Reglement van orde voor de vaste commissies

1. Er zijn vaste commissies uit het algemeen bestuur die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het dagelijks bestuur.

2. Het algemeen bestuur besluit, op voordracht van het dagelijks bestuur, tot instelling van een vaste commissie alsmede ten aanzien van het aandachtsgebied waaromtrent deze commissie adviseert.

1. Het dagelijks bestuur vraagt aan de commissie of commissies wier aandachtsgebied het betreft advies over zaken, waarvan het voornemens is een besluit aan het algemeen bestuur te vragen. Daarnaast vraagt het dagelijks bestuur de commissie(s) in voorkomende gevallen om advies in de voorfase van de besluitvorming, bij voorbeeld bij het maken van scenario-keuzes.

2. Het dagelijks bestuur kan advies vragen over andere zaken.

3. Het dagelijks bestuur zal tegelijk met de voorstellen aan het algemeen bestuur de door de vaste commissies terzake uitgebrachte adviezen en de reactie daarop van het dagelijks bestuur vermelden.

1. De vaste commissies worden telkens voor de duur van één zittingsperiode van het algemeen bestuur door het algemeen bestuur samengesteld.

2. De vaste commissies bestaan uit tien leden, die lid zijn van het algemeen bestuur, doch geen lid zijn van het dagelijks bestuur.

3. De vaste commissies zijn als volgt samengesteld:

a. vier leden uit de categorie ingezetenen;

b. twee leden uit de categorie eigenaren ongebouwd;

c. twee leden uit de categorie eigenaren gebouwd;

d. twee leden uit de categorie gebruikers bedrijfsgebouwd.

4. Een lid van de vaste commissie wordt bij afwezigheid vervangen door een ander lid van zijn categorie.

5. Een lid van het dagelijks bestuur kan geen lid of plaatsvervangend lid van een vaste commissie zijn.

6. De benoeming en het ontslag van de leden van de vaste commissies geschiedt door de categorie die hij vertegenwoordigt, bij gewone meerderheid van stemmen.

7. Ieder vaste commissie heeft een voorzitter die door het dagelijks bestuur uit zijn midden wordt aangewezen.

8. De voorzitter van een vaste commissie wordt bij afwezigheid vervangen door een door het dagelijks bestuur uit zijn midden aangewezen lid.

9. Een door de secretaris-directeur aan te wijzen ambtenaar treedt op als secretaris van een vaste commissie.

10. De secretaris-directeur of een door hem aan te wijzen ambtenaar treedt op als ambtelijk adviseur van een vaste commissie.

11. Aan een vaste commissie die adviseert over regiospecifieke aangelegenheden worden twee externe adviseurs toegevoegd, één op voordracht van de categorie Ongebouwd en één op voordracht van de natuur- en terreinbeherende instanties.

12. De watergraaf kan de vergaderingen van de vaste commissies, waarvan hij geen voorzitter is, bijwonen en heeft dan daarin een adviserende stem.

13. De watergraaf kan desgewenst vaste commissies, de voorzitters ervan gehoord, in gecombineerde vergadering bijeenroepen. Hij bepaalt daarbij wie als voorzitter zal optreden. De bepalingen van dit reglement zijn op deze gecombineerde vergadering van overeenkomstige toepassing.

1. De vergaderingen of gedeelten van vergaderingen van de vaste commissies zijn, behoudens de situaties in het tweede lid van dit artikel voorzien openbaar.

2. Indien de voorzitter van de vaste commissie of éénderde deel van de aanwezige leden het nodig acht, worden de deuren van het vergaderlokaal gesloten waarna de vergadering beslist of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

3. Omtrent hetgeen in een besloten vergadering is besproken of besloten, worden geen mededelingen in de openbaarheid gebracht.

4. De aankondiging van een vergadering geschiedt op dezelfde wijze, als waarop de aankondiging van de openbare vergadering van het algemeen bestuur geschiedt.

1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient voor het begin van de vergadering aan de voorzitter te zijn gedaan, onder vermelding van het punt waarover men het woord wil voeren. Dit kunnen ook niet-geagendeerde onderwerpen zijn.

3. De voorzitter stelt degenen die verzocht hebben het woord te mogen voeren, direct na de opening van de vergadering in de gelegenheid het woord te voeren. Voor ieder geldt een spreektijd van ten hoogste vijf minuten.

1. De voorzitter roept een vaste commissie in vergadering bijeen met aanduiding van de datum, het tijdstip de plaats en het onderwerp, terzake waarvan het dagelijks bestuur dient te worden geadviseerd en wel zo spoedig mogelijk doch uiterlijk één week voor de vergadering.

2. Van het verhandelde in de vergadering worden door de secretaris notulen gemaakt. De vaststelling van de notulen heeft als regel plaats bij de aanvang der vergadering volgende op die, waarop zij betrekking hebben. De notulen worden na vaststelling door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

3. In een vergadering, waarin niet meer dan de helft van de leden aanwezig is, kunnen geen besluiten over het door de commissie uit te brengen advies worden genomen.

4. Alle besluiten over het door de commissie uit te brengen advies worden genomen bij meerderheid van de stemmen der aanwezige leden. Bij staking van stemmen wordt een voorstel geacht te zijn aangenomen.

5. De adviseurs van een vaste commissie hebben geen stemrecht.

6. In gevallen, betrekking hebbende op de orde in de vergaderingen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.

1. Dit reglement wordt aangehaald als Reglement voor de vaste commissies 2005.

2. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2005.

3. Op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit vervallen het Reglement voor de vaste commissies en de Verordening stroomgebiedcommissies.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 29 september 2004.