Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingAmbtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011
CiteertitelAmbtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur-waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Waterschapswet
  3. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Gelderland/82327/82327_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-05-2022wijziging mandaatregister (divers)

26-04-2022

wsb-2022-5003

2022036040
01-01-202203-05-2022wijziging art. 2 lid 1, toelichting en mandaatregister (divers)

14-12-2021

wsb-2021-15381

2021154693
01-01-202101-01-2022wijziging art. 2 lid 2, toelichting en mandaatregister (divers)

15-12-2020

wsb-2020-14331

2020081416
01-01-202001-01-2021wijziging mandaatregister (divers)

17-12-2019

wsb-2019-13354

2019133178
01-01-201901-01-2020Tiende wijziging Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011

11-12-2018

wsb-2018-12335

2018120269
24-05-201801-01-201801-01-2019Bijlage I: het mandaatregister, XIII

15-05-2018

wsb-2018-4895

2018055863
01-01-201824-05-2018art. 2 lid 2, toelichting en mandaatregister

12-12-2017

wsb-2017-11605

2017052017
01-11-201601-01-2018wijziging, mandaatregister (divers)

18-10-2016

wsb-2016-8627

201613150
09-02-201601-11-2016wijziging, mandaatregister (divers)

18-10-2016

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 2016, 936

201613150
30-12-201509-02-2016Bijlage I: het mandaatregister en de toelichting definities Mandaatregister

15-12-2015

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 2015, 10176

201518544
18-12-201430-12-2015Rectificatie. Aanhef, artikel 1, onder d en bijlage 1 (mandaatregister, incl. toelichting)

21-10-2014

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 2014, 8602

201415457
12-11-201418-12-2014aanhef, artikel 1, onder d en bijlage 1 (mandaatregister, incl. toelichting)

21-10-2014

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 2014, 7556

201415457
31-10-201312-11-2014nieuw mandaatregister en toelichting begrippen in mandaatregister

15-10-2013

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 2013, 3059

201309289
20-09-201231-10-2013Intrekking van het Mandaatregister Projectbureau voorbereiding dijkverbetering; toevoeging onderdeel g aan artikel 1

27-07-2012

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 19-09-2012 (2012, week 38)

201217944
01-05-201220-09-2012wijziging in bijlage: mandaatregister 2012 (toevoeging in Hoofdstuk IX Handhaving)

20-03-2012

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 18-04-2012

201202842
26-01-201201-05-2012wijziging bijlage: mandaatregister

13-12-2011

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 25-01-2012

201136303
01-01-201126-01-2012nieuwe regeling

14-12-2010

Waterschapsblad, 29-12-2010

201041445

Tekst van de regeling

Intitulé

Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011

HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;

Overwegingen:

  • het algemeen bestuur heeft in zijn vergadering van 23 april 2010 een Delegatiebesluit genomen en een Algemene mandaatregeling vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

  • het college van dijkgraaf en heemraden is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de tactische aspecten van de taakuitoefening;

  • uit oogpunt van efficiency is het wenselijk om diverse bevoegdheden van het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een medewerker die ondergeschikt is aan het college. , Die bevoegdheden moeten naar de aard en inhoud daartoe geschikt zijn;

  • in deze regeling wordt gebruik gemaakt van de bevoegdheid om mandaat, volmacht en machtiging te verlenen aan medewerkers van het waterschap;

  • aan het verlenen en uitoefenen van bevoegdheden in mandaat, met machtiging of volmacht moeten regels worden gesteld;

  • het mandaatbesluit voor de secretaris-directeur van 15 juni 2010 alsmede de overige ondermandaatbesluiten komen te vervallen en worden vervangen door een Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011.

Wettelijk kader:

de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Waterschapswet, het Reglement voor Waterschap Rivierenland,

Gerelateerde regelgeving:

Het Delegatiebesluit Waterschap Rivierenland, de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Rivierenland, de Regeling budgetbeheer, de Regeling Financieel Beheer, het Inkoop- en aanbestedingsbeleid en het Eigendommenbeleid.

Besluit

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    waterschap: Waterschap Rivierenland;

  • b.

    dagelijks bestuur: het college van dijkgraaf en heemraden;

  • c.

    secretaris-directeur: secretaris-directeur van het waterschap;

  • d.

    directeur: lid van de directieraad, die belast is met het aansturen van een aantal programma's of de directeur die is belast met het aansturen van projecten;

  • e.

    afdelingshoofd: degene die belast is met de leiding van een afdeling;

  • f.

    teamleider: degene die belast is met de leiding van een team;

  • g.

    programmamanager: degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de programma opdracht;

  • h.

    projectleider: degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een project;

  • i.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van dijkgraaf en heemraden  besluiten te nemen;

  • j.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het college van dijkgraaf en heemraden (of de dijkgraaf) privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • k.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van het college van dijkgraaf en heemraden (of de dijkgraaf) handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • l.

    gemandateerde: degene die een bevoegdheid namens het college van dijkgraaf en heemraden uitoefent;

  • m.

    mandaatgever: degene die een bevoegdheid mandateert;

  • n.

    mandaatregister: een overzicht van alle bevoegdheden die zijn gemandateerd door het college van dijkgraaf en heemraden;

  • o.

    besluit: schriftelijke beslissing van het het college van dijkgraaf en heemraden inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

Artikel 2 Niet te mandateren bevoegdheden

  • 1.

    Alleen het dagelijks bestuur mag een besluit nemen en een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling verrichten, neergelegd in een document, gericht tot:

    • a.

      de Koning;

    • b.

      de Raad van Ministers of een daaruit gevormde onderraad of een commissie;

    • c.

      de Voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of de Voorzitter van een uit een van die Kamers gevormde commissie.

  • 2.

    Aan het dagelijks bestuur blijft ook voorbehouden de bevoegdheid tot het:

    • a.

      nemen van besluiten die op grond van wettelijke bepalingen of naar de aard van de bevoegdheid zijn voorbehouden aan het dagelijks bestuur;

    • b.

      vaststellen van beleid binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders;

    • c.

      nemen van besluiten over een vergunning of ontheffing aan het waterschap zelf;

    • d.

      nemen van besluiten inzake:

    • het vaststellen van intern werkende regelingen;

    • e.

      nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake:

    • de rechtspositie van de secretaris-directeur, voor zover deze niet behoren tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur;

    • aanstelling, schorsing en ontslag van de directeuren;

    • ontslag anders dan op eigen verzoek van de afdelingshoofden, teamleiders en overige medewerkers.

Artikel 3 Mandaat  aan de secretaris-directeur en de overige medewerkers

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verleent mandaat aan de secretaris-directeur voor aangelegenheden die volgens het dagelijks bestuur naar aard en inhoud niet een zodanig gewicht hebben, dat zij door het dagelijks bestuur behoren te worden afgedaan.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur verleent rechtstreeks mandaat aan andere medewerkers dan de secretaris-directeur, als dat gelet op de aard van de bevoegdheid aangewezen is.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur verleent alleen mandaat voor aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van betrokkene en die naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de mandaatgever zelf.

