Organisatie | Waterschap Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid waterschap Rivierenland 2010 |
Citeertitel | Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid waterschap Rivierenland 2010 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Externe bijlage | Waterschapsblad, 05-10-2011 |
1) Een kopie van het Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 05-10-2011 is als bijlage opgenomen bij deze regeling (zie onder "bijlagen") en is ook te vinden op http://www.waterschaprivierenland.nl/actueel/waterschapsblad.
2) Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 05-10-2011 (week 40)
Waterschapswet, art. 56, 78, 109a
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2011 | art. 2 lid 1 | 16-09-2011 Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 05-10-2011 (week 40) | 201123497 | ||
01-01-2011 | 06-10-2011 | nieuwe regeling | 17-09-2010 Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 24-11-2010 | 201021965 |
Artikel 3 Voortgang onderzoeken
Het dagelijks bestuur rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de planning respectievelijk de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van de bijbehorende budgetten.
Het onderzoeksplan geeft op hoofdlijnen de voorgenomen onderzoeken weer. De onderzoeken worden in het onderzoeksplan per onderzoek nader uitgewerkt. Afstemming met het algemeen bestuur is minimaal noodzakelijk in verband met de mogelijk uit te voeren onderzoeken door de rekenkamerfunctie. De aanbieding van het onderzoeksplan vindt tijdig plaats. Het plan voor het komende jaar moet uiterlijk 1 november van het voorafgaande jaar worden ingediend bij het algemeen bestuur. Dit zou samen kunnen lopen met de aanbieding van de begroting.
In de verordening kan worden aangegeven wat in een onderzoeksplan in ieder geval moet worden opgenomen. De onderwerpen genoemd in het tweede lid kunnen als volgt worden toegelicht:
Het object van een onderzoek wordt dusdanig omschreven zodat het duidelijk is wat de afbakening van het onderzoek is. Daarbij worden bij de doelmatigheidsonderzoeken de scheidslijnen aangegeven ten aanzien van de te onderzoeken procedures en instrumenten. Bij de doeltreffendheidsonderzoeken worden duidelijk de scheidslijnen met andere beleidsvelden aangegeven.
De reikwijdte van ieder onderzoek strekt zich in beginsel uit over alle organen (algemeen bestuur en dagelijks bestuur), organisatie-eenheden en instellingen waarvoor het waterschap bestuurlijk verantwoordelijk is of waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door het waterschap worden bekostigd. De reikwijdte kan in het onderzoeksplan worden ingeperkt door het aangeven van het te onderzoeken tijdsvak en de te onderzoeken organen, organisatie-eenheden en instellingen. Aangegeven wordt welk tijdvak wordt onderzocht en welke organisatie-eenheden en instellingen van buiten het waterschap bij het onderzoek worden betrokken. De frequentie van uit te voeren onderzoeken wordt in het onderzoeksplan opgenomen doch niet voorgeschreven in de verordening.
Onderzoeken kunnen in opdracht van het dagelijks bestuur worden uitgevoerd door het ambtelijke apparaat (al dan niet met inbreng van deskundigheid van derden) of geheel door derden. Indien de ambtelijke organisatie de onderzoeken uitvoert zullen in de onderzoeksopzet waarborgen dienen te worden ingebouwd waarmee de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd. Dat betekent dat het onderzoek wel mag worden uitgevoerd door functionarissen die in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject. De analyse en de aanbevelingen tot verbetering komen echter zoveel als mogelijk onafhankelijk tot stand en worden uitgevoerd door functionarissen die niet in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject.
Artikel 3. Voortgang onderzoek
De bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij wordt een relatie gelegd met de inhoud van de programma's van de begroting en jaarstukken. Het ligt voor de hand om in deze paragaaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.
In de praktijk zal niet altijd gewacht worden op de jaarrekening maar zullen de verslagen tussentijds op de agenda van het algemeen bestuur worden geplaatst.
Artikel 4. Rapportage en gevolgtrekking
Met de instelling van de onderzoeken beoogt het waterschap de transparantie van handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De bevindingen van de onderzoeken worden dan ook neergelegd in rapporten voor het algemeen bestuur, zoals voorgeschreven in artikel 109a, tweede lid, van de Waterschapswet. De rapporten dienen volgens artikel 103 tweede lid van de Waterschapswet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Dat betreft uiteraard de verslagen over onderzoeken die lopende het verslagjaar zijn afgerond. Dat sluit echter geenszins uit dat het algemeen bestuur, als zij dat wenst of als het noodzakelijk is, de rapporten ontvangt zodra ze zijn vastgesteld.
Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering, daarom is in deze verordening opgenomen dat evaluatie en aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van de rapportage, en dat zo nodig door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject wordt ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het dagelijks bestuur. Het is dan ook het dagelijks bestuur dat maatregelen moet nemen tot verbetering. Het dagelijks bestuur stelt een plan van verbetering op en voert deze uit. Het uiteindelijke rapport en het plan van verbetering wordt ter kennisgeving aan het algemeen bestuur aangeboden.