Organisatie | Waterschap Zuiderzeeland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Aanbestedingsbeleid Waterschap Zuiderzeeland 2007 |
Citeertitel | Aanbestedingsbeleid Waterschap Zuiderzeeland 2007 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 27-11-2007 Flevopost, Almere Vandaag | BO.522 en JZ.489 |
De Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland;
gelezen het voorstel van het college van Dijkgraaf en Heemraden d.d. 20 november 2007, nummer 2007100489 betreffende de vaststelling van het Aanbestedingsbeleid Waterschap Zuiderzeeland 2007, inwerkingtredend op 1 januari 2008;
gelet op het bepaalde in art. 56 en art. 77 Waterschapswet en titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht;
tot intrekking van het Aanbestedingsbeleid Waterschap Zuiderzeeland behandeld in de Algemene Vergadering d.d. 27 maart 2001 met nummer 2001100115 en daarop volgende wijziging behandeld in de Algemene Vergadering 28 januari 2003 met nummer 2003100031, zulks met ingang van 21 november 2007.
Aldus vastgesteld in de Algemene Vergadering d.d. 20 november 2007.
Op het terrein van de overheidsopdrachten is in Nederland een aantal richtlijnen van de Europese Unie van kracht, die zijn vertaald in Nederlandse wetgeving, met het doel de Europese markt te liberaliseren. Dit houdt in dat de markt voor overheidsopdrachten zo doorzichtig mogelijk moet zijn om alle leveranciers, aannemers en dienstverleners in de Europese Unie gelijke kansen te bieden een overheidsopdracht te kunnen verwerven. Waterschap Zuiderzeeland dient de Europese regelgeving omtrent aanbestedingen toe te passen. Dat betekent dat aanbestedingen dienen plaats te vinden conform de algemene beginselen voor aanbesteden en dat aanbestedingen die de daarvoor geldende drempelbedragen volgens de Europese richtlijnen overschrijden, zoals opgenomen in Nederlandse wet- en regelgeving, moeten worden aanbesteed.
Een aantal aanbestedingen van het waterschap overschrijdt echter niet de drempelbedragen. Voor deze aanbestedingen kan het waterschap een eigen aanbestedingsbeleid voeren, in overeenstemming met de uitgangspunten en algemene beginselen van het (Europese) aanbestedingsrecht.
Omdat het waterschap een publiekrechtelijke taak uitoefent, is het van belang dat met opdrachtverleningen en aanbestedingen open en zorgvuldig wordt omgegaan. Daarnaast zal het waterschap moeten proberen opdrachten aan te besteden tegen de laagst mogelijke kosten, dan wel de beste prijs-kwaliteitverhouding.
Aanleiding tot het formuleren van aanbestedingsbeleid is de vigerende Europese en nationale regelgeving op dit gebied en dat Waterschap Zuiderzeeland tevens een consequent beleid wil voeren voor alle aanbestedingen die niet onder de Europese regelgeving vallen. Waterschap Zuiderzeeland wil dat alle medewerkers op uniforme wijze uitvoering aan dit beleid geven.
In deze nota wordt eerst een uiteenzetting gegeven van de bestuurlijke uitgangspunten. Daarna wordt in hoofdstuk 3 een overzicht gegeven van de vigerende Europese en nationale wetgeving op het gebied van aanbesteding van overheidsopdrachten. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de verschillende aanbestedingsvormen. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op aspecten in het aanbestedingsbeleid. In hoofdstuk 6 wordt mandatering en de wijze van rapportage binnen het waterschap benoemd en hoofdstuk 7 gaat over de handelwijze ten aanzien van verboden mededingingsbeperkende afspraken.
Bij het opstellen van deze geactualiseerde versie van het aanbestedingsbeleid in juli 2007 heeft het aanbestedingsbeleid van oktober 2002 als basis gediend. Dit aanbestedingsbeleid beschrijft de huidige en toekomstige werkwijze van Waterschap Zuiderzeeland en haar handelwijze bij aanbesteden en opdrachtverlening.
Dit beleid is vastgesteld door de Algemene Vergadering en wordt als zodanig als dwingend kader door het waterschap gehanteerd.
Deze uiteenzetting vormt het aanbestedingsbeleid met betrekking tot de door het waterschap te realiseren werken en het verrichten van leveringen en diensten aan het waterschap.
2. Bestuurlijke uitgangspunten
Als belangrijkste uitgangspunt geldt, dat de vigerende nationale en Europese regelgeving in acht moet worden genomen. Daarnaast kunnen vanuit de waterschapsoptiek nog meer specifieke uitgangspunten geformuleerd worden.
Met betrekking tot aanbestedingen hanteert het waterschap als overheidslichaam de volgende uitgangspunten:
In § 2.2 en 2.3 wordt, ten aanzien van de twee laatstgenoemde uitgangspunten, nadere uitvoering gegeven middels de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap.
Ten aanzien van de hierboven genoemde uitgangspunten gelden de volgende overwegingen.
Zoals uit artikel 2 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten volgt dient en wil het waterschap het volgende als aanbestedende dienst:
"Een aanbestedende dienst behandelt ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze en handelt transparant."
Transparantie:Het waterschap heeft de plicht om transparant te handelen. Uitgangspunt daarbij is dat het waterschap voorafgaande aan het plaatsen van opdrachten een passende mate van openbaarheid betracht; dit zal zich in beginsel uiten in een publicatieplicht of wel het ‘openbaar aanbesteden'.
Daarnaast dient de aanbestedende dienst transparant te zijn in haar (handelen in de) aanbestedingsprocedure of opdrachtverlening.
Gelijkheidsbeginsel: Het waterschap heeft de plicht om marktpartijen gelijk te behandelen en derhalve het ‘non-discriminatie' beginsel na te leven. Dit uit zich onder andere in het niet hanteren van discriminerende termen in het Programma van Eisen, het op gelijke wijze beoordelen van ontvangen informatie van marktpartijen en het bieden van gelijke kansen gedurende het aanbestedings- of opdrachtverleningsproces aan alle daarbij betrokkenen.