  • 4.

    In het mandaatregister dat bij deze regeling behoort is vastgelegd welke bevoegdheden aan de secretaris-directeur en aan de overige medewerkers zijn gemandateerd.

Artikel 4 Algemene voorwaarden mandaat

  • 1.

    De uitoefening van het mandaat gebeurt binnen de grenzen van de vastgestelde taken en processen, met inachtneming van het geldende recht, de beleids- en uitvoeringsregels die door het bestuur zijn vastgesteld en de aangegeven beperkingen en voorwaarden.

  • 2.

    De gemandateerde handelt volgens de beleidsregels, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn waardoor strikte toepassing van de beleidsregels niet redelijk is en als gevolg van afwijking van de beleidsregels geen precedentwerking is te verwachten.

  • 3.

    Het mandaat moet worden uitgevoerd met inachtneming van de geldende regelingen voor opdracht- en tekenbevoegdheid en met inachtneming van de Regelingen financieel beheer en budgetbeheer.

  • 4.

    Besluiten, die ook betrekking hebben op andere afdelingen dan die van de gemandateerde, mogen pas worden genomen na advies van en in overeenstemming met de desbetreffende gemandateerde.

  • 5.

    De gemandateerde verschaft de mandaatgever periodiek of op zijn verzoek een rapportage over de uitoefening van de bevoegdheid. Het bij deze regeling behorende mandaatregister bevat een overzicht van alle gemandateerde bevoegdheden. In het mandaatregister is vastgelegd door wie en en op welke wijze moet worden gerapporteerd.

  • 6.

    Als de gemandateerde van oordeel is, of wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat een te nemen beslissing bestuurlijk gevoelig is, legt de gemandateerde de te nemen beslissing met zijn advies voor aan de mandaatgever.

  • 7.

    Als er voor een besluit mandaat is verleend, geeft dat ook de bevoegdheid dat besluit te ondertekenen.

Artikel 5 Algemeen

Het mandaat omvat ook alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van

de bevoegdheid behoren, zoals:

  • a.

    verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en van gegevens van feitelijke en objectieve aard;

  • b.

    verzenden van ontvangstbevestigingen;

  • c.

    voeren van overige correspondentie;

  • d.

    adviezen vragen en inlichtingen inwinnen;

  • e.

    verzorgen van publicaties;

  • f.

    verzoeken tot het aanvullen van gegevens in een ingediende aanvraag voor vergunning, ontheffing of subsidie ;

  • g.

    verlengen van de beslistermijn bij een aanvraag voor vergunning, ontheffing of subsidie.

Artikel 6 Vervanging

  • 1.

    Bij afwezigheid of verhindering van de gemandateerde gaat de bevoegdheid over op een plaatsvervanger met een gelijke functie, of bij gebreke van een dergelijke plaatsvervanger, op de naasthogere leidinggevende.

  • 2.

    Als de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid de persoon, functie of enig ander belang van de gemandateerde zelf betreft, oefent zijn plaatsvervanger of naasthogere ledingevende de betreffende bevoegdheid uit.

Artikel 7 Volmacht en machtiging

  • 1.

    Onverminderd artikel 2, verleent het dagelijks bestuur aan de secretaris-directeur volmacht en machtiging voor aangelegenheden die naar aard en inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij door het dagelijks bestuur horen te worden afgedaan.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur verleent volmacht en machtiging aan andere medewerkers dan de secretaris-directeur, voorzover dat gelet op de aard van de bevoegdheid aangewezen is.

Artikel 8 Ondertekening

Het in een document vastleggen van een besluit of een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling vastgesteld op basis van mandaat, volmacht of machtiging vermeldt aan het slot:

Hoogachtend,

namens het college van dijkgraaf en heemraden van

Waterschap Rivierenland,

de functie van de gemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde,

gevolgd door de handtekening en de naam van de gemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de 1 januari 2011.

  • 2.

    Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit vervallen:

    • het mandaatbesluit voor de secretaris directeur van 15 juni 2010;

    • het ondermandaatbesluit voor de overige leden van de directieraad van 29 juni 2010; 

    • het ondermandaatbesluit voor de afdelingshoofden van 29 juni 2010;

    • het ondermandaatbesluit voor de teamleiders van 29 juni 2010;

    • het ondermandaatbesluit voor de projectleiders van 2 februari 2009;

    • het ondermandaatbesluit voor de directeur Projectbureau voorbereiding dijkverbetering van 2 februari 2009;

    • het ondermandaatbesluit voor het hoofd en plaatsvervangend hoofd van het Projectbureau voorbereiding dijkverbetering van 2 februari 2009;

    • het ondermandaatbesluit projectmanager en projectleiders Projectbureau voorbereiding dijkverbetering van 2 februari 2009;

    • het ondermandaatbesluit voor de ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad van 30 maart 2009;

    • het ondermandaatbesluit voor de assistent-liaisons van 28 juni 2010;

    • het mandaatbesluit voor de toezichthouders van 28 juli 2009;

    • het mandaatbesluit gedoogbeschikkingen emissieschermen van 5 augustus 2004.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: "Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011".

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden op 14 december 2010.

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans

de dijkgraaf, ir. R.W. Bleker

Bijlage 1  

 

Mandaatregister (2020) behorende bij de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011

In dit register wordt een overzicht gegeven van alle bevoegdheden die zijn gemandateerd door het college van dijkgraaf en heemraden aan de secretaris-directeur en aan de overige directeuren, de afdelingshoofden en de teamleiders en projectleiders. Per onderwerp worden de bevoegdheden omschreven die gemandateerd zijn en wordt aangegeven welke voorwaarden daarbij in acht moeten worden genomen.

 

Algemene voorwaarden mandaat:

 

De mandaten worden gebruikt met inachtneming van:

 

  • 1.

    Wettelijk kader: Algemene wet bestuursrecht, Waterschapswet, Reglement voor Waterschap Rivierenland;

  • 2.

    Gerelateerde regelgeving: Delegatiebesluit Waterschap Rivierenland, de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2011, de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Rivierenland, de Regeling budgetbeheer, de Regeling financieel beheer, het Inkoop- en aanbestedingsbeleid, en het Eigendommenbeleid.

  • 3.

    Als redelijkerwijs te verwachten is dat een te nemen beslissing bestuurlijk gevoelig is, wordt in overleg met leidinggevende de beslissing op een hoger niveau gelegd.

  • 4.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheden slechts uit voor zover hierdoor de mandaten van andere medewerkers niet worden aangetast.

