Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap De Dommel

Organisatieverordening Waterschap De Dommel 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap De Dommel
Officiële naam regelingOrganisatieverordening Waterschap De Dommel 2005
CiteertitelOrganisatieverordening Waterschap De Dommel 2005
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit document is een intern document, hierdoor heeft bekendmaking enkel intern plaatsgevonden.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 29-9-2004

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Dommelstroom (intranet van waterschap De Dommel)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet,
  2. Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200521-06-2006nieuwe regeling

29-09-2004

Dommelstroom (intranet van waterschap De Dommel)  

I-04-00917 & Waterschapsblad 04.58

Tekst van de regeling

I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

  • In deze verordening wordt in alfabetische volgorde verstaan onder:

  • a. afdelingsplan: document waarin een afdelingshoofd voor het komende jaar concreet omschrijft welke prestaties zullen worden geleverd en/of activiteiten door zijn afdeling zullen worden uitgevoerd om het Beleidsplan te realiseren en welke middeleninzet daarvoor nodig is;

  • b. ambtelijke organisatie: de sectoren, centrale stafafdelingen en afdelingen van het waterschap en de medewerkers die daarbinnen in dienst van het waterschap werkzaam zijn, met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsstructuren;

  • c. bedrijfsplan (beheersbegroting): door het dagelijks bestuur en topmanagement te hanteren document waarin organisatiebreed voor het komende jaar concreet wordt beschreven welke prestaties zullen worden geleverd en/of activiteiten zullen worden uitgevoerd om het Beleidsplan te realiseren en welke middeleninzet daarvoor nodig is;

  • d. bedrijfsvoering: totale beleidsvoorbereiding en – uitvoering (inhoud en integraliteit);

  • e. beleidsbegroting: document waarin het totale beleid van het waterschap voor het komende jaar wordt weergegeven, dat wil zeggen dat wordt aangegeven welke prestaties moeten worden uitgevoerd, welke middeleninzet daarvoor noodzakelijk is en de daaraan verbonden tariefsconsequenties;

  • f. beleidsplan: document waarin het totale beleid van het waterschap voor de middellange termijn wordt weergegeven, dat wil zeggen dat wordt aangegeven welke doelstellingen zullen worden nagestreefd, welke maatregelen zullen worden uitgevoerd om die doelstellingen te bereiken en welke middeleninzet daarvoor noodzakelijk is. Daarbij wordt onder andere ook aangegeven wat de gevolgen zullen zijn voor de reserves en tarieven van het waterschap;

  • g. bestuurlijke organisatie: de bestuursorganen van het waterschap en de door hen ingestelde commissies die niet behoren tot de ambtelijke organisatie, met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsstructuren;

  • h. bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de watergraaf;

  • i. bestuursrapportage (BURAP): instrument waarmee de secretaris-directeur (tussentijds) verantwoording aflegt aan het dagelijks bestuur omtrent de voortgang van de uitvoering van het Bedrijfsplan;

  • j. budgethouder: een medewerker van het waterschap die de bevoegdheid (mandaat) heeft tot het realiseren van vooraf overeengekomen prestaties waarbij de daartoe in het budget opgenomen middelen kunnen worden ingezet;

  • k. commissie: een door het algemeen bestuur  ingestelde commissie;

  • l. commissie voor het Georganiseerd Overleg: de vertegenwoordigers van het waterschapsbestuur en van de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel die medezeggenschap hebben over rechtspositionele zaken binnen het waterschap;

  • m. controller: hoofd van de afdeling die belast is met het toezicht op de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de waterschapsfinanciën en de inrichting van de administratieve organisatie en interne controle binnen het waterschap;

  • n. eindverantwoordelijk: de functionaris legt voor zijn deeltaken in laatste termijn rekenschap af aan zijn direct leidinggevende;

  • o. hoofd Fiscale Zaken: hoofd van de afdeling die belast is met de heffing en invordering van de waterschapsbelastingen;

  • p. hoofden centrale stafafdelingen: de hoofden van de afdelingen Personeel & Organisatie en Ondersteuning Directie en Bestuur;