Objectiviteit: De handelwijze van het waterschap dient objectief en derhalve in zekere zin verifieerbaar te zijn. Dit beginsel hangt nauw samen met het gelijkheidsbeginsel (bijv. objectieve beoordeling van inschrijvingen van partijen) en transparantie (transparantie dient ter onderbouwing van de objectiviteit). Om het gehele aanbestedings- of opdrachtverleningsproces te kunnen verantwoorden zal daarom door het waterschap ook aan dossiervorming gedaan moeten worden (zie hierover § 6.2 en § 6.3 en de AO-procedures).
Deze beginselen zijn zogezegd de basis voor de aanbestedingspraktijk en aan deze beginselen is nader invulling gegeven in de wet- en regelgeving.
2.2 Doelmatig en integer handelen
Ter borging van het integer handelen door het waterschap wordt de Gedragscode Publiek Opdrachtgeverschap gevolgd. Daarnaast toetst het waterschap ook de door haar te contracteren partijen ten aanzien van integriteit. Hiertoe wordt ten aanzien van de kwalificatie van partijen bij aanbestedingen aangesloten bij de nationale BIBOB-regelgeving (Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur) en het COVOG (Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag).
Nu bij het aangaan van overeenkomsten door het waterschap met derden publiek geld is gemoeid is het uitgangspunt van het waterschap om werken, leveringen of diensten tegen zo laag mogelijke kosten, dan wel tegen de beste prijs-kwaliteitverhouding te realiseren.
Dit kan plaatsvinden op twee manieren: ofwel door opdrachtverlening naar aanleiding van een aanbesteding op basis van de laagste prijs (waarbij de kwaliteit vooraf is vastgelegd op een door het waterschap bepaald niveau in het Programma van Eisen) of een aanbesteding op basis van de economisch meest voordelige inschrijving.
Bij dit laatste criterium zullen naast kostenoverwegingen ook door de markt aangeboden kwaliteitsaspecten (of andere aspecten) worden meegewogen bij de opdrachtverlening.
→ Zie voor de Gedragscode Publiek Opdrachtgeverschap, bijlage I.
2.3 Zorgvuldig en maatschappelijk verantwoord
Als derde beleidskader heeft het waterschap als uitgangspunt zorgvuldig en maatschappelijk verantwoord te willen optreden als het gaat om opdrachtverlening en het optreden als opdrachtgever. Ook hiervoor wordt door het waterschap de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap gevolgd.
Zorgvuldigheid is o.a. vereist omdat een onjuiste procedure door inschrijvers aangevochten kan worden. Bovendien is zorgvuldigheid vereist omdat er met gemeenschapsgelden wordt gewerkt. Om tegemoet te komen aan de gewenste zorgvuldigheid zijn gedetailleerde aanbestedingsprocedures opgesteld, waarbij in de procedure een scheiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden is aangebracht.
→ Zie voor de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap, bijlage I.
3. Vigerende Europese en nationale regelgeving
De aanbestedingsregelgeving is gestoeld op Europese Richtlijnen die vervolgens in de nationale wetgeving van Nederland is omgezet. Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende regelingen die nadere invulling geven en/of in een bepaalde branche worden gehanteerd.
Voor het waterschap zijn daarbij de volgende richtlijnen, wettelijke kaders en regelingen van toepassing of van belang:
De aanbestedingsregelgeving onderscheidt opdrachtverlening van drie soorten opdrachten: werk, levering en dienst.
Alle opdrachten (overheidsopdrachten zijnde een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel tussen aanbestedende dienst en derden) die het waterschap verstrekt vallen onder een van deze drie ‘opdrachtsoorten'.
4. Aanbestedingsvormen Waterschap Zuiderzeeland
De EG-richtlijnen en het Bao geven de drempelbedragen waarboven werken, leveringen en diensten Europees moeten worden aanbesteed.
Beneden de Europese drempelbedragen heeft het waterschap een eigen aanbestedingsbeleid geformuleerd. Het waterschap kiest ervoor om, op praktische, procedurele en financiële gronden, een financiële ondergrens te hanteren voor openbare en onderhandse aanbestedingen. Beneden de ondergrens voor onderhands aanbesteden kan offerte worden gevraagd.
Van belang is dat het bedrag dat de aanbestedingsvorm bepaalt, alleen de kosten van het werk, de levering of de dienst in hun totaliteit betreft en dat bedrag is exclusief BTW.
Overige (interne) kosten van het waterschap, zoals loonkosten, financieringskosten, verzekeringskosten en dergelijke, zijn niet in de bedragen inbegrepen.
4.2 Mogelijke aanbestedingsvormen
Bij Waterschap Zuiderzeeland wordt in beginsel een vijftal aanbestedingsvormen gehanteerd.
Dit zijn voor Europese aanbestedingen
dezeprocedure wordt algemeen (Europees) bekendgemaakt en eenieder kan inschrijven;
2. de niet openbare aanbesteding (met voorafgaande selectie)
deze procedure wordt algemeen (Europees) bekendgemaakt, eenieder kan zich als gegadigde aanmelden en ten minste vijf - voor zover voldoende gekwalificeerde gegadigden - worden vervolgens tot inschrijving uitgenodigd;
en voor niet-Europese aanbestedingen
deze procedure wordt algemeen (nationaal) bekendgemaakt en eenieder kan inschrijven;
4. de aanbesteding met voorafgaande selectie
deze procedure wordt algemeen (nationaal) bekendgemaakt, eenieder kan zich als gegadigde aanmelden en ten minste 3 geselecteerde gegadigden worden vervolgens tot inschrijving uitgenodigd;
5. de onderhandse aanbesteding
bij deze procedure worden een aantal (2-6) marktpartijen uitgenodigd deel te nemen aan de aanbestedingsprocedure zonder algemene bekendmaking vooraf.
