Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Rijnland

Algemene regel 2 Dam met duiker of brug

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieHoogheemraadschap van Rijnland
Officiële naam regelingAlgemene regel 2 Dam met duiker of brug
CiteertitelAlgemene regel 2 Dam met duiker of brug
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimtelijke ordening - waterkeringen en waterbeheer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Rijnland stelt eisen aan activiteiten die het watersysteem in het beheergebied kunnen beïnvloeden. De basis hiervoor is de zogenoemde Keur: een set van gebods- en verbodsbepalingen. Deze bepalingen zijn nader uitgewerkt in beleidsregels en algemene regels. Deze notitie betreft de algemene regel voor het vervangen en/of het aanbrengen van een dam met duiker of een brug. Wanneer wordt voldaan aan een algemene regel kan worden volstaan met een melding in plaats van een ontheffing.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 17-2-2009

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Witte weekblad, 25-2-2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-02-200916-12-2009nieuwe regeling

17-02-2009

Witte weekblad, 25-2-2009

09.00650

Tekst van de regeling

Algemene regel 2 Dam met duiker of brug

1 Inleiding

Rijnland is verantwoordelijk voor het waterbeheer in het gebied tussen Wassenaar, Gouda, Amsterdam en IJmuiden. Via vergunningverlening en handhaving stelt Rijnland eisen aan activiteiten die het watersysteem in dit beheergebied kunnen beïnvloeden. De basis hiervoor is de zogenoemde Keur: een set van gebods- en verbodsbepalingen. Deze bepalingen zijn nader uitgewerkt in beleidsregels en algemene regels.

Deze notitie betreft de algemene regel voor het vervangen en/of het aanbrengen van een dam met duiker of een brug. Na een inhoudelijke toelichting (paragrafen 2 en 3), volgt een overzicht van de formele artikelen uit de algemene regel in kwestie (paragraaf 4). In paragraaf 5 is aangegeven hoe met de meldingsplicht moet worden omgegaan.

Het kan behulpzaam zijn om, naast deze notitie, ook de algemene toelichting op de beleidsregels en algemene regels te raadplegen. Verder is er een begrippenlijst, die uitleg geeft aan de vaktermen. Alle documentatie is te vinden op http://www./###.

2 Kader

2.1 Verbod in de Keur

Op grond van de Keur (artikel 12, lid a en b) is het verboden in, op, onder en boven waterstaatswerken werkzaamheden te verrichten en werken aan te brengen of te hebben. Hieronder is ook begrepen het aanbrengen en hebben van een dam met duiker of een brug.

2.2 Toepassingsgebied

Het toepassingsgebied is de kernzone van overige oppervlaktewateren. Let op! Deze algemene regel is dus niet van toepassing op de primaire oppervlaktewateren. De situering van primaire en overige oppervlaktewateren met bijbehorende kern- en beschermingszones is in de legger oppervlaktewateren vastgelegd.

2.3. Raakvlakken met ander beleid

  • Beleidsregel ‘Kunstwerken’

3 Toelichting van de activiteit

Het aanleggen van een dam met duiker of een brug kan noodzakelijk zijn om een perceel te ontsluiten.

Duikers en bruggen grijpen in op de inrichting van het oppervlaktewater. Niet alleen de wateraan- en afvoer wordt door duikers en bruggen beïnvloed. Ze hebben nadrukkelijk ook invloed op de waterkwaliteit en ecologie. Door een duiker of brug wordt de oever onderbroken en het open water oppervlak afgedekt. Dit heeft onder andere negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit (zuurstofhuishouding) en de verspreiding van water- en oeverdieren

Zowel voor de waterkwaliteit en de ecologie als de waterkwantiteit is het van belang dat er zo min mogelijk duikers of bruggen voorkomen. Indien er toch duikers of bruggen moeten worden toegepast, is het van belang dat het natte profiel voldoet aan de minimale waterkwantiteits-, waterkwaliteits- en ecologische eisen.