  • q. hoofden stafafdelingen: de hoofden van de afdelingen Personeel & Organisatie, Ondersteuning Directie en Bestuur en Fiscale Zaken;

  • r. integraal management: managementvisie waarbij de leidinggevende bij de uitoefening van de functie een integrale afweging maakt van de volgende productiefactoren: Personeel, Informatie, Organisatie, Financiën, Administratie en Huisvesting (PIOFAH);

  • s. managementrapportage (MARAP): instrument waarmee sectormanagers en (staf)afdelingshoofden verantwoording afleggen aan hun direct leidinggevende over de uitvoering van de sector- respectievelijk afdelingsplannen;

  • t. managementteamleden: sectormanagers en hoofden van de centrale stafafdelingen;

  • u. medeverantwoordelijk: de functionaris levert voor de aan hem toegekende deeltaken een bijdrage aan de deeltaken van zijn direct leidinggevende;

  • v. middelen: de middelen voor de voorbereiding en uitvoering van het waterschapsbeleid, waaronder in ieder geval de productiefactoren PIOFAH;

  • w. ondernemingsraad: de werknemersvertegenwoordigers die medezeggenschap hebben binnen het waterschap, met uitzondering van de zaken die in het convenant met de commissie voor het Georganiseerd Overleg aan laatstgenoemde commissie zijn toegekend;

  • x. portefeuillehouder: lid van het dagelijks bestuur aan wie bepaalde aandachtsgebieden van het dagelijks bestuur zijn toegewezen;

  • y. secretaris-directeur: hoofd van de ambtelijke organisatie;

  • z. sectormanager: hoofd van de sector;

  • aa. sectorplan: document waarin een sectormanager voor het komende jaar concreet omschrijft welke prestaties zullen worden geleverd en/of activiteiten door zijn sector zullen worden uitgevoerd om het Beleidsplan te realiseren en welke middeleninzet daarvoor nodig is;

  • bb. verantwoordelijk: de functionaris legt voor de aan hem toegekende deeltaken rekenschap af aan de leidinggevende die de eindverantwoordelijkheid draagt;

  • cc. WOR-bestuurder: degene die door het bestuur is aangewezen - in casu de directeur - voor het voeren van overleg met de Ondernemingsraad, het innemen van standpunten en het nemen van beslissingen.

II Hoofddoelstellingen en -structuur van bestuur en organisatie

Artikel 2 Positie organisatie en organisatieonderdelen

Waterschap “De Dommel” heeft ten doel de waterstaatkundige verzorging van het gebied behorende bij het waterschap, voor zover deze verzorging niet tot de taak van andere publiekrechtelijke lichamen behoort. De taken omvatten de kwantitatieve en kwalitatieve zorg voor het oppervlaktewater.

Bij de taakuitoefening staan de watersysteem- en de waterketenbenadering centraal.

Het watersysteem is het samenhangende stelsel van grond- en oppervlaktewater, inclusief oevers, waterbodems en technische infrastructuur.

De waterketen is de verzamelterm voor alle gebruikers van water(systemen). Door onttrekkingen, lozingen en andersoortig gebruik haakt de waterketen aan op het watersysteem.

Artikel 3 Organisatorische indeling

  • 1. De bestuurlijke organisatie bestaat uit het algemeen bestuur, met daaruit gevormde commissies, het dagelijks bestuur met daarin portefeuillehouders en de watergraaf.

  • 2. De ambtelijke organisatie kent de volgende hoofdindeling:

    • de sector middelen;

    • de sector waterbeheer;

    • de sector zuiveringsbeheer;

    • afdeling Fiscale Zaken;

    • afdeling Ondersteuning Directie en Bestuur;

    • afdeling Personeel & Organisatie.

  • 3. Het dagelijks bestuur regelt op voorstel van de secretaris-directeur een nadere onderverdeling van de in het tweede lid genoemde organisatie-onderdelen.

Artikel 4 Hoofdtaken ambtelijke organisatieonderdelen

Sector Waterbeheer (WB).

