Organisatie | Waterschap Noorderzijlvest |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Schouwverordening waterschap Noorderzijlvest 2009 |
Citeertitel | Schouwverordening waterschap Noorderzijlvest 2009 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Schouw |
Bron bekendmaking toegevoegd
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2009 | nieuwe regeling | 25-11-2009 Dagblad vh Noorden en Leeuwarder Courant | 3084 | ||
13-12-2009 | 13-12-2009 | nieuwe regeling | 25-11-2009 geen | 3084 |
Hoofdstuk 2. Schouw en herschouw over oppervlaktewaterlichamen
Het Dagelijks Bestuur maakt het tijdstip waarop de zomerschouw, bedoeld in artikel 2, onderscheidenlijk de najaarsschouw, bedoeld in artikel 3, een aanvang neemt tenminste twee weken tevoren bekend door kennisgeving ervan in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen, dan wel op andere geschikte wijze.
Het Dagelijks Bestuur wijst de toezichthouders aan die zijn belast met houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Indien bij de schouw wordt geconstateerd dat niet is voldaan aan de in de Keur van het water-schap Noorderzijlvest bedoelde onderhoudsverplichtingen, worden de in gebreke gebleven onderhoudsplichtigen daarvan schriftelijk in kennis gesteld en wordt hen een door het Dagelijks Bestuur te stellen termijn gegund om alsnog aan de onderhoudsverplichtingen te voldoen.
Hoofdstuk 3. Schouw over waterkeringen
Over de waterkeringen die staan aangegeven op de door het Dagelijks Bestuur vast te stellen schouwkaarten kan gedurende het gehele jaar schouw worden gevoerd.
[Toelichting: Algemene inleiding.
Schouwvoering betreft de uitoefening van toezicht op de naleving van bestaande onderhoudsverplichtingen, zoals deze zijn vastgelegd in de legger en de Keur. Daarnaast wordt bij de schouw gelet op eventuele overtredingen van verbodsbepalingen.De schouwverordening bepaalt de tijd en de wijze waarop de schouw plaatsvindt, alsmede de verdere regeling van de schouw. Het Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest bevat geen bepalingen die betrekking hebben op het beheer en/of onderhoud, dit is geregeld in de Keur van het waterschap. In de Keur is onder meer terug te vinden waaruit de onderhouds-verplichtingen bestaan. Er is tevens voor gekozen begrippen als waterstaatswerken, wateren, en waterkeringen niet opnieuw te definiëren, aangesloten wordt bij de begripsbepalingen in de Keur. De schouwverordening en de bijbehorende schouwkaarten vormen de formele basis voor de opzet van de schouw. In de Keur is gedefinieerd wie de onderhoudsplichtigen zijn van wateren en waterkeringen. Op basis van de schouwverordening worden kaarten vastgesteld waarop de daadwerkelijk te schouwen wateren en waterkeringen staan aangegeven. Daaruit blijkt onder andere welke wateren en waterkeringen concreet vallen onder de zogenaamde "actieve schouw" van het waterschap. Het is niet nodig alle wateren en waterkeringen daadwerkelijk te schouwen.De praktijk heeft uitgewezen dat het niet nodig is dat het waterschap toeziet op de staat van onderhoud van alle wateren. Het is daarbij wenselijk en mogelijk gebleken het onderhoud van een deel van de wateren aan de aanliggende eigenaren over te laten zonder dat het waterschap zich daar (actief) mee bemoeit door middel van het schouwinstrument. Deze benadering wordt ook wel aangeduid met de term "passieve schouw".]
[Toelichting: Artikel 3 Najaarsschouw
Met name bij wateren geldt dat het - gelet op het getal - niet doenlijk is jaarlijks daadwerkelijk schouw (uit) te voeren over alle wateren die aan schouw zijn onderworpen. Onder schouw voeren moet in dit verband worden verstaan het toezien op de naleving van de in de Keur geformuleerde onderhoudsverplichtingen. Verder hoeft het uit een oogpunt van waterbeheer-sing niet altijd noodzakelijk te zijn jaarlijks schouw (uit) te voeren over alle wateren.
In het eerste lid van dit artikel wordt geregeld wanneer over welke wateren schouw wordt gevoerd. Over de wateren die staan aangegeven op de door het Dagelijks Bestuur vastgestelde schouwkaarten wordt jaarlijks in de maanden november en december schouw gevoerd.