4 Voorwaarden

Voor het aanbrengen en/of vervangen van een dam met duiker en/of een brug  is geen ontheffing op grond van de Keur (artikel 12, lid a en b) vereist indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden.

Artikel 1

Begripsomschrijving. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

  • a.

    Beschermingszone: Zone binnen het gebied dat onder werking van de keur valt en die als zodanig in de legger is opgenomen.

  • b.

    Ingreepmaat: De minimaal vereiste waterdiepte. In de praktijk zal gebaggerd worden tot onder de ingreepmaat om te voorkomen dat de minimale diepte (spoedig weer) wordt overschreden.

  • c.

    Kernzone: De centrale gedeelten van waterstaatswerken die als zodanig in de legger zijn aangegeven.

  • d.

    Kunstwerk: (Waterstaatkundig) bouwwerk die van belang is voor of invloed kan hebben op de waterbeheersing of onderdeel uitmaakt van een oppervlaktewater of waterkering. Voorbeelden zijn: aquaducten, bruggen, duikers, duikerbruggen, gemalen, meerpalen, sifonduikers, steigers, etc.

  • e.

    Natprofiel: Onder de waterspiegel gelegen oppervlakte van de dwarsdoorsnede van een oppervlaktewater.

  • f.

    Oeverlijn: De scheidingslijn tussen water en land.

  • g.

    Overige oppervlaktewateren: Oppervlaktewateren met een voornamelijk lokale transportfunctie en/of wateren welke een zekere een zekere drooglegging (ontwatering) dienen te geven.

  • h.

    Onderhoudsplichtigen: Natuurlijke- of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van waterkeringen, wateren, oevers, werken of bergingsvoorzieningen voor water of regenwater.

  • i.

    Peilvak: Een geografisch afgebakend gebied waar één en het zelfde waterpeil wordt nagestreefd.

  • j.

    Primaire oppervlaktewateren: Oppervlaktewateren met een belangrijke functie (een regionaal belang) in de wateraan- en afvoer en/of waterberging en/of voor de instandhouding van de waterkering.

  • k.

    Waterspiegel: Het grensvlak tussen water en lucht.

  • l.

    Winterpeil: Het peil dat in het betreffende peilbesluit voor de winterperiode (globaal 1 september – 1 april) geldt of, bij het ontbreken ervan, in de praktijk wordt nagestreefd.

  • m.

    Zomerpeil: Het peil dat in het betreffende peilbesluit voor de zomerperiode (globaal 1 april – 1 september) geldt of, bij het ontbreken ervan, in de praktijk wordt nagestreefd.

Artikel 2

Het (deels) vervangen van een bestaande duiker of brug is toegestaan indien de nieuwe duiker of brug op dezelfde locatie wordt aangelegd en de te vervangen onderdelen volledig worden verwijderd. Wel moet voldaan worden aan de gestelde voorwaarden in artikelen 3b, 5, 7 t/m 12.

Artikel 3
  • a.

    Een nieuwe dam met duiker of brug mag alleen in een overig oppervlaktewater en niet in een primair oppervlaktewater worden aangelegd, zie hiervoor de leggerkaart.

  • b.

    Een nieuwe dam met duiker of een brug met vrije doorvaarthoogte kleiner dan 1,60 meter en smaller dan 3,75 meter mag niet worden aangelegd in de op de kaart ‘Vaarwegbeheer Rijnland’ (kaartenbijlage 3) weergegeven oppervlaktewateren.

Artikel 4: maximum aantal

Per kadastraal perceel mag maximaal één dam met duiker of brug worden aangelegd cq. aanwezig zijn. Het gezamenlijk plaatsen van één dam met duiker of brug met een maximale lengte van 10 meter (gemeten langs de oeverlijn) op de grens van twee percelen is toegestaan.

Artikel 5: voorwaarden afmetingen
  • a.