  • Coördinatie en uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid m.b.t. de integrale waterbeheerstaken van het waterschap.

  • Signaleren van nieuwe (maatschappelijke en politieke) ontwikkelingen op het taakveld en op grond daarvan het ontwikkelen van nieuw beleid, of actualisatie van bestaand beleid, en zorg dragen voor de implementatie daarvan. Daarbij wordt nauw samengewerkt met interne organisatieonderdelen en maatschappelijke en politieke partners / instituties in, en zo nodig buiten, het zorggebied van het waterschap.

  • Uitvoering van de opgedragen beheerstaken m.b.t. waterbeheer, zoals vergunningverlening, handhaving, inrichting van de waterlopen, verbetering van de waterkwaliteit en beheer en onderhoud.

Sector Zuiveringsbeheer (ZB).

  • Coördinatie en uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid m.b.t. de integrale keten- en zuiveringstaken van het waterschap.

  • Signaleren van nieuwe (maatschappelijke en politieke) ontwikkelingen op het taakveld en op grond daarvan het ontwikkelen van nieuw beleid, of actualisatie van bestaand beleid, en zorg dragen voor de implementatie daarvan. Daarbij wordt nauw samengewerkt  met interne organisatieonderdelen en maatschappelijke en politieke partners / instituties in, en zo nodig buiten, het zorggebied van het waterschap.

  • Uitvoering van de opgedragen beheerstaken m.b.t. waterkwaliteitsbeheer, zoals bewaking en in stand houden van de kwaliteitseisen van het effluent en het continue (doen) verbeteren van het zuiveringsproces.

Sector Middelen.

  • Coördinatie en uitvoering van het door het bestuur vastgestelde integrale middelenbeleid van het waterschap.

  • Signaleren van nieuwe (maatschappelijke en politieke) ontwikkelingen op het taakveld en op grond daarvan het ontwikkelen van nieuw beleid, of actualisatie van bestaand beleid, en zorg dragen voor de implementatie daarvan. Daarbij wordt nauw samengewerkt met alle andere organisatieonderdelen van het waterschap en externe instituties / relaties.

  • Uitvoering van de opgedragen beheerstaken op het gebied van middelen, zoals: control, financieel beleid en beheer, inkoop, facilitaire zaken en informatietechnologie en -beheer.

Afdeling Fiscale Zaken (FIZ).

  • Coördinatie en uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid en overige wettelijke kaders / regelingen m.b.t. de invordering van de waterschapbelastingen bij de ingezetenen van het waterschap.

  • Signaleren van nieuwe (maatschappelijke en politieke) ontwikkelingen op het taakveld en op grond daarvan het ontwikkelen van nieuw beleid, of actualisatie van bestaand beleid, en zorg dragen voor de implementatie daarvan in nauw overleg met relevante organisatieonderdelen en externe instituties / relaties.

  • Uitvoering van de opgedragen beheerstaken op het gebied van fiscale zaken, zoals het innen en verwerken van de waterschapsbelastingen en het behandelen van vrijstellingsaanvragen en bezwaarschriften.

Stafafdeling Ondersteuning Directie en Bestuur (ODB).

  • Coördinatie en uitvoering van staftaken aan bestuur en organisatie op de gebieden: communicatie, bestuurlijke en juridische zaken, directie- en bestuurssecretariaat en directiesecretarisschap op grond van het door het bestuur vastgestelde beleid en overige wettelijke kaders / regelingen.

  • Signaleren van nieuwe (maatschappelijke en politieke) ontwikkelingen op het taakveld en op grond daarvan het ontwikkelen van nieuw beleid, of actualisatie van bestaand beleid, en zorg dragen voor de implementatie daarvan in nauw overleg met alle organisatieonderdelen en externe instituties / relaties.

  • Uitvoering van de opgedragen beheerstaken op het gebied van ODB, zoals hiervoor reeds beschreven.

Stafafdeling Personeel & Organisatie.

