Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Aa en Maas

Stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Aa en Maas
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingStimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015
CiteertitelStimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu – water
Externe bijlageBeleidsnota Hemelwater Waterschap Aa en Maas.pdf (540 Kb)

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 1-7-2011

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Brabants Dagblad, 16 juli 2011 (gebiedsdekkend)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, art. 78
  2. Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-201101-07-201101-01-2016nieuwe regeling

01-07-2011

Brabants Dagblad, 16 juli 2011 (gebiedsdekkend)

Vergadering Algemeen Bestuur d.d. 01 juli 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015

Het algemeen bestuur van Waterschap Aa en Maas,

op voorstel van het dagelijks bestuur van 1 juli 2011

gelet op artikel 78 van de Waterschapswet en de Algemene wet Bestuursrecht,

gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur van d.d. 2 juli 2010,

Besluit,

Vast te stellen, de Stimuleringsregeling Hemelwater waterschap Aa en Maas 2011 - 2015.

STIMULERINGSREGELING HEMELWATER WATERSCHAP AA EN MAAS 2011 - 2015

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • het bestuur: het Dagelijks Bestuur van waterschap Aa en Maas;

  • subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 Algemene wet bestuursrecht;

  • activiteiten: activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, vertaald naar meetbare prestaties, de nagestreefde doelstellingen en hun beoogde effecten, alsmede de relatie met het beleid van het waterschap Aa en Maas;

  • subsidieplafond: subsidieplafond als bedoeld in afdeling 4.2.2 Algemene wet bestuursrecht.

  • vegetatiedak: een dak dat door menselijk handelen is voorzien van vegetatie

  • afkoppelen: treffen van maatregelen waardoor hemelwater niet meer via de riolering wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering

Artikel 2: Doelstelling

  • Het bestuur heeft met deze regeling ondermeer tot doel het stimuleren van:

    • 1.

      Het scheiden c.q. gescheiden houden van schoon hemelwater en huishoudelijk en bedrijfsafvalwater;

    • 2.

      Het toepassen van innovatie bij de opvang en verwerking van hemelwater;

    • 3.

      Het bij een breder publiek versterken van de kennis en bewustwording over de opvang en verwerking van hemelwater

Artikel 3: Reikwijdte

  • Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • 1.

      Het afkoppelen van minimaal 1.000 m2 verhard oppervlak door de aanleg van vegetatiedaken

    • 2.

      Het afkoppelen van minimaal 1.000 m2 verhard oppervlak door het gebruik van innovatieve technieken voor de opvang, verwerking of nuttige toepassing van hemelwater

    • 3.

      Het aanbrengen van voorzieningen die op een aanschouwelijke wijze bijdragen aan de verbreding van kennis / bewustwording over hemelwater bij een breder publiek.

Artikel 4: Bevoegdheden

  • 1.

    Het bestuur is bevoegd tot het verlenen en vaststellen van subsidie als bedoeld in deze regeling.

  • 2.

    Het bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van subsidie(s) als bedoeld in deze regeling;

  • 3.

    Het bestuur is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden

    1

Artikel 5: Verdeling van de beschikbare subsidiegelden

  • 1.

    De verdeling van het beschikbare subsidiebedrag vindt plaats in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Alleen volledig ingediende subsidieaanvragen worden in de hiervoor genoemde volgorde opgenomen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is vrij om de subsidieaanvraag dan wel geheel dan wel gedeeltelijk te honoreren. Hierbij geldt dat de te verstrekken subsidie maximaal 50% bedraagt van het bedrag dat op grond van artikel 6 is begroot voor de betreffende subsidie.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels te stellen voor de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag.

    2

Artikel 6: Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het algemeen bestuur vermeldt jaarlijks op de begroting het bedrag dat beschikbaar is voor het verstrekken van subsidie op basis van deze regeling. Dit bedrag is het subsidieplafond als bedoeld in afdeling 4.2.2.

  • 2.

    Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

    3

Hoofdstuk 2: De aanvraag

Artikel 7: Behandelingsvolgorde

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk of elektronisch ingediend bij het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Alleen volledig ingediende aanvragen worden in de hiervoor genoemde volgorde opgenomen.