De aanbestedende dienst heeft de keuze tussen een openbare procedure of de procedure met voorafgaande selectie (in de aanbestedingsregelgeving de niet-openbare procedure genoemd). De procedure met voorafgaande selectie is eigenlijk ook een openbare procedure; na melding van gegadigden naar aanleiding van een publicatie van een opdracht, selecteert de aanbestedende dienst op grond van vooraf bekendgemaakte, objectieve selectiecriteria een aantal gegadigden (de meest gekwalificeerde marktpartijen) die zullen worden uitgenodigd in te schrijven (tot het doen van een aanbieding). Uit deze inschrijvingen maakt de aanbestedende dienst, ook weer op grond van vooraf gepubliceerde gunningscriteria, een keuze aan wie de opdracht wordt gegund.
Een van de belangrijke uitgangspunten in het aanbestedingsbeleid van het waterschap is het transparant handelen bij opdrachtverlening. Op dit moment is het uitgangspunt van de Europese Commissie dat uit het transparantiebeginsel is af te leiden dat er ook voor opdrachten beneden de drempelwaarden voor Europees aanbesteden een "passende mate van openbaarheid" dient te worden betracht. Het waterschap geeft hier door middel van het eigen aanbestedingsbeleid zo goed en efficiënt mogelijk invulling aan, waarbij tevens nadere interne drempelwaarden zijn vastgelegd waarboven het waterschap de opdrachtverlening vooraf kenbaar maakt aan de markt zodat er vrije mededinging tussen geïnteresseerde marktpartijen kan plaatsvinden.
4.3 Afwijken van de keuzeprocedure
Er zijn categorieën of omstandigheden denkbaar die een afwijking van bovengenoemde keuze van de aanbestedingsvorm rechtvaardigen. Het gaat onder andere om de volgende categorieën of omstandigheden:
De toetsing (vooraf) of er sprake is van een categorie of omstandigheid die afwijking van bovenvermelde keuze voor de aanbestedingsvorm kan rechtvaardigen, wordt verricht door het college van Dijkgraaf en Heemraden, onder raadpleging en na parafering van de afdeling Juridische Zaken. Een afwijkende aanbestedingsvorm wordt derhalve door of namens de budgethouder middels een voorstel via de afdeling Juridische Zaken aan het college voorgelegd.
5. Nadere invulling aanbestedingsbeleid
Het waterschap heeft ervoor gekozen om bij het aanbesteden van opdrachten van werken het ARW 2005 te hanteren.
5.2 Beslechting van geschillen
Het waterschap heeft ervoor gekozen, in overeenstemming met het reeds in werking getreden ARW 2005, geschillen omtrent aanbestedingen voor te leggen aan de burgerlijke rechter.
Dit zal als zodanig in de bestekken en/of de bijbehorende voorschriften worden omschreven. Arbitrage wordt niet toegepast.
5.3 Vergoeden van de inschrijvingskosten
Het waterschap heeft ervoor gekozen dat alleen naar het oordeel van de projectleider naar aard en omvang complexe opdrachten (werken/leveringen/diensten) voor vergoeding van de inschrijvingskosten in aanmerking komen. Gedacht kan worden aan werken waarvan de raming hoger is dan € 3 miljoen en/of waarmee hoge inschrijfkosten voor marktpartijen zijn gemoeid. Indien zich een dergelijke opdracht voordoet, zal dit vooraf aan het college worden medegedeeld.
Iedere inschrijver kan een bestek verkrijgen tegen ten hoogste de kosten van het maken van een afdruk van het bestek. Deze kosten moeten in de aankondiging of de bekendmaking worden vermeld. De inschrijver die na selectie wordt uitgenodigd om in te schrijven, krijgt het bestek gratis toegestuurd.
5.5 Hantering van het K-formulier (bij ARW) en tekeningsbevoegdheid daarbij
Bij aanbestedingen van werken, waarop het ARW van toepassing is, wordt een rechtsgeldig ondertekend K-formulier van de inschrijvers gevraagd.
Ter verificatie van de tekeningsbevoegdheid laat het waterschap tevens een recent uittreksel van inschrijving van de organisatie bij de Kamer van Koophandel door de inschrijver overleggen waaruit de tekeningsbevoegdheid van een natuurlijk persoon namens de organisatie blijkt, dan wel zal het waterschap de tekeningsbevoegdheid zelfstandig nagaan. Dit wordt vooraf in het bestek en de aankondiging aangegeven.
5.6 Openen van enveloppen (bij werken) en archivering inschrijvingen
Bij het houden van aanbestedingen worden door de inschrijvers gesloten enveloppen ingeleverd met daarin nadere specificaties (begrotingen etc.) dan wel overige gevraagde documentatie.
Bij aanbestedingen van werken onder het ARW 2005 zal in beginsel (in ieder geval bij het gunningscriterium laagste prijs) alleen de enveloppe van de inschrijver aan wie een voornemen tot gunning bestaat worden geopend.
Hoewel op grond van het ARW alle enveloppen geopend mogen worden, blijven de andere enveloppen in beginsel gesloten. (Besloten kan worden ook van andere inschrijvers de enveloppen te openen, indien het aanbestedingsdocument zelf voorziet in deze mogelijkheid, of na raadpleging van de afdeling Juridische zaken.)
Bij het hanteren van het gunningscriterium economisch meest voordelige inschrijving is als basis van de gunning niet enkel de laagste (project)prijs bepalend en is het naar de aard van dergelijke aanbestedingen gebruikelijk om de inschrijving als geheel, inclusief onderbouwingen, in beschouwing te nemen ter toetsing en beoordeling van de inschrijving.