  • Coördinatie en uitvoering van staf- en beheerstaken aan bestuur en organisatie op het gebied van integraal Personeel & Organisatiebeleid op grond van: het door het bestuur van het waterschap vastgesteld beleid, in het kader van de Unie van Waterschap vastgestelde beleid en overige wettelijke kaders / regelingen.

  • Signaleren van nieuwe (maatschappelijke en politieke) ontwikkelingen op het taakveld en op grond daarvan het ontwikkelen van nieuw beleid, of actualisatie van bestaand beleid, en zorg dragen voor de implementatie daarvan in nauw overleg met alle organisatieonderdelen en externe instituties / relaties.

  • Uitvoering van de opgedragen beheerstaken op het gebied van P&O, zoals hiervoor reeds beschreven.

III Bestuurlijke organisatie

Algemeen bestuur

Artikel 5 Positie
  • 1. Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het waterschap.

  • 2. Het algemeen bestuur heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de meer strategische aspecten van de taakuitoefening.

Artikel 6 Taken

Onverminderd de bij wet aan het algemeen bestuur toegekende taken, heeft het algemeen bestuur de volgende taken:

  • het vaststellen van de in het Waterbeheerplan en het Beleidsplan opgenomen (strategische) doelstellingen;

  • het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen in de Beleidsbegroting;

  • het toezicht houden op de bereikte resultaten aan de hand van de bestuursrapportages

Artikel 7 Commissies
  • 1. Uit het algemeen bestuur zijn de vaste commissies en de commissie voor het Georganiseerd Overleg gevormd. Daarnaast kunnen door het algemeen bestuur bijzondere commissies worden ingesteld.

  • 2. De instelling, samenstelling, werkwijze en aandachtsgebieden van de in het eerste lid genoemde commissies is geregeld in het Reglement voor de vaste commissies en de Overlegregeling. 

Dagelijks bestuur

Artikel 8 Positie
  • 1. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap.

  • 2. Het dagelijks bestuur heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de meer tactische aspecten van de taakuitoefening.

Artikel 9 Taken

Onverminderd de bij wet aan het dagelijks bestuur toegekende taken, heeft het dagelijks bestuur de volgende taken:

  • het overleggen met de geleding over de bestuurlijke agenda;

  • de formulering van het Beleidsplan;

  • het vaststellen van de in het Bedrijfsplan opgenomen (tactische) doelstellingen;

  • het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen in de Beheersbegroting;

  • het toezicht houden op de bereikte resultaten aan de hand van de bestuursrapportages.

Artikel 10       Portefeuillehouders
  • 1. Het dagelijks bestuur heeft de aandachtsgebieden verdeeld over de volgende portefeuilles: algemene planvorming, gebiedsgerichte zaken, verbeteren waterkwaliteit, ketenbeheer, zuiveringsbeheer, financiën, bedrijfsvoering en algemeen bestuurlijke zaken.

  • 2. De portefeuillehouder heeft voor de inhoud van zijn portefeuille een signalerende, coördinerende en initiërende functie tussen:

    • bestuur en ambtelijke organisatie;

    • bestuur en externe omgeving.

  • 3. De portefeuillehouder heeft voor de inhoud van zijn portefeuille de volgende taken:

    • Het voeren van overleg met de leden van het Managementteam over de inhoud van betuursvoorstellen;

    • het voorzitten van de vergaderingen van de vaste commissies, de commissie voor het Georganiseerd Overleg en andere door het algemeen bestuur ingestelde commissies;

    • het toelichten van bestuursvoorstellen aan de vaste commissies en het algemeen bestuur;

    • het in overleg met de watergraaf vertegenwoordigen van het waterschap in externe contacten.

  • 4. Het in het derde lid van dit artikel bedoelde overleg met de leden van het Managementteam vindt voorafgaand aan iedere vergadering van het dagelijks bestuur plaats.

Watergraaf

Artikel 11 Positie
  • 1. De watergraaf is belast met de leiding van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2. De watergraaf heeft een signalerende, coördinerende en initiërende functie ten aanzien van:

    • het algemeen en het dagelijks bestuur;

    • de externe omgeving.

