Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Verordening op de adviescommissies 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingVerordening op de adviescommissies 2009
CiteertitelVerordening op de adviescommissies 2009
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen
Externe bijlageexb-2016-4246

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, art. 56
  2. Waterschapswet, art. 78

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-201230-05-2015art. 1, 2,derde lid, 7, zevende lid

30-11-2012

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 12-12-2012 (week 50)

201228979
27-02-200913-12-2012nieuwe regeling

13-02-2009

De Zakengids, 26-02-2009

200901368

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de adviescommissies 2009

Overwegende dat de betrokkenheid bij de besluitvorming zal worden vergroot indien te nemen besluiten, dan wel te behandelen onderwerpen vooraf in de commissies zijn besproken;

gelet op artikel 56 en 59 van de Waterschapswet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening tot instelling van commissies ter advisering van het college van dijkgraaf en heemraden, waarbij taken, samenstelling en werkwijze van de commissies nader worden aangegeven.

Artikel 1 In te stellen commissies

Waterschap Rivierenland kent de volgende adviescommissies:

  • a.

    Commissie Waterkeringen

  • b.

    Commissie Watersystemen

  • c.

    Commissie Waterketen en Wegen

  • d.

    Commissie Middelen, Communicatie en Regelgeving

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De in artikel 1 genoemde commissies kunnen op eigen initiatief dan wel op verzoek van het college van dijkgraaf en heemraden advies uitbrengen over voorstellen die door het college van dijkgraaf en heemraden aan het algemeen bestuur worden gedaan.

  • 2.

    De commissies kunnen op eigen initiatief, dan wel op verzoek van het college van dijkgraaf en heemraden en/of van het algemeen bestuur advies uitbrengen omtrent onderwerpen over het taakonderdeel van de commissie.

  • 3.

    De taakverdeling van de commissies luidt als volgt:

    • Commissie Waterkeringen: advisering over het beleid over waarborging van de veiligheid tegen overstromingen, waaronder de aanleg en het beheer van waterkeringen.

    • Commissie Watersysteem: advisering over beleid inzake het watersysteem, waaronder de waterkwantiteit, de waterkwaliteit, het beheer van de watergangen en de daarbij behorende kunstwerken, alsmede over de uitvoering van integrale waterplannen.

    • Commissie Waterketen en Wegen: advisering over beleid op het gebied van waterketen, waaronder het zuiveren van afvalwater, slibverwerking en afzet en over (vaar)wegen. 

    • Commissie Middelen, Communicatie en Regelgeving: advisering over beleid op financieel gebied, belastingzaken en over het onderzoeken van de begroting en voorts advisering over beleidszaken met betrekking tot communicatie, regelgeving, personele aangelegenheden, eigendommen, informatisering en automatisering, facilitaire zaken en inkoop en controlling.

Artikel 3 Samenstelling van de commissies

  • 1.

    De commissies bestaan, met uitzondering van de door het college van dijkgraaf en heemraden aan te wijzen voorzitter en leden, uit hetzelfde aantal leden als het aantal fracties in het algemeen bestuur. Iedere fractie is in iedere commissie met één lid vertegenwoordigd.

  • 2.

    Op voordracht van de vertegenwoordigers van iedere fractie wordt vanuit elk van de fracties een lid en een plaatsvervangend lid voor de commissies benoemd.

  • 3.

    De leden en de plaatsvervangende leden die door de fractie worden voorgedragen hebben zitting in het algemeen bestuur.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan elke fractie voor de vier commissies gezamenlijk ten hoogste twee leden voordragen die geen deel uitmaken van het algemeen bestuur. De leden die de fractie voordraagt als lid van de commissie, niet-zijnde een lid van het algemeen bestuur, zijn leden op de kandidatenlijst van de laatstgehouden verkiezingen. Deze laatste bepaling is niet van toepassing op de fracties met vertegenwoordigers van de specifieke belangencategorieën.

  • 5.

    In geval zowel het lid als het plaatsvervangend lid van een fractie verhinderd is, kan deze zich laten vertegenwoordigen door een ander lid van de fractie in het algemeen bestuur of door een ander lid dat door de fractie is aangewezen als lid van een andere commissie.

Artikel 4 Ontslag

  • 1.

    De leden van een commissie treden af op de dag waarop de bestuursperiode van het algemeen bestuur van het waterschap eindigt.

  • 2.

    De leden van een commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij het algemeen bestuur van het waterschap. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    Het voorzitterschap van de commissie wordt vervuld door een door het college van dijkgraaf en heemraden uit zijn midden aangewezen lid, belast met de desbetreffende portefeuille.

  • 2.

    De voorzitter is tevens lid van de commissie, maar maakt geen deel uit van het aantal zoals bedoeld in artikel 3.

  • 3.

    De voorzitter treedt af indien hij ophoudt deel uit te maken van het college van dijkgraaf en heemraden.

  • 4.

    De vervanging van de voorzitter geschiedt door en uit het college van dijkgraaf en heemraden.

  • 5.

    Wanneer in het college van dijkgraaf en heemraden meerdere leden zijn belast met de portefeuille waarover de commissie adviezen uitbrengt, dan kan het college meerdere leden uit zijn midden aanwijzen die deel uitmaken van de commissie. Er kan in dat geval sprake zijn van een roulerend voorzitterschap. In dat geval zijn het tweede en derde lid van dit artikel evenzeer van toepassing.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1.

