Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap De Dommel

Ambtelijke bevoegdhedenregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap De Dommel
Officiële naam regelingAmbtelijke bevoegdhedenregeling
CiteertitelAmbtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap De Dommel 2009
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Tevens gelet op het bepaalde in de:

- Het Reglement voor Waterschap De Dommel 2008;

- Bestuurlijke bevoegdhedenregeling 2010;

- Budgethoudersregeling 2009;

- Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2009;

- Toepasselijke waterstaatswetgeving;

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 6-3-2012

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Elektronisch Waterschapsblad d.d. 27 maart 2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet,
  2. Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-201201-01-201209-03-2013Wijziging

06-03-2012

Elektronisch Waterschapsblad d.d. 27 maart 2012

I10622
01-01-201128-03-2012Wijziging

07-12-2010

Brabants Dagblad en Eindhovens Dagblad,

B-10-00635
01-10-200901-01-2011nieuwe regeling

14-09-2009

Brabants Dagblad en Eindhovens Dagblad, 14 september 2009

I-08-01271
29-12-200001-10-2009nieuwe regeling

04-10-2000

Brabants dagblad, 28 december 2000

Waterschapsblad 00-39

Tekst van de regeling

Besluiten

Artikel 1 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel;

  • b.

    besluit: schriftelijke beslissing van het dagelijkse bestuur of watergraaf inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling;

  • c.

    (onder)mandaat: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de watergraaf besluiten te nemen en te ondertekenen;

  • d.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de watergraaf privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inbegrip van het ondertekenen van hiermee samenhangende schriftelijke stukken;

  • e.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de watergraaf feitelijke  handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • f.

    bevoegdhedenregister: een schriftelijk vastgelegde opsomming van functionarissen en bij de functie behorende bevoegdheden, beheerd door een nader door de secretaris-directeur aan te wijzen proces.

  • g.

    Projectleider: een medewerker met de functie of de rol van projectleider zoals nader is omschreven in artikel 14 van de organisatieregeling Waterschap de Dommel 2009.

  • h.

    Gemandateerd opdrachtgever: een medewerker met de functie of de rol van opdrachtgever projecten zoals omschreven in artikel 13 van de Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2009.

Artikel 2 Verlening mandaat, volmacht en machtiging; ondertekening

  • 1. Aan de secretaris-directeur wordt, onverminderd de in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het namens het dagelijks bestuur of de watergraaf nemen van besluiten ter uitoefening van de aan hen toekomende bevoegdheden, het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen met uitzondering van:

    • a.

      Besluit tot het vaststellen van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4. van de Waterwet, tenzij het de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk betreft waarvan geen ingrijpende wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten; 1

    • b.

      Besluit tot het vaststellen van leggers, tenzij het gaat om de vastlegging van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarvan geen ingrijpende wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten;

    • c.

      Het verlenen en handhaven van vergunningen aan het waterschap zelf;

    • d.

      Besluiten tot het toepassen van artikel 9, 12.b van de Waterstaatswet 1900;

    • e.

      Besluiten op grond van de artikelen 5.21 lid 1, 5.22 lid 1 en 5.24 lid 1 van de Waterwet;

    • f.

      Het doen van een verzoek aan de Minister tot het starten van een gedoogplichtprocedure op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

    • g.

      Het vaststellen van waterakkoorden;

    • h.

      Het afdoen  van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • i.

      Het aangaan van convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, voor zover deze bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële consequenties hebben of kunnen krijgen, tenzij de aard en het belang van de overeenkomst geen nadere bestuurlijke belangenafweging vereist; 2

    • j.

      Het nemen van maatregelen in gevallen van dringend of dreigend gevaar, als bedoeld in artikel 96 van de Waterschapswet;

    • k.

      Het vaststellen van de (beheers)begroting;

    • l.

      Het benoemen, schorsen, ontslaan van een directielid, concerncontroller, HR-manager/ proceseigenaar;

    • m.

      Het vaststellen van (bestuurs)rapportages in het kader van de verantwoording m.b.t. de uitvoering van de Beleidsbegroting;

    • n.

      Het vaststellen van het jaarverslag;

    • o.

      De bevoegdheden op grond van fiscale wetgeving;

    • p.

      Het instellen van een verbod onttrekking oppervlaktewater en het verlenen van ontheffing op het verbod beregening grasland met grondwater bij grote droogte.

  • 2. De in lid 1 genoemde bevoegdheid van de secretaris directeur bevat tevens de bevoegdheid om voor het voeren van overleg met de Ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden.

  • 3. Het verleende mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot ondertekening van de krachtens het mandaat genomen besluiten.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1. De secretaris-directeur mag van het aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan:

    • a.

      Directeur Innovatie en Bedrijfsvoering;

    • b.

      HR-manager/ proceseigenaren;

    • c.

      Procesmanagers;

    • d.

      Gemandateerd opdrachtgevers;

    • e.

      Projectleiders;

    • f.

      Overige medewerkers.

  • 2. De secretaris-directeur wordt de bevoegdheid verleend tot het geven van nadere instructies aan een functionaris als bedoeld in het eerste lid, omtrent de mate waarin en de werkwijze waarop gebruik dient te worden gemaakt van het aan hen verleende ondermandaat.