Alle enveloppen en inschrijvingsdocumenten worden door het waterschap wel toegevoegd aan het aanbestedingsdossier ten behoeve van het kunnen beschikken over een volledig dossier.
Na oplevering van het werk, dan wel bij leveringen/diensten na afronding daarvan, wordt het aanbestedingsdossier met de opdrachtgegevens door het waterschap gearchiveerd en worden eventuele enveloppen die niet behoren tot de gegunde inschrijving vernietigd.
5.7 Positie en gebruik van raamovereenkomsten
De geldende aanbestedingsregels bieden de mogelijkheid raamovereenkomsten te sluiten.
Middels een raamovereenkomst kan voor een periode van (in beginsel) maximaal vier jaar met een of ten minste drie verschillende opdrachtnemers een gelijk voorwaardenkader worden afgesloten waaronder opdrachten gedurende de looptijd van de raamovereenkomst aan de betreffende contractpartijen kunnen worden gegund.
Met het - op basis van een Europese aanbesteding - sluiten van een raamovereenkomst ontstaat nog niet de feitelijke overheidsopdracht. Afhankelijk van het aantal opdrachtnemers komt deze tot stand op het moment dat het waterschap - binnen het afgesloten kader en via een verkorte inschrijving - een concrete opdracht plaatst.
Het waterschap maakt voor het realiseren van de publieke taken gebruik van arbeid door de inzet van/via externen. Voor specifieke zaken wordt advies gevraagd aan een externe deskundige en voor de voortzetting van reguliere arbeid wordt onder meer gebruikgemaakt van detacheringen of uitzendkrachten. In het algemeen betreft dit een aantal soortgelijke aanbieders waarmee op frequente momenten en veelal voor een bepaalde tijd een relatie wordt aangegaan.
Het verkrijgen van dergelijke diensten (waarbij met name sprake is van adviesdiensten en plaatsing van personeel) is ook aanbestedingsplichtig.
Hiervoor kan, gelet op flexibiliteit en efficiency, gekozen worden voor het afsluiten van raamovereenkomsten.
5.8 Algemene Inkoopvoorwaarden
Op alle inkoop- en aanbestedingstrajecten van leveringen en diensten zullen de Algemene Inkoopvoorwaarden van het waterschap van toepassing worden verklaard op de voorgenomen opdracht, dit al dan niet aanvullend op de overeenkomst.
De Algemene Inkoopvoorwaarden van het waterschap zijn opgenomen als bijlage II.
Ten aanzien van opdrachten betreffende aan werken gerelateerde diensten kunnen in plaats van de Algemene Inkoopvoorwaarden de DNR 2005 van toepassing worden verklaard door Waterschap Zuiderzeeland, dit conform de lijst van toepassing DNR 2005 waarbij van een aantal standaardbepalingen door het waterschap wordt afgeweken.
→ De Algemene Inkoopvoorwaarden zijn opgenomen in bijlage II.
→ De lijst van toepassing van de DNR 2005 waarbij de afwijkingen ten behoeve van Waterschap Zuiderzeeland zijn aangegeven is opgenomen als bijlage III.
6. Mandatering opdrachtverlening, rapportage en dossieropbouw
Voor het besluiten tot en ondertekenen van de opdrachtverlening volgt de budgethouder het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Waterschap Zuiderzeeland en de Regeling budgethouders Waterschap Zuiderzeeland.
Rapportage van aanbestedingen vindt op de volgende wijze plaats:
de budgethouder rapporteert in de P&C-cyclus middels iedere marap over de uitvoering van het aanbestedingsbeleid middels een overzicht van de gegunde werken, leveringen en diensten. Eventuele risico's worden vermeld in de risicoparagraaf.
7. Verboden mededingingsbeperkende afspraken
Naar aanleiding van de zaken rondom de bouwfraude heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een formulier ontwikkeld waarmee aanbestedende diensten aanwijzingen voor ‘verboden mededingingsbeperkende afspraken' aan de NMa kunnen melden. Dit formulier is verkrijgbaar bij de afdeling Juridische Zaken.
De NMa heeft op grond van de Mededingingswet de bevoegdheid op te treden als er sprake is van verboden mededingingsbeperkende afspraken (ook wel kartelafspraken genoemd). Voor het onderzoek gebruikt de NMa ondermeer aanwijzingen uit de markt. Daarom is het van belang dat aanbestedende diensten, zoals het waterschap, aanwijzingen voor verboden gedrag melden bij de NMa en daarbij achterliggende informatie verschaffen. Melding kan voor de NMa aanleiding zijn de betreffende zaak te onderzoeken of kan dienen als onderdeel van de bewijsvoering in andere zaken.
De budgethouder die een aanbesteding van werk, levering of dienst houdt, dient in voorkomende gevallen na afstemming met de afdeling Juridische Zaken melding van een verboden afspraak te doen. Tevens stelt hij het college van Dijkgraaf en Heemraden hiervan schriftelijk op de hoogte. Daarnaast dient de budgethouder een dergelijke melding mee te nemen in zijn rapportage in de P&C-cyclus.
Bijlage I Gedragscode publiek opdrachtgeverschap
Inleiding bij de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap
Doel en functie van de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap
Als publieke opdrachtgever is Waterschap Zuiderzeeland volop bezig met het onderwerp ‘integriteit'. Met de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap wordt weer een flinke stap gezet in het verbeteren en professionaliseren van de verhoudingen tussen de opdrachtnemers en opdrachtgevers. Deze gedragscode is een effectieve aanvulling op de afzonderlijke integriteitcodes van de deelnemende organisaties.
