgende commissie.

Artikel 10 Toezending stukken 

De secretaris van de commissie zendt de agenda en de stukken tenminste vijf dagen voor de vergadering toe aan de leden van de commissie.

Artikel 11 Presentielijst

De leden die ter vergadering komen, ondertekenen de presentielijst die na afloop van de vergadering door de secretaris voor afsluiting wordt ondertekend.

Artikel 12 Quorum

  • 1.

    De commissie kan slechts beraadslagen indien meer dan de helft van het aantal zittinghebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien op het tijdstip van de vergadering niet het vereiste aantal leden tegenwoordig is, wordt de opening tenminste een half uur uitgesteld.

  • 3.

    Indien na het in het vorige lid bedoelde uitstel het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, stelt de voorzitter vast of de vergadering al dan geen doorgang kan vinden. Zo nodig, belegt de voorzitter zo spoedig mogelijk, doch met een tussentijd van tenminste vierentwintig uur, een nieuwe vergadering.

  • 4.

    De in lid 3 bedoelde vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. De commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het derde lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen, indien meer dan de helft van het aantal zittinghebbende leden tegenwoordig is.

  • 5.

    Een commissielid kan zich ter vergadering laten vervangen door een lid van een andere commissie, doch die dezelfde categorie vertegenwoordigt.

Artikel 13 Bevindingen

  • 1.

    De commissies leggen hun bevindingen over een voorstel voor aan de Verenigde Vergadering.

  • 2.

    In vergaderingen van commissies worden geen besluiten genomen en wordt niet gestemd.

Artikel 14 Advieslijst 

  • 1.

    De voorzitter formuleert na de discussie over het voorstel mondeling de bevindingen over het voorstel aan de Verenigde Vergadering en de eventuele afwijkende meningen van de commissieleden.

  • 2.

    De secretaris draagt zorg dat van het verhandelde in de vergaderingen een advieslijst wordt bijgehouden.

  • 3.

    De advieslijst bevat:

    • a.

      de namen van de leden, die tegenwoordig zijn en die, al dan niet met kennisgeving, afwezig zijn;

    • b.

      de namen van de aanwezige collegeleden;

    • c.

      indien het quorum, als bedoeld in artikel 12, niet aanwezig was en de voorzitter besloten heeft de bijeenkomst doorgang te laten vinden, worden de redenen waaronder dit besluit genomen is, vermeld;

    • d.

      per agendapunt een beknopte weergave van de toezeggingen die zijn gedaan, waaronder de ontbrekende beantwoording van vragen, en de adviezen (per fractie) die zijn gegeven;

    • e.

      de meningen van de onderscheiden commissieleden, alsmede een beknopte weergave van de daaraan ten grondslag liggende argumentatie.

  • 4.

    De advieslijst van een besloten vergadering wordt behandeld en vastgesteld achter gesloten deuren, als bespreking van die advieslijst gevraagd wordt en omtrent het behandelde in de besloten vergadering geheimhouding is opgelegd die nog niet is opgeheven of vervallen.

Artikel 15 Aanwezigheid college 

De leden van het college kunnen ter vergadering aanwezig zijn ter toelichting van de voorstellen en maken geen deel uit van de commissie.

Artikel 16 Openbaarheid 

  • 1.

    De vergaderingen van de commissies als bedoeld in artikel 1, zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren van de vergadering worden gesloten wanneer tenminste twee aanwezige leden dit verlangen of de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 3.

    De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

  • 4.

    Over punten, in besloten vergadering behandeld, kan ook een advies worden afgegeven.

  • 6.

    De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken geheimhouding opleggen.

  • 7.

    De geheimhouding wordt door alle commissieleden, ook door hen die niet bij de behandeling aanwezig waren en door alle andere aanwezige leden van de Verenigde Vergadering of steunfractieleden, in acht genomen, totdat de commissie haar opheft.

  • 8.

    De voorzitter van een commissie kan omtrent de inhoud van de stukken, als bedoeld in het vijfde lid, voorlopige geheimhouding opleggen.

  • 9.

    De voorlopige geheimhouding vervalt indien zij niet aan de eerstvolgende vergadering van de commissie ter bekrachtiging wordt voorgelegd.

  • 10.In

    geval van niet bekrachtiging vervalt de voorlopige geheimhouding.

  • 11.Het

    is beëdigde leden van de VV en beëdigde steunfractieleden toegestaan, het besloten deel van de commissievergadering bij te wonen. 

Artikel 17 Toehoorders en inspraak 

  • 1.

    De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering, op hun verzoek, in de gelegenheid het woord te voeren over zowel geagendeerde als over niet op de agenda staande, maar wel op het terrein van de commissie liggende, onderwerpen, zulks met inachtneming van het navolgende.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient tenminste 24 uur voor het begin van de vergadering, bij voorkeur schriftelijk, bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van de naam van degene die het woord wil voeren en het punt of de punten waarover men wil spreken.

  • 3.

    De voorzitter stelt degenen die een verzoek hebben ingediend als bedoeld in lid 1 van dit artikel in de gelegenheid direct na de opening van de vergadering het woord te voeren. De spreektijd bedraagt maximaal vijf minuten per spreker, met dien verstande dat de spreektijd van alle insprekers gezamenlijk niet meer dan 30 minuten bedraagt. De leden van de commissie krijgen gelegenheid vragen te stellen aan de spreker. Hiervoor is per spreker maximaal vijf minuten beschikbaar, met dien verstande dat het vragenstellen aan meerdere sprekers niet meer dan 30 minuten bedraagt.

Artikel 18 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of ingeval enig artikel voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de commissie.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking onmiddellijk na zijn vaststelling.

Artikel 20 Citeertitel 

Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement van orde commissies 2012.