     

Rapportage over de gemandateerde bevoegdheden:

Over de onderstaande bevoegdheden moet 1 x per jaar worden gerapporteerd:

  • 1.

    het aangaan en voeren van rechtsgedingen, het aangaan en voeren van gedingen voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage) en beslissingen om geschillen te beëindigen door schikking, al dan niet door inschakeling van mediation;

  • 2.

    het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de adviescommissie noodzakelijk is in de volgende gevallen: het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is; het bezwaar kennelijk ongegrond is of aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

  • 3.

    het behandelen en afdoen van klachten;

  • 4.

    de toepassing van (spoed) bestuursdwang en dwangsom, alsmede het wijzigen en intrekken van besluiten inzake last onder bestuursdwang en dwangsom en het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving;

  • 5.

    het doen van een vooraankondiging last onder bestuursdwang en dwangsom;

  • 6.

    het aan de overtreder bevestigen dat de overtreding is beëindigd

  • 7.

    het van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, alsmede de invordering van verbeurde dwangsommen op grond van titel 4.4 Awb;

  • 8.

    het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking;

  • 9.

    het behandelen en afdoen van schadeclaims, inclusief verzoeken tot nadeelcompensatie;

  • 10.

    het vaststellen, verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van subsidies alsmede de (verdere) uitvoering van de subsidieverordeningen.

     

De gegevens over het voorgaande jaar moeten aan het begin van het nieuwe jaar, uiterlijk voor 1 maart, worden overgelegd aan het team Juridische Zaken. Het team Juridische Zaken zal dan voor de betreffende rapportage zorg dragen.

 

I Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken, tenzij er sprake is van:

-bestuurlijke gevoeligheid, en/of

-een afwijking van de getaxeerde waarde conform de voorwaarden in het Eigendommenbeleid, voor zover bij verkrijging de aankoopsom hoger is dan de getaxeerde waarde en bij vervreemding de verkoopsom lager is dan de getaxeerde waarde; en ingeval van bezwaring voor zover bij bezwaring op eigendommen van het waterschap de prijs lager is dan de getaxeerde waarde en bij bezwaring ten behoeve van het waterschap op eigendommen van derden de prijs hoger is dan de getaxeerde waarde.

X

X

X

X

X

op verzoek

het ondertekenen van overeenkomsten en (leverings)aktes inzake het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken en het ondertekenen van overeenkomsten inzake huren, verhuren, pachten, verpachten of op andere wijze in gebruik geven of krijgen van roerende en onroerende zaken. (ondertekeningsmandaat)

X

X

op verzoek

het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het huren, verhuren, pachten, verpachten of op andere wijze in gebruik geven of krijgen van roerende en onroerende zaken.

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het afsluiten van verzekeringen, (mandaat aan afdelingshoofden en directeuren CAR en WA)

X

X

X

X

op verzoek

het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten in het kader van het niet tijdig beslissen op een aanvraag in de zin van de Awb (Wet dwangsom) tenzij het gaat om een ingebrekestelling door een bestuursorgaan of het ingebreke stellen van een bestuursorgaan (dit is aan het CDH voorbehouden)

X

X

X

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen met inbegrip van de correspondentie daarover

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) rechts)handelingen inzake de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet hergebruik van overheidsinformatie, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Inspraakverordening voor Waterschap Rivierenland, de Wet basisregistratie personen, de Wet basisregistratie ondergrond, de Wet basisregistratie grootschalige topografie en verzoeken van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

X

X

X

X

X

op verzoek

het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

X

X

op verzoek (jaarverslag OR)

het nemen van besluiten en het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen over onderwerpen waarover de Ondernemingsraad advies- en instemmingsrecht heeft, zoals genoemd in de artikelen 25, lid 1 sub g, k en n en 27, lid 1, van de Wet op de ondernemingsraden.

X

X

op verzoek

Het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht

X

X

X

X

X

X

op verzoek

II Aanbestedingen

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het doen van aanbestedingen en het nemen van beslissingen in een aanbestedingsprocedure, zoals het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het ondertekenen van documenten in een aanbestedingsprocedure, voor zover het gaat om aanbestedingen waarvan de bevoegdheid berust bij de directeur (ondertekeningsmandaat)

X

X

op verzoek

het nemen van beslissingen om in het kader van een aanbesteding voor een minder zware alternatieve aanbestedingsvorm te kiezen, conform het Inkoop- en aanbestedingsbeleid.

X

X

X

op verzoek

het goedkeuren van een belangenbeschermingsplan als bedoeld in de ‘Gedragscode voor de omgang met belangenverstrengeling bij aanbesteden van Waterschap Rivierenland’

X

X

X

X

op verzoek

III Het voeren van (buiten)gerechtelijke procedures

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het aangaan en voeren van rechtsgedingen (waaronder besluiten om tot onteigening over te gaan), alsmede het aangaan en voeren van gedingen voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage), alsmede beslissingen om geschillen te beëindigen door schikking

X

X

rapportage in kader van begroting (ivm financiële risico’s). Overzicht gerechtelijke procedures aan te leveren door T-JZN

het aangaan van bemiddeling of mediation ter voorkoming of beslechting van een geschil of klacht

X

X

X

op verzoek

het gebruik maken van inspraakmogelijkheden, zoals het indienen van zienswijzen conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het ondertekenen van verweerschriften, waarin het bestreden besluit wordt toegelicht en waarin wordt ingegaan op de gronden van het bezwaar, voor zover het bestreden besluit werd ondertekend door de gemandateerde.

X

X

X

X

X

X

in het jaarverslag bezwaren en klachten wordt gerapporteerd over de behandeling van bezwaren en klachten.

IV Overeenkomsten

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het aangaan van overeenkomsten betreffende de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden (o.a. bestuursovereenkomsten, convenanten)

X

nvt

het aangaan van overeenkomsten met gemeenten betreffende stedelijk afvalwater en met omgevingsdiensten betreffende indirecte lozingen

X

X

op verzoek

het aangaan van een planschade-overeenkomst

X

X

X

X

X

op verzoek

V Leggerwijzigingen

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het vaststellen van beperkte wijzigingen van de leggers van watergangen, waterkeringen en wegen

X

op verzoek

VI Aanleg en beheer van waterstaatswerken

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

Het vaststellen van projectplannen ingevolge hoofdstuk 5 van de Waterwet, met uitzondering van projectplannen in de zin van artikel 5.5 Waterwet

X

X

X

X

op verzoek

Het binnen de kaders van het Inlaatbeleid buitenpolders aanpassen van de inlaathoogtes per buitenpolder vanwege de jaarlijkse vaststelling van nieuwe betrekkingslijnen door Rijkswaterstaat

X

X

X

X

op verzoek

Het vaststellen van hoogwateractieplannen bij dijkversterkingsprojecten

X

X

X

op verzoek

Het doen van een verzoek op grond van artikel 5.8 Waterwet tot gecoördineerde voorbereiding van de besluiten die nodig zijn ter uitvoering van een projectplan.