  • 3.

    Het bestuur is vrij van voornoemde volgorde van binnenkomst af te wijken indien zij dit in het kader van een goede verdeling en spreiding van de subsidiegelden over verschillende soorten activiteiten wenselijk achten.

  • 4.

    Het bestuur is vrij de subsidieaanvraag dan wel geheel dan wel gedeeltelijk te honoreren.

  • 5.

    Per subsidieactiviteit kan maximaal één (1) verzoek worden ingediend.

    4

Artikel 8: Indiening aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend voordat met de uitvoering van de activiteiten wordt gestart.

  • 2.

    De aanvraag omvat naast de in de wet (artikel 4.2) vermelde onderwerpen ten minste:

    • a.

      een beschrijving inclusief tekening van de aard en de plaats van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd

    • b.

      een beschrijving van de doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd. In het bijzonder ook in welke mate de activiteit(en) gericht zijn op het waterschap en zijn ingezetenen en op door het waterschap vastgestelde doelen en / of beleidsterreinen;

    • c.

      een tijdschema;

    • d.

      de geraamde kosten.

  • 3.

    Het bestuur is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het eerste lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende zijn.

    5

Hoofdstuk 3: Verlening subsidie

Artikel 9: Verlening subsidie

  • 1.

    Het bestuur besluit op de aanvraag binnen acht weken nadat een complete aanvraag om subsidie is ontvangen.

  • 2.

    Het bestuur maakt de beslissing over het al dan niet verlenen van een subsidie terstond nadat de beslissing is genomen bekend aan de aanvrager.

    6

Artikel 10: Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Het bestuur kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen dan die bedoeld in artikel 4:37 van de wet.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde verplichtingen zijn gericht op de verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie is verstrekt.

    7

Artikel 11: Activiteiten niet verricht / niet aan verplichtingen voldaan

  • 1.

    De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het dagelijks bestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde melding kan aanleiding zijn de in artikel 9 genoemde besluit tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk te wijzigen of in te trekken.

    8

Hoofdstuk 4: Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 12: Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen twaalf (12) weken na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, tenzij bij de subsidieverlening anders is bepaald.

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van een activiteit(en) verslag, tenzij bij de subsidieverlening anders is bepaald.

  • 3.

    Het bestuur stelt binnen acht (8) weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 4.

    Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het tweede lid genoemde termijn, dan bericht het bestuur de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 5.

    Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemde tijdstip is ontvangen, kan het bestuur zes weken na een eenmalig rappel over gaan tot intrekken van de subsidie.

    9

Hoofdstuk 5: Betaling en bevoorschotting

Artikel 13: Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    De betaling van de subsidie vindt plaats binnen zes weken na de subsidievaststelling

  • 2.

    Het bestuur is bevoegd in de vaststellingsbeschikking een andere termijn op te nemen.

    10

Hoofdstuk 6: Overige bepalingen

Artikel 14: Intrekking en wijziging:

  • 1.

    Het bestuur kan de subsidieverlening intrekken indien met de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend geen begin is gemaakt uiterlijk zes (6) maanden na verlening van de subsidie.

  • 2.

    Het bestuur kan op verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste lid vermelde termijn.

    11

Artikel 15: Hardheidsclausule

  • 1.

    Het bestuur heeft de vrijheid in bijzondere gevallen gemotiveerd van de bepalingen uit de stimuleringsregeling af te wijken.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde bevoegdheid geldt niet voor de artikelen uit hoofdstuk 1.

    12

Artikel 16: Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt, na bekendmaking op de wettelijk voorgeschreven wijze, in werking met ingang van 1 juli 2011.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Stimuleringsregeling Hemelwater waterschap Aa en Maas 2011 - 2015.

  • Aldus vastgesteld om de openbare vergadering van het algemeen bestuur d.d. 1 juli 2011.

  • de secretaris de dijkgraaf

  • .............................. ..............................

