Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Peilbesluit Driebruggen |
Citeertitel | Peilbesluit Driebruggen 2009 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening - waterkeringen en waterbeheer |
Externe bijlagen | Aanvullend detail van de wijziging kaart peilbesluit Driebruggen Kaart peilbesluit Driebruggen (origineel, zie ook aanvullend detail) |
Bij deze wijziging wordt de peilbesluitkaart aangepast, met een aanvullend detail. Per abuis was een gebied/watergang in dit peilbesluit opgenomen. Vanaf nu is dit gebied/deze watergang opgenomen in het nieuwe Peilbesluit Boezems Oude Rijn 2015.
De kaart waarnaar verwezen wordt kunt u als pdf downloaden.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-03-2015 | wijziging art. 1 | 18-02-2015 Wsb 2015, 1637 | 885509 | ||
20-01-2010 | 12-03-2015 | nieuwe regeling | 20-05-2009 Wsb 2009/06; IJsB 12-01-2010; BoN/WN 14-01-2010 | PA/2009.056 |
Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
gelet op het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 7 april 2009 met nummer 09.PA/056;
overwegende dat een peilbesluit eens in de 10 jaar moet worden herzien en dat dit in het geval van dit peilbesluit nog niet is gebeurd;
overwegende dat in het kader van de herinrichting Driebruggen de afgelopen jaren de waterhuishouding is aangepast op de deels gewijzigde gebiedsinrichting en gebiedsfuncties;
overwegende dat voor een groot deel van het gebied de werkzaamheden in het kader van de herinrichting Driebruggen zijn uitgevoerd, zodat de peilen die daarin zijn afgesproken kunnen worden ingesteld;
gelet op artikel 16 van de Wet op de Waterhuishouding en op hoofdstuk III van de Verordening waterhuishouding Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2002,
1. De peilbesluiten Barwoutswaarder (1989), Het Westeinder van Waarder (1989), Breeveld en Haanwijk (1989), Papekop en Diemerbroek (1989) en Groot- en Klein-Hekendorp (1989), alle goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, in te trekken
2. het peilbesluit Driebruggen 2009 vast te stellen zoals hierna is aangegeven.
Voor de toepassing van dit besluit geldt dat peilen zijn aangegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil 2005 (NAP 2005).
De na te streven waterstanden in de afzonderlijke peilgebieden binnen de werkingssfeer van dit peilbesluit, zijn gebaseerd op de meest wenselijke peilen behorend bij de gebiedsfunctie, de grondsoort en het grondgebruik. Op basis van de oorspronkelijke peilen uit het landinrichtingsplan (zoals opgenomen in de vorige peilbesluiten) en afspraken tussen provincie, landinrichtingscommissie en waterschap is nieuw beleid doorgevoerd. De peilen die hieruit volgen zijn in dit peilbesluit opgenomen, conform onderstaande tabel.
Dynamisch peilbeheer zal worden gevoerd in de peilgebieden PG0265, PG0267, PG0288, PG0289, PG0315, PG0321, PG0331, PG0755, PG0756, PG0757, PG0758, PG0759, PG0778 en PG0939, met hoofdzakelijk de functie “landbouw”. Hierbij kan het waterpeil dynamisch in de tijd fluctueren tussen het vastgestelde zomer- en winterpeil. Afhankelijk van de weersomstandigheden, de groeiomstandigheden voor het gewas en de agrarische bedrijfsvoering kan het peil worden ingesteld op of tussen de in artikel 3, lid 1 vermelde waterpeilen.
Dynamisch peilbeheer wordt pas toegepast als de uitkomsten van de proef met dynamisch peilbeheer bij Zegveld hiertoe aanleiding geven.
Het dagelijks bestuur maakt de datum bekend waarop met dynamisch peilbeheer gestart wordt.
Voor gebieden waar dynamisch peilbeheer nog niet is geëffectueerd, wordt de reguliere cyclus van zomer- en winterpeil aangehouden. De overgang van zomerpeil naar winterpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden en het geschatte grondwaterstandsverloop, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaats vinden in de loop van de maanden september-oktober. De overgang van winterpeil naar zomerpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden en het geschatte grondwaterstandsverloop, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaats vinden in de loop van de maanden april-mei.