Artikel 12 Taken

Onverminderd de bij wet en de in artikel 10 derde lid van deze verordening toegekende taken, heeft de watergraaf de volgende taken:

  • het voeren van overleg met de secretaris-directeur over ontwikkelingen in de ambtelijke organisatie die mogelijk een bestuurlijke impact hebben;

  • het vertegenwoordigen van het waterschap in externe contacten.

Artikel 13 Vervanging

De watergraaf wordt bij zijn afwezigheid in eerste instantie vervangen door de eerste loco-watergraaf. Bij afwezigheid van laatstgenoemde vervangt de tweede loco-watergraaf.

IV Ambtelijke organisatie

Secretaris-directeur

Artikel 14 Positie
  • 1. De secretaris-directeur treedt als secretaris op als adviseur van de bestuursorganen. Als directeur is hij eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van de ambtelijke organisatie.

  • 2. De secretaris-directeur heeft als secretaris een adviserende, coördinerende, initiërende en signalerende functie tussen bestuur en ambtelijke organisatie.

  • 3. De secretaris-directeur heeft als directeur de functie van:

    • hoogste ambtelijke manager;

    • direct leidinggevende van de sectormanagers

    • budgethouder;

    • WOR-bestuurder;

    • voorzitter van het Managementteam.

  • 4. De secretaris-directeur heeft als sectormanager de functie van direct leidinggevende van de hoofden van de centrale stafafdelingen en het hoofd Fiscale Zaken.

Artikel 15 Taken
  • 1. Onverminderd de bij wet toegekende taken, heeft de secretaris-directeur als secretaris de volgende taken:

    • het signaleren van sectoroverstijgende ontwikkelingen aan de bestuursorganen en het Managementteam;

    • het voeren van overleg met de betrokken portefeuillehouders over ontwikkelingen in de ambtelijke organisatie die mogelijk bestuurlijke impact hebben;

    • de integrale advisering aan de bestuursorganen;

    • de ondersteuning van de bestuursorganen;

    • het bewaken van de bestuurlijke besluitvormingsprocessen;

    • het beheer van de in de Beheersbegroting aan het bestuur toegekende middelen. 

  • 2. De secretaris-directeur heeft als directeur de volgende taken:

    • het beheer van de in de Beheersbegroting aan de secretaris-directeur toegekende middelen;

    • de vormgeving en het beheer van het sectoroverstijgende middelenbeleid;

    • de coördinatie van de sectoroverstijgende beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • de begeleiding en beoordeling van de sectormanagers;

    • de formulering van het Bedrijfsplan;

    • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering aan de hand van de management-rapportages en het door middel van de bestuursrapportages afleggen van verantwoording hierover aan de bestuursorganen;

    • het vaststellen van het actieplan van het Managementteam;

    • het voeren van overleg met de ondernemingsraad.

  • 3. De secretaris-directeur heeft als sectormanager met betrekking tot de stafafdelingen de volgende taken:

    • de begeleiding en beoordeling van de stafafdelingshoofden;

    • het formuleren en vaststellen van het sectorplan;

    • de vormgeving en het beheer van het middelenbeleid;

    • de coördinatie van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering aan de hand van de managementrapportages van de stafafdelingshoofen

  • 4. Op het in het tweede lid van dit artikel genoemde overleg met de ondernemingsraad is de Wet op de ondernemingsraden van toepassing.

Artikel 16 Vervanging
  • 1. De secretaris-directeur wordt bij afwezigheid in eerste instantie vervangen door de sectormanager Waterbeheer. Bij afwezigheid van laatstgenoemde vervangt de sectormanager Zuiveringsbeheer of de sectormanager Middelen.

  • 2. De tekenbevoegdheid van de secretaris-directeur kan bij afwezigheid van de sectormanagers worden gemandateerd aan de hoofden van de centrale stafafdelingen.

Managementteam

Artikel 17 Samenstelling, agenda en besluitvorming
  • 1. Het Managementteam bestaat uit de secretaris-directeur, de sectormanagers en de hoofden van de centrale stafafdelingen.

  • 2. De secretaris-directeur is voorzitter van het Managementteam.

