Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap De Dommel

Regeling Budgethouders 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap De Dommel
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingRegeling Budgethouders 2002
CiteertitelRegeling Budgethouders 2002
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Ook gepubliceerd in Eindhovens dagblad.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 23-1-2002

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Brabants dagblad, 5 maart 2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-03-200227-07-2009nieuwe regeling

23-01-2002

Brabants dagblad, 5 maart 2002

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Budgethouders 2002

 

 

Aanhef

Overwegingen

- Het dagelijks bestuur vervult een kaderstellende, richtinggevende en toetsende rol in de dagelijkse bedrijfsvoering.

- De ambtelijke organisatie is belast met de beleidsvoorbereiding en de bedrijfsvoering.

- Onderdelen van de missie van Waterschap De Dommel zijn:

  • het werken tegen zo laag mogelijke kosten, maar met een goede kwaliteit als resultaat

  • de ruimte voor zelfontplooiing en het optimaal inzetten van de talenten van medewerkers. Het streven naar verantwoordelijkheid, autonomie en creativiteit van medewerkers past hierbinnen. Met het oog hierop zijn verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neergelegd. Dit is gebeurd in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2000 en het Ondermandaatbesluit ambtelijke organisatie 2000. In deze regelingen zijn bevoegdheden toegekend aan budgethouders. Uitgangspunt hierbij is het productgericht denken. Hierbij wordt een duidelijk verband gelegd tussen het per product toe te kennen budget en de daarvoor te leveren prestaties. In de hiernavolgende Regeling budgethouders 2002 zijn spelregels opgenomen voor de wijze waarop budgethouders met zo min mogelijk beperkingen met het aan hen toegekende budget kunnen omgaan.

Besluit

Gelet op

  • de Verordening organisatie financieel beheer

  • de Controleverordening

  • de Bestuurlijke bevoegdhedenregeling 2000

  • de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2000

  • het Ondermandaatbesluit ambtelijke organisatie 2000

besluit het dagelijks bestuur de volgende Regeling Budgethouders 2002 vast te stellen:

1. Algemeen

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

  • In deze regeling wordt, in alfabetische volgorde, verstaan onder:

  • a.

    Afdelingsplan: document waarin een afdelingshoofd voor het komende jaar concreet omschrijft welke prestaties zullen worden geleverd en/of activiteiten door zijn afdeling zullen worden uitgevoerd om het Beleidsplan te realiseren en welke middeleninzet daarvoor nodig is.

  • b.

    Af- en overschrijvingen: verschuivingen van budgetten tussen producten onderling en verschuivingen tussen kostensoorten binnen de producten, met als randvoorwaarde dat deze niet van invloed mogen zijn op de begrotingstotalen per kostendrager (=taakveld).

  • c.

    Bedrijfsplan (beheersbegroting): door het dagelijks bestuur en topmanagement te hanteren document waarin organisatiebreed voor het komende jaar concreet wordt beschreven welke prestaties zullen worden geleverd en/of activiteiten zullen worden uitgevoerd om het Beleidsplan te realiseren en welke middeleninzet daarvoor nodig is.

  • d.

    Begrotingswijziging: wijziging van begrotingstotaal per kostendrager (=taakveld). (Hiertoe worden niet gerekend de Af- en overschrijvingen en de beschikkingen over de post onvoorzien omdat deze het begrotingstotaal per kostendrager niet beïnvloeden).

  • e.

    Beheerproducten: verdere verbijzondering van de beleidsproducten voor de uitvoerende organisatie. De beheerproducten worden in twee soorten ingedeeld, namelijk primaire beheerproducten en ondersteunende beheerproducten.

  • f.

    Beleidsbegroting: document waarin het totale beleid van het waterschap voor het komende jaar wordt weergegeven, dat wil zeggen dat wordt aangegeven welke prestaties moeten worden uitgevoerd, welke middeleninzet daarvoor noodzakelijk is en de daaraan verbonden tariefsconsequenties.

  • g.

    Beleidsplan: document waarin het totale beleid van het waterschap voor de middellange termijn wordt weergegeven, dat wil zeggen dat wordt aangegeven welke doelstellingen zullen worden nagestreefd, welke maatregelen zullen worden uitgevoerd om die doelstellingen te bereiken en welke middeleninzet daarvoor noodzakelijk is. Daarbij wordt onder andere ook aangegeven wat de gevolgen zullen zijn voor de reserves en tarieven van het waterschap.

  • h.

    Beleidsproducten: resultaat van de belangrijkste beleids– en primaire processen van de waterschappen en kunnen worden gezien als de concrete zaken die het waterschap aan zijn omgeving levert en waarop de Vergadering Van Hoofdingelanden de organisatie aanstuurt.

  • i.

    Bestuursrapportage (Burap): instrument waarmee de secretaris-directeur (tussentijds) verantwoording aflegt aan het dagelijks bestuur omtrent de voortgang van de uitvoering van het Bedrijfsplan.

