Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Bilt

Verordening op de rekenkamercommissie De Bilt 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Bilt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie De Bilt 2010
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie De Bilt 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met inwerkingtreding van deze regeling wordt De Verordening Rekenkamercommissie De Bilt 2004, vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering d.d. 29 april 2004, ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 147 jo. artikel 81oa Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-05-2010nieuwe regeling

27-04-2010

Biltbuis 05-05-2010

rv14-04-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente De Bilt;

gelezen het voorstel van de griffier en voorzitter van de raad d.d. 14 april 2010;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie De Bilt 2010:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    a. Wet: Gemeentewet;

  • ·

    b. commissie: rekenkamercommissie;

  • ·

    c. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • ·

    d. college: college van burgemeester en wethouders;

  • ·

    e. rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente De Bilt

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • ·

    1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • ·

    2. De rekenkamercommissie bestaat uit 5 leden, van wie 3 externe leden en 2 raadsleden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • ·

    1. De raad benoemt de externe voorzitter en twee externe leden en twee leden uit zijn midden in de rekenkamercommissie.

  • ·

    2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. De externe leden worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • ·

    3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

  • ·

    4. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad, of een commissie van de raad, overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed, openbaarheid nevenfuncties, onverenigbare functies

Ten aanzien van de externe leden zijn de artikelen 12, 81f, eerste lid en 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • ·

    1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • ·

    2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • o

      a. op eigen verzoek;

    • o

      b. indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • o

      c. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • ·

    3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • o

      a. op eigen verzoek;

    • o

      b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • o

      c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • o

      d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld e. indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • ·

    4. De raad kan een extern lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit stelen:

    • o

      a. wanneer het lid zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • o

      b. wanneer het lid bij nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • o

      c. wanneer het lid onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak;

    • o

      d. indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van feiten of omstandigheden die tot ontslag anders dan de gronden in het vierde of zesde lid, zouden kunnen leiden.

  • ·

    5. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervalen.

  • ·

    6. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • ·

    1. De voorzitter en de externe leden van de rekenkamercommissie genieten een vaste maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden. Daarnaast ontvangen de voorzitter en de externe leden van de rekenkamercommissie op declaratiebasis een tegemoetkoming in de door hen gemaakte reis- en verblijfkosten.

  • ·

    2. De hoogte van de in het eerste lid bedoelde maandelijkse vergoeding is gelijk aan 25% van het bedrag, genoemd in klasse 5 van Tabel I van het "Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden" voor de voorzitter en 20% van het bedrag, genoemd in klasse 5 van Tabel I van het "Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden" voor de leden.

  • ·

    3. De vergoedingen genoemd in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris.

  • ·

    1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • ·

    2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • ·

    3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • ·

    4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • ·

    1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • ·

    2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • ·

    3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • ·

    1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • ·

    2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • ·

    3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • ·

    4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • ·

    5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur  kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • ·

    6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • ·

    7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • ·

    8. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • ·

    9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • ·

    1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • ·

    2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • o

      a. de vergoedingen aan de externe leden;

    • o

      b. onderzoeksmedewerkers;

    • o

      c. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • o

      d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • ·

    3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 10 mei 2010

  • 2.

    De Verordening Rekenkamercommissie De Bilt 2004, vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering d.d. 29 april 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsrecht

Onderzoeken verricht op grond van de in artikel 13, eerste lid, genoemde verordening, worden overeenkomstig de deze verordening aan de raad aangeboden.

Artikel 14 CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie De Bilt 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 27 april 2010,

de wnd. griffier, de voorzitter 

drs. F.A. van Hooijdonk A.J. Gerritsen