  • 3. De voorzitter van het Managementteam stelt de vergaderdata en de agenda voor de vergaderingen van het Managementteam vast. De Managementteamleden kunnen zaken voor agendering indienen bij de voorzitter. Bestuursvoorstellen worden in ieder geval geagendeerd.

  • 4. De voorzitter van het Managementteam kan naar aanleiding van de agenda andere dan in het eerste lid genoemde functionarissen vragen aan de vergaderingen van het Managementteam deel te nemen. De directiesecretaris neemt als adviseur van het Managementteam altijd deel aan de vergaderingen van het Managementteam.

  • 5. De voorzitter neemt de besluiten binnen het Managementteam. Hij betrekt hierbij de andere leden van het Managementteam. Alleen in gevallen waar het Managementteam geen consensus kan bereiken, heeft de voorzitter de beslissende stem.  

Artikel 18 Positie

De Managementteamleden zijn medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van de ambtelijke organisatie. De eindverantwoordelijkheid is in handen van de secretaris-directeur. 

Artikel 19 Taken

Het  Managementteamheeft de volgende taken:

  • het initiëren en (mede) vormgeven van de visie op de organisatieontwikkeling;

  • het gezamenlijk bepalen van de richting waarin de organisatie en in het verlengde daarvan de sectoren zich bewegen;

  • het (be)leven en uitdragen van de beelden en de daarbij behorende waarden en normen;

  • het initiëren, motiveren en faciliteren van de organisatie om de door het Managementteam aangegeven richting te concretiseren;

  • het sturing geven aan de organisatie;

  • het initiëren van, zorgdragen voor, toetsen en afstemmen van (organisatiebrede) vraagstukken; 

  • de onderlinge advisering en ondersteuning;

  • de onderlinge uitwisseling van relevante informatie uit de eigen sector/afdeling. 

Sectormanager

Artikel 20 Positie
  • 1. De sectormanager is als lid van het Managementteam medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van de totale organisatie. Daarnaast is de sectormanager eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van zijn sector.

  • 2. De sectormanager heeft met betrekking tot zijn sector de functie van:

    • initiator en coördinator voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • adviseur betrokken portefeuillehouders;

    • direct leidinggevende afdelingshoofden;

    • budgethouder;

    • voorzitter van het sector-managementteam.

Artikel 21Taken

Onverminderd de in de functiebeschrijving van de sectormanager vastgelegde functie-inhoud, heeft genoemde functionaris met betrekking tot zijn sector de volgende taken:

  • het signaleren van ontwikkelingen aan de bestuursorganen en het Managementteam;

  • het voeren van overleg met de betrokken portefeuillehouders over ontwikkelingen die een bestuurlijke impact hebben;

  • de integrale advisering aan de bestuursorganen;

  • de ondersteuning van de bestuursorganen;

  • de begeleiding en beoordeling van de afdelingshoofden;

  • het formuleren en vaststellen van het sectorplan;

  • de vormgeving en het beheer van het middelenbeleid;

  • de coördinatie van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

  • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering en het afleggen van verantwoording hierover aan de secretaris-directeur door middel van managementrapportages;

  • het beheer van de in de Beheersbegroting aan de sectormanager toegekende middelen.

Artikel 22 Vervanging

De managers Waterbeheer,  Zuiveringsbeheer en Middelen vervangen elkaar bij afwezigheid.

Sector-managementteam

Artikel 23 Samenstelling, agenda en besluitvorming
  • 1. Het sector-managementteam bestaat uit de sectormanager, de afdelingshoofden binnen de sector en de sectorcontroller.

  • 2. Desgewenst nemen andere functionarissen, bijvoorbeeld van de afdelingen Personeel & Organisatie en Ondersteuning Directie en Bestuur, als adviseur aan de vergaderingen van het sector-managementteam deel.

  • 3. De sectormanager is voorzitter van het sector-managementteam.

  • 4. De voorzitter van het sector-managementteam stelt de vergaderdata en de agenda voor de vergaderingen van het sector-managementteam vast. Zaken worden voor agendering ingediend bij de voorzitter. Bestuursvoorstellen worden in ieder geval geagendeerd.