Als publieke opdrachtgever streeft Waterschap Zuiderzeeland met de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap een tweeledig doel na:
Het hanteren van de gedragscode heeft een interne en een externe functie. Het biedt kaders aan de medewerkers van het waterschap voor de uitvoering van hun werkzaamheden in relatie tot opdrachtnemers. Daarnaast geeft de code aan ‘wat onze manieren zijn', wat opdrachtnemers minstens van Waterschap Zuiderzeeland mogen verwachten en wat het waterschap van de opdrachtnemers verwacht, van de precontractuele fase van een project tot en met de afronding en evaluatie ervan.
Het ontwikkelen van deze code sluit aan bij vergelijkbare initiatieven van opdrachtnemers, zoals de brancheorganisaties van advies- en ingenieursbureaus en van bouwbedrijven. Het is geen juridisch instrument. Projectspecifieke contractuele afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer blijven bestaan. Het vigerende aanbestedingsrecht blijft uitgangspunt.
De deelnemende publieke opdrachtgevers verankeren de gedragscode in hun organisaties. Opdrachtnemers kunnen hun aanspreken als zij zich niet conform de kernwaarden en gedragsregels van deze code gedragen. Elke deelnemende publieke opdrachtgever heeft een centraal meldpunt, waar opdrachtnemers met opmerkingen en klachten terechtkunnen.
Er wordt naar gestreefd meldingen binnen twee maanden af te handelen.
Organisaties die zich willen aansluiten kunnen contact opnemen met het secretariaat van het Opdrachtgeversforum in de bouw.
1 Gedragscode publiek opdrachtgeverschap
1.1 Kenmerken en ambitie van de publieke opdrachtgevers
Het publiek opdrachtgeverschap heeft een aantal specifieke kenmerken, die bepalend zijn voor de manier van werken van Waterschap Zuiderzeeland en die eisen stellen aan het gedrag van zijn opdrachtnemers:
Met deze gedragscode wil Waterschap Zuiderzeeland duidelijk maken welke kernwaarden het waterschap hanteert bij de uitoefening van zijn publiek opdrachtgeverschap en welke gedragsregels deze voor het waterschap en voor zijn opdrachtnemers met zich meebrengen.
1.2 Kernwaarden van publiek opdrachtgeverschap
De kernwaarden die Waterschap Zuiderzeeland voor zijn publiek opdrachtgeverschap hanteert zijn:
2 Kernwaarden en gedragsregels
2.1 Maatschappelijk verantwoord
Als publieke opdrachtgever heeft Waterschap Zuiderzeeland een maatschappelijke verantwoordelijkheid en een verantwoordingsplicht aan bestuurders en politiek. Alle afspraken die het waterschap met opdrachtnemers maakt, moeten de toets van rechtmatigheid en doelmatigheid kunnen doorstaan. Dit vereist dat de informatie die het waterschap van zijn opdrachtnemers krijgt, betrouwbaar en controleerbaar is.
Waterschap Zuiderzeeland werkt consequent naar letter en geest van de relevante (internationale) wet- en regelgeving en eist dat ook van zijn opdrachtnemers. Aanvullende regelgeving en afspraken die relevant zijn voor het doen van een aanbieding maakt het waterschap tijdig bekend.
Waterschap Zuiderzeeland heeft respect voor de positie en de belangen van de opdrachtnemers en gaat ervan uit dat zij de positie en belangen van het waterschap als publieke opdrachtgever respecteren en ondersteunen.
Waterschap Zuiderzeeland betracht geheimhouding tegenover derden over vertrouwelijke bedrijfsaangelegenheden, voor zover dit niet in strijd is met een wettelijke plicht tot openbaarmaking.
Vertrouwelijke informatie die Waterschap Zuiderzeeland verkrijgt van (potentiële) opdrachtnemers gebruikt het waterschap alleen voor het doel waarvoor deze informatie is bestemd. De opdrachtnemers mogen geen misbruik maken van de van het waterschap verkregen vertrouwelijke informatie.
Waterschap Zuiderzeeland handelt onpartijdig. Het waterschap zorgt ervoor dat voor alle (potentiële) opdrachtnemers dezelfde procedures gelden, dat zij gelijke toegang tot informatie hebben en dat geen vermenging plaatsvindt met oneigenlijke belangen.
Waterschap Zuiderzeeland accepteert van zijn medewerkers geen nevenactiviteiten die de integriteit van de organisatie zouden kunnen schaden.
Waterschap Zuiderzeeland staat niet toe dat zijn medewerkers beïnvloed worden door materiële of immateriële relatiegeschenken.
Waterschap Zuiderzeeland wekt geen verwachtingen die het niet kan waarmaken en houdt zich aan de gemaakte afspraken. Het waterschap verlangt dit ook van zijn opdrachtnemers.
Wanneer politiek-bestuurlijke besluiten worden genomen die niet in overeenstemming zijn met de tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gemaakte afspraken zal Waterschap Zuiderzeeland deze afspraken in onderling overleg hiermee in lijn brengen. Daarbij verwacht het waterschap de volle medewerking van zijn opdrachtnemers.
Waterschap Zuiderzeeland verstrekt vooraf alle relevante en hem ter beschikking staande informatie die nodig is voor het doen van een aanbieding op zijn verzoek. Het waterschap biedt zijn opdrachtnemers vooraf inzicht in de kwaliteit en betrouwbaarheid van zijn gegevens voor zover die relevant zijn voor de aanbieding. Het waterschap verwacht dit ook van de potentiële opdrachtnemers.
Na de opdrachtverlening verstrekt Waterschap Zuiderzeeland tijdig alle relevante informatie die voor de goede uitvoering, beheersing en verantwoording in het kader van rechtmatigheid en doelmatigheid van de opdracht van belang is. Dit verlangt het waterschap ook van zijn opdrachtnemers.
Waterschap Zuiderzeeland geeft vooraf duidelijk aan hoe het selecteert en welke criteria voor de opdracht van belang zijn. Bij afschrijvingen geeft het waterschap de betreffende opdrachtnemer met redenen aan waarom het geen gebruikmaakt van de aangeboden diensten.