  • 3. De secretaris-directeur legt de verleende ondermandaten aan de functionarissen vast in een Bevoegdhedenregister, dat een annex is bij deze regeling.

  • 4. Het verleende ondermandaat is alleen mogelijk voor aangelegenheden die behoren tot het werkterrein/proces/project van betrokkene en die naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de mandaatgever zelf.

  • 5. Het verleende ondermandaat omvat tevens de bevoegdheid tot ondertekening van de krachtens het ondermandaat genomen besluiten.

  • 6. Ondermandaten, volmachten en machtigingen die, na  inwerkingtreding van deze regeling, aan de orde zijn worden door middel van een standaardformulier schriftelijk verleend en zijn direct na ondertekening van kracht. 3De verleende ondermandaten, volmachten en machtigingen worden vastgelegd in het Bevoegdhedenregister, dat periodiek vastgesteld wordt door de secretaris-directeur. Bevoegdheidstoekenningen aan de projectleider worden in het Bevoegdhedenregister opgenomen voor zover die niet in de (aanvullende) projectopdracht is opgenomen.

Artikel 4 Algemene voorwaarden (onder)mandaat

  • 1. De uitoefening van het (onder)mandaat geschiedt met inachtneming van:

    • a.

      de in artikel 2 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling omschreven organisatie-indeling en taakverdeling, zoals die nader is uitgewerkt in die verordening en het daarop gebaseerd uitvoeringsbesluit;

    • b.

      het ter zake geldende recht, de vastgestelde of vast te stellen beleids- en uitvoeringsregels alsmede aangegeven beperkingen en voorwaarden.

  • 2. De uitoefening van (onder)gemandateerde bevoegdheden met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt met inachtneming van de vastgestelde regels omtrent het budgetbeheer en de uitoefening van budgettaire bevoegdheden zoals vastgesteld in de Budgethoudersregeling 2009 en de daarbij behorende Procuratieboom.

  • 3. De (onder)gemandateerde besluiten, die mede betrekking hebben op andere processen dan die van de (onder)gemandateerde, worden niet genomen dan na verkregen advies van en - in geval een andere (onder)gemandateerde betrokken budgethouder is - na toestemming van de desbetreffende (onder)gemandateerde.

  • 4. De (onder)gemandateerde verschaft de mandaatgever periodiek of op diens verzoek een rapportage over de uitoefening van de bevoegdheid. Hiervoor wordt in de management- en bestuursrapportages die het waterschap binnen het planning & controlsysteem kent ruimte gereserveerd.

  • 5. Indien de (onder)gemandateerde van oordeel is, dan wel redelijkerwijs te verwachten is dat een te nemen beslissing bestuurlijk gevoelig is, legt de (onder)gemandateerde de te nemen beslissing met zijn advies voor aan de mandaatgever.

Artikel 5 (Onder)Volmacht en machtiging

  • 1. De artikelen 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op het verlenen van volmacht en machtiging.

Artikel 6 Verdere ondermandaat, -volmacht en -machtiging

  • 1. De directeur Innovatie en Bedrijfsvoering, HR-manager/proceseigenaren, gemandateerd opdrachtgevers en procesmanagers zijn bevoegd om schriftelijk door middel van een standaardformulier verder ondermandaat, -volmacht en -machtiging te verlenen; deze zijn direct na ondertekening van kracht. 

  • 2. De ondergemandateerden in het eerste lid wordt de bevoegdheid verleend tot het geven van nadere instructies aan een functionaris, omtrent de mate waarin en de werkwijze waarop gebruik dient te worden gemaakt van het aan hen verleende verdere ondermandaat.

  • 3. De verleende verdere ondermandaten, -volmachten en -machtigingen worden vastgelegd in het Bevoegdhedenregister, dat periodiek wordt vastgesteld door de secretaris-directeur. Bevoegdheidstoekenningen aan de projectleider worden in het Bevoegdhedenregister opgenomen voor zover  die niet in de (aanvullende) projectopdracht is opgenomen.

  • 4. Het bepaalde in artikel 3, vierde en vijfde lid en artikel 4 is van overeenkomstige toepassing. 

Artikel 7 Vervanging

  • 1. De secretarisdirecteur wordt in zijn functie als secretaris en als algemeen directeur bij tijdelijke afwezigheid vervangen door de directeur Innovatie en Bedrijfsvoering. Bij afwezigheid van laatstgenoemde vervangt de door het dagelijks bestuur daartoe schriftelijk aangewezen functionaris. De vervanger oefent voor de duur van de afwezigheid of verhindering de bevoegdheden van de secretarisdirecteur uit.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van de ondergemandateerde, als bedoeld in artikel 3 eerste lid, gaat de bevoegdheid horizontaal over op een plaatsvervanger met een gelijke functie of, bij gebreke van een dergelijke plaatsvervanger, op de naasthogere functionaris.

  • 3. Indien de uitoefening van een ondergemandateerde bevoegdheid de persoon, functie of enig ander belang van de ondergemandateerde zelf betreft, gaat het ondermandaat over op de (hiërarchisch) naast hogere functionaris; voor het geval het een directielid betreft wordt de bevoegdheid uitgeoefend door het andere directielid.

  • 4. De vervangingsregeling, waarin de concrete vervanging overeenkomstig voorgaande leden is vastgelegd, wordt beheerd door een nader door de secretaris-directeur aan te wijzen proces.