X

X

X

X

X

X

op verzoek

VII Gedoogbeschikkingen

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het opleggen van een gedoogplicht als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Waterwet en het geven van een bevel op grond van artikel 5:16 Waterwet, alsmede het doen van een verzoek tot het opleggen van een gedoogplicht op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht

X

X

X

X

op verzoek

VIII Verkeersbesluiten

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994

X

X

X

X

X

op verzoek

het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen krachtens de Wegenverkeerswet 1994.

X

X

X

X

X

op verzoek

Het verlenen van ontheffing van verkeersregels voor wegen van de gemeente voor zover deze bevoegdheid door de betreffende gemeente is gemandateerd aan het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland.

X

X

X

X

X

het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet

X

X

X

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten in het kader van de overdracht van een verplichting tot onderhoud van een weg door een gemeente of een waterschap aan een gemeente of waterschap ingevolge artikel 18a Wegenwet, voor zover het betreft de overdracht van weggedeelten in verband met het wijzigen van de bebouwde komgrens

X

X

X

X

X

op verzoek

Het doen van een verzoek om een weg aan de openbaarheid te onttrekken ingevolge de Wegenwet

X

X

X

X

op verzoek

IX Vergunningverlening en advisering

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen en vergunningen, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen, en het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het toepassen van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht

X

X

X

X

X

op verzoek

het met de mede betrokken bestuursorganen aanwijzen van een bestuursorgaan dat de aanvraag om een watervergunning in behandeling neemt en daarop beslist in de zin van artikel 6:17 tweede lid Waterwet

X

X

X

X

X

op verzoek

het geven van advies aan het bestuursorgaan dat - in geval van samenloop van meerdere bevoegde gezagen – bevoegd is te beslissen op een aanvraag om vergunning op grond van de Waterwet.

X

X

X

X

X

op verzoek

X Handhaving

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

de toepassing van (spoed)bestuursdwang en dwangsom, alsmede het wijzigen en intrekken van besluiten inzake last onder bestuursdwang en dwangsom en het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving, tenzij sprake is van:

  • 1.

    handhaving ten opzichte van andere overheden;

  • 2.

    situaties waarbij bestuurders van een waterschap betrokken zijn;

  • 3.

    bestuurlijk gevoelige zaken.

X

X

X

X

X

jaarlijkse rapportage door het afdelingshoofd

het doen van een vooraankondiging last onder bestuursdwang en dwangsom

X

X

X

X

X

jaarlijkse rapportage door het afdelingshoofd

het aan de overtreder kenbaar maken dat sprake is van een overtreding, alsmede het bevestigen dat de overtreding is beëindigd

X

X

X

X

X

op verzoek

het van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, alsmede het invorderen van verbeurde dwangsommen op grond van titel 4:4 Awb

X

X

X

X

X

jaarlijkse rapportage door het afdelingshoofd

het verlenen van onafhankelijke waterkwaliteitsverklaringen in het kader van toezicht en opsporing

X

X

X

X

X

nvt

het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Awb

X

X

nvt

Het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking

X

X

X

X

jaarlijkse rapportage door het afdelingshoofd

XI Beslissing op bezwaar

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de adviescommissie noodzakelijk is in de volgende gevallen:

  • 1.

    het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • 2.

    het bezwaar kennelijk ongegrond is.

  • 3.

    aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

X

X

in het jaarverslag bezwaren en klachten wordt gerapporteerd over de behandeling van bezwaren en klachten.

Het afhandelen van procedurele zaken van de bezwarenprocedure, zoals:

  • 1.

    het verdagen van de beslissing op bezwaar;

  • 2.

    het bevestigen van de ontvangst van een bezwaarschrift;

  • 3.

    het bevestigen van het intrekken van een bezwaarschrift.

X

X

X

X

X

op verzoek

XII Klachten

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het behandelen en afdoen van klachten

X

X

X

X

X

in het jaarverslag bezwaren en klachten wordt gerapporteerd over de behandeling van bezwaren en klachten

XIII Rechtspositionele besluiten

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake sectorale en collectieve arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid werkende medewerkers

X

X

X

X

X

op verzoek

Het nemen van besluiten over de toepassing van regeling inzake decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid vallende medewerkers met uitzondering van werving en selectie.

X

X

X

X

X

op verzoek

Het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid vallende medewerkers, met betrekking tot werving en selectie.

X

X

X

X

op verzoek

het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten en ontslag op eigen verzoek, met uitzondering van de directeuren

X

X

X

X

op verzoek

het ondertekenen van beslissingen inzake het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten en ontslag op eigen verzoek, met uitzondering van de directeuren (ondertekeningsmandaat)

X

X

X

X

X

op verzoek

het wijzigen van de formatie, voor zover dit blijft binnen de kaders van de begroting, alsmede het vaststellen en wijzigen van het Personeelshandboek

X

X

op verzoek

het invullen van de bezetting van de afdelingen binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde formatie/budget

X

X

X

X

op verzoek

het verschuiven van formatie binnen en tussen afdelingen, voor zover dit blijft binnen de kaders van de begroting

X

X

X

X

op verzoek

het wijzigen van de organisatie van Waterschap Rivierenland, inclusief organisatiewijzingen als bedoeld in artikel 25 lid 1 sub e van de Wet op de ondernemingsraden, met inachtneming van de door het CDH vastgestelde kaders

X

X

op verzoek

XIV Bestuurlijk

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

het voeren van overleg en het geven van wateradvies in het kader van de watertoets op basis van hoofdstuk 3 van het Besluit ruimtelijke ordening

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het vaststellen van de regeling “Overzicht van bij derden in rekening te brengen (uur)tarieven, alsmede uurvergoeding voor schouwwerkzaamheden

X

X

op verzoek

XV Overig

Bevoegdheid

AB

DB

SD

Dir

AH

TL

PL

Rapportage?

Het plaatsen van bekendmakingen, zoals de bekendmaking van officiële publicaties

X

X

X

X

X

X

nvt

Het doen van aanvragen voor overheidsdiensten.