  • j.

    Budget: taakstelling voor de te leveren prestaties en de middelen die daarbij mogen worden ingezet.

  • k.

    Budgethouder: een medewerker van het waterschap die de bevoegdheid (mandaat) heeft tot het realiseren van vooraf overeengekomen prestaties waarbij de daartoe in het budget opgenomen middelen kunnen worden ingezet.

  • l.

    Exploitatie-innovaties: nieuwe beleidsmaatregel waarvan de kosten niet geactiveerd worden, maar direct ten laste van de exploitatie van het desbetreffende jaar worden gebracht.

  • m.

    Investerings-innovaties: nieuwe beleidsmaatregel waarvan de kosten op grond van het vastgestelde activeringsbeleid worden geactiveerd en via de afschrijvingen ten laste van de toekomstige exploitatie worden gebracht.

  • n.

    Jaarverslag: verantwoording over de uitvoering van de Beleidsbegroting, bestaande uit een financiële verantwoording (jaarrekening) en een verantwoording over de realisatie van de beleidsdoelstellingen (directieverslag).

  • o.

    Kostendragers (taakvelden): de waterschapstaak (kwantiteitsbeheer en kwaliteitsbeheer) waaraan de kosten worden toegerekend.

  • p.

    Kostenplaats: organisatie-eenheden waarop kosten worden verzameld die rechtstreeks of via een andere kostenplaats worden toegerekend aan een of meer kostendragers.

  • q.

    Kosten- en opbrengstsoorten: de lasten en baten gerangschikt naar hun aard.

  • r.

    Kredietvotering: het verstrekken van krediet door de Vergadering Van Hoofdingelanden.

  • s.

    Managementrapportage (Marap): instrument waarmee sectormanagers en (staf)afdelingshoofden verantwoording afleggen aan hun direct leidinggevende over de uitvoering van de sector- respectievelijk afdelingsplannen.

  • t.

    Onvoorziene uitgaven: in de begroting niet voorziene lasten.

  • u.

    Personeelslasten: alle lasten die verband houden met eigen personeel en de inhuur van personeel van derden

  • v.

    Personeelsformatie: de door de Vergadering Van Hoofdingelanden vastgestelde toegestane personele bezetting uitgedrukt in een aantal fte’s (Full time eenheden).

  • w.

    Sectorplan: document waarin een sectormanager voor het komende jaar concreet omschrijft welke prestaties zullen worden geleverd en/of activiteiten door zijn sector zullen worden uitgevoerd om het Beleidsplan te realiseren en welke middeleninzet daarvoor nodig is.

  • x.

    Vervangingsinvesteringen: investeringsuitgaven voor vervanging van reeds in gebruik zijnde bedrijfsmiddelen.

2. Toekennen budgetten en bevoegdheden

Budget dagelijks bestuur

Artikel 2

Bij de vaststelling van de Beleidsbegroting kent de Vergadering Van Hoofdingelanden budget toe aan het dagelijks bestuur. Hierbij worden tevens de volgende bevoegdheden overgedragen:

  • het doen van af- en overschrijvingen conform artikel 8;

  • het beschikken over de post onvoorzien conform artikel 9;

  • het doen van de in de Beleidsbegroting opgenomen vervangingsinvesteringen;

  • het uitvoeren van de in de Beleidsbegroting opgenomen exploitatie-innovaties.

Budget secretaris-directeur

Artikel 3

Bij de vaststelling van het Bedrijfsplan kent het dagelijks bestuur budget toe aan de secretarisdirecteur.

Hierbij worden de volgende bevoegdheden overgedragen:

  • het aangaan van verplichtingen binnen het toegekende budget conform artikel 6;

  • het doen van af- en overschrijvingen conform artikel 8;

  • het beschikken over de post onvoorzien conform artikel 9.

Budget sectormanagers

Artikel 4

  • Bij de vaststelling van de sectorplannen kent de secretaris-directeur budget toe aan de sectormanagers. Hierbij wordt de bevoegdheid overgedragen tot:

  • -

    het aangaan van verplichtingen binnen het toegekende budget conform artikel 6;

  • -

    het doen van af- en overschrijvingen tussen de aan de sectormanager toegekende beleidsproducten conform artikel 8;

  • -

    Het geven van nadere instructies bij het doormandateren van hun budget.

Budget overige functionarissen

Artikel 5

  • Bij de vaststelling van de afdelingsplannen kent de sectormanager (voor de stafafdelingen is dit de secretaris-directeur) budget toe aan de afdelingshoofden. Hierbij wordt de bevoegdheid overgedragen tot:

  • -

    het aangaan van verplichtingen binnen het toegekende budget conform artikel 6;

  • -

    het doen van af- en overschrijvingen tussen de aan de budgethouder toegekende budgetten voor (ondersteunende) beheerproducten conform artikel 8;

3. Aangaan van verplichtingen

Opdrachtvormen voor het aangaan van verplichtinge

Artikel 6

  • a.