Artikel 8 Ondertekening

1. Het in een document vastleggen van een besluit of een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling vastgesteld op basis van mandaat, volmacht of machtiging vermeldt, afhankelijk van wie de bevoegdheid afkomstig is, aan het slot:

Namens het dagelijks bestuur,                Namens de watergraaf,

De secretaris-directeur,                             De secretaris-directeur,

Handtekening                                              Handtekening

(naam secretaris-directeur)                      (naam secretaris-directeur)

2. Het in een document vastleggen van een besluit of een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling vastgesteld op basis van ondermandaat, -volmacht of -machtiging vermeldt, afhankelijk van wie de bevoegdheid afkomstig is, aan het slot:

Namens het dagelijks bestuur,

de functie van de ondergemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde,

Handtekening

(naam van de ondergemandateerde/ gevolmachtigde/ gemachtigde)

Of

Namens de watergraaf,

de functie van de ondergemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde,

Handtekening

(naam van de ondergemandateerde/ gevolmachtigde/ gemachtigde)

3. In geval van plaatsvervanging als bedoeld in artikel 7 van deze regeling wordt ondertekend door de plaatsvervanger als volgt:

Namens het dagelijks bestuur,

de functie van de ondergemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde, met toevoeging "plv."

Handtekening plaatsvervanger

(naam van de plaatsvervanger)

Of

Namens de watergraaf,

de functie van de ondergemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde, met toevoeging "plv."

Handtekening plaatsvervanger

(naam plaatsvervanger)

Artikel 9 Overgangsbepaling bestaande mandaten, machtigingen en volmachten

De vóór de inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling overeenkomstig de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2009 reeds uitgeoefende bevoegdheden worden geacht te zijn gebaseerd op de in dit besluit opgenomen regeling.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Bij deze regeling behoort een Bevoegdhedenregister met betrekking tot de verleende (onder)mandaten, volmachten en machtigingen.

  • 2. Deze regeling wordt in afschrift verzonden aan de in artikel 3 genoemde functionarissen.

  • 3. Ondertekening van deze regeling vindt plaats met inachtneming van de eigen bevoegdheden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking en werkt terug tot  1 januari 2012.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap De Dommel 2009.

Bijlage: Bevoegdhedenregister

Artikelsgewijze toelichting

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING  BEHORENDE BIJ DE AMBTELIJKE BEVOEGDHEDENREGELING WATERSCHAP DE DOMMEL 2009

Algemene toelichting

  • Het karakter van de bevoegdheden in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling en het annexe Bevoegdhedenregister is gelet op de flexibele en veranderende organisatie generiek van aard. Daarmee wordt voorkomen dat de Ambtelijke bevoegdhedenregeling aan regelmatige verandering onderhevig is.

  • Er is gekozen voor 1 Ambtelijke bevoegdhedenregeling. Hierdoor wordt ook invulling gegeven aan het streven naar deregulering.

  • De structuur van de regeling is als volgt:

  • zie bijlage "artikelsgewijze toelichting "

    • DB en Watergraaf mandateren alle bevoegdheden (mandaat, volmacht, machtiging) aan SD, tenzij uitgezonderd).

    • Art 3.3. basis ondermandaat, volmacht en machtiging SD aan functionarissen in register.

    • Art 3.6. aanvullend ondermandaat, volmacht en machtiging SD aan functionarissen in register.

    • Art 6 . verder ondermandaat , volmacht en machtiging door middenmanagement aan specifieke functionarissen.

    • Aanvullend mandaat en verder ondermandaat via standaard besluitformulier.

    • Projectleider krijgt zijn projectmandaat primair via projectopdracht/-document.

  • In het Bevoegdhedenregister zijn de bevoegdheden derhalve gerangschikt naar functie. Per functie zijn de algemene en bijzondere bevoegdheden benoemd en vastgelegd. Het bevoegdhedenregister wordt beheerd door het proces juridische advisering.

Artikel 2

Er is voor gekozen om alle bevoegdheden te mandateren aan de secretaris-directeur met uitzondering van een aantal specifiek bevoegdheden, waarvoor het dagelijks bestuur en de watergraaf geen mandaat, volmacht of machtiging kan verlenen. Deze bevoegdheden kunnen dus niet op een lager niveau uitgeoefend worden.

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. In artikel 10:3 tweede lid geeft de Awb  enkele voorbeelden van gevallen waarin mandaat in ieder geval niet wordt verleend:

  • het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

  • het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;

  • het beslissen op een beroepschrift;

  • het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

Voorts bepaalt het derde lid van artikel 10:3 Awb dat mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter niet wordt verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

Wanneer de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet, kan ook de Awb niet precies zeggen. Behalve dat mandaat van een bevoegdheid op grond van de wet gewoon niet is toegestaan, kan dat ook van de omstandigheden van het geval afhankelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan: niet in deze omstandigheden of in deze omvang of aan deze gemandateerde of onder deze voorwaarden.

Onder a en b van dit artikel is geregeld dat projectplannen en leggers m.b.t. aanleg/ wijziging van waterstaatswerken, die niet van ingrijpende betekenis zijn voor de waterstaatkundige situatie, ambtelijk zijn doorgemandateerd. Ook de inspraakverordening kent hiervoor een lichter regiem.