Het derde lid geeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid te besluiten tot het voeren van een extra schouw, bijvoorbeeld in het voorjaar. Doorgaans hoeft zo'n extra schouw niet in het gehele waterschapsgebied gevoerd te worden. Om elke twijfel op dit punt uit te sluiten, is aangegeven dat zo'n extra schouw tot een deel van het waterschapsgebied beperkt kan blijven.
Het vierde lid bepaalt dat indien er sprake is van bijzondere omstandigheden de periode waarin wordt geschouwd kan worden gewijzigd. Onder bijzondere omstandigheden moet met name worden verstaan weersomstandigheden, die de uitvoering van de schouw - maar ook het in schouwbare staat brengen van waterstaatswerken door onderhoudsplichtigen - ernstig kunnen bemoeilijken.]
Bekendmaking schouwDoorgaans wordt de schouw gevoerd gedurende een bepaalde periode. Het tijdstip waarop de schouw een aanvang neemt, dient door het Dagelijks Bestuur bekend te worden gemaakt op de wijze als in het eerste lid bepaald.
De kennisgeving in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen wordt op grond van het tweede lid in een drietal gevallen vervangen door een persoonlijke aanschrijving:
a. indien voor het eerst schouw wordt gevoerd. Door wateren op schouwkaarten te plaatsen en deze vast te stellen, kan het aantal wateren waarover schouw wordt gevoerd, worden uitgebreid. Alhoewel op de voorbereiding van het besluit tot vaststelling of wijziging van een schouwkaart afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (bekendmaking, ter inzage, mogelijkheid zienswijzen kenbaar te maken), verdient het toch aanbeveling ingeval voor het eerst schouw wordt gevoerd de ingeland hierover persoonlijk in te lichten;
b. indien een extra schouw wordt gevoerd. Aangezien een extra schouw doorgaans tot een deel van het waterschapsgebied beperkt zal blijven, kan er veel verwarring ontstaan over welke wateren nu precies schouw wordt gevoerd indien met een kennisgeving in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen wordt volstaan. Daarom wordt de kennisgeving door een persoonlijke aanschrijving vervangen. De optie om een extra schouw uit te voeren kan ook aan de orde zijn in jaren waarin in een bepaald deel van het waterschapsgebied wateren door weersomstandigheden of andere factoren sneller dichtgroeien. Behoud danwel herstel van een goede aan- of afvoer van water is hiervoor het motief.
c. wanneer naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur sprake is van één of meer spoedeisende gevallen.
Op grond van het derde lid kan in de daar bedoelde gevallen voor het doen van de vereiste kennisgeving een kortere termijn worden gehanteerd dan de twee-weken-periode, bedoeld in het eerste lid. In het oog moet worden gehouden dat deze mogelijkheid overigens geen grond biedt voor onverhoedse schouwvoering. De mogelijkheid van het stellen van een kortere periode tussen de mededeling en de daadwerkelijke schouwvoering laat onverlet dat het wel om een redelijke termijn moet blijven gaan. Wat in deze redelijk te noemen is, hangt af van de omstandigheden en bijzonderheden van het geval en staat uitsluitend ter beoordeling en beslissing van het waterschapsbestuur.]
[Toelichting: Artikel 5 Toezichthouders
Afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht kent bestuursbevoegdheden toe aan bij of krachtens wettelijk voorschrift aangewezen toezichthouders. Het toezicht zoals hier aan de orde moet worden gezien als toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften alsmede vergun¬ningvoorschriften. Het gaat daarbij om toezicht op voor burgers geldende wettelijke verplich-tingen.
Aangezien de aanwijzing in de schouwverordening niet rechtstreeks plaatsvindt, is correcte aanwijzing van toezichthouders in aanvullende besluitvorming nog noodzakelijk. In dit artikel is bepaald dat het Dagelijks Bestuur van het waterschap de toezichthouders aanwijst.
De functie van toezichthouder in de zin van dit artikel wordt uitgeoefend door de daartoe op grond van artikel 4 van deze verordening aangewezen ambtenaren.]
[Toelichting: Artikel 6 Uitvoering schouw
Dit artikel bepaalt dat het Dagelijks Bestuur ambtenaren van het waterschap aanwijst die schouw voeren. Het spreekt voor zich dat dit geschiedt in de vorm van een besluit.