  • drs. P. Sennema drs. L.H.J. Verheijen

Toelichting

A: Algemeen

Wettelijke basis:

Met ingang van 01 januari 1998 is de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aangevuld met regelgeving voor het verlenen van subsidie door overheden. Het doel van deze regelgeving is:

  • Duidelijkheid geven in de wederzijdse rechten en plichten van subsidiegever en subsidieontvanger;

  • Een stimulans geven om het subsidie-instrument bewuster te hanteren en subsidie-uitgaven beter te beheersen;

  • Het waarborgen van de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager / subsidieontvanger.

Wat is een subsidie?

De Awb geeft de volgende definitie van subsidie:

Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip ‘subsidie' vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een ‘bijdrage', ‘vergoeding' of ‘financiële tegemoetkoming' een subsidie wanneer is voldaan aan bovenstaande definitie. Van belang is dat een subsidie geen betaling is voor het leveren van goederen of diensten.

Subsidie gebaseerd op een wettelijk voorschrift

De Awb bepaalt dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde regeling.

De Awb geeft onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om van dit vereiste af te wijken, zijnde een subsidie van incidentele aard.

Hemelwater

Primaire doelstelling van het hemelwaterbeleid is te zorgen dat perceeleigenaren op een doelmatige manier omgaan met de opvang en verwerking van hemelwater (zorgplicht). Gemeenten nemen hiervoor beleid op in het gemeentelijk rioleringsplan. Het waterschap heeft als ontvanger van het hemelwater op het oppervlaktewater of de rioolwaterzuivering niet direct een taak maar wel een belang dat dit past binnen zijn eigen taken en bedrijfsvoering.

Op 2 juli 2010 heeft het waterschap hiervoor de beleidsnota "omgaan met hemelwater" vastgesteld.

Belangrijk uitgangspunt bij het hemelwaterbeleid is het zoveel mogelijk scheiden of gescheiden houden van schoon hemelwater en afvalwater. Inmiddels hebben de meeste gemeenten dit al in hun beleid opgenomen, inclusief eigen financiering daarvan (rioolheffing). Met de nieuwe stimuleringsregeling wil het waterschap enerzijds het afkoppelen van bestaande verharding blijven stimuleren. Hiermee wordt immers het aanbod van relatief schoon hemelwater op de rioolwaterzuivering verminderd, wat op termijn leidt tot lagere beheerskosten voor het waterschap. Anderzijds wil het waterschap specifiek derden (overige perceeleigenaren, bedrijfsleven) bewust maken van het belang van een goede verwerking van het hemelwater en uitdagen / stimuleren met alternatieve oplossingen te komen, bij voorkeur tegen lagere kosten. Hierbij wordt met name gedacht aan oplossingen die leiden tot het op meerdere manieren gebruiken van de schaarse ruimte (meervoudig ruimtegebruik) of maatregelen waarbij hemelwater nuttig wordt toegepast in plaats van afgevoerd.

Tot slot wil het waterschap met de stimuleringsregeling in educatieve zin bijdragen aan de vergroting van de kennis en bewustzijn over hemelwater bij een breder publiek.

Deze regeling is niet bedoeld voor het oplossen van lokale (hemel)wateroverlast (stedelijke wateropgave), problemen met de waterkwaliteit of verbeteren van de werking van de afvalwaterketen (stelsel van riolering, gemalen, persleidingen en rioolwaterzuiveringsinstallaties). Wanneer hemelwatermaatregelen daaraan bijdragen, maken waterschap, gemeenten en eventueel andere betrokkenen daar op andere manieren afspraken over (bijvoorbeeld (afval)waterakkoord, waterplan of gemeentelijk rioleringsplan).

Beleidsregel Hemelwater waterschap Aa en Maas 2011 – 2015

Het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas,

gelezen het ambtelijke advies over de beleidsregel subsidie voor hemelwater

gelet op artikel 4:81 Algemene wet Bestuursrecht

gelet op artikel 4, lid 2 van de Stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015

gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur van d.d. 2 juli 2010 over de beleidsnota ‘omgaan met hemelwater'

Besluit,

Vast te stellen, de navolgende

"Beleidsregel Hemelwater waterschap Aa en Maas 2011 - 2015"

Inleiding

Op grond van de artikel 3 van de "stimuleringsregeling hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015" heeft het dagelijks bestuur de bevoegdheid subsidie te verlenen voor:

  • a.