Onder c staat vermeld dat alleen het dagelijks bestuur vergunningen of ontheffingen mag verlenen aan het waterschap zelf, bijvoorbeeld een watervergunning voor het lozen van effluent van een rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap op oppervlaktewater binnen het beheersgebied van het waterschap.

Onder i: Uitgesloten van de mandatering aan de SD zijn convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten met een bestuurlijk, beleidsmatig en/of financieel karakter die nadere bestuurlijke belangenafweging vereisen. Indien er sprake is van grote bestuurlijke, beleidsmatige en/ of financiële consequenties is - mede gelet op de bestuurlijke bevoegdhedenregeling - besluitvorming op AB niveau vereist (bijvorbeeld het maken van afspraken tot het oprichten van een juridisch zelfstandege entiteit waarbinnen wordt samengewerkt). Zijn geen grote belangen in het spel, maar is nadere bestuurlijke belangenafweging wel vereist dan volstaat een beslissing op DB niveau. Indien helemaal geen bestuurlijke belangenafweging is vereist omdat het bijvoorbeeld gaat om operationele zaken die passen binnen de reguliere bedrijfsvoering of waarover al eerder een nadere bestuurlijke belangenafweging heeft plaatsgevonden is de bevoegdheid  wel gemandateerd en volstaat een beslissing op ambtelijk niveau.

Artikel 3

In artikel 3 kent het dagelijks bestuur en de watergraaf aan de secretaris-directeur de bevoegdheid toe om van het aan hem verleende mandaat ondermandaat te verlenen.

De bevoegdheden worden in een bevoegdhedenregister vastgelegd. Het bevoegdhedenregister is met betrekking tot nieuwe te (onder)mandateren bevoegdheden declaratoir en niet constitutief (rechtscheppend) van karakter. Door middel van een standaardformulier worden nieuwe bevoegdheden in het bevoegdhedenregister opgenomen.

In dit bevoegdhedenregister worden juridische en geen financiële en fiscale bevoegdheden vastgelegd.

Financiële bevoegdheden zijn vastgelegd in de Budgethoudersregeling 2009. Bij de uitoefening van bevoegdheden met financiële consequenties dient een (onder)mandaathouder dus ook te blijven binnen zijn financiële bevoegdheid op grond van de geldende Budgethoudersregeling, dan wel toestemming van de bij zijn besluit/rechtshandeling betrokken budgethouders.

Fiscale bevoegdheden worden niet in het bevoegdhedenregister opgenomen, omdat de meeste fiscale bevoegdheden bij wet zijn toegekend aan functionarissen belast met de heffing of invordering van belastingen. Daarbij is dus geen sprake van een afgeleide bevoegdheid, zoals bij delegatie of mandaat, maar van een rechtstreeks toegekende bevoegdheid (attributie).

Tot slot worden de specifieke bevoegdheden van toezichthouders, handhavers en opsporingsambtenaren en de namen van deze functionarissen opgenomen in het Aanwijzingsbesluit. In het bevoegdhedenregister wordt de algemene bevoegdheid van deze functionarissen opgenomen.

Artikel 4

Dit artikel betreft de voorwaarden waaronder de bevoegdheid in mandaat en ondermandaat wordt uitgeoefend. De gemandateerde handelt overeenkomstig de beleids- en uitvoeringsregels die door het bestuur zijn vastgesteld, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Uit oogpunt van rechtszekerheid bepaalt primair de (onder)gemandateerde zelf of hij de (onder)gemandateerde zelf of hij de bevoegdheid kan uitoefenen.

De (onder)mandaatgever bepaalt de frequentie van de inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid door de (onder)gemandateerde. Een goede inrichting van de informatievoorziening is hierbij van belang.

Artikel 5

Op grond van artikel 5 geldt met betrekking tot volmacht en machtiging hetzelfde als ten aanzien van het (onder)mandaat.

Artikel 6

De directeur Innovatie en Bedrijfsvoering, HR-managers/ proceseigenaren, procesmanagers en gemandateerd opdrachtgevers aan wie ondermandaat is verleend, wordt de bevoegdheid toegekend om verder ondermandaat te verlenen.

Artikel 7

In artikel 7 is de algemene vervanging opgenomen. De concrete vervanging van de diverse functionarissen is vastgelegd in een regeling, die wordt beheerd door een door de secretaris-directeur aangewezen functionaris van Planning en Control.

Artikel 8

In artikel 8 is de ondertekening opgenomen. Afhankelijk van wie de bevoegdheid afk

Bevoegdhedenregister

BEHOREND BIJ DE AMBTELIJKE BEVOEGDHEDENREGELING WATERSCHAP DE DOMMEL 2009

Versie: 4.0

Vastgesteld door de secretaris-directeur op: 6 maart 2012

In dit register wordt een overzicht gegeven van alle bevoegdheden die zijn ondergemandateerd door de secretaris-directeur aan de directeur Innovatie en Bedrijfsvoering, HR-managers,  proceseigenaren, de procesmanagers, de projectleiders en overige medewerkers. De werktitel van dit register is: Bevoegdhedenregister.