Waterschap Zuiderzeeland geeft potentiële opdrachtnemers vooraf duidelijkheid omtrent hun positie bij vervolgopdrachten, in hetzelfde of in een vergelijkbaar project. Het waterschap gaat er daarbij van uit dat voorkennis strijdig is met eerlijke concurrentie indien daardoor andere aanbieders minder kans hebben om een vervolgopdracht te verwerven.
Waterschap Zuiderzeeland kiest contractvormen die passen bij de aard en omvang van het werk.
Waterschap Zuiderzeeland streeft naar helderheid vooraf over de verdeling van risico's. Onduidelijkheden en verschillen van inzicht over contractafspraken bespreken het waterschap en opdrachtnemer open en zakelijk met elkaar.
Waterschap Zuiderzeeland zal de wijze waarop de opdrachtnemer en het waterschap hun rol hebben ingevuld samen met de opdrachtnemer evalueren. Daarnaast wil het waterschap los van projecten met opdrachtnemers kennis en ervaring uitwisselen om de professionaliteit van opdrachtgevers en opdrachtnemers te verbeteren.
Secretariaat van het Opdrachtgeversforum in de bouw
Op deze site vindt u ook de adressen van de contactpersonen van de deelnemende organisaties, bij wie opdrachtnemers met hun klacht terechtkunnen.
Bijlage II Algemene Inkoopvoorwaarden Waterschap Zuiderzeeland 2007
De woorden en uitdrukkingen die in deze voorwaarden zijn vermeld zijn, tenzij uit de context anders blijkt, gedefinieerde woorden en uitdrukkingen, waaraan de navolgende betekenis is toegekend:
Deze Algemene Inkoopvoorwaarden zijn steeds van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten tussen het waterschap en de leverancier; alsmede op alle (rechts)handelingen waarbij het waterschap is betrokken en die zijn gericht op het tot stand komen, wijzigen of uitvoeren van vorenbedoelde overeenkomsten.
Indien en voor zover op grond van redelijkheid en billijkheid of het onredelijk bezwarend karakter op enige bepaling in deze Algemene Inkoopvoorwaarden geen beroep kan worden gedaan, treden de leverancier en het waterschap in overleg teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige c.q. vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige c.q. vernietigde bepalingen in acht worden genomen. De nietigheid van een bepaling leidt niet tot nietigheid van de gehele overeenkomst en/of de Algemene Inkoopvoorwaarden.
Artikel 3 Totstandkoming van de overeenkomst
Het waterschap is gehouden voor de totstandkoming van de overeenkomst de leverancier in het bezit te stellen van een exemplaar van de Algemene Inkoopvoorwaarden, alsmede de daartoe behorende wijzigingen. Behoudens in die gevallen waarin het waterschap reeds bij vorige opdrachten een exemplaar van de Algemene Inkoopvoorwaarden en/of de daartoe behorende wijzigingen aan de leverancier heeft gegeven of het waterschap de leverancier in kennis heeft gesteld dat de voorwaarden ter inzage liggen.
Artikel 4 Duur en uitvoering van de overeenkomst
De leverancier is gehouden de producten en/of diensten in de overeengekomen vorm, hoeveelheid en kwaliteit en/of op de overeengekomen wijze op de overeengekomen datum van levering op de overeengekomen plaats van bestemming te leveren. Indien de leverancier dit niet nakomt, is deze zonder nadere ingebrekestelling in verzuim.
Indien de leverancier ter uitvoering van de overeenkomst werkzaamheden op het terrein of in de lokaliteiten van het waterschap dient te verrichten, dienen de leverancier, zijn ondergeschikten en de onder zijn verantwoordelijkheid werkende derden de instructies van het waterschap en de ter zake bij het waterschap geldende voorschriften in acht te nemen alsmede de werkzaamheden tijdens de door het waterschap opgegeven tijden uit te voeren.
De leverancier is slechts bevoegd om de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk aan derden uit te besteden na voorafgaande schriftelijke toestemming van het waterschap, welke toestemming het waterschap niet op onredelijke gronden zal onthouden en waaraan het waterschap nadere voorwaarden kan verbinden.
De leverancier is verplicht het waterschap vooraf schriftelijk te informeren over elke wijziging in de omvang en/of hoedanigheid van de te verrichten leveringen of diensten ten opzichte van hetgeen overeen is gekomen in de overeenkomst. Indien de leverancier zijn bovenvermelde informatieplicht niet nakomt of de genoemde wijziging niet acceptabel is voor het waterschap, is er sprake van een toerekenbare tekortkoming van de leverancier en is artikel 18 van toepassing.
Het waterschap is te allen tijde bevoegd om, in overleg met de leverancier, de omvang en/of hoedanigheid van de te verrichten leveringen of diensten te wijzigen, ook indien dit meer- of minderwerk oplevert. Indien de leverancier meent dat de wijziging gevolgen heeft voor de overeengekomen prijs of levertijd, zal hij het waterschap onverwijld hiervan schriftelijk op de hoogte stellen en bij meerwerk een schriftelijke aanbieding uitbrengen met betrekking tot de prijs en termijn die hieraan verbonden zijn. Tot meerwerk worden niet gerekend aanvullende werkzaamheden en/of gewijzigde inzichten die de leverancier bij het sluiten van de overeenkomst had behoren te voorzien.
Artikel 8 Hoedanigheid en nakoming
De leverancier garandeert dat de geleverde zaken aan alle in de overeenkomst vermelde eisen voldoen. Voor zover geen nadere omschrijving van de aan de zaken te stellen eisen is gegeven, dienen zij in ieder geval van goede kwaliteit te zijn en tenminste aan de gebruikelijke eisen van deugdelijkheid, doelmatigheid en afwerking te voldoen.
