Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015 |
Citeertitel | Stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu – water |
Externe bijlage | Beleidsnota Hemelwater Waterschap Aa en Maas.pdf (540 Kb) |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 1-7-2011
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Brabants Dagblad, 16 juli 2011 (gebiedsdekkend)
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2011 | 01-07-2011 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 01-07-2011 Brabants Dagblad, 16 juli 2011 (gebiedsdekkend) | Vergadering Algemeen Bestuur d.d. 01 juli 2011 |
Het algemeen bestuur van Waterschap Aa en Maas,
op voorstel van het dagelijks bestuur van 1 juli 2011
gelet op artikel 78 van de Waterschapswet en de Algemene wet Bestuursrecht,
gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur van d.d. 2 juli 2010,
Vast te stellen, de Stimuleringsregeling Hemelwater waterschap Aa en Maas 2011 - 2015.
STIMULERINGSREGELING HEMELWATER WATERSCHAP AA EN MAAS 2011 - 2015
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 5: Verdeling van de beschikbare subsidiegelden
Artikel 7: Behandelingsvolgorde
Hoofdstuk 3: Verlening subsidie
Artikel 10: Verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 11: Activiteiten niet verricht / niet aan verplichtingen voldaan
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het dagelijks bestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking.
Hoofdstuk 4: Verantwoording en vaststelling subsidie
Artikel 12: Verantwoording en vaststelling subsidie
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het tweede lid genoemde termijn, dan bericht het bestuur de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
Met ingang van 01 januari 1998 is de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aangevuld met regelgeving voor het verlenen van subsidie door overheden. Het doel van deze regelgeving is:
De Awb geeft de volgende definitie van subsidie:
Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip ‘subsidie' vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een ‘bijdrage', ‘vergoeding' of ‘financiële tegemoetkoming' een subsidie wanneer is voldaan aan bovenstaande definitie. Van belang is dat een subsidie geen betaling is voor het leveren van goederen of diensten.
Subsidie gebaseerd op een wettelijk voorschrift
De Awb bepaalt dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde regeling.
De Awb geeft onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om van dit vereiste af te wijken, zijnde een subsidie van incidentele aard.
Primaire doelstelling van het hemelwaterbeleid is te zorgen dat perceeleigenaren op een doelmatige manier omgaan met de opvang en verwerking van hemelwater (zorgplicht). Gemeenten nemen hiervoor beleid op in het gemeentelijk rioleringsplan. Het waterschap heeft als ontvanger van het hemelwater op het oppervlaktewater of de rioolwaterzuivering niet direct een taak maar wel een belang dat dit past binnen zijn eigen taken en bedrijfsvoering.
Op 2 juli 2010 heeft het waterschap hiervoor de beleidsnota "omgaan met hemelwater" vastgesteld.
Belangrijk uitgangspunt bij het hemelwaterbeleid is het zoveel mogelijk scheiden of gescheiden houden van schoon hemelwater en afvalwater. Inmiddels hebben de meeste gemeenten dit al in hun beleid opgenomen, inclusief eigen financiering daarvan (rioolheffing). Met de nieuwe stimuleringsregeling wil het waterschap enerzijds het afkoppelen van bestaande verharding blijven stimuleren. Hiermee wordt immers het aanbod van relatief schoon hemelwater op de rioolwaterzuivering verminderd, wat op termijn leidt tot lagere beheerskosten voor het waterschap. Anderzijds wil het waterschap specifiek derden (overige perceeleigenaren, bedrijfsleven) bewust maken van het belang van een goede verwerking van het hemelwater en uitdagen / stimuleren met alternatieve oplossingen te komen, bij voorkeur tegen lagere kosten. Hierbij wordt met name gedacht aan oplossingen die leiden tot het op meerdere manieren gebruiken van de schaarse ruimte (meervoudig ruimtegebruik) of maatregelen waarbij hemelwater nuttig wordt toegepast in plaats van afgevoerd.
Tot slot wil het waterschap met de stimuleringsregeling in educatieve zin bijdragen aan de vergroting van de kennis en bewustzijn over hemelwater bij een breder publiek.