Algemene voorwaarden ondermandaat:

  • 1. De uitoefening van het (onder)mandaat geschiedt met inachtneming van:

    • a.

      de in artikel 2 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling omschreven organisatie-indeling en taakverdeling, zoals die nader is uitgewerkt in die verordening en het daarop gebaseerd uitvoeringsbesluit;

    • b.

      het ter zake geldende recht, de vastgestelde of vast te stellen beleids- en uitvoeringsregels alsmede aangegeven beperkingen en voorwaarden.

  • 2. De uitoefening van (onder)gemandateerde bevoegdheden met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt met inachtneming van de vastgestelde regels omtrent het budgetbeheer en de uitoefening van budgettaire bevoegdheden zoals vastgesteld in de Budgethoudersregeling 2009 en de daarbij behorende Procuratieboom.

  • 3. De (onder)gemandateerde besluiten, die mede betrekking hebben op andere processen dan die van de (onder)gemandateerde, worden niet genomen dan na verkregen advies van en - in geval een andere (onder)gemandateerde betrokken budgethouder is - na toestemming van de desbetreffende (onder)gemandateerde.

  • 4. De (onder)gemandateerde verschaft de mandaatgever periodiek of op diens verzoek een rapportage over de uitoefening van de bevoegdheid. Hiervoor wordt in de management- en bestuursrapportages die het waterschap binnen het planning & controlsysteem kent ruimte gereserveerd.

  • 5. Indien de (onder)gemandateerde van oordeel is, dan wel redelijkerwijs te verwachten is dat een te nemen beslissing bestuurlijk gevoelig is, legt de (onder)gemandateerde de te nemen beslissing met zijn advies voor aan de mandaatgever.

  • Het bovenstaande geldt evenzeer bij verlening van volmacht en machtiging.

  • Hieronder zal per functiegroep (bijvoorbeeld proceseigenaar) de ondermandaten, volmachten en machtigingen worden opgenomen die voor alle functionarissen binnen die functiegroep gelden. Daar waar binnen de functiegroep een functionaris een bijzonder mandaat heeft zal het direct daaronder worden benoemd.

Directeur Innovatie en Bedrijfsvoering

Bevoegdheden

Alle bevoegdheden van de secretaris-directeur, behoudens de bevoegdheden ten aanzien van personele aangelegenheden.

HR-manager/ Proceseigenaar

Bevoegdheden voor alle functionarissen

1. Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

1.1. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken;

1.2. het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

1.3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van roerende en onroerende zaken;

1.4. het afsluiten van verzekeringen;

1.5. het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten;

1.6. het nemen van besluiten, het geven van projectopdrachten en verrichten van andere (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

1.7. het mandateren van het opdrachtgeverschap m.b.t. investeringsinnovaties  aan een procesmanager of andere binnen zijn proces(sen) werkzame medewerkers, niet reeds zijnde een functioneel gemandateerd opdrachtgever;

1.8. het aangaan van convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, voor zover deze uit bestuurlijk, beleidsmatig en/of financieel oogpunt geen nadere bestuurlijke belangenafweging vereist.

2. Aanbestedingen

2.1. het doen van aanbestedingen en het nemen van beslissingen in een aanbestedingsprocedure, zoals het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen binnen de kaders van het aanbestedingsbeleid.

3. Het voeren van (buiten)gerechtelijke procedures

3.1. het gebruik maken van inspraakmogelijkheden, zoals het indienen van zienswijzen conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.

3.2. Het nemen van besluiten en verrichten van (rechts)handelingen inzake de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Inspraakverordening Waterschap De Dommel.

3.3. Het voeren van rechtsgedingen, het vragen van voorlopige voorzieningen en het aanspannen van een kort geding, alsmede het aangaan van dadingen, het opdragen van geschillen aan scheidslieden en het berusten in rechtsvorderingen, een en ander onder de verplichting deze handelingen te melden aan het algemeen bestuur.

3.4. Het instellen van beroep en het maken van bezwaar met dien verstande dat het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar wordt ingetrokken indien het algemeen bestuur de beslissing van het dagelijks bestuur niet hetzij in zijn eerstvolgende vergadering, hetzij binnen 3 maanden bekrachtigt.

4. Beslissing op bezwaar

4.1. het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de bezwaarschriftencommissie noodzakelijk is in de volgende gevallen:

  • het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • het bezwaar kennelijk ongegrond is, voor zover hij zelf niet het primaire besluit genomen heeft;

  • het verzoek tot aanvulling van gronden van bezwaar;

  • het verdagen van beslissing op bezwaar.

5. Rechtspositionele besluiten

5.1. het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid werkende medewerkers;

5.2. de aanstelling van personeel binnen de vastgestelde formatie met inachtneming van het Directieplan;

5.3. het invullen van de formatie van de processen binnen het door het algemeen bestuur vastgestelde formatie/budget met inachtneming van het Directieplan.

6. Bestuurlijk

6.1. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten, met inbegrip van de correspondentie daarover;

6.2. het voeren van overleg en het verstrekken van adviezen in het kader van artikel 3.1.1 en 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening;

6.3. het voeren van overleg en het verstrekken van adviezen in het kader van artikel 4.23 Wet milieubeheer;

6.4. het nemen van besluiten en het verrichten van (rechts)handelingen m.b.t. bestuursrechtelijke geldschulden als bedoeld in titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht;

6.5. het nemen van besluiten en het verrichten van (rechts)handelingen m.b.t. toekenning van een dwangsom bij niet tijdig beschikken.