Indien de leverancier niet, nadat hij daartoe door het waterschap schriftelijk is aangemaand, binnen een in de aanmaning te stellen redelijke termijn voldoet aan een eis als bedoeld in lid 2, kan het waterschap zonder rechterlijke machtiging de aflevering, het herstel of de vervanging door een derde doen plaatsvinden en de kosten daarvan op de leverancier verhalen.
Indien het waterschap de zaken na levering afkeurt of bij controle niet akkoord bevindt, zal de leverancier vorenbedoelde zaken binnen twee weken nadat het waterschap hem dit schriftelijk heeft medegedeeld op eigen kosten bij het waterschap afhalen. Indien de leverancier in de nakoming van deze verplichting tekortschiet, mag het waterschap, onverminderd alle andere rechten of vorderingen, de zaken voor rekening van de leverancier bij hem doen afleveren. Een en ander laat het recht van het waterschap op schadevergoeding onverlet.
De door de leverancier te verlenen garantie heeft een duur van ten minste één jaar, tenzij uitdrukkelijk anders schriftelijk is overeengekomen. In geval zich een gebrek of tekortkoming voordoet binnen twaalf maanden na acceptatie door het waterschap, is de leverancier verplicht om, ongeacht de oorzaak van het gebrek of de tekortkoming, de zaken uiterlijk binnen vijf werkdagen na schriftelijke mededeling daarvan te hebben vervangen of gerepareerd.
Artikel 12 Overdracht verplichting/rechtsverhouding leverancier
De leverancier kan een verplichting uit hoofde van de overeenkomst of zijn rechtsverhouding tot het waterschap alleen met voorafgaande schriftelijke toestemming aan derden overdragen. Aan de toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
Artikel 13 Personeel en derden
Indien de verrichte werkzaamheden, het gedrag of de kwaliteit van personen belast met de uitvoering van diensten naar het gemotiveerde oordeel van het waterschap niet voldoen, zal de leverancier op eerste verzoek van het waterschap zorg dragen voor een zorgvuldige vervanging van deze werknemer of derde.
Bij een vervanging van personen die belast zijn met de uitvoering van de overeenkomst, dient de leverancier tegen het oorspronkelijk overeengekomen tarief personen beschikbaar te stellen die qua deskundigheid, opleiding en ervaring ten minste gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijk genoemde personen.
Tenzij anders is overeengekomen, zal betaling plaatsvinden binnen dertig dagen na ontvangst van de factuur en goedkeuring van de geleverde zaken. Het waterschap behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om verschuldigde betalingen te verrekenen met alle vorderingen op de leverancier uit welke hoofde dan ook. Het waterschap is gerechtigd de betaling op te schorten indien de leverancier tekortkomt in de nakoming van zijn verplichtingen. Betaling door het waterschap houdt op geen enkele wijze afstand van rechten in.
Artikel 16 Industrieel en intellectueel eigendomsrecht
Alle intellectuele eigendomsrechten die ontstaan als gevolg van de uitvoering van de overeenkomst door de leverancier, zijn personeel of derden die de leverancier bij de uitvoering van de overeenkomst heeft betrokken, komen bij het waterschap te rusten. Op eerste vordering van het waterschap is de leverancier verplicht alles te verrichten wat nodig is voor het verwerven en zeker stellen van deze rechten.
De leverancier garandeert dat de geleverde zaken en toebehoren vrij zijn van bijzondere lasten en beperkingen, zoals octrooirecht, merkenrechten, auteursrechten, of andere rechten van derden. De leverancier vrijwaart het waterschap voor vorderingen van derden wegens (vermeende) inbreuken ter zake en zal het waterschap alle als gevolg daarvan geleden schade vergoeden.
De leverancier is aansprakelijk voor alle schade die het waterschap lijdt door een gebrek of tekortkoming in de geleverde zaken, een gebrek in het bij de uitvoering van de overeenkomst gebruikte gereedschap of materiaal of door een handelen of nalaten van de leverancier in verband met de geleverde zaken.
Onverminderd alle andere rechten of vorderingen is het waterschap bevoegd de overeenkomst door een schriftelijke verklaring zonder nadere ingebrekestelling geheel of gedeeltelijk zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden en/of betalingsverplichtingen op te schorten zonder dat het waterschap tot enige schadevergoeding is gehouden:
Indien de overeenkomst op grond van het in lid 1 bepaalde is ontbonden, zal de leverancier de reeds aan hem verrichte betalingen aan het waterschap terugbetalen, vermeerderd met de wettelijke rente over het betaalde bedrag vanaf de dag van betaling. De zaken staan dan ter beschikking van de leverancier en dienen door hem te worden afgehaald.
Het waterschap mag ook buiten de in de wet of lid 1 geregelde gevallen de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbinden. Het waterschap heeft in dat geval geen andere verplichting dan de door de leverancier gemaakte kosten ter uitvoering van de overeenkomst te vergoeden. Indien het waterschap en de leverancier niet tot overeenstemming komen over de vergoeding, zal een onafhankelijke deskundige de vergoeding vaststellen.
Geen van partijen is gehouden tot het nakomen van een verplichting op grond van de overeenkomst, indien zij daartoe verhinderd is door een omstandigheid, die niet is te wijten aan haar schuld, noch op grond van wet, rechtshandeling of de in het maatschappelijk verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt.
De leverancier is verplicht tot geheimhouding van alle informatie en gegevens van het waterschap die de leverancier verneemt of ontvangt zoals bijvoorbeeld tekeningen, specificaties en modellen. Alle informatie blijft eigendom van het waterschap en zal op eerste verzoek aan het waterschap geretourneerd worden.
Bijlage III Toepassing gewijzigd DNR 2005
Waterschap Zuiderzeeland verklaart de DNR 2005 van toepassing met uitzondering van de hieronder genoemde artikelen dan wel met toepassing van de hieronder geformuleerde afwijkingen.