Deze regeling is niet bedoeld voor het oplossen van lokale (hemel)wateroverlast (stedelijke wateropgave), problemen met de waterkwaliteit of verbeteren van de werking van de afvalwaterketen (stelsel van riolering, gemalen, persleidingen en rioolwaterzuiveringsinstallaties). Wanneer hemelwatermaatregelen daaraan bijdragen, maken waterschap, gemeenten en eventueel andere betrokkenen daar op andere manieren afspraken over (bijvoorbeeld (afval)waterakkoord, waterplan of gemeentelijk rioleringsplan).
Beleidsregel Hemelwater waterschap Aa en Maas 2011 – 2015
Het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas,
gelezen het ambtelijke advies over de beleidsregel subsidie voor hemelwater
gelet op artikel 4:81 Algemene wet Bestuursrecht
gelet op artikel 4, lid 2 van de Stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015
gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur van d.d. 2 juli 2010 over de beleidsnota ‘omgaan met hemelwater'
Op grond van de artikel 3 van de "stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015" heeft het dagelijks bestuur de bevoegdheid subsidie te verlenen voor:
Het verstrekken van subsidie is een instrument dat ingezet wordt om derden op vrijwillige basis aan te zetten tot het scheiden van hemelwater en afvalwater c.q. het bewust omgaan met hemelwater te bevorderen.
Op welke wijze het dagelijks bestuur omgaat met zijn bevoegdheid om subsidie te verlenen is in deze beleidsregel vastgelegd. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat het dagelijks bestuur handelt overeenkomstig de beleidsregel tenzij dat voor een of meer belanghebbenden een onevenredig nadeel zou opleveren.
Artikel 2: Reikwijdte beleidsregel
Deze beleidsregel is van toepassing op aanvragen om subsidie ingevolge artikel 3.1 van de stimuleringsregeling.
Artikel 3: Vereisten voor subsidieverstrekking
In dit artikel is een nadere beschrijving opgenomen van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.
Om te bepalen of sprake is van innovatieve technieken is onder meer van belang dat de maatregelen / activiteiten:
De innovatieve techniek leidt naar verwachting (op termijn) tot lagere (beheer)kosten dan bestaande technieken en/of legt verbanden met andere beleidsterreinen waardoor meerdere beleidsdoelen worden gediend.
In het laatste geval zijn de totale maatschappelijke (beheer)kosten naar verwachting (op termijn) lager dan in de bestaande situatie.
Met aanschouwelijke wijze wordt bedoeld het zodanig ontwerpen en realiseren van hemelwatervoorzieningen dat deze zichtbaar zijn voor een breder publiek en uitnodigen tot "leren door doen/ervaren". Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan waterspeelvoorzieningen, waterleertuinen, bedienbare informatiepanelen en dergelijke.
Bij een breder publiek wordt specifiek gedacht aan burgers, maar kan ook bedrijven, en maatschappelijke instellingen omvatten.
Artikel 4: Aanvullende criteria
1. Afstemming activiteiten met gemeente
De voorgenomen activiteiten moeten passen binnen het lokale gemeentelijke hemelwaterbeleid.
Hiermee wordt voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die leiden tot conflictsituaties, bijvoorbeeld omdat er te veel overtollig hemelwater wordt afgevoerd naar het gemeentelijke hemelwaterstelsel. De aanvrager geeft aan op welke wijze hij deze afstemming heeft geregeld.
2. Activiteiten worden voortgezet
Het is de bedoeling van de subsidieaanvrager om de voorzieningen waarvoor subsidie wordt verleend, ook zonder subsidie voort te zetten c.q. in stand te houden. Bij de beschrijving van de activiteiten geeft de subsidieaanvrager aan op welke wijze hieraan invulling wordt gegeven.
3. Resultaten openbaar beschikbaar
De resultaten van de activiteiten (in de vorm van ontwerpgegevens, uitvoeringsgegevens, meetgegevens, foto's e.d.) zijn beschikbaar voor het waterschap of derden om als voorbeeldmateriaal te dienen voor vervolgprojecten en te gebruiken voor promotionele doeleinden. Dit behoudens eventuele patenten.