7. Overig

7.1. het behandelen en afdoen van schadeclaims;

7.2. het aansprakelijk stellen van derden;

7.3. het aanvragen van subsidies en sponsorgelden;

7.4. het uitvoeren van subsidieregelingen en verstrekken van subsidiegelden overeenkomstig vastgesteld beleid.

8. Het geven van aanvullende instructies voor de uitoefening van bevoegdheden aan de binnen hun proces werkzame medewerkers.

9. Vangnetbepaling

9.1. Algemeen uitvoeringsmandaat: het nemen van beslissingen ter realisatie van de doelen van het proces, voor zover elders in deze regeling niet anders is geregeld.

Bevoegdheden voor specifieke functionarissen

Proceseigenaar van het proces vergunningen

1. Vergunningverlening

1.1. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen en vergunningen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen, waaronder onder meer wordt verstaan:

a. het instemmen met bedrijfsmilieuplannen (BMP's) en milieueffectrapporten (MER's), voortgangsrapportages, milieuactieplannen, milieujaarplannen.

b. het stellen van nadere eisen op grond van artikel 8.42 Wet Milieubeheer.

c. het besluit tot het buiten behandeling laten van de aanvraag.

d. het besluit in het kader van de milieueffectrapportage (MER) beoordelingsplicht.

e. het besluit tot intrekking van de vergunning niet zijnde een sanctie.

f. Het verstrekken van adviezen in externe vergunningsprocedures.

2. Overige advisering ten aanzien van plannen, rapportages, onderzoek en beleid van derden.

Proceseigenaar van het proces Toezicht en handhaving

1. Handhaving en toezicht houden

1.1. Het nemen van handhavingbesluiten 4 en het ondertekenen van correspondentie daaraan voorafgaand en opvolgend alsmede verrichten van (rechts)handelingen, tenzij sprake is van handhaving bij eigen inrichtingen en werken. De proceseigenaar weegt daarbij bestuursgevoelige zaken, waaronder begrepen de handhaving ten aan zien van grote (organische) lozers en andere overheden, alsmede publieksgevoelige zaken af of het wenselijk is de betreffende handhavingzaak ter kennisname aan het bestuur te brengen.

1.2. Het instemmen met milieujaarverslagen;

1.3. het doen van verzoeken aan gemeenten en provincie voor handhaving van indirecte lozingen onder de verplichting om deze (achteraf) te melden aan de portefeuillehouder.

Proceseigenaar van het proces Realisatie watersysteem

1. Het nemen van besluiten inzake projectplannen als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet van eenvoudige aard waarvan geen ingrijpende wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten. Te denken valt aan kleinschalige ingrepen, waarbij alle belangen en actualiteiten goed in beeld zijn en waarbij slechts een gering aantal belanghebbenden betrokken is.

Proceseigenaar van het proces Beheer watersysteem

1.     Het vaststellen van leggers naar aanleiding van de aanleg of wijziging van waterstaatswerken waarvan geen ingrijpende wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten.

Procesmanager

Bevoegdheden voor alle functionarissen

1. Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

1.1. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken;

1.2. het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

1.3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van roerende en onroerende zaken;

1.4. het afsluiten van verzekeringen;

1.5. het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten;

1.6. het nemen van besluiten, het geven van projectopdrachten vallend binnen zijn exploitatiebudget en verrichten van andere (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

1.7. het aangaan van convenanten, bestuursovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, voor zover deze uit bestuurlijk, beleidsmatig en/of financieel oogpunt geen nadere bestuurlijke belangenafweging vereist.

2. Aanbestedingen

2.1. het doen van aanbestedingen en het nemen van beslissingen in een aanbestedingsprocedure, zoals het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen binnen de kaders van het aanbestedingsbeleid.

3. Het voeren van (buiten)gerechtelijke procedures

3.1. het gebruik maken van inspraakmogelijkheden, zoals het indienen van zienswijzen conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht;

3.2. Het nemen van besluiten en verrichten van (rechts)handelingen inzake de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Inspraakverordening Waterschap De Dommel;

3.5. het bij dwangbevel van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, alsmede het bij dwangbevel invorderen van verbeurde dwangsommen; een en ander overeenkomstig afdeling 4.4.4. van de Algemene wet bestuursrecht.

3.6. Het voeren van rechtsgedingen, het vragen van voorlopige voorzieningen en het aanspannen van een kort geding, alsmede het aangaan van dadingen, het opdragen van geschillen aan scheidslieden en het berusten in rechtsvorderingen, een en ander onder de verplichting deze handelingen te melden aan het algemeen bestuur.

3.7. Het instellen van beroep en het maken van bezwaar met dien verstande dat het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar wordt ingetrokken indien het algemeen bestuur de beslissing van het dagelijks bestuur niet hetzij in zijn eerstvolgende vergadering, hetzij binnen 3 maanden bekrachtigt.

4. Beslissing op bezwaar

4.1. het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de bezwaarschriftencommissie noodzakelijk is in de volgende gevallen:

  • het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • het bezwaar kennelijk ongegrond is, voor zover hij zelf niet het primaire besluit genomen heeft;

  • het verzoek tot aanvulling van gronden van bezwaar;

  • het verdagen van beslissing op bezwaar.