X

X

X

X

X

nvt

het aanwijzen van beheerders voor het doen van digitale aanvragen waarvoor eHerkenning nodig is

X

X

nvt

De ondertekening van dwangbevelen, als bedoeld in § 4.4.4.2 Awb, (zoals het innen van een verbeurde dwangsom of kostenverhaal bestuursdwang) niet zijnde de ondertekening van dwangbevelen waartoe de ambtenaar belast met de invordering bevoegd is op grond van artikel 12 van de Invorderingswet 1990

X

X

X

X

X

op verzoek

het behandelen en afdoen van schadeclaims inclusief verzoeken tot nadeelcompensatie

X

X

X

X

X

rapportage in het kader van de begroting (i.v.m. financiële risico’s)

het aansprakelijk stellen van derden

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het aanvragen van subsidies, inclusief het afgeven van een cofinancieringsverklaring

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het regelen van administratieve zaken rond ingediende subsidieaanvragen in het kader van de Regeling subsidies Hoogwaterbescherming 2014

X

X

X

X

op verzoek

het vaststellen, verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van subsidies, alsmede de (verdere) uitvoering van de subsidieverordeningen

X

X

X

X

X

jaarlijkse rapportage door de teamleiders

het goedkeuren van visplannen op grond van hoofdstuk 5 van de Keur

X

X

X

X

X

op verzoek

het afsluiten van feitelijke transacties op grond van de in de begroting opgenomen treasury-paragraaf.

X

X

X

op verzoek

het vaststellen van zwemwaterprofielen op grond van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

X

X

X

X

X

op verzoek

het vervangen van archiefbescheiden op grond van artikel 7 van de Archiefwet 1995 en de artikelen 6 en 8 van het Archiefbesluit 1995 en het aanpassen van het handboek ‘Vervanging van analoge archiefbescheiden door digitale reproducties bij Waterschap Rivierenland’

X

X

X

X

op verzoek

het aanwijzen van de installatie- en werkverantwoordelijke, alsmede het aanwijzen van de ATEX-verantwoordelijke, ter uitvoering van het bepaalde in de Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidsomstandighedenbesluit

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten inzake onderwerpen waarvoor de Ondernemingsraad advies- of instemmingsrecht heeft op grond van de Wet op de ondernemingsraden

X

X

op verzoek

het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging aan daartoe aangewezen medewerkers

X

X

op verzoek

Het verlenen van (onder)mandaat, volmacht en machtiging aan privaatrechtelijke (rechts)personen buiten de organisatie

X

X

op verzoek

Het verlenen van (onder)mandaat, volmacht en machtiging aan privaatrechtelijke (rechts)personen buiten de organisatie voor zover het betreft het aanvragen van vergunningen en het doen van een verzoek voor de berging van grond/baggerspecie

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het verlenen van (onder)mandaat, volmacht en machtiging aan medewerkers voor het doen van aangifte van een strafbaar feit

X

X

X

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten en het verrichten van (privaatrechtelijke) rechtshandelingen inzake (de beoordeling van) milieu-effectrapportages (mer)

X

X

X

X

X

X

op verzoek

het vaststellen van crisisbestrijdingsplannen

X

X

op verzoek

het nemen van besluiten en het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het verwerkingenregister op grond van de AVG

X

X

op verzoek

het verlenen van logische en fysieke toegangsrechten tot objecten die onder beheer van de verlener vallen

X

X

X

X

X

X

op verzoek

 

Afkortingen:

AB: algemeen bestuur

DB: dagelijks bestuur

SD: secretaris-directeur

Dir: directeur

AH: afdelingshoofd

TL: teamleider

PL: projectleider

 

Bevoegdheden voor specifieke functies:

 

Bevoegdheden programmamanagers A5H en HWBP

De programmamanagers A5H en HWBP beschikken over dezelfde bevoegdheden als een afdelingshoofd.

 

Bevoegdheden voor de ambtelijk secretaris ondernemingsraad

  • 1.

    het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden, voor zover het betreft activiteiten ter ondersteuning van de medezeggenschap;

  • 2.

    het aanvragen en aanvaarden van sponsorgelden en subsidies, voor zover het gaat om de ondersteuning van de medezeggenschap;

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

Op verzoek zal over de toepassing van de aan de ambtelijk secretaris ondernemingsraad gemandateerde bevoegdheden worden gerapporteerd.

 

Bevoegdheden voor de toezichthouders

Het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de toepassing van bestuursdwang in spoedeisende gevallen, zoals bedoeld in artikel 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de bevoegdheid geldt slechts voor de toezichthouders, die als zodanig door of namens het college van dijkgraaf en heemraden zijn aangewezen;

  • b.

    de toezichthouders rapporteren aan de secretaris-directeur inzake de toepassing van het mandaat;

  • c.

    de toezichthouders informeren binnen 24 uur of binnen een werkdag, nadat een toezichthouder van het mandaat gebruik heeft gemaakt, de betrokken portefeuillehouder over de toepassing van het mandaat;

 

Bevoegdheden voor de assistent-liaisons

Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen en het nemen van besluiten in het kader van (de bestrijding van) calamiteiten.

Onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de assistent-liaison is alleen gerechtigd van zijn mandaat gebruik te maken bij afwezigheid van de betreffende liaison;

  • 2.

    de assistent-liaison licht zo spoedig mogelijk de betreffende liaison in over de door hem uitgeoefende bevoegdheid.

 

Bevoegdheden mediator

Het corresponderen inzake mediations en bemiddelingen.

 

Bijlage  

Toelichting definities Mandaatregister (2015)

 

Het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken:

Onroerende zaken zijn zaken zoals grond en gebouwen en alles wat daar letterlijk aan vastzit. (Werken die duurzaam met de grond zijn verbonden). Bijvoorbeeld ook delfstoffen en beplantingen).

 

Het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken is het kopen, verkopen of het belasten met een zekerheidsrecht van een onroerende zaak (zoals pand, hypotheek, maar ook het vestigen van een zakelijk recht als erfpacht)

 

Als onroerende zaken worden verkregen of vervreemd in afwijking van de getaxeerde waarde geldt als voorwaarde dat de afwijking van de aankoop-/verkoopwaarde ten opzichte van de getaxeerde waarde, conform het Eigendommenbeleid, wordt toegelicht in het besluit dat wordt genomen over de transactie.

 

Het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten:

Met een zakelijk recht wordt bedoeld een recht dat rust op een zaak of een ander goed. Een zakelijk recht staat hiermee in tegenstelling tot een persoonlijk recht, dat samenhangt met de persoon. Zakelijke rechten zijn bijvoorbeeld: eigendom, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal, vruchtgebruik, appartementsrecht, pand en hypotheek.

Een kenmerk van een zakelijk recht is dat het zaaksgevolg heeft. Het blijft op de zaak rusten ongeacht in wiens handen de zaak zich bevindt. Hierin onderscheidt het zich van een persoonlijk recht, dat men alleen tegen een bepaalde persoon kan doen gelden.

 

Voorbeeld: het vestigen van een recht van opstal voor het leggen en in stand houden van rioolwaterpersleidingen.

 

Ondertekeningsmandaat:

In artikel 10:11 Awb wordt bepaald dat een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. In dat geval moet uit het besluit blijken dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen.

Bij ondertekeningsmandaat gaat het dus slechts om de bevoegdheid om het besluit, dat reeds genomen is door het bestuursorgaan, te ondertekenen. .