4. De activiteiten / technieken kunnen op grotere schaal worden uitgevoerd binnen het beheergebied
De activiteiten kunnen naar redelijke verwachting ook op grotere schaal worden toegepast. Uit de aanvraag om de subsidie moet blijken dat er nagedacht is over de mogelijkheden om de activiteiten ook door andere (gelijksoortige) partijen uit te voeren.
Geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die in strijd zijn of mogelijk in strijd komen met de het overige beleid van het waterschap.
Het is de bevoegdheid van het dagelijks bestuur om subsidies te verlenen en subsidies vast te stellen.
Met subsidieverlening is bedoeld de beschikking die voorafgaat aan de te subsidiëren activiteit. De subsidieverlening geeft de subsidieaanvrager een voorwaardelijk recht op een subsidie. Pas als de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de opgelegde voorschriften is voldaan kan de subsidie definitief worden vastgesteld. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om de subsidievaststelling moet zijn ingediend. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag vast van de subsidie en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.
Met het verstrekken van subsidies is zowel bedoeld het verlenen van subsidies als het vaststellen van subsidies.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen. Een gebruikelijke vorm van nadere regels is de beleidsregel. Een beleidsregel mag echter geen normstelling omvatten. Zo kunnen in een beleidsregel geen termijnen of subsidieverplichtingen worden opgenomen. Wel kunnen in een beleidsregel beoordelingscriteria worden vastgesteld. Aan de hand van deze criteria wordt bepaald of de subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie is bedoeld.
Wanneer bevoegdheden door het dagelijks bestuur zijn gemandateerd dan is in deze toelichting met dagelijks bestuur tevens de gemandateerde bedoeld.]
De Awb bepaalt dat de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag een wettelijke grondslag moet hebben. In deze regeling is gekozen voor de meest eenvoudige vorm van verdeling: "wie het eerst komt, het eerst maalt'. Daarbij geldt dat een aanvraag alleen mee telt in het bepalen van de volgorde vanaf het moment dat de aanvraag volledig is. De aanvraag is volledig wanneer is voldaan aan de vereisten die de Awb stelt en de vereisten die in de artikel 7 en 8 van deze regeling zijn opgenomen. Onvolledige en/of pro forma aanvragen tellen dus niet mee bij het bepalen van de volgorde van ontvangst.
Komen meerdere aanvragen op dezelfde dag binnen bij het waterschap en kunnen niet alle aanvragen worden gehonoreerd, omdat het subsidieplafond al eerder is bereikt, dan is het toegestaan dat tussen deze aanvragen wordt geloot.
Om te voorkomen dat door één subsidieaanvraag het grootste deel van het voor subsidie beschikbare bedrag is gebruikt, geldt de regel dat maximaal 50% van het subsidieplafond per te verstrekken subsidie kan worden toegekend.
In aanvulling op de in de leden 1 en 2 genoemde verdelingsregels kan het dagelijks bestuur nog andere regels stellen voor de verdeling van het maximaal beschikbare subsidiebedrag. Deze aanvullende regels kunnen worden opgenomen in een beleidsregel.
Bij de bekendmaking van het subsidieplafond moeten ook deze aanvullende regels worden bekendgemaakt en niet later.]
Een subsidie wordt zonder nadere motivering geweigerd wanneer bij het verstrekken van de gevraagde subsidie het subsidieplafond wordt overschreden. Overschrijving van het subsidieplafond is dus een verplichte weigeringsgrond.
De Awb vereist dat het subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór aanvang van het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft. Het subsidieplafond moet expliciet in de begroting worden opgenomen. Is het subsidieplafond opgenomen in de begroting dat is met de vaststelling van de begroting ook het subsidieplafond vastgesteld en tevens opengesteld voor de periode waarop de begroting betrekking heeft.
Is het subsidieplafond niet als zodanig bekendgemaakt, dan kan een subsidieaanvraag niet ongemotiveerd worden geweigerd bij overschrijving van het subsidieplafond. Het publiceren van het subsidieplafond is dan ook ten zeerste aanbevolen.]
Ieder bestuursorgaan is verplicht bij de voorbereiding van een besluit de relevante feiten en nodige kennis te verzamelen en alle betrokken belangen af te wegen. Hiervoor kan het bestuursorgaan ook een beroep doen op de aanvrager van het besluit.
