Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Peilbesluit Gerverscop 2007 |
Citeertitel | Peilbesluit Gerverscop 2007 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening - waterkeringen en waterbeheer |
Externe bijlagen | Aanvullend detail van de wijziging kaart peilbesluit Gerverscop Kaart peilbesluit Geverscop onderdeel watergebiedsplan Kamerik Kockengen (origineel, zie ook aanvullend detail) |
Bij deze wijziging wordt de peilbesluitkaart aangepast, met een aanvullend detail. Per abuis was een watergang/gebied opgenomen in het oude peilbesluit boezem Oude Rijn. Dit gebied/deze watergang is vanaf nu opgenomen in dit peilbesluit. Gelijktijdig is ook een nieuw Peilbesluit Boezems Oude Rijn 2015 vastgesteld.
Dit peilbesluit is goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Utrecht bij besluit van 5 juni 2008, onder nummer 2008INT224244.
De kaart waarnaar in dit peilbesluit wordt verwezen kunt u als PDF-bestand vinden onder bijlage.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-03-2015 | wijziging art. 1 | 18-02-2015 Wsb 2015, 1637 | 885509 | ||
13-06-2008 | 12-03-2015 | nieuwe regeling | 12-12-2007 Wsb 2008/03, WoC 17-07-2008, Var 17-07-2008 | 07.SPR.144/07.SPR.144a |
Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
Op het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 16 oktober 2007 met nummers 07.SPR.144 en 07.SPR.144a;
Overwegende dat met betrekking tot de voorbereiding van de peilbesluiten voor de afvoergebieden Kamerik en Kockengen een inrichtingsplan, het zogeheten Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen, is opgesteld waarin naast de waterhuishoudkundige inrichting en de regeling van de waterbeheersing van het gebied, ook de toelichting is opgenomen op de in te stellen waterpeilen, zoals is vastgelegd in de nader vast te stellen peilbesluiten voor de afvoergebieden Kamerik en Kockengen;
Gelet op artikel 16 van de Wet op de Waterhuishouding en op hoofdstuk III van de Verordening waterhuishouding Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2002,
Onder intrekking van het peilbesluit Gerverscop d.d. 20-12-1994 (goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Utrecht op 13-6-1995), het peilbesluit Gerverscop 2007 vast te stellen zoals hierna is aangegeven.
Voor de toepassing van dit besluit geldt dat peilen zijn aangegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil 2005 (NAP 2005).
De peilen worden gefaseerd ingevoerd (artikel 5). Daarna worden de peilen geïndexeerd (artikel 6). Hierbij worden de peilen aangepast aan de langjarig gemiddelde bodemdaling, met terugwerkende kracht tot 2007. Binnen 3 jaar na inwerkingtreding van het peilbesluit zal een nieuwe hoogtemeting plaatsvinden van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Met de nieuwe gegevens wordt inzicht verkregen in de daadwerkelijk opgetreden bodemdaling. Indien nodig zal op basis van de werkelijk opgetreden bodemdaling de indexatie, zoals bedoeld in artikel 6, worden aangepast.
Vast peilbeheer zal worden gevoerd in de peilgebieden 10k, 10l, 10m, 10n, 10s, 10o, 10p, 10r, 10t, 10c, 10d 10e, 10f, en 10h. Deze gebieden hebben alle de functies “bebouwd gebied” en/of “landbouw” en liggen in een kleigebied. De waterstand wordt in deze gebieden het hele jaar door op één en hetzelfde vaste niveau gehandhaafd.
Dynamisch peilbeheer zal worden gevoerd in de peilgebieden met de functie “landbouw” 10a en 10j. Hierbij kan het waterpeil dynamisch in de tijd fluctueren tussen het vastgestelde zomer- en winterpeil. Afhankelijk van de weersomstandigheden, de groeiomstandigheden voor het gewas en de agrarische bedrijfsvoering kan het peil worden ingesteld op of tussen de in artikel 3, lid 1 vermelde waterpeilen.
Voor gebieden waar dynamisch peilbeheer nog niet is geëffectueerd, wordt de reguliere cyclus van zomer- en winterpeil aangehouden. De overgang van zomerpeil naar winterpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaats vinden in de loop van de maanden september-oktober. De overgang van winterpeil naar zomerpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden, in het algemeen en naar oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden, plaats vinden in de loop van de maanden april-mei.
Het dagelijks bestuur is bevoegd om, onder afweging van de betrokken belangen, van het in artikel 3 vermelde peil af te wijken, indien daarvoor op grond van te verwachten of reeds optredende extreme - natte of droge - weersomstandigheden, danwel in verband met dreigende of reeds optredende calamiteiten, aanleiding bestaat.
Voor de peilgebieden 10a en 10j worden de peilen, na realisatie van de maatregelen uit het inrichtingsplan van het Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen en na de gefaseerde aanpassing van het peil, geïndexeerd met 0,02 meter per 3 jaar voor veengebieden en met 0,01 meter per 3 jaar voor klei-op-veengebieden. Dit is de verwachte, langjarig gemiddelde maaivelddaling in het gebied.