5. Bestuurlijk

5.1. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten, met inbegrip van de correspondentie daarover;

5.2. het voeren van overleg en het verstekken van adviezen in het kader van artikel 3.1.1 en 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening;

5.3. het voeren van overleg en het verstrekken van adviezen in het kader van artikel 4.23 Wet milieubeheer;

5.4. het nemen van besluiten en het verrichten van (rechts)handelingen m.b.t. bestuursrechtelijke geldschulden als bedoeld in titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht.

6. Overig 

6.1. het behandelen en afdoen van schadeclaims;

6.2. het aansprakelijk stellen van derden;

6.3. het aanvragen van subsidies en sponsorgelden;

6.4. het uitvoeren van subsidieregelingen en verstrekken van subsidiegelden overeenkomstig vastgesteld beleid.

6.5. Het geven van aanvullende instructies voor de uitoefening van bevoegdheden aan de binnen hun proces werkzame medewerkers.

7. Vangnetbepaling

7.1. Algemeen uitvoeringsmandaat: het nemen van beslissingen ter realisatie van de doelen van het proces, voor zover elders in deze regeling niet anders is geregeld.

Bevoegdheden voor specifieke functionarissen

Procesmanager Vergunningen

1. Vergunningverlening

1.1. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen en vergunningen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen, waaronder onder meer wordt verstaan:

a. het instemmen met bedrijfsmilieuplannen (BMP's) en milieueffectrapporten (MER's), voortgangsrapportages, milieuactieplannen, milieujaarplannen.

b. het stellen van nadere eisen op grond van artikel 8.42 Wet Milieubeheer.

c. het besluit tot het buiten behandeling laten van de aanvraag.

d. het besluit in het kader van de milieueffectrapportage (MER) beoordelingsplicht.

e. het besluit tot intrekking van de vergunning niet zijnde een sanctie;

f. het verstrekken van adviezen in externe vergunningsprocedures.

Procesmanager Externe planvorming

1. Advisering

1.1 Het verstrekken van adviezen in externe vergunningsprocedures.

1.2 Overige advisering ten aanzien van plannen, rapportages, onderzoek en beleid van derden.

Procesmanager Toezicht en Handhaving

1. Handhaving en toezicht houden

1.1. het nemen van handhavingbesluiten 5en het ondertekenen van correspondentie daaraan voorafgaand en opvolgend alsmede verrichten van (rechts)handelingen, tenzij sprake is van handhaving bij eigen inrichtingen en werken. Bij bestuursgevoelige zaken, waaronder begrepen handhavingbesluiten jegens andere overheden, alsmede publieksgevoelige zaken, dient de proceseigenaar te worden geïnformeerd, die een afweging maakt over voorafgaande melding aan het bestuur;

1.2. correspondentie betreffende het al dan niet instemmen met milieujaarverslagen;

1.3. het doen van verzoeken aan gemeenten en provincie voor handhaving van indirecte lozingen onder de verplichting om deze (achteraf) te melden aan de portefeuillehouder.

Procesmanager Beheren Financiën

1. Financieel beheer

1.1. Het afsluiten van feitelijke transacties op grond van het treasurystatuut.

Gemandateerd opdrachtgever projecten

1. Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

1.1. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken;

1.2. het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

1.3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van roerende en onroerende zaken;

1.4. het afsluiten van verzekeringen;

1.5. het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten;

1.6. het nemen van besluiten, het geven van projectopdrachten en verrichten van andere (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover.

2. Aanbestedingen

2.1. het doen van aanbestedingen en het nemen van beslissingen in een aanbestedingsprocedure, zoals het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen binnen de kaders van het aanbestedingsbeleid.

3. Het voeren van (buiten)gerechtelijke procedures

3.1. het gebruik maken van inspraakmogelijkheden, zoals het indienen van zienswijzen conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.

3.2. Het beslissen op Wob-verzoeken.

3.3. Het voeren van rechtsgedingen, het vragen van voorlopige voorzieningen en het aanspannen van een kort geding, alsmede het aangaan van dadingen, het opdragen van geschillen aan scheidslieden en het berusten in rechtsvorderingen, een en ander onder de verplichting deze handelingen te melden aan het algemeen bestuur.

3.4. Het instellen van beroep en het maken van bezwaar met dien verstande dat het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar wordt ingetrokken indien het algemeen bestuur de beslissing van het dagelijks bestuur niet hetzij in zijn eerstvolgende vergadering, hetzij binnen 3 maanden bekrachtigt.

4. Bestuurlijk

4.1. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten, met inbegrip van de correspondentie  daarover;

5. Overig  

5.1. het behandelen en afdoen van schadeclaims;

5.2. het aansprakelijk stellen van derden;

5.3. het aanvragen van subsidies en sponsorgelden;

5.4. Het geven van aanvullende instructies voor de uitoefening van bevoegdheden aan zijn projectleider(s).

6. Vangnetbepaling

Algemeen uitvoeringsmandaat: het nemen van beslissingen ter realisatie van de doelen van het project, voor zover elders in deze regeling niet anders is geregeld.

Projectleider

Bevoegdheden voor alle functionarissen

1. Algemene bevoegdheid

1.1. Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, waaronder het aanvragen van projectsubsidies wordt begrepen, ter uitvoering van alle activiteiten binnen een project zoals is opgenomen in de door de opdrachtgever vastgestelde projectopdracht en/ of vastgestelde beslisdocumenten, met uitzondering van inhuur van externen op detacheringbasis. 

