Organisatie | Waterschap Hollandse Delta |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidieverstrekking gemeentelijk afkoppelplan |
Citeertitel | Beleidsregel subsidieverstrekking gemeentelijk afkoppelplan |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Externe bijlage | Gemeentelijk Afkoppel Plan (4715 Kb) |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 23-12-2008
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Waterschapsrubriek nummer 2, week 2, 2009-1-8
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2009 | 31-12-2015 | nieuwe regeling | 23-12-2008 Waterschaprubriek nummer 2, week 2, 2009-1-8 | B0900259 en B0900395 |
Beleidsregel subsidieverstrekking gemeentelijk afkoppelplan
De voorliggende beleidsregel vindt zijn grondslag in de Subsidieverordening. De subsidiepraktijk van het waterschap moet daarbij aansluiten.
Het waterschap Hollandse Delta heeft binnen zijn beheersgebied onder meer het beheer van het oppervlaktewater voor zowel waterkwantiteit als waterkwaliteit.
De gemeentelijke riolering bestaat in veel gevallen uit een gemengd stelsel waarin zowel regenwater als afvalwater worden afgevoerd. Een gemengd stelsel heeft overstorten naar het oppervlaktewater die in werking treden bij intensieve neerslag die de verwerkingscapaciteit van het rioolstelsel overstijgt. Bovendien geeft het grote piekbelastingen op de RWZI's. Afkoppelen zorgt voor een
verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater en zorgt voor een verhoogd rendement van de zuivering.
Het waterschap wil de uitvoering van afkoppelmaatregelen stimuleren door het verstrekken van een financiële bijdrage. De voorwaarden waaronder deze subsidie kan worden verstrekt staan in deze beleidsregel vermeld.
Deze beleidsregel is van toepassing op bestaande riolering waarvan de afvoer van regenwater van verhardingen van het rioolstelsel dat afvoert naar de RWZI's afgekoppeld wordt.
De hoogte van het subsidiebedrag is in deze beleidsregel beperkt tot 45%. Verwezen zij naar punt 9 van deze beleidsregel. De filosofie die daar aan ten grondslag ligt is het feit dat de te subsidiëren activiteit in principe een verantwoordelijkheid is van de subsidieontvanger/begunstigde. Om die reden is er voor gekozen de hoogte van de subsidie niet te leggen op 50%. Om tegelijkertijd uitdrukking te geven aan het feit dat met de te subsidiëren activiteit ook de belangen van het waterschap worden gediend, is er voor gekozen de hoogte van de subsidie te leggen op 45%.
Een gemengd rioolstelsel voor de afvoer van regenwater en afvalwater naar de RWZI heeft bij een intensieve neerslag een negatieve invloed op de waterkwaliteit door overstortingen op het oppervlaktewater. Tevens veroorzaakt een dergelijk stelsel grote piekbelastingen op de RWZI's, wat een negatief effect heeft op het zuiveringsrendement. Het afkoppelen van de afvoer van regenwater kan door het minder overstortingen op oppervlaktewater een positieve impuls geven aan dat water en geeft een vermindering van de hoeveelheid dun water voor de RWZI's, waardoor het zuiveringsproces verbeterd wordt. Door het afgekoppelde stelsel zonodig te voorzien van een
tijdelijke berging kan het ook bijdragen in het oplossen van een eventueel bergingstekort.
7. Juridisch kader en grondslag
Juridisch kader: Algemene wet bestuursrecht.
De beleidsregel wordt ingekaderd door de Algemene wet bestuursrecht.
Ingevolge artikel 1:3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht wordt onder een beleidsregel verstaan:
"een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid door een bestuursorgaan."
Grondslag: artikel 1.5 Subsidieverordening.
De voorliggende beleidsregel vindt zijn grondslag in de Subsidieverordening.
Ingevolge artikel 1.5, tweede lid, van de Subsidieverordening stellen dijkgraaf en heemraden voor de verschillende subsidiabele activiteiten afzonderlijke beleidsregels vast. In die beleidsregels kunnen zij hetgeen in de verordening is bepaald nader verbijzonderen.
Genoemd tweede lid moet worden gelezen in samenhang met het eerste lid van artikel 1.5. Daarin worden de criteria genoemd waaraan (cumulatief) moet worden voldaan wil een activiteit voor subsidie in aanmerking komen. Op deze plaats wordt volstaan met de opmerking dat met de beleidsregel invulling wordt gegeven aan de voorwaarde dat subsidieverstrekking moet passen binnen het beleid van het waterschap (artikel 1.5, eerste lid, onder letter c, van de Subsidieverordening).
Vereiste voor het opstellen van een GAP:
Een door gemeente en waterschap goedgekeurde offerte van een adviesbureau voor het opstellen van een GAP.
De aanwezigheid van een GAP of actueel GRP dat in samenspraak met waterschap Hollandse Delta is opgesteld.
Het subsidieplafond, het voor de subsidiering als bedoeld in deze beleidsregel beschikbare budget, wordt jaarlijks door de Verenigde Vergadering van het waterschap Hollandse Delta via de begroting in november vastgesteld voor het jaar daarop. In het meerjarenbeleidsplan in juni wordt de trend van het bedrag voor de komende 5 jaar aangeven. Voor 2008 bedroeg het subsidieplafond voor GAP, Stiwas en RioBuit gezamenlijk € 1,5 mln.
Het opstellen van een plan van aanpak zoals bedoeld onder 'Vereisten' wordt voor 45% gesubsidieerd. De personele inzet van het waterschap bestaat uit een vertegenwoordiging in de projectgroep en staat los van de financiële bijdrage.
De maatregelen komen voor subsidie in aanmerking volgens paragraaf 4.3 van de regeling GAP.
In afwijking van Artikel 2.2 van de Subsidieverordening geldt de door gemeente en waterschap goedgekeurde offerte van het adviesbureau dat het GAP gaat opstellen als aanvraag voor het opstellen daarvan.
Voor het afkoppelen geldt het GAP als aanvraag, als in het GAP gedetailleerd de af te koppelen verharde oppervlakten zijn meegenomen. (Deel)afkoppelplannen
kunnen als aanvraag worden beschouwd als de gemeente een GAP of actueel GRP heeft.
De subsidievaststelling voor het opstellen van het GAP en de subsidievaststelling voor het uitvoeren van de maatregelen verlopen volgens paragraaf 4 van de Algemene Subsidieverordening.
In beginsel is volgens de Subsidieverordening een accountantsverklaring vereist indien subsidie is verleend voor een bedrag van € 100.000,- of hoger. Hiervan kan vrijstelling of ontheffing worden verleend (artikel 3.4 van de Subsidieverordening).
Mede uit oogpunt van goede bestuurlijke verhoudingen tussen gemeenten en waterschap en beperking van administratieve lasten zal een accountantsverklaring binnen de kaders van deze beleidsregel alleen vereist zijn indien subsidie is verleend voor een bedrag van € 500.000,- of hoger. Ten aanzien van subsidiebedragen beneden € 500.000,- kan worden volstaan met een gespecificeerd overzicht van gemaakte kosten.