Artikel 24 Positie
  • 1. De leden van het sector-managementteam zijn medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de sturing van de sector.

  • 2. De leden van het sector-managementteam vervullen binnen het team een signalerende en adviserende functie. 

Artikel 25 Taken

De leden van het sector-managementteam hebben de volgende taken:

  • de signalering van afdelingsoverstijgende ontwikkelingen aan de sectormanager;

  • de afstemming over afdelingsoverstijgende beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

  • het mede vormgeven van het afdelingsoverstijgend middelenbeleid;

  • het mede formuleren van het sectorplan;

  • het bespreken van de voortgang van de bedrijfsvoering van de sector aan de hand van de managementrapportages;

  • de onderlinge advisering en ondersteuning;

  • de onderlinge uitwisseling van relevante informatie uit de eigen afdeling. 

Hoofd stafafdeling

Artikel 26 Positie
  • 1. Het hoofd van de centrale stafafdeling is  als lid van het Managementteam medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van de totale organisatie.

  • 2. Het hoofd van de stafafdeling is eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van zijn

    afdeling.

    Het hoofd van de stafafdeling heeft met betrekking tot zijn afdeling de functie van:

    • initiator beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • adviseur betrokken portefeuillehouders;

    • leidinggevende;

    • budgethouder;

    • voorzitter afdelingsoverleg. 

Artikel 27 Taken
  • 1. Onverminderd de in de functiebeschrijving van het hoofd van de stafafdeling vastgelegde functie-inhoud, heeft genoemde functionaris met betrekking tot zijn afdeling de volgende taken:

    • het signaleren van ontwikkelingen aan de bestuursorganen en het Managementteam;

    • het voeren van overleg met de betrokken portefeuillehouders over ontwikkelingen die een bestuurlijke impact hebben;

    • de integrale advisering aan de bestuursorganen;

    • de ondersteuning van de bestuursorganen;

    • het formuleren en vaststellen van het afdelingsplan;

    • de vormgeving en het beheer van het middelenbeleid;

    • de coördinatie van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering en het afleggen van verantwoording hierover aan de secretaris-directeur door middel van managementrapportages;

    • het beheer van de in de Beheersbegroting aan het hoofd van de centrale stafafdeling toegekende middelen;

    • het voorzitten van het afdelingsoverleg.

  • 2. Onverminderd de in het eerste lid genoemde taken, heeft het hoofd Fiscale Zaken rechtstreeks bij wet toegekende taken betreffende de heffing en invordering van waterschapsbelastingen

Artikel 28 Vervanging
  • 1. De hoofden van de stafafdelingen vervangen elkaar bij afwezigheid. .

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de waarneming van het Hoofd Fiscale Zaken.

    De aandachtsgebieden van het Hoofd Fiscale Zaken en het Hoofd Omslagen / Verontreinigingsheffing worden bij afwezigheid van de desbetreffende functionarissen wederzijds waargenomen. 

Afdelingshoofden

Artikel 29 Positie
  • 1. Het hoofd van de afdeling is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en sturing van zijn afdeling.

  • 2. Het hoofd van de afdeling heeft met betrekking tot zijn afdeling de functie van:

    • initiator beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • adviseur sectormanager;

    • leidinggevende;

    • budgethouder;

    • voorzitter afdelingsoverleg. 

  • 3. In aanvulling op de in het tweede lid genoemde functies, vervullen de stroom- en zuiveringsgebiedmanagers een belangrijke signaalfunctie ten aanzien van de externe omgeving.

  • 4. In aanvulling op de in het tweede lid genoemde functies, vervult de controller een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot het beheer van de waterschapsfinanciën en de inrichting van de administratieve organisatie en interne controle binnen het waterschap.