Bevoegdheden voor specifieke functionarissen

Projectleider ........

Medewerkers

Bevoegdheden voor alle medewerkers

Medewerkers

het verrichten van handelingen binnen de vastgestelde taken en processen.

Bevoegdheden voor specifieke medewerkers

(Senior) medewerker(s) grondzaken

Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

1. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken;

2. het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van onroerende zaken;

4. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover.

Juristen/juridisch medewerkers

1. Het vertegenwoordigen van het waterschap in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsgedingen alsmede arbitrageprocedures;

2. Het verlijden van notariële akten ter uitvoering van door of namens het bestuur genomen besluiten;

3. Het voeren en ondertekenen van correspondentie aangaande juridische zaken.

4. Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen binnen de juridische adviesfunctie.

5. Het nemen van besluiten en verrichten van (rechts)handelingen inzake de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Inspraakverordening Waterschap De Dommel.

6. Het voeren van rechtsgedingen, het vragen van voorlopige voorzieningen en het aanspannen van een kort geding, alsmede het aangaan van dadingen, het opdragen van geschillen aan scheidslieden en het berusten in rechtsvorderingen, een en ander onder de verplichting deze handelingen te melden aan het algemeen bestuur.

7. Het instellen van beroep en het maken van bezwaar met dien verstande dat het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar wordt ingetrokken indien het algemeen bestuur de beslissing van het dagelijks bestuur niet hetzij in zijn eerstvolgende vergadering, hetzij binnen 3 maanden bekrachtigt.

Secretaris bezwaarschriftencommissie/klachtencoördinator

1. Het voeren en ondertekenen van correspondentie aangaande bezwaar- en klachtenprocedures, waaronder het aan belanghebbenden bevestigen van de ontvangst van een bezwaarschrift.

2. Het nemen van voorbereidende besluiten en handelingen aangaande bezwaar- en klachtenprocedures, waaronder het verdagen van de beslissing op bezwaar.

Voorzitter bezwaarschriftencommissie 6

1. Het uitoefenen van de bevoegdheden zoals genoemd in de artikelen 7.4 en 7.6 van de Algemene wet bestuursrecht.

(Senior) vergunningverleners, juridisch adviseurs Wvo

1. Het ondertekenen van correspondentie met betrekking tot het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen en vergunningen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen.

(Senior) handhavers, (senior) opsporingsambtenaren, (senior) juridisch adviseurs waterbeheer, toezichthouders 7

1. De bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht en alle overige van toepassing zijnde bijzondere wet- en regelgeving met betrekking tot handhaving en toezicht zoals: de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Verordening water Noord-Brabant, de Wabo, de Keur Waterschap De Dommel, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990.

2. Het ondertekenen van correspondentie voorafgaand aan en volgend op handhavingbesluiten, tenzij sprake is van handhaving van eigen inrichtingen en werken.

(Senior) medewerkers inkoop

1. Het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen met betrekking tot inkoop en aanbesteding.

Planvormer Landelijk Gebied en Planvormer Stedelijk Gebied, Senior Adviseur Stedelijk water, Adviseur Rioleringstechniek

1. het voeren van overleg en het verstrekken van adviezen in het kader van artikel 3.1.1 en 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening.

2. Het voeren van overleg en het verstrekken van adviezen in het kader van artikel 4.23 Wet milieubeheer.

3. Het verstrekken van adviezen in externe vergunningsprocedures.

4. Overige advisering ten aanzien van plannen, rapportages, onderzoek en beleid van derden.

Bevoegdheden op basis van verder ondermandaat (art 6 ambtelijke bevoegdheidsregeling 2009) gebaseerd op Besluit verlenen ondermandaat.

bijlage: tabel

Aldus vastgesteld op 6 maart 2012

drs. R.E. Viergever,

secretaris-directeur


Noot
1[Toelichting: Hiermee wordt gedoeld op de eenvoudige projectplannen die op basis van de inspraakverordening niet inspraakplichtig zijn.]
Noot
2[Toelichting: Voor inschatting aard en belang is consultatie directie gewenst; zie ook toelichting.]
Noot
3[Toelichting: Direct na ondertekening wordt ondermandaat middels kopie aan gemandateerde bekendgemaakt.  ]
Noot
4[Toelichting: Onder handhavingbesluiten worden in elk geval begrepen: de toepassing van bestuursdwang en dwangsom, beschikkingen omtrent de feitelijke toepassing van bestuursdwang, het nemen van besluiten inzake kostenbeschikking bestuursdwang en invorderingsbeschikking dwangsom, alsmede het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving.]
Noot
5[Toelichting: Onder handhavingbesluiten worden in elk geval begrepen: de toepassing van bestuursdwang en dwangsom, beschikkingen omtrent de feitelijke toepassing van bestuursdwang, het nemen van besluiten inzake kostenbeschikking bestuursdwang en invorderingsbeschikking dwangsom, alsmede het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving. ]
Noot
6[Toelichting: De voorzitter van de bezwaarschriftencommissie is geen medewerker van Waterschap De Dommel ]
Noot
7[Toelichting: Conform aanwijzingsbesluit(en) Toezichthouders]