    De nieuwe duiker of brug moet minimaal voldoen aan de onderstaande maatvoeringen:

Voorwaarden afmetingen nieuwe duiker of brug
Afmetingen duikers indien oppervlaktewater smaller dan 5 mduikerronde duikers: ≥ 600 mm. vierkante duikers:  ≥ 500 mm x 500 mm
Afmetingen duiker indien oppervlaktewater breder dan 5 m duikerronde duikers: ≥ 800 mm. vierkante duikers: ≥ 700 mm x 700 mm
Maximale (kruin)breedte (gemeten op maaiveld, evenwijdig aan de oeverlijn)duiker en brug5 m. Het talud van de dam moet een hellingshoek hebben van 1:3, of steiler.
Minimale afstand waterspiegel – binnen bovenkant kunstwerk, t.o.v. winterpeilduiker en brug0,20 m (voor bruggen geldt ook artikel 7)
Hoogteligging binnenonderkant duikerduiker0,05 – 0,15 m boven ingreepmaat
Lengte uiteinde duiker buiten de oeverlijn, t.o.v. winterpeilduiker0,20 m

b. Ingeval van vervanging van een bestaande duiker geldt dat als de oude diameter groter is dan de in de tabel vermelde diameter, minimaal de oude diameter moet worden toegepast.

Artikel 6: minimale afstand

De minimale afstand tot een naastgelegen dam, brug of stuw dient 5 meter te bedragen. Uitzondering hierop is een combinatie van 2 dammen met duikers of bruggen op de erfscheiding, zie ook artikel 4.

Artikel 7: overspanning brug

Een brug moet de kernzone van het oppervlaktewater volledig overspannen (van insteek tot insteek), zodat er in de kernzone van het oppervlaktewater geen ondersteunende constructies ten behoeve van de brug worden aangebracht. Ook remmingwerken en dergelijke zijn niet toegestaan.

Artikel 8: tracé duikers

In duikers mogen, zowel horizontaal als verticaal, geen knikpunten (bochten) aanwezig zijn en de as van de duiker moet in het midden van het oppervlaktewater liggen.

Artikel 9: bescherming uiteinden

De uiteinden van duikers moeten worden gemarkeerd om beschadigingen door mechanisch onderhoud tegen te gaan.

Artikel 10: nat profiel schoon en open

De onderhoudsplichtige van het kunstwerk is verantwoordelijk voor het verwijderen van de extra baggeraanwas (ten opzichte van het aansluitende oppervlaktewater) die over een lengte van 5 m ter weerszijden van het kunstwerk kan ontstaan.

Artikel 11: demping

De door de aanleg van een dam met duiker veroorzaakte demping (gemeten op de waterlijn bij het geldende winterpeil) dient op het eigen kadastrale perceel binnen een straal van 50 m door een even groot oppervlak aan open water gecompenseerd te worden.

Artikel 12:

Het op basis van artikel 11 te realiseren extra oppervlaktewater dient gemeten vanuit de oeverlijn (gemeten t.o.v. winterpeil) minimaal 0,5 meter breed te zijn en in open verbinding te staan met de rest van het watersysteem.

5  Meldingsplicht
Artikel 13

a. Het aanbrengen en/of vervangen van een (dam met) duiker of een brug in de kernzone van een oppervlaktewater dient 2 weken voorafgaand aan de uitvoering schriftelijk te worden gemeld.

b. Als het werk niet binnen 2 maanden na melding is uitgevoerd komt de melding te vervallen.

c. Een melding als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk gedaan via het daartoe bestemde formulier en omvat in ieder geval:

I.      Naam en adres van degene die het werk gaat uitvoeren of daartoe opdracht heeft verstrekt.

II.      Het adres of de locatie waar het betreffende werk uitgevoerd zal worden.

III.      De gegevens omtrent het aan te leggen werk, zoals:

  • De aard van de werkzaamheden.

  • Een situatietekening.

  • De toe te passen materialen.