    Het afkoppelen van minimaal 1.000 m2 verhard oppervlak door de aanleg van vegetatiedaken

  • b.

    Het afkoppelen van minimaal 1.000 m2 verhard oppervlak door het gebruik van innovatieve technieken voor de opvang, verwerking of nuttige toepassing van hemelwater

  • c.

    Het aanbrengen van voorzieningen die op een aanschouwelijke wijze bijdragen aan de verbreding van kennis / bewustwording over hemelwater bij een breder publiek.

Het verstrekken van subsidie is een instrument dat ingezet wordt om derden op vrijwillige basis aan te zetten tot het scheiden van hemelwater en afvalwater c.q. het bewust omgaan met hemelwater te bevorderen.

Op welke wijze het dagelijks bestuur omgaat met zijn bevoegdheid om subsidie te verlenen is in deze beleidsregel vastgelegd. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat het dagelijks bestuur handelt overeenkomstig de beleidsregel tenzij dat voor een of meer belanghebbenden een onevenredig nadeel zou opleveren.

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • waterschap: waterschap Aa en Maas

  • beheergebied: beheergebied van waterschap Aa en Maas zoals dat is vastgesteld in het provinciale Reglement waterschap Aa en Maas 2008

  • het bestuur: het Dagelijks Bestuur van waterschap Aa en Maas;

  • subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het Dagelijks Bestuur van waterschap Aa en Maas verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het waterschap Aa en Maas geleverde goederen en diensten;

  • activiteiten: activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, vertaald naar meetbare prestaties, de nagestreefde doelstellingen en hun beoogde effecten, alsmede de relatie met het beleid van het waterschap Aa en Maas;

  • subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak in de begroting ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift

  • stimuleringsregeling: stimuleringsregeling "hemelwater waterschap Aa en Maas 2011-2015"

  • vegetatiedak: een dak dat door bewust menselijk handelen is voorzien van vegetatie

  • afkoppelen: treffen van maatregelen waardoor hemelwater niet of nauwelijks meer via de riolering wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering

Artikel 2: Reikwijdte beleidsregel

Deze beleidsregel is van toepassing op aanvragen om subsidie ingevolge artikel 3.1 van de stimuleringsregeling.

Artikel 3: Vereisten voor subsidieverstrekking

In dit artikel is een nadere beschrijving opgenomen van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.

Innovatieve technieken

Om te bepalen of sprake is van innovatieve technieken is onder meer van belang dat de maatregelen / activiteiten:

  • a.

    Nog niet op grote schaal zijn toegepast binnen het beheergebied;

  • b.

    Niet behoren tot de gangbare praktijk of producten van bedrijven of ondernemingen binnen het beheergebied.

De innovatieve techniek leidt naar verwachting (op termijn) tot lagere (beheer)kosten dan bestaande technieken en/of legt verbanden met andere beleidsterreinen waardoor meerdere beleidsdoelen worden gediend.

In het laatste geval zijn de totale maatschappelijke (beheer)kosten naar verwachting (op termijn) lager dan in de bestaande situatie.

Aanschouwelijke wijze

Met aanschouwelijke wijze wordt bedoeld het zodanig ontwerpen en realiseren van hemelwatervoorzieningen dat deze zichtbaar zijn voor een breder publiek en uitnodigen tot "leren door doen/ervaren". Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan waterspeelvoorzieningen, waterleertuinen, bedienbare informatiepanelen en dergelijke.

Breder publiek

Bij een breder publiek wordt specifiek gedacht aan burgers, maar kan ook bedrijven, en maatschappelijke instellingen omvatten.

Artikel 4: Aanvullende criteria

1. Afstemming activiteiten met gemeente

De voorgenomen activiteiten moeten passen binnen het lokale gemeentelijke hemelwaterbeleid.