In dit lid is aangegeven welke gegevens en bescheiden in ieder geval bij de aanvraag van een subsidie door de aanvrager moeten worden verstrekt.
Wanneer de op basis van het vorige lid verstrekte gegevens niet voldoende zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag dan is het dagelijks bestuur bevoegd nog andere gegevens en bescheiden te vragen. Alleen die gegevens en bescheiden mogen worden gevraagd die noodzakelijk zijn voor de beslissing op de subsidieaanvraag en waarover de subsidieaanvrager in alle redelijkheid beschikt of de beschikking kan krijgen.
Met bescheiden zijn bedoeld documenten als een diploma, een foto of een tekening.]
In de Awb zijn een aantal standaardverplichtingen (artikel 4:37 Awb) opgenomen die het bestuursorgaan kan opleggen aan de subsidieaanvrager. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn verplichtingen die betrekking hebben op de aard en omvang van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en de verplichting om verantwoording af te leggen over de besteding van het subsidiebedrag.
De lijst van standaardverplichtingen is niet limitatief. Naast deze standaardverplichtingen kan het dagelijks bestuur ook andere verplichtingen opleggen aan de subsidieaanvrager. Verplichtingen, zowel de standaard- als de aanvullende verplichtingen, moeten worden opgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.]
[Toelichting: In de stimuleringsregeling is aan de subsidieaanvrager de verplichting opgelegd om het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk te informeren als een activiteit waarvoor de subsidie verstrekt wordt niet of niet geheel zal worden uitgevoerd.
Ook wanneer naar verwachting door de subsidieaanvrager niet voldaan kan worden aan opgelegde verplichtingen moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij het dagelijks bestuur.
Het bestuur heeft de mogelijkheid om in dergelijke gevallen de subsidie in te trekken. Hiermee wordt voorkomen dat subsidies worden gebruikt voor activiteiten waarvoor ze volgens deze regeling niet zijn bedoeld. Bovendien komt hiermee het toegekende subsidiebedrag weer vrij voor toekenning aan andere activiteiten.]
[Toelichting: Lid 1 tot en met 3
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend binnen twaalf weken na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend. Deze termijn van twaalf weken is een termijn van orde. Het dagelijks bestuur kan besluiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in behandeling te nemen wanneer de aanvraag later dan twaalf weken na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend is ingediend, maar is hier niet toe verplicht.
Ingevolge lid 3 beslist het dagelijks bestuur binnen acht weken op een aanvraag om subsidievaststelling (vaststellingsbesluit).
Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid een langere termijn aan te houden ten aanzien van de beslissing op de aanvraag om subsidievaststelling, indien dit uit de aard van de subsidie dan wel de verantwoording daarvan volgt. Het dagelijks bestuur zal de subsidieaanvrager hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.
Is binnen de termijn, zoals gesteld in de beschikking tot subsidieverlening, door het dagelijks bestuur geen aanvraag om subsidievaststelling ontvangen, dan kan de subsidie worden ingetrokken. Het dagelijks bestuur mag hier alleen toe overgaan nadat aan de subsidieaanvrager een herinnering is gestuurd.
Hiermee wordt bewerkstelligd dat vastgestelde subsidiebedragen weer vrij komen voor andere activiteiten, wanneer een aanvrager niet binnen een redelijke termijn voldoet aan de vereisten in de subsidietoekenning.]
Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid de subsidieverlening in te trekken indien met de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend, geen begin is gemaakt uiterlijk zes maanden na verlening van de subsidie.
Het dagelijks bestuur heeft tevens de bevoegdheid om af te wijken van de in lid 1 genoemde bevoegdheid, indien de subsidieaanvrager daarom heeft verzocht.]
[Toelichting: De hardheidsclausule maakt het mogelijk af te wijken van bepalingen uit deze regelingen, uitgezonderd de bepalingen uit hoofdstuk 1.
Gebruik maken van de hardheidsclausule moet beperkt blijven tot situaties waarbij toepassing van de in deze regeling opgenomen regels leidt tot een onvoorziene en niet bedoelde onbillijke situatie voor belanghebbende.
Bij toepassing van de hardheidsclausule blijft het doel van de subsidie voorop staan.]