 

Het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen:

Een rechtshandeling is een handeling die iemand uitvoert met de bedoeling een bepaald rechtsgevolg tot stand te brengen.

 

Een bijzonder soort rechtshandeling is de publiekrechtelijke rechtshandeling. Dat is een handeling van een overheidsorgaan, waarmee die zijn taak als overheid uitoefent. Voorbeelden hiervan zijn:

- het vaststellen van een wet of verordening,

- het verlenen of weigeren van een vergunning,

- het geven van een aanwijzing die een burger verplicht is om op te volgen,

- het aanstellen van een ambtenaar

 

Bij het aangaan van overeenkomsten betreffende de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden kan onder meer gedacht worden aan het sluiten van convenanten, bestuursovereenkomsten, het sluiten van (afval)waterakkoorden, waterplannen, (samenwerkings-)overeenkomsten en afspraken met provincie/gemeenten of derden.

 

Rechtshandelingen kunnen zowel eenzijdig als meerzijdig zijn. Bij een eenzijdige rechtshandeling hoeft slechts één persoon zijn op rechtsgevolg gerichte wil te openbaren. Een voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling is het aanvaarden of verwerpen van een erfenis. Voor een meerzijdige rechtshandeling moeten meer personen hun op hetzelfde rechtsgevolg gerichte wil openbaren. De meest voorkomende vorm van een meerzijdige rechtshandeling is het sluiten van een overeenkomst.

 

Het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten.

In de Europese richtlijn worden de volgende definities gehanteerd voor de vraag of de decentrale overheid een opdracht vergeeft voor een werk, levering of dienst:

Een werk is het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

Onder leveringen worden verstaan opdrachten die betrekking hebben op de koop, lease, huur of huurkoop van producten. Een opdracht die betrekking heeft op de levering van een product en waarvoor werkzaamheden moeten worden verricht voor het aanbrengen en installeren van dat product wordt beschouwd als een opdracht voor een levering.

Bij een dienst gaat het om andere opdrachten dan leveringen en werken (bijvoorbeeld het inhuren van een adviesbureau of de overdracht van vorderingen op derden aan de deurwaarder).

 

Het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen

Het vaststellen van projectdocumenten ziet op de beslissingen in de aanbestedingsprocedure. Dit zijn alle beslissingen van opstellen bestek tot en met gunningsbeslissing (o.a. bepalen welke aanbestedingsprocedure wordt gebruikt, offertevraag, bepalen van selectie- en gunningcriteria, keuze laagste prijs of economisch meest voordelige aanbieding etc, beslissingen over uitsluiting, gunning, afwijzing, niet gunnen etc ).

 

Projectplannen (H. 5 van de Waterwet)

Op basis van artikel 5.4 eerste lid van de Waterwet vindt de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk plaats door of vanwege de beheerder overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Voor hele omvangrijke werken is vaststelling van een projectplan door het algemeen bestuur te verkiezen. Vaststelling van projectplannen op basis van artikel 5.5 Waterwet blijft daarom voorbehouden aan het algemeen bestuur.

 

In Artikel 5.5 Waterwet wordt bepaald:

Deze paragraaf is van toepassing op projectplannen tot aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen en, in de gevallen bij of krachtens provinciale verordening bepaald, op projectplannen van besturen van waterschappen voor de aanleg of wijziging van andere waterkeringen dan primaire waterkeringen en op andere waterstaatswerken van bovenlokale betekenis die met spoed en op gecoördineerde wijze tot stand moeten worden gebracht.

 

Het aangaan en voeren van rechtsgedingen

Hierbij valt onder andere te denken aan het indienen van bezwaren, het instellen van beroep en hoger beroep, het voeren van verweer, verzoeken om schorsing of voorlopige voorziening, arbitrage en het sluiten van vaststellingsovereenkomsten.

 

De secretaris-directeur kan ondermandaat verlenen aan daartoe aangewezen medewerkers voor de vertegenwoordiging van het waterschap in rechtsgedingen en in gedingen voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage), alsmede voor het treffen van een schikking ter zitting.

 

Het doen van aanvragen voor overheidsdiensten

Het doen van aanvragen (bijvoorbeeld subsidie of een vergunning)is gemandateerd tot op het niveau van teamleiders en projectleiders. Steeds meer aanvragen gebeuren digitaal. Voor het doen van digitale aanvragen waarvoor e-Herkenning is vereist, kan de secretaris-directeur de betreffende medewerker als beheerder aanwijzen.

 

Het plaatsen van bekendmakingen

Het algemeen bestuur of het college van dijkgraaf en heemraden (afhankelijk van de vraag door wie of namens wie het betreffende besluit is genomen) is verantwoordelijk voor de bekendmaking van zijn besluiten. De bekendmaking van officiële publicaties (zoals Verkeersbesluiten die in de Staatscourant moeten worden geplaatst) is gemandateerd tot op het niveau van de teamleider.

 

Het opleggen van een gedoogplicht als bedoeld in Hoofdstuk 5 van de Waterwet

De gedoogplichtprocedure als bedoeld in hoofdstuk 5 Waterwet kan worden toegepast in belang van de realisering van alle in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen.

Dit artikel bepaalt dat de toepassing van de Waterwet is gericht op: a) voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b) bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c) vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

 

In de artikelen 5.20 tot en met 5.27 Waterwet wordt onder andere geregeld dat de waterbeheerder, voor zover dat voor de vervulling van zijn taken redelijkerwijs nodig is, rechthebbenden van gronden de verplichting kan opleggen om op of in die gronden onderzoeken en daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen.

In artikel 5.24 wordt bijvoorbeeld bepaald dat de beheerder, rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting kan opleggen om de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk en de daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen, wanneer naar zijn oordeel de belangen van die rechthebbenden onteigening niet vorderen.

 

De gedoogplicht heeft een brede strekking, zowel wat betreft de aard van de te gedogen werkzaamheden, als ook waar het betreft de daarmee te bereiken doelstellingen. Om die reden is de bevoegdheid tot het nemen van besluiten over het opleggen van de gedoogplicht op grond van Hoofdstuk 5 van de Waterwet niet exclusief bij het afdelingshoofd Handhaving neergelegd, maar ook bij de overige afdelingshoofden.

 

Dwangbevel.

Een dwangbevel is een schriftelijk bevel van het bestuursorgaan dat ertoe strekt de betaling van een geldsom af te dwingen, als bedoeld in artikel 4.85 van de Awb. Het gaat dan om geldschulden die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift dat een verplichting tot betaling uitsluitend aan of door een bestuursorgaan regelt; of een besluit dat vatbaar is voor bezwaar of beroep. Zoals het innen van een verbeurde dwangsom/ kostenverhaal bestuursdwang.

