Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Rijnland

Verordening Burgerinitiatief Rijnland 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Rijnland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingVerordening Burgerinitiatief Rijnland 2010
CiteertitelVerordening Burgerinitiatief Rijnland 2010
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 25-5-2010

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Witte weekblad, www.rijnland.net

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2010nieuwe regeling

25-05-2010

Witte weekblad, www.rijnland.net

10.02350

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief Rijnland 2010

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland;

Gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 02-02-2010, nr. 10.02349 ;

Besluit:

vast te stellen de Verordening Burgerinitiatief Rijnland 2010, luidende als volgt:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerinitiatief: een voorstel ter plaatsing van een onderwerp op de agenda van de Verenigde Vergadering;

  • b.

    college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • c.

    dijkgraaf: de dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • d.

    initiatiefgerechtigde: degenen die op de dag van indiening van het verzoek kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de Verenigde Vergadering van Hoogheemraadschap van Rijnland;

  • e.

    initiatiefnemer: de initiatiefgerechtigde die het burgerinitiatief indient

  • f.

    Verenigde Vergadering: de Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland.

Artikel 2
  • 1.

    De Verenigde Vergadering plaatst op grond van een burgerinitiatief een voorstel op de agenda indien daartoe een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Geldig is het verzoek dat:

    • a.

      door een initiatiefnemer is ingediend;

    • b.

      door ten minste 100 initiatiefgerechtigden is ondersteund;

    • c.

      geen onderwerp betreft als bedoeld in artikel 3;

    • d.

      voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 4 en 5.

Artikel 3

Een burgerinitiatief heeft geen betrekking op:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de Verenigde Vergadering;

  • b.

    een vraag over het beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het bestuursorgaan;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van de Verenigde Vergadering of het college;

  • e.

    een onderwerp dat korter dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de Verenigde Vergadering is geagendeerd;

  • f.

    een onderwerp dat de persoonlijke levenssfeer betreft;

  • g.

    een onderwerp dat in strijd is met de universele verklaring van de rechten van de mens.

Artikel 4
  • 1.

    Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de dijkgraaf.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefnemer en zijn plaatsvervanger;

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruikgemaakt van het als bijlage I bij dit besluit opgenomen formulier burgerinitiatief.

  • 4.

    Voor het indienen van de ondersteuningsverklaringen wordt gebruik gemaakt van het als bijlage II bij dit besluit opgenomen formulier ondersteuning burgerinitiatief.

Artikel 5
  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 4 kan indiening van het verzoek en/of de ondersteuning daarvan ook plaatsvinden langs elektronische weg.

  • 2.

    Indien de ondersteuning van het voorstel plaats­vindt langs elektronische weg, dient de onder­steuner ten minste de nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief, zoals dat door de initiatiefnemer wordt ingediend, alsmede zijn voornamen, achternaam, adres en geboortedatum te hebben vermeld.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen inhoudende dat van degenen die een voorstel langs elektronische weg indient dan wel ondersteunt, wordt geëist dat zij zich op bepaalde wijze identificeren.

  • 4.

    Bij twijfel aan de authenticiteit van degene die langs elektronische weg een voorstel heeft ingediend of ondersteund, kan de dijkgraaf betrokkene verzoeken het verzoek dan wel de ondersteuningsverklaring alsnog op de in artikel 4 bedoelde wijze in te dienen.

Artikel 6
  • 1.

    De Verenigde Vergadering stelt in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek vast of het een geldig verzoek betreft zoals bedoeld in artikel 2, met dien verstande dat ten minste zes weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het voorstel wordt beslist. Indien er sprake is van een geldig verzoek, neemt de Verenigde Vergadering het voorstel in diezelfde vergadering in behandeling.

  • 2.

    Indien de Verenigde Vergadering het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 3 onder a, en het onderwerp behoort wel tot de bevoegdheid van een ander bestuursorgaan, wordt het verzoek doorgezonden ondervermelding daarvan aan de initiatiefnemer.

  • 3.

    De dijkgraaf nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering van de betreffende vaste commissie en de Verenigde Vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergaderingen de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 4.

    Direct nadat de Verenigde Vergadering over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen wordt van dit besluit schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan aan initiatiefnemer.

  • 5.

    Nadat de initiatiefnemer is ingelicht wordt het besluit zo spoedig mogelijk op de website van Hoog­heem­raadschap van Rijnland bekendgemaakt.

Artikel 7
  • 1.

    De dijkgraaf brengt tweejaarlijks verslag uit over de werking van het recht van initiatief in de praktijk.

  • 2.

    De werking van de verordening wordt na ieder ingediend burgerinitiatief geëvalueerd.

Artikel 8
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief Hoogheemraadschap van Rijnland 2010.