Organisatie | Waterschap Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Algemene mandaatregeling Waterschap Rivierenland 2009 |
Citeertitel | Algemene mandaatregeling Waterschap Rivierenland 2009 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
1) Advertentie in diverse huis-aan-huis-bladen in het hele gebied van het waterschap in week 52, 2008, oa. in De Waalkanter, 24-12-2008
2) Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 28-11-2008
3) Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Waalkanter, 24-12-2008
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 14-05-2010 | nieuwe regeling | 28-11-2008 De Waalkanter, 24-12-2008 | 200833109 |
HET ALGEMEEN BESTUUR VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;
gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden van 16 oktober 2008;
overwegende dat in de Waterschapswet en diverse andere wetten bevoegdheden neergelegd zijn bij het algemeen – of het dagelijks bestuur van het waterschap;
dat het wenselijk is dat bevoegdheden uitgeoefend worden op een niveau dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;
dat het algemeen bestuur een kader wil scheppen waarbinnen het dagelijks bestuur zijn bevoegdheden mandateert en machtiging en volmacht verleent;
dat aan het verlenen en uitoefenen van bevoegdheden in (onder)mandaat, met machtiging of volmacht regels gesteld dienen te worden;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, Waterschapswet, het Reglement voor het Waterschap Rivierenland en de Wet op de ondernemingsraden;
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2 Niet te mandateren bevoegdheden
Artikel 4 Mandaat aan andere medewerkers
Het dagelijks bestuur verleent mandaat aan andere medewerkers dan de secretaris-directeur, indien dat gelet op de aard van de bevoegdheid aangewezen is.
Artikel 6 Algemene voorwaarden mandaat en ondermandaat
Indien de gemandateerde van oordeel is, dan wel redelijkerwijs te verwachten is dat een te nemen beslissing bestuurlijk gevoelig is, legt de gemandateerde de te nemen beslissing met zijn advies voor aan de mandaatgever.
In geval van twijfel hieromtrent pleegt de mandaatgever overleg met de secretaris-directeur.
Het in een document vastleggen van een besluit of een (privaatrechtelijke) (rechts)handeling vastgesteld op basis van mandaat, volmacht of machtiging vermeldt aan het slot:
namens het college van dijkgraaf en heemraden van
de functie van de gemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde,
gevolgd door de handtekening en de naam van de gemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde.
Artikel 9 Overgangsbepaling bestaande mandaten, machtigingen en volmachten
Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Mandaatregeling vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 3 januari 2005.
Dit artikel geeft de besluiten, rechtshandelingen en andere handelingen aan waarvoor het dagelijks bestuur geen mandaat, volmacht of machtiging kan verlenen. Deze bevoegdheden kunnen dus niet op een lager niveau uitgeoefend worden.
Het eerste lid noemt de geadresseerden van documenten waaraan alleen het dagelijks bestuur zich direct richt.
Het tweede lid onder a is een algemene bepaling. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. In artikel 10:3 tweede lid geeft de Awb enkele voorbeelden van gevallen waarin mandaat in ieder geval niet wordt verleend:
Voorts bepaalt het derde lid van artikel 10:3 Awb dat mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter niet wordt verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
Wanneer de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet, kan ook de Awb niet precies zeggen. Behalve dat mandaat van een bevoegdheid op grond van de wet gewoon niet is toegestaan, kan dat ook van de omstandigheden van het geval afhankelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan: niet in deze omstandigheden of in deze omvang of aan deze gemandateerde of onder deze voorwaarden.
Onder c staat vermeld dat alleen het dagelijks bestuur vergunningen of ontheffingen mag verlenen aan het waterschap zelf, bijvoorbeeld een Wvo-vergunning voor het lozen van effluënt van een rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap op oppervlaktewater binnen het beheersgebied van het waterschap.
Onder d: de bevoegdheid tot het vaststellen van intern werkende regelingen, voornamelijk rechtspositionele regelingen, kan niet gemandateerd worden. De commissie voor georganiseerd overleg overlegt over de onderwerpen die in artikel 13.1 van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel staan. De Ondernemingsraad heeft advies- en instemmingsrecht over de onderwerpen genoemd in de artikelen 25 en 27 van de Wet op de Ondernemingsraden. De bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden verricht handelingen overeenkomstig zijn volmacht en machtiging.
Onder e: het algemeen bestuur is bevoegd ingevolge de Waterschapswet te besluiten over benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris. Ook het nemen van organisatorische maatregelen die gevolgen hebben voor de hoofdstructuur van het waterschap behoort tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur. De rechtspositionele besluiten die tot de bevoegdheid van het dagelijks bestuur behoren zijn in dit artikel vermeld. De overige rechtspositionele besluiten kan het dagelijks bestuur in principe mandateren.
In bijzondere gevallen kan het dagelijks bestuur direct mandaat verlenen aan andere medewerkers dan de secretaris-directeur. Gedacht kan worden aan een mandaat aan de buitengewone opsporingsambtenaren van het waterschap.
In artikel 5 kent het algemeen bestuur aan de secretaris-directeur de bevoegdheid toe om van het aan hem verleende mandaat ondermandaat te verlenen. Daarbij kan aan degene aan wie een dergelijk ondermandaat wordt verleend, tevens de bevoegdheid worden toegekend om op zijn beurt weer ondermandaat te verlenen, en zo verder tot het laagste niveau van teamleiders en projectleiders. Daarnaast kan de secretaris-directeur ook rechtstreeks mandaat verlenen aan een niet aan hem ondergeschikte medewerker.
Dit artikel betreft de voorwaarden waaronder de bevoegdheid in mandaat en ondermandaat wordt uitgeoefend. De gemandateerde handelt overeenkomstig de beleidsregels die door het bestuur zijn vastgesteld, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
De mandaatgever bepaalt de frequentie van de inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid door de gemandateerde. Een goede inrichting van de informatievoorziening is hierbij van belang.