    Eenjarige verplichtingen met betrekking tot goederen en diensten moeten passen binnen de in de vastgestelde begroting voorziene activiteiten en het daarvoor beschikbaar gestelde budget. Budgethouders of door hen gemandateerde functionarissen kunnen verplichtingen vanaf een bedrag van € 1000 alleen aangaan door registratie in het inkoopsysteem.

  • b.

    Meerjarige verplichtingen met betrekking tot goederen en diensten uit het exploitatie-budget moeten worden gefiatteerd door de secretaris-directeur.

4. Investeringsprojecten

(Voorbereidings)kredieten

Artikel 7

  • a.

    Voor investeringsprojecten (nieuwe investeringen) dient door het dagelijks bestuur een krediet te worden aangevraagd bij de Vergadering van hoofdingelanden.

  • b.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het ter beschikking stellen van een voorbereidingskrediet aan de secretaris-directeur ter grootte van maximaal 10 procent van de geraamde totaalkosten in het onderhavige jaar van het lopende Beleidsplan, tot een maximum van € 225.000.

  • c.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het overschrijden van het krediet, ter grootte van maximaal 10 procent van het verleende krediet, tot een maximum van € 45.000.

5. Uitwisselbaarheid van begrotingsposten en begrotingswijzigingen

Af- en overschrijvingen

Artikel 8

  • a.

    De budgethouder is bevoegd binnen het aan hem toegekende budget af- en overschrijvingen te doen, met uitzondering van:

    • Verschuivingen tussen kostendragers;

    • Verschuivingen binnen de kostensoort personeelslasten die leiden tot een formatiewijziging;

    • Verschuivingen die ertoe leiden dat de in het Bedrijfsplan opgenomen doelstellingen niet worden gehaald

  • b.

    Naast de bevoegdheid als bedoeld onder a., zijn de sectormanagers bevoegd tot het doen van af- en overschrijvingen tussen de beleidsproducten binnen hun sector. c. Naast de bevoegdheid als bedoeld onder a, is de secretaris-directeur bevoegd tot het doen van af- en overschrijvingen:

    • tussen alle beleidsproducten;

    • binnen de door de Vergadering van hoofdingelanden vastgestelde formatie.

Begrotingswijzigingen en onvoorziene uitgaven

Artikel 9

  • a.

    Voor wijzigingen met consequenties voor het begrotingstotaal per kostendrager (=taakveld) doet de budgethouder – eventueel via zijn naast hogere leidinggevende - een dekkingsvoorstel aan de secretaris-directeur.

  • b.

    De secretaris-directeur is bevoegd tot goedkeuring van een dekkingsvoorstel voor zover dit betrekking heeft op de post Onvoorzien (per kostendrager).

  • c.

    Voor alle andere dekkingsvoorstellen doet de secretaris-directeur in de Burap aan het dagelijks bestuur een voorstel tot wijziging van de begroting. Het dagelijks bestuur legt dit voorstel ter goedkeuring voor aan de Vergadering van hoofdingelanden.

6. Het afleggen van verantwoording

Het afleggen van verantwoording

Artikel 10

  • a.

    De niet-leidinggevende budgethouders leggen verantwoording af aan hun opdrachtgevers in projectrapportages.

  • b.

    De afdelingshoofden leggen in een Marap verantwoording af aan hun sectormanager over de uitvoering van hun afdelingsplan.

  • c.

    De sectormanagers en de hoofden van de stafafdelingen leggen in een Marap verantwoording af aan de secretaris-directeur over de uitvoering van hun sector- respectievelijk afdelingsplan

  • d.

    De secretaris-directeur legt in een Burap verantwoording af aan het dagelijks bestuur over de uitvoering van het bedrijfsplan en de benutting van de post Onvoorzien

    • Voor 1 april voor het voorgaande begrotingsjaar (directieverslag)

    • Voor 1 juni voor de eerste vier maanden van het lopende begrotingsjaar

    • Voor 1 oktober voor de eerste acht maanden van het lopende begrotingsjaar

  • e.

    Het dagelijks bestuur legt in het Jaarverslag verantwoording af aan de Vergadering van hoofdingelanden over de uitvoering van de beleidsbegroting

  • f.

    De verantwoording heeft betrekking op (afwijkingen) in het realiseren van de in het bedrijfsplan en de beleidsbegroting opgenomen doelstellingen, prestaties en de daarbij behorende middelen.

7. Slotbepaling

Artikel 11

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking op de wettelijke oorgeschreven wijze.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Regeling Budgethouders 2002”.

  • Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel op 23 januari 2002.

  • Ir. A.J.A.M. Segers                                               Drs. R.E. Viergever

  • (watergraaf)                                                          (secretaris)