Het tweede lid geeft aan dat deze ambtenaren een proces-verbaal van schouw opmaken, dat wil zeggen dat zij aantekenen hetgeen zij tijdens de schouw aan gebreken constateren. Hiertoe zal een modelfor¬mulier worden ontwikkeld.]
[Toelichting: Artikel 7 Aanmaning schouw
Indien bij de schouw wordt geconstateerd dat niet aan de in de Keur vastgelegde onderhouds-verplichtingen is voldaan, wordt niet meteen tot bestuursdwang overgegaan.
De in gebreke gebleven onderhoudsplichtigen zal door het Dagelijks Bestuur een termijn worden gegund om alsnog aan de onderhoudsverplichtingen te voldoen. Hierbij kan gedacht worden aan een termijn van één of twee weken. Weersomstandighedenkunnen maken dat deze termijn ]
[Toelichting: Artikel 8 Herschouw
Na het verstrijken van de door het Dagelijks Bestuur gegunde termijn vindt een herschouw plaats. Het tweede lid geeft aan deze herschouw wordt uitgevoerd door de door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen ambtenaren. Ook deze aanwijzing dient te geschieden in de vorm van een besluit.
Uit het op te maken proces-verbaal van herschouw blijkt of de onderhoudsplichtige heeft voldaan aan de in de Keur omschreven onderhoudsverplichtingen. Indien dit niet het geval is, is het Dagelijks Bestuur bevoegd op grond van artikel 61 van de Waterschapswet be-stuursdwang toe te passen.]
[Toelichting: Artikel 10 Uitvoering schouw
Bij de schouw over de waterkeringen wordt geen onderscheid gemaakt tussen schouw en herschouw. Dit betekent dat na controle meteen tot het toepassen van bestuursdwang kan worden overgegaan. Ook ten aanzien van waterkeringen vindt de schouw plaats door de door het Dagelijks Bestuur aangewezen ambtenaren.]
[Toelichting: Artikel 11 Wijze van inspraak
De vaststelling of wijziging van de schouwkaarten roept voor het waterschap de verplichting in het leven om de in deze documenten vermelde waterstaatkundige objecten daadwerkelijk op hun staat van onderhoud te controleren.
Een dergelijk besluit heeft voor belanghebben¬de ingelanden echter beperkte gevolgen.
Het besluit tot vaststelling of wijziging van de schouwkaart brengt naar zijn aard geen wijziging aan in de omvang van bestaande onderhoudsverplichtingen.
Het brengt alleen met zich mee dat de staat van onderhoud van de oppervlaktewaterlichamen, waarvan zij onderhoudsplichtig zijn, jaarlijks door het waterschap wordt gecontroleerd.
Niettemin is uit een oogpunt van zorgvuldigheid op de voorbereiding van het besluit tot vaststelling of wijziging afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard.]
[Toelichting: Artikel 12 Beleidsregels schouw
Aan het Dagelijks Bestuur wordt een algemene bevoegdheid gegeven om ten aanzien van de schouw beleidsregels vast te stellen. Denkbaar is dat in dergelijke beleidsregels de criteria voor de te schouwen objecten en de mate van opschoning daarvan worden vastgelegd.
De term "richtinggevend" in het tweede lid van deze bepaling brengt tot uitdrukking dat aan de beleidsregels een zekere uniformerende werking is toegedacht. Zij zijn het vertrekpunt van handelen, maar kunnen niet onder alle omstandigheden als bindend worden beschouwd. Richtinggevend houdt dus ook in dat in voorkomende gevallen gemotiveerd van de beleidsregels kan en mag worden afgeweken.
In uitzonderingssituaties kan het bijvoorbeeld onredelijk of ondoelmatig zijn opschoning van een watergang overeenkomstig de formele eisen te verlangen, wanneer met de bestaande toestand van een watergang of waterkering de aan- en/of afvoer van water, c.q. de adequate bescherming tegen overstroming (veiligheid) gewaarborgd is.
In de huidige opzet is de inhoud van de Schouwnotitie waterschap Noorderzijlvest 2004, die voor het laatst is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 23 juni 2004, als beleidsregel in de zin van deze bepaling aan te merken.]