    Het secretariaat van een commissie wordt vervuld door een of meer door de secretaris-directeur aan te wijzen ambtenaren van het waterschap.

  • 2.

    Hij of zij is belast met het voorbereiden van de vergadering en met het maken van een verslag van hetgeen in de vergadering van een commissie is besloten.

  • 3.

    Een exemplaar van het verslag wordt toegezonden aan het algemeen bestuur.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1.

    De voorzitter van een commissie bepaalt de dag en het aanvangstijdstip van de vergadering van de commissie.

  • 2.

    Een commissie vergadert zo vaak als de voorzitter dit wenselijk acht, dan wel indien minimaal drie leden daarom verzoeken. De reden daarvoor wordt vooraf kenbaar gemaakt.

  • 3.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de leden schriftelijk voor de vergadering worden opgeroepen.

  • 4.

    De oproeping geschiedt tenminste tien dagen voor het houden van de vergadering.

  • 5.

    Bij de oproeping worden de te behandelen agendapunten vermeld.

  • 6.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen met opgave van redenen een vergadering laten vervallen. Hij bericht de leden tenminste één week voor de dag waarop de vergadering zou worden gehouden.

  • 7.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij een belang als bedoeld in artikel 10 van de Wet opnebaarheid van bestuur zich daartegen verzet.

  • 8.

    Een beslissing over de openbaarheid van de vergadering wordt genomen wanneer twee leden dat verzoeken, of de voorzitter het nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of al dan niet met gesloten deuren wordt vergaderd. Omtrent het behandelde in een besloten vergadering wordt door de leden en andere aanwezigen geheimhouding in acht genomen.

  • 9.

    Geheimhouding kan eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de commissie, het college of de dijkgraaf, ten aanzien van stukken die zij aan de commissie overleggen.

  • 10.

    De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft.

Artikel 8 Het uitbrengen van adviezen

  • 1.

    Alle adviezen van de commissie worden bij volstrekte meerderheid van stemmen uitgebracht.

  • 2.

    Wanneer over een gevraagd advies de stemmen staken, wordt geen advies uitgebracht, doch worden de verschillende meningen meegedeeld.

  • 3.

    De commissies brengen hun adviezen en opmerkingen altijd schriftelijk in bij het college van dijkgraaf en heemraden; indien een advies niet unaniem tot stand is gekomen, dient het minderheidsstandpunt eveneens te worden vermeld.

  • 4.

    De door de commissies uitgebrachte adviezen worden gevoegd bij de definitieve voorstellen van het college van dijkgraaf en heemraden aan het algemeen bestuur.

Artikel 9 Onthouding

De voorzitter en de leden van een commissie nemen niet deel aan de behandeling van onderwerpen waarbij zij, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten, op enigerlei wijze, direct of indirect, zijn betrokken.

Artikel 10 Adviseurs en derden

  • 1.

    De secretaris-directeur bepaalt in overleg met de voorzitter(s) van de commissie of, en zo ja, wie als ambtelijke adviseurs aan de commissies worden toegevoegd.

  • 2.

    Indien de meerderheid van de leden of de voorzitter daartoe aanleiding ziet, kan de voorzitter deskundigen en belanghebbende burgers of organisaties, al dan niet op hun verzoek, uitnodigen de vergadering bij te wonen en het woord te voeren. Wanneer hieraan kosten zijn verbonden is toestemming van het college van dijkgraaf en heemraden vereist.

Artikel 11 Schriftelijke rondvraag

  • 1.

    Indien hij daartoe in een bepaald geval aanleiding ziet, kan de voorzitter bij schriftelijke rondvraag het oordeel van de leden inwinnen.

  • 2.

    Indien tenminste twee leden, niet zijnde de leden uit het college van dijkgraaf en heemraden, echter mondeling overleg wensen, roept de voorzitter de commissie alsnog in vergadering bijeen.

Artikel 12 Quorum

  • 1.

    Een commissie kan alleen beraadslagen indien meer dan de helft van de leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de aanwezige leden het tijdstip van de volgende vergadering. Tussen deze vergadering en de eerste liggen tenminste twee werkdagen.

  • 3.

    Met betrekking tot de onderwerpen die voor de eerste vergadering waren geagendeerd, is niet vereist dat meer dan de helft van de leden aanwezig is.

Artikel 13 Spreekrecht toehoorders

  • 1.

    De voorzitter van de commissie stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid in de vergadering het woord te voeren over één of meer agendapunten.

  • 2.

    Het verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de secretaris van de commissie te worden ingediend.

  • 3.

    De voorzitter stelt degene die daartoe een verzoek heeft ingediend op een door hem te bepalen moment in de gelegenheid het woord te voeren gedurende maximaal 5 minuten. De totale spreektijd per agendapunt is beperkt tot 15 minuten.

  • 4.

    Indien de meerderheid van de leden of de voorzitter daartoe aanleiding ziet, kan de commissie afwijken van de maximale spreektijd.

Artikel 14 Uitleg verordening

Bij twijfel over de uitleg van deze verordening en in de gevallen waarin dit niet voorziet, beslist de vergadering op voorstel van de voorzitter.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op zijn bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de adviescommissies 2009”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 13 februari 2009.

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans

de dijkgraaf, ir. G.N. Kok