Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Aa en Maas

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen waterschap Aa en Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Aa en Maas
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsregels aanwijzing belastingplichtigen waterschap Aa en Maas
CiteertitelBeleidsregels aanwijzing belastingplichtigen waterschap Aa en Maas
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën – belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vastgesteld door de ambtenaar belast met de heffing.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 13-1-2009

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Brabants Dagblad (Gebiedsdekkend), 14-01-2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, art. 117
  2. Waterschapswet, art. 122d
  3. Waterschapswet, art. 142
  4. Wet verontreiniging oppervlaktewateren, art. 118

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-200901-01-2009nieuwe regeling

13-01-2009

Brabants Dagblad (Gebiedsdekkend), 14-01-2009

Ambtenaar belast met de heffing 13-01-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen waterschap Aa en Maas

 

 

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen waterschap Aa en Maas

Watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuurterreinen

  • Indien er met betrekking tot de watersysteemheffing krachtens artikel 12 van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Aa en Maas 2009, meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1.Ter

    zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak, degene die het volle eigendom heeft.

  • 2.Ter

    zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak, degene die beperkt zakelijk gerechtigde is, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    • a.

      de vruchtgebruiker c.q. de gerechtigde krachtens het recht van gebruik en bewoning;

    • b.

      de opstaller;

    • c.

      de erfpachter dan wel de beklemde meier;

  • 3.Ter

    zake van genot krachtens ongelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van onroerende zaken; degene die het grootste aandeel heeft;

  • 4.Ter

    zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van onroerende zaken:

    • a.

      degene die tevens het gebruik heeft van de onroerende zaak;

    • b.

      een rechtspersoon boven een natuurlijk persoon;

    • c.

      een man boven een vrouw;

    • d.

      de oudste man of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

    • e.

      de oudste vrouw of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

  • 5.Tenzij

    bij de ambtenaar belast met de heffing bekend is dat een ander dan de uit de onderdelen 1, 2, 3 of 4 voortvloeiende belastingplichtige de desbetreffende aanslag op diens naam wil hebben, althans voorzover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden verhaald dan wel ingevorderd.

Zuiveringsheffing

  • Indien met betrekking tot de aanslag zuiveringsheffing krachtens artikel 3, tweede lid van de Verordening zuiveringsheffing waterschap Aa en Maas 2009 er meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie een aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1.Indien

    de heffing wordt geïnd door een nutsbedrijf: Degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 2.Indien

    de zuiveringsheffing wordt geïnd door het waterschap;

    • a.

      degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens dan wel de Kamer van Koophandel is vermeld;

    • b.

      een rechtspersoon boven een natuurlijk persoon;

    • c.

      een man boven een vrouw;

    • d.

      de oudste man of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

    • e.

      de oudste vrouw of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

    • f.

      degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 3.Tenzij

    bij de ambtenaar belast met de heffing bekend is dat een ander dan de uit de onderdelen 1 of 2 voortvloeiende belastingplichtige de desbetreffende aanslag op diens naam wil hebben, althans voorzover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden verhaald dan wel ingevorderd;

Verontreinigingsheffing

  • Indien met betrekking tot de aanslag verontreinigingsheffing krachtens artikel 3, tweede lid van de Verordening verontreinigingsheffing waterschap Aa en Maas 2009 er meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie een aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1.Indien

    de heffing wordt geïnd door een nutsbedrijf: Degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 2.Indien

    de verontreiniging wordt geïnd door het waterschap;

    • a.

      degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens dan wel de Kamer van Koophandel is vermeld;

    • b.

      een rechtspersoon boven een natuurlijk persoon;

    • c.

      een man boven een vrouw;

    • d.

      de oudste man of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

    • e.

      de oudste vrouw of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

    • f.

      degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 3.Tenzij

    bij de ambtenaar belast met de heffing bekend is dat een ander dan de uit de onderdelen 1 of 2 voortvloeiende belastingplichtige de desbetreffende aanslag op diens naam wil hebben, althans voorzover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden verhaald dan wel ingevorderd;

Watersysteemheffing ingezetenen

  • Indien er met betrekking tot de watersysteemheffing ingezetenen krachtens artikel 12 van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Aa en Maas 2009, meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie een aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1.

    Indien de watersysteemheffing ingezetenen wordt geïnd door een nutsbedrijf: degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 2.

    Indien de watersysteemheffing ingezetenen wordt geïnd door het waterschap;

    • a.

      degene die bij het begin van het belastingjaar in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is vermeld;

    • b.

      een man boven een vrouw;

    • c.

      de oudste man of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige;

    • d.

      deoudste vrouw of indien leeftijden niet bekend zijn, de door de ambtenaar belast met de heffing aangewezen belastingplichtige

    • e.

      degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, werken terug tot 1 januari 2009 en hebben betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd ter zake van belastbare feiten die zich met ingang van het jaar 2009 voordoen.

  • 2.

    De beleidsregels, vastgesteld bij besluit van het hoofd Fiscale Zaken van Waterschap de Aa en Maas van 7 januari 2004 blijven na intrekking van toepassing op belastingaanslagen ter zake van belastbare feiten die zich vóór de aanvang van het jaar 2009 hebben voorgedaan.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen waterschap Aa en Maas.

  • Aldus vastgesteld door de ambtenaar belast met de heffing bij besluit van 13 januari 2009,

  • ’s-Hertogenbosch, 13 januari 2009

  • De ambtenaar belast met de heffing,

  • Mr. J.E.H. van der Voordt