Artikel 5 Werkzaamheden door anderen
Dit artikel wordt geheel gewijzigd en komt te luiden als volgt:
De adviseur is bevoegd na verkregen uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever werkzaamheden onder zijn leiding door anderen te doen uitvoeren, ten aanzien van onderdelen ook de leiding aan anderen over te laten, zulks onverminderd zijn verantwoordelijkheid voor de deugdelijke nakoming van de opdracht.
Artikel 9 Aanpassingen van de opdracht
Artikel 11 Algemene verplichtingen van de adviseur
De opdracht wordt vervuld conform het overeengekomen tijdschema. De adviseur is verplicht om, indien is te voorzien dat een project niet overeenkomstig het tijdschema gereed zal zijn, de opdrachtgever hierover tijdig schriftelijk te informeren en op eigen initiatief dan wel op aanzegging van de opdrachtgever, meer en/of ander personeel in te schakelen dan wel andere werkmethoden toe te passen om het project alsnog tijdig gereed te hebben.
In geval van reeds opgelopen vertraging rusten op de adviseur gelijke verplichtingen om deze achterstand zoveel mogelijk goed te maken.
Indien, na overleg met de adviseur, redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de adviseur de hiervoor genoemde verplichtingen niet zal of kan nakomen is opdrachtgever bevoegd om derden in te schakelen om stagnatie te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken. Indien de opdrachtgever van deze bevoegdheid gebruikmaakt zal zij de adviseur hiervan in kennis stellen. Indien de vertraging het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van de adviseur, is de adviseur aansprakelijk voor de kosten die hiermee zijn gemoeid (onverminderd overige rechten van de opdrachtgever, zoals het recht op schadevergoeding).
De adviseur vangt eerst aan met de volgende fase nadat de opdrachtgever daartoe schriftelijk opdracht heeft gegeven en nadat de voorafgaande fase door de opdrachtgever schriftelijk is goedgekeurd. Alleen goedkeuring van de voorgaande fase is geen opdracht voor de volgende fase, tenzij dit schriftelijk door de opdrachtgever wordt vermeld.
Artikel 20 Gevolgen van vertraging of onderbreking van de opdracht
Artikel 20 wordt geheel gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Wordt de vervulling van de opdracht vertraagd of onderbroken en is dit de adviseur niet toe te rekenen, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur aan deze te vergoeden, berekend naar de stand van de werkzaamheden (voor zover van toepassing):
alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten voortvloeiend uit verplichtingen die de adviseur reeds is aangegaan met het oog op verdere vervulling van de opdracht, berekend vanaf het moment van het intreden van de vertraging of onderbreking. De adviseur dient zich in te spannen om de te maken kosten zoveel mogelijk te beperken. De adviseur heeft slechts dan recht op vergoeding, indien deze kosten naar het oordeel van de opdrachtgever voldoende schriftelijk worden onderbouwd.
Dit artikel wordt geheel gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Tot overmacht (niet-toerekenbare tekortkoming) in de zin van artikel 75, Boek 6, Burgerlijk Wetboek wordt in elk geval niet gerekend het niet of niet tijdig nakomen door een derde van de verplichtingen jegens een der partijen, tenzij de betreffende partij aantoont dat de tekortkoming in de nakoming hem niet kan worden toegerekend (overmacht).
Artikel 29 Onvermogen van een der partijen
In geval van faillissement, surseance van betaling en van stillegging, liquidatie of overname van de onderneming van de adviseur, wordt de adviseur geacht van rechtswege in verzuim te zijn en heeft de opdrachtgever het recht de overeenkomst zonder nadere ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst eenzijdig geheel of gedeeltelijk te beëindigen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de adviseur. De opdrachtgever is in dat geval aan de adviseur geen schadevergoeding verschuldigd. Vorenstaande laat overige rechten van de opdrachtgever onverlet.
Artikel 33 Betalingsverplichting na opzegging zonder grond door de opdrachtgever
Artikel 33 lid 1 wordt geheel gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Heeft de opdrachtgever de overeenkomst zonder grond opgezegd, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur naar de stand van de werkzaamheden te betalen:
alle redelijkerwijs gemaakte en nog te maken kosten voortvloeiend uit verplichtingen die de adviseur reeds is aangegaan met het oog op verdere vervulling van de opdracht, berekend vanaf het moment van het intreden van de vertraging of onderbreking. De adviseur dient zich in te spannen om de te maken kosten zoveel mogelijk te beperken.
De adviseur heeft slechts dan recht op vergoeding, indien deze kosten naar het oordeel van de opdrachtgever voldoende schriftelijk worden onderbouwd.
Artikel 35 Betalingsverplichting na opzegging zonder grond door de adviseur
Artikel 35 lid 1 wordt geheel gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Heeft de adviseur de overeenkomst zonder grond opgezegd, dan is de opdrachtgever verplicht op declaratie van de adviseur naar de stand van de werkzaamheden te betalen:
De adviseur heeft slechts dan recht op vergoeding, indien deze kosten naar het oordeel van de opdrachtgever voldoende schriftelijk worden onderbouwd.
Artikel 46 Auteursrecht van de adviseur
In afwijking van artikel 46 lid 1 verleent de adviseur, met het aanvaarden van de opdracht, aan de opdrachtgever licentie en alle overige medewerking tot alle openbaarmakings- en verveelvoudigingshandelingen in de meest ruime zin van alle tekeningen, schetsen, foto's en alle andere afbeeldingen van het bouwproject. De vergoeding voor deze licentie is begrepen in het honorarium.
Artikel 55 Advieskosten in geval van aanpassingen en wijzigingen
De afzonderlijke advieskosten als bedoeld in het vorige lid, worden slechts verschuldigd indien de opdrachtgever schriftelijk opdracht heeft gegeven tot uitvoering van de betreffende werkzaamheden (behoudens spoedeisende gevallen) en voor zover aanpassing van de opdracht niet het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van de adviseur.