Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Rijnland

Verordening van de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap van Rijnland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Rijnland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingVerordening van de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap van Rijnland
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bevat bepalingen over de taak, de benoeming en de werkwijze van de Rekenkamercommissie.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 5-7-2006

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Witte weekblad

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-200620-03-2020nieuwe regeling

05-07-2006

Witte weekblad

06.19075

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap van Rijnland

De verenigde vergaderging van het hoogheemraadschap van Rijnland

Gezien het voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 30 mei 2006,

Besluiten vast te stellen

 

Verordening van de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap van Rijnland

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • c.

    college: college van dijkgraaf en hoogheemraden;

  • d.

    verenigde vergadering: verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van rijnland;

  • d.

    extern lid: lid van de rekenkamercommissie niet zijnde lid van de verenigde vergadering;

Artikel 2: Taak van de commissie

De commissie doet onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het waterschapsbestuur gevoerde bestuur.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming, aftreedvolgorde en eed

  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf leden.

  • 2.

    De leden van de commissie worden door de verenigde vergadering benoemd. Twee leden worden benoemd door de verenigde vergadering uit haar midden. Ook benoemt zij één plaatsvervangend lid. De overige leden van de commissie, inclusief de voorzitter, zijn extern.

  • 3.

    De verenigde vergadering wijst uit de externe leden een voorzitter aan.

  • 4.

    De leden van de commissie, die de verenigde vergadering uit haar midden kiest, worden benoemd voor een periode gelijk aan de lopende zittingsduur van de verenigde vergadering; externe leden worden voor een periode van vier jaar benoemd.

  • 5.

    De commissie stelt een rooster van aftreden vast voor de externe leden. Op grond van het eerste rooster van aftreden kunnen de externe leden, in afwijking van het bepaalde in de laatste volzin van het vierde lid, voor een periode korter dan vier jaar worden benoemd.

  • 6.

    Indien het lidmaatschap van een extern lid eindigt vóór het einde van zijn benoemingstermijn, treedt diens opvolger af op het moment dat de benoemingstermijn van het vertrekkende lid zou zijn afgelopen.

  • 7.

    De externe leden kunnen ten hoogste éénmaal herbenoemd worden.

  • 8.

    De leden leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de verenigde vergadering in de handen van de voorzitter van de verenigde vergadering de eed (verklaring en belofte) af:

    “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!

    (Dat verklaar en beloof ik!)”

Artikel 4 Ontslag

  • 1.

    De verenigde vergadering ontslaat de leden van de commissie.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid dat tevens lid van de verenigde vergadering is eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de verenigde vergadering;

    • c.

      indien de verenigde vergadering van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die naar het oordeel van de verenigde vergadering onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel zulk een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen.

Artikel 5 Vergoeding leden

  • 1.

    De leden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden die zij voor de commissie verrichten.

  • 2.

    De wijze van vergoeding wordt geregeld in het reglement van orde van de Rekenkamercommissie.

  • 3.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 6 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming naar de verenigde vergadering.

Artikel 7 Onderwerpselectie en onderzoeksprotocol

  • 1.

    De commissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek en formuleert de probleemstelling aan de hand van een onderzoeksprotocol. De inhoud van het protocol staat in het reglement van orde.

  • 2.

    De verenigde vergadering en het college hebben de mogelijkheid bij de voorzitter een onderwerp voor onderzoek voor te dragen.

  • 3.

    De commissie zendt de in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet ter kennisneming naar de verenigde vergadering.

  • 4.

    Jaarlijks legt de voorzitter van de commissie een (meerja(a)r(en)plan ter kennisname aan de verenigde vergadering voor.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    De commissie kan besluiten de verenigde vergadering tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 2.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van de verenigde vergadering, het college en bij alle ambtenaren van het hoogheemraadschap die mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van de verenigde vergadering en de ambtenaren van het hoogheemraadschap zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3.

    De commissie vergadert in beslotenheid; haar rapporten zijn openbaar.

  • 4.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen.

  • 6.

    De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun reactie aan de commissie te geven op de juistheid en volledigheid van het conceptonderzoeksrapport. Betrokkenen zijn in elk geval degenen, wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt. De commissie stelt vervolgens het college in de gelegenheid binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste vier weken bedraagt, zijn reactie aan de commissie te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptonderzoeksrapport .

  • 7.

    De commissie zendt een afschrift van haar onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van de betrokkenen op het (concept-)rapport aan de verenigde vergadering, het college en aan de betrokkenen.

  • 8.

    Jaarlijks legt de commissie verantwoording af aan de verenigde vergadering door middel van een beknopte eindrapportage, inclusief een financiële verantwoording.

Artikel 9 Ambtelijke ondersteuning

De commissie wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een ambtelijk secretaris.

Artikel 10 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht betreffende:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is vastgesteld.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie”.

Leiden, 5 juli 2006

De Verenigde Vergadering,

G.J. Doornbos,

dijkgraaf

Ir. A. Haitjema,

secretaris