Artikel 30 Taken
  • 1. Onverminderd de in de functiebeschrijving van het afdelingshoofd vastgelegde functie-inhoud, heeft genoemde functionaris met betrekking tot zijn afdeling de volgende taken:

    • het signaleren van ontwikkelingen aan de sectormanager en sector-managementteam;

    • de ondersteuning van de bestuursorganen;

    • de vormgeving en het beheer van het middelenbeleid;

    • coördinatie beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • het formuleren en vaststellen van het afdelingsplan;

    • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering en het afleggen van verantwoording hierover aan de sectormanager door middel van managementrapportages;

    • het beheer van het in de Beheersbegroting aan het afdelingshoofd toegekende budget;

    • het voorzitten van het afdelingsoverleg.

  • 2. In aanvulling op de in het eerste lid genoemde taken, is het voeren van overleg met externen een belangrijke taak van de stroom- en zuiveringsgebiedmanagers.

  • 3. Onverminderd de in het eerste lid genoemde taken, kan de controller in het kader van zijn taakuitoefening ook rechtstreeks rapporteren aan de secretaris-directeur en / of bestuur.

Artikel 31 Vervanging
  • 1. De hoofden van de afdelingen binnen de sector vervangen elkaar bij afwezigheid.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de vervanging van de stroomgebiedmanagers. De stroomgebiedmanagers worden bij afwezigheid vervangen door de plaatsvervangende stroomgebiedmanagers.

Plaatsvervangend stroomgebiedmanagers

Artikel 32 Positie
  • 1. De plaatsvervangend stroomgebiedmanager is verantwoordelijk voor de operationele aansturing van de medewerkers van het stroomgebied en de planning en inzet van de medewerkers onderhoud.

  • 2. De plaatsvervangend stroomgebiedmanager onderhoudt, onder meer ten behoeve van de realisatie van projecten, externe contacten met onder meer: gemeenten, natuurorganisaties, provincie, belangenverenigingen, ingelanden en dergelijke.

Artikel 33 Taken

Onverminderd de in de functiebeschrijving van de plaatsvervangend stroomgebiedmanager vastgelegde functie-inhoud, heeft genoemde functionaris met betrekking tot zijn afdeling de volgende taken:

  • operationele aansturing van medewerkers stroomgebied  en medewerkers onderhoud;

  • ondersteuning van de stroomgebiedmanager;

  • bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering van het stroomgebied en het afleggen van verantwoording hierover aan de stroomgebiedmanager.

Bedrijfsleider grote en middelgrote objecten

Artikel 34 Positie
  • 1. De bedrijfsleider van de grote en middelgrote objecten is verantwoordelijk voor de operationele aansturing van de medewerkers op het aan hem toegewezen object.

  • 2. De bedrijfsleider van de grote en middelgrote objecten treedt met betrekking tot het aan hem toegewezen object op als adviseur van de betrokken zuiveringsgebiedmanager.

Artikel 35 Taken

Onverminderd de in de functiebeschrijving van de bedrijfsleider van de grote en middelgrote objecten vastgelegde functie-inhoud, heeft genoemde functionaris met betrekking tot zijn afdeling de volgende taken:

  • het signaleren van ontwikkelingen aan de zuiveringsgebiedmanager;

  • de ondersteuning van de zuiveringsgebiedmanager;

  • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering en het afleggen van verantwoording hierover aan de zuiveringsgebiedmanager.

Artikel 36 Vervanging

De bedrijfsleiders van de grote en middelgrote objecten worden bij afwezigheid vervangen door de zuiveringsgebiedmanagers.

  • het signaleren van ontwikkelingen aan de zuiveringsgebiedmanager;

  • de ondersteuning van de zuiveringsgebiedmanager;

  • het bewaken van de voortgang van de bedrijfsvoering en het afleggen van verantwoording hierover aan de zuiveringsgebiedmanager.

V Slotbepaling

Artikel 37 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Organisatieverordening Waterschap De Dommel 2005”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

  • 3. Op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit vervalt de “Organisatieverordening Waterschap De Dommel 2002”.

  • Aldus vastgesteld in het algemeen bestuur van 29 september 2004.

  • mr. drs. P.C.G. Glas                                     drs R.E. Viergever

  • (voorzitter)                                                      (secretaris)