Dit geldt niet voor verplichtingen tot betaling van een geldsom voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Het gaat dus niet om de invordering van legeskosten. Op grond van artikel 12 van de Invorderingswet 1990 kan de invordering van de belastingaanslag geschieden bij een door de ontvanger uit te vaardigen dwangbevel. De invorderingsambtenaar is bevoegd tot het versturen van een aanmaning en het uitvaardigen van een dwangbevel (opstellen en ondertekenen). Deze bevoegdheid bestaat dus al op grond van artikel 12 Invorderingswet 1990 en kan niet worden gemandateerd.

De ondertekening van een dwangbevel is gemandateerd tot op het niveau van het afdelingshoofd.

 

Ontvangstbevestiging bezwaarschriften

Het beslissen op bezwaarschriften is een bevoegdheid van het college van dijkgraaf en heemraden. Deze bevoegdheid is niet verder gemandateerd, met uitzondering van de gevallen waarin het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is en in de gevallen dat volledig aan het bezwaar tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad. In deze gevallen is de secretaris-directeur bevoegd. In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling is geregeld dat het mandaat ook alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen omvat die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals het verzenden van ontvangstbevestigingen. Uit praktische overwegingen is de bevestiging van de ontvangst van bezwaarschriften gemandateerd aan de teamleider, evenals het verdagen van de beslissing op bezwaar en het bevestigen van het intrekken van bezwaren. Hetzelfde geldt voor het afhandelen van procedurele zaken in verband met Wob-verzoeken, verzoeken op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens, de Inspraakverordening voor Waterschap Rivierenland en de Wet basisregistratie personen en het afhandelen van verzoeken van het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten.

 

Aanpassen inlaathoogtes buitenpolders

Het binnen de kaders van het Inlaatbeleid buitenpolders aanpassen van de inlaathoogtes per buitenpolder vanwege de jaarlijkse vaststelling van nieuwe betrekkingslijnen door Rijkswaterstaat is gemandateerd tot op het niveau van het afdelingshoofd. Betrekkingslijnen kunnen wijzigen als gevolg van Ruimte voor de Rivier projecten, klimaatverandering en het verwijderen van vegetatie in de uiterwaarden. Rijkswaterstaat leidt jaarlijks nieuwe betrekkingslijnen af, waarmee het waterschap vervolgens de nieuwe inlaathoogtes per buitenpolder kan vaststellen. Het moment waarop wordt ingelaten is nog steeds gebaseerd op hetzelfde waterpeil ter hoogte van de buitenpolder, alleen de bijbehorende NAP-hoogte van het peil bij Lobith (of Sambeek) verandert jaarlijks. Het moment van inlaten wijzigt feitelijk niet.

 

Bevoegdheden extern ingehuurde medewerkers

De bevoegdheden voor de als afdelingshoofd, teamleider of projectleider extern ingehuurde medewerkers zijn gelijk aan de bevoegdheden van de in deze functie aangestelde medewerkers binnen de vastgestelde formatie. Ook voor deze medewerkers geldt dat zij bij de uitoefening van de aan hen gemandateerde bevoegdheden zijn gehouden aan de algemene voorwaarden voor het mandaat, genoemd in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 en in het daarbij behorende mandaatregister.

 

Toelichting  

ALGEMEEN

In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling worden de mandaten vastgelegd voor de gehele ambtelijke organisatie. Met het vervangen van de verschillende ondermandaatbesluiten door deze ene regeling wordt invulling gegeven aan het streven naar deregulering. Dit valt binnen de programmadoelstelling van het beperken van regelgeving.

Bij mandaatverlening worden bevoegdheden die een bestuursorgaan op grond van diverse wet- en regelgeving bezit, opgedragen aan de medewerkers die werkzaam zijn in de ambtelijke organisatie. Via mandaat kunnen besluiten met een uitvoerend karakter worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. In het algemeen komen voor mandatering in aanmerking:

- routinematige besluiten, dat wil zeggen besluiten die regelmatig terugkeren en waarbij geen of nauwelijks bestuurlijk gevoelige zaken optreden;

- gebonden beschikkingen, dat wil zeggen besluiten die binnen een vastgesteld wettelijk- of beleidskader worden genomen, zoals de criteria van een wet of een beleidsregel.

De wettelijke regels over het gebruik van mandaat zijn te vinden in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 zijn de randvoorwaarden opgenomen waaronder mandaatverlening bij het waterschap plaatsvindt.

Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de strategische aspecten van de taakuitoefening. Op basis van het Delegatiebesluit draagt het algemeen bestuur de in het besluit genoemde bevoegdheden over aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheden vervolgens zelfstandig en onder zijn eigen verantwoordelijkheid uitoefenen. Daarbij geldt wel de voorwaarde dat de gedelegeerde bevoegdheden worden uitgeoefend binnen door het algemeen bestuur vastgesteld beleid. Bovendien moet over de gedelegeerde bevoegdheden periodiek of op verzoek worden gerapporteerd.

Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de tactische aspecten van de taakuitoefening en stelt daartoe randvoorwaarden in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling. Deze randvoorwaarden bieden duidelijkheid en uniformiteit bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. Een juiste naleving ervan vormt de waarborg dat de gemandateerde bevoegd besluiten neemt.

Opbouw en structuur

In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling is de getrapte structuur zoals we die kenden bij het systeem van de ondermandaatbesluiten vervangen door een rechtstreeks mandaat. Dat wil zeggen dat het dagelijks bestuur de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden rechtstreeks mandateert aan de secretaris-directeur en aan de overige medewerkers. Het is dus niet meer zo dat het dagelijks bestuur zijn bevoegdheden mandateert aan de secretaris-directeur en dat deze vervolgens van het aan hem verleende mandaat weer ondermandaat verleent en zo verder tot het laagste niveau van leidinggevenden. Het voordeel hiervan is dat als er een aanpassing noodzakelijk is, slechts één regeling hoeft te worden aangepast.

Ondertekeningsmandaat aanbesteding

Het ondertekeningsmandaat geeft afdelingshoofden de bevoegdheid tot het ondertekenen van documenten in een aanbestedingsprocedure waarvan de bevoegdheid berust bij de directeur. Het gaat derhalve om aanbestedingen met een opdrachtwaarde boven het maximum waartoe afdelingshoofden bevoegd zijn, zoals opgenomen in de Regelingen financieel beheer en budgetbeheer. De bevoegdheid van de afdelingshoofden wordt uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 (Algemene voorwaarden mandaat). Dat betekent bijvoorbeeld dat de opdracht door de directeur is geaccordeerd in Business World.

Mandaatregister

In het mandaatregister bij deze Ambtelijke bevoegdhedenregeling wordt een integraal overzicht gegeven van alle bevoegdheden die zijn gemandateerd door het dagelijks bestuur aan de leidinggevenden binnen de organisatie. Per mandaat wordt omschreven wat de bevoegdheid inhoudt en welke voorwaarden daarbij in acht moeten worden genomen.