Hiermee wordt voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die leiden tot conflictsituaties, bijvoorbeeld omdat er te veel overtollig hemelwater wordt afgevoerd naar het gemeentelijke hemelwaterstelsel. De aanvrager geeft aan op welke wijze hij deze afstemming heeft geregeld.

2. Activiteiten worden voortgezet

Het is de bedoeling van de subsidieaanvrager om de voorzieningen waarvoor subsidie wordt verleend, ook zonder subsidie voort te zetten c.q. in stand te houden. Bij de beschrijving van de activiteiten geeft de subsidieaanvrager aan op welke wijze hieraan invulling wordt gegeven.

3. Resultaten openbaar beschikbaar

De resultaten van de activiteiten (in de vorm van ontwerpgegevens, uitvoeringsgegevens, meetgegevens, foto's e.d.) zijn beschikbaar voor het waterschap of derden om als voorbeeldmateriaal te dienen voor vervolgprojecten en te gebruiken voor promotionele doeleinden. Dit behoudens eventuele patenten.

4. De activiteiten / technieken kunnen op grotere schaal worden uitgevoerd binnen het beheergebied

De activiteiten kunnen naar redelijke verwachting ook op grotere schaal worden toegepast. Uit de aanvraag om de subsidie moet blijken dat er nagedacht is over de mogelijkheden om de activiteiten ook door andere (gelijksoortige) partijen uit te voeren.

Artikel 5: Geen subsidie

Geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die in strijd zijn of mogelijk in strijd komen met de het overige beleid van het waterschap.

Artikel 6: Hoogte van het subsidiebedrag

  • a.

    Voor de aanleg van een vegetatiedak bedraagt de subsidie € 5 per m2 met een maximum van € 50.000 per project

  • b.

    Voor de toepassing van een innovatieve techniek voor de opvang, verwerking of nuttige toepassing van hemelwater bedraagt de subsidie € 5 per m2 tot een maximum van € 50.000 per project

  • c.

    Voor projecten waarmee de kennis en bewustwording over hemelwater worden verstrekt bedraagt de subsidie 25% van de projectkosten tot een maximum van € 10.000 per project

  • d.

    Het dagelijks bestuur houdt zich het recht voor om in alle redelijkheid te bepalen welke kosten tot de projectkosten worden gerekend

Artikel 7: Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking gelijk met de inwerkingtreding van de stimuleringsregeling.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur d.d. 17 mei 2011.

de secretaris, de dijkgraaf,

drs. P. Sennema drs. L.H.J. Verheijen

Beleidsnota Hemelwater Waterschap Aa en Maas

[de Beleidsnota Hemelwater Waterschap Aa en Maas is bijgevoegd als pdf-bestand]


1

[Toelichting: Lid 1

Het is de bevoegdheid van het dagelijks bestuur om subsidies te verlenen en subsidies vast te stellen.

Met subsidieverlening is bedoeld de beschikking die voorafgaat aan de te subsidiëren activiteit. De subsidieverlening geeft de subsidieaanvrager een voorwaardelijk recht op een subsidie. Pas als de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de opgelegde voorschriften is voldaan kan de subsidie definitief worden vastgesteld. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om de subsidievaststelling moet zijn ingediend. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag vast van de subsidie en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.

Lid 2

Met het verstrekken van subsidies is zowel bedoeld het verlenen van subsidies als het vaststellen van subsidies.

Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen. Een gebruikelijke vorm van nadere regels is de beleidsregel. Een beleidsregel mag echter geen normstelling omvatten. Zo kunnen in een beleidsregel geen termijnen of subsidieverplichtingen worden opgenomen. Wel kunnen in een beleidsregel beoordelingscriteria worden vastgesteld. Aan de hand van deze criteria wordt bepaald of de subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie is bedoeld.

Wanneer bevoegdheden door het dagelijks bestuur zijn gemandateerd dan is in deze toelichting met dagelijks bestuur tevens de gemandateerde bedoeld.]

2

[Toelichting: Lid 1

De Awb bepaalt dat de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag een wettelijke grondslag moet hebben. In deze regeling is gekozen voor de meest eenvoudige vorm van verdeling: "wie het eerst komt, het eerst maalt'. Daarbij geldt dat een aanvraag alleen mee telt in het bepalen van de volgorde vanaf het moment dat de aanvraag volledig is. De aanvraag is volledig wanneer is voldaan aan de vereisten die de Awb stelt en de vereisten die in de artikel 7 en 8 van deze regeling zijn opgenomen. Onvolledige en/of pro forma aanvragen tellen dus niet mee bij het bepalen van de volgorde van ontvangst.

Komen meerdere aanvragen op dezelfde dag binnen bij het waterschap en kunnen niet alle aanvragen worden gehonoreerd, omdat het subsidieplafond al eerder is bereikt, dan is het toegestaan dat tussen deze aanvragen wordt geloot.

Lid 2

Om te voorkomen dat door één subsidieaanvraag het grootste deel van het voor subsidie beschikbare bedrag is gebruikt, geldt de regel dat maximaal 50% van het subsidieplafond per te verstrekken subsidie kan worden toegekend.

Lid 3

In aanvulling op de in de leden 1 en 2 genoemde verdelingsregels kan het dagelijks bestuur nog andere regels stellen voor de verdeling van het maximaal beschikbare subsidiebedrag. Deze aanvullende regels kunnen worden opgenomen in een beleidsregel.

Bij de bekendmaking van het subsidieplafond moeten ook deze aanvullende regels worden bekendgemaakt en niet later.]

3

[Toelichting: Lid 1 en 2

Een subsidie wordt zonder nadere motivering geweigerd wanneer bij het verstrekken van de gevraagde subsidie het subsidieplafond wordt overschreden. Overschrijving van het subsidieplafond is dus een verplichte weigeringsgrond.

De Awb vereist dat het subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór aanvang van het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft. Het subsidieplafond moet expliciet in de begroting worden opgenomen. Is het subsidieplafond opgenomen in de begroting dat is met de vaststelling van de begroting ook het subsidieplafond vastgesteld en tevens opengesteld voor de periode waarop de begroting betrekking heeft.

Is het subsidieplafond niet als zodanig bekendgemaakt, dan kan een subsidieaanvraag niet ongemotiveerd worden geweigerd bij overschrijving van het subsidieplafond. Het publiceren van het subsidieplafond is dan ook ten zeerste aanbevolen.]

4

[Toelichting: Lid 1

Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk of elektronisch ingediend bij het dagelijks bestuur.

Elektronische aanvraag loopt via het daarvoor op de website van het waterschap (http://www.aaenmaas.nl/) beschikbare elektronische aanvraagformulier.]

5

[Toelichting: Lid 1

Ieder bestuursorgaan is verplicht bij de voorbereiding van een besluit de relevante feiten en nodige kennis te verzamelen en alle betrokken belangen af te wegen. Hiervoor kan het bestuursorgaan ook een beroep doen op de aanvrager van het besluit.

In dit lid is aangegeven welke gegevens en bescheiden in ieder geval bij de aanvraag van een subsidie door de aanvrager moeten worden verstrekt.

Lid 2

Wanneer de op basis van het vorige lid verstrekte gegevens niet voldoende zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag dan is het dagelijks bestuur bevoegd nog andere gegevens en bescheiden te vragen. Alleen die gegevens en bescheiden mogen worden gevraagd die noodzakelijk zijn voor de beslissing op de subsidieaanvraag en waarover de subsidieaanvrager in alle redelijkheid beschikt of de beschikking kan krijgen.

Met bescheiden zijn bedoeld documenten als een diploma, een foto of een tekening.]

6

[Toelichting: Lid 1

Ingevolge lid 5 beslist het dagelijks bestuur binnen acht weken op een subsidieaanvraag (toekenningsbesluit). Dit betekent dat in principe de subsidieaanvrager de subsidiebeschikking heeft ontvangen voordat met de uitvoering van de activiteiten is begonnen.]