Mandaat ambtelijk secretaris van de Ondernemingsraad, toezichthouders en assistent liaisons

De mandaten voor de functies van ambtelijk secretaris van de Ondernemingsraad, toezichthouder en assistent-liaison zijn onder de tabel in het mandaatregister weergegeven. Daarbij zijn ook de voorwaarden vermeld die bij het uitoefenen van de betreffende bevoegdheden in acht moeten worden genomen.

Mandaat assistent liaisons

Tijdens het bestrijden van calamiteiten kan het noodzakelijk zijn om vertegenwoordigers (liaisons) van Waterschap Rivierenland te plaatsen in regionale of gemeentelijke teams. Vertegenwoordigers van het waterschap nemen ná overleg met de voorzitters van de regionale en/of gemeentelijke teams in deze teams plaats. Vertegenwoordigers op strategisch niveau nemen deel aan een Regionaal Beleids Team (RBT) of Gemeentelijk Beleids Team (GBT). Vertegenwoordigers op tactisch niveau kunnen deelnemen aan een Regionaal Operationeel Team (ROT). Vertegenwoordigers op uitvoerend niveau nemen plaats in een Commando Plaats Incident (CoPI).

Liaisons kunnen tijdelijk of permanent zitting nemen in een regionaal of gemeentelijk team. Dat is afhankelijk van de situatie. Bij afwezigheid van de liaison neemt de assistent-liaison de taken in het regionaal of gemeentelijk team waar. De assistent-liaison maakt geen gebruik van zijn bevoegdheden dan nadat hij (telefonisch) overleg heeft gehad met de liaison, tenzij de liaison niet bereikbaar is of de spoedeisendheid van de situatie zich daartegen verzet. Het mandaat van de assistent-liaison is beperkt tot het mandaat van de liaison.

Rapportage

In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling wordt bepaald dat over de gemandateerde bevoegdheden periodiek of op verzoek moet worden gerapporteerd aan het college. In het mandaatregister  wordt vermeld over welke zaken door wie en hoe moet worden gerapporteerd.

Overige mandaten

Naast het mandaatregister bevatten de volgende interne regelingen eveneens verleende mandaten: Besluit tijdelijke regulering lozingen van afstromend regenwater van doorgaande wegen, Mandaat voor het verkeersbesluit Merwedekanaaldijk te Gorinchem en de Regeling Budgetbeheer 2019.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Onder projectleider wordt verstaan diegene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een project. De aangewezen projectleider is gemandateerd en bevoegd om binnen het investeringsbudget opdrachten te verlenen. Projectmanagers vallen eveneens onder de definitie projectleider.

Artikel 2

Dit artikel geeft de besluiten, rechtshandelingen en andere handelingen aan waarvoor het dagelijks bestuur geen mandaat, volmacht of machtiging kan verlenen. Deze bevoegdheden kunnen dus niet op een lager niveau uitgeoefend worden.

Het eerste lid noemt de geadresseerden van documenten waaraan alleen het dagelijks bestuur zich direct richt.

Het tweede lid onder a is een algemene bepaling. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een  bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. In artikel 10:3 tweede lid geeft de Awb  enkele voorbeelden van gevallen waarin mandaat in ieder geval niet wordt verleend:

- het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

- het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;

- het beslissen op een beroepschrift;

- het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

Voorts bepaalt het derde lid van artikel 10:3 Awb dat mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter niet wordt verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

Wanneer de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet, kan ook de Awb niet precies zeggen. Behalve dat mandaat van een bevoegdheid op grond van de wet gewoon niet is toegestaan, kan dat ook van de omstandigheden van het geval afhankelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan: niet in deze omstandigheden of in deze omvang of aan deze gemandateerde of onder deze voorwaarden.

Onder c staat vermeld dat alleen het dagelijks bestuur vergunningen of ontheffingen mag verlenen aan het waterschap zelf, bijvoorbeeld een watervergunning voor het lozen van afvalwater op oppervlaktewater binnen het beheersgebied van het waterschap.

Onder d: de bevoegdheid tot het vaststellen van intern werkende regelingen, voornamelijk rechtspositionele regelingen, kan niet gemandateerd worden. De commissie voor georganiseerd overleg overlegt over de onderwerpen die in artikel 13.1 van de Sectorale Arbeidsvoorwaarden-regelingen Waterschapspersoneel staan. De Ondernemingsraad heeft advies- en instemmingsrecht over de onderwerpen genoemd in de artikelen 25 en 27 van de Wet op de Ondernemingsraden. De bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden verricht handelingen overeenkomstig zijn volmacht en machtiging.

Onder e: het algemeen bestuur is bevoegd ingevolge de Waterschapswet te besluiten over benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris. Ook het nemen van organisatorische maatregelen die gevolgen hebben voor de hoofdstructuur van het waterschap behoort tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur. De rechtspositionele besluiten die tot de bevoegdheid van het dagelijks bestuur behoren zijn in dit artikel vermeld. De overige rechtspositionele besluiten kan het dagelijks bestuur in principe mandateren.

Artikel 4

Dit artikel betreft de voorwaarden waaronder de bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend. De gemandateerde handelt overeenkomstig de beleidsregels die door het bestuur zijn vastgesteld, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

De mandaatgever bepaalt de frequentie van de inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid door de gemandateerde. Een goede inrichting van de informatievoorziening is hierbij van belang.

Artikel 7

Op grond van artikel 7 geldt met betrekking tot volmacht en machtiging hetzelfde als ten aanzien van het mandaat.

 

 

Mandaatregister onder I Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

Bij verkrijging, vervreemding en bezwaring van onroerende zaken met een waarde boven de € 500.000,-- dient in alle gevallen eerst afstemming plaats te vinden met de verantwoordelijke heemraad.

 

Mandaatregister onder XIII Rechtspositionele besluiten

De secretaris-directeur is bevoegd tot het wijzigen van de formatie, voor zover dit blijft binnen de kaders van de begroting. Met de formatie wordt de totale formatie van het waterschap (zowel tijdelijke als vaste fte's) bedoeld, zoals opgenomen in de bijlage 'Staat van personele sterkte' van de laatst vastgestelde begroting. Binnen de kaders van de begroting heeft betrekking op de totale financiële kaders van de lopende begroting. De bevoegdheid van de secretaris-directeur betreft het wijzigen (uitbreiding, inkrimping en verschuiving tussen afdelingen) van de formatie zoals is opgenomen in de lopende begroting. De voorwaarde om van deze bevoegdheid gebruik te maken is dat de wijziging van de formatie vertaald in kosten binnen de beschikbaar gestelde budgetten/kredieten blijft van de vastgestelde begroting. De afdelingshoofden zijn bevoegd om binnen de eigen afdeling en tussen afdelingen met fte’s te schuiven, mits binnen de formatie wordt gebleven zoals opgenomen in de begroting.