7

[Toelichting: Lid 1 en 2

In de Awb zijn een aantal standaardverplichtingen (artikel 4:37 Awb) opgenomen die het bestuursorgaan kan opleggen aan de subsidieaanvrager. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn verplichtingen die betrekking hebben op de aard en omvang van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en de verplichting om verantwoording af te leggen over de besteding van het subsidiebedrag.

De lijst van standaardverplichtingen is niet limitatief. Naast deze standaardverplichtingen kan het dagelijks bestuur ook andere verplichtingen opleggen aan de subsidieaanvrager. Verplichtingen, zowel de standaard- als de aanvullende verplichtingen, moeten worden opgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.]

8

[Toelichting: In de stimuleringsregeling is aan de subsidieaanvrager de verplichting opgelegd om het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk te informeren als een activiteit waarvoor de subsidie verstrekt wordt niet of niet geheel zal worden uitgevoerd.

Ook wanneer naar verwachting door de subsidieaanvrager niet voldaan kan worden aan opgelegde verplichtingen moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij het dagelijks bestuur.

Het bestuur heeft de mogelijkheid om in dergelijke gevallen de subsidie in te trekken. Hiermee wordt voorkomen dat subsidies worden gebruikt voor activiteiten waarvoor ze volgens deze regeling niet zijn bedoeld. Bovendien komt hiermee het toegekende subsidiebedrag weer vrij voor toekenning aan andere activiteiten.]

9

[Toelichting: Lid 1 tot en met 3

Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend binnen twaalf weken na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend. Deze termijn van twaalf weken is een termijn van orde. Het dagelijks bestuur kan besluiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in behandeling te nemen wanneer de aanvraag later dan twaalf weken na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend is ingediend, maar is hier niet toe verplicht.

Ingevolge lid 3 beslist het dagelijks bestuur binnen acht weken op een aanvraag om subsidievaststelling (vaststellingsbesluit).

Lid 4

Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid een langere termijn aan te houden ten aanzien van de beslissing op de aanvraag om subsidievaststelling, indien dit uit de aard van de subsidie dan wel de verantwoording daarvan volgt. Het dagelijks bestuur zal de subsidieaanvrager hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.

Lid 5

Is binnen de termijn, zoals gesteld in de beschikking tot subsidieverlening, door het dagelijks bestuur geen aanvraag om subsidievaststelling ontvangen, dan kan de subsidie worden ingetrokken. Het dagelijks bestuur mag hier alleen toe overgaan nadat aan de subsidieaanvrager een herinnering is gestuurd.

Hiermee wordt bewerkstelligd dat vastgestelde subsidiebedragen weer vrij komen voor andere activiteiten, wanneer een aanvrager niet binnen een redelijke termijn voldoet aan de vereisten in de subsidietoekenning.]

10

[Toelichting: Lid 1 en 2

In de Awb is bepaald dat het subsidiebedrag wordt betaald zoals in het besluit (de beschikking) tot subsidievaststelling is vastgelegd. Wanneer het besluit tot vaststelling van de subsidie geen termijn noemt waarbinnen de vastgestelde subsidie wordt betaald dan geldt een termijn van zes weken.]

11

[Toelichting: Lid 1 en 2

Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid de subsidieverlening in te trekken indien met de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend, geen begin is gemaakt uiterlijk zes maanden na verlening van de subsidie.

Het dagelijks bestuur heeft tevens de bevoegdheid om af te wijken van de in lid 1 genoemde bevoegdheid, indien de subsidieaanvrager daarom heeft verzocht.]

12

[Toelichting: De hardheidsclausule maakt het mogelijk af te wijken van bepalingen uit deze regelingen, uitgezonderd de bepalingen uit hoofdstuk 1.

Gebruik maken van de hardheidsclausule moet beperkt blijven tot situaties waarbij toepassing van de in deze regeling opgenomen regels leidt tot een onvoorziene en niet bedoelde onbillijke situatie voor belanghebbende.

Bij toepassing van de hardheidsclausule blijft het doel van de subsidie voorop staan.]