Organisatie | Waterschap Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Legesverordening Waterschap Rivierenland 2008 |
Citeertitel | Legesverordening Waterschap Rivierenland 2008 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Externe bijlage | exb-2016-4171 |
1) Advertentie in diverse huis-aan-huis-bladen in het hele gebied van het waterschap in week 17, 2008, oa. in Kontakt Alblasserwaard, 24-04-2008 (een kopie van de advertentie is bijgevoegd, zie onder "bijlagen").
2) Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 11-4-2008
3) Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Kontakt Alblasserwaard, 24-04-2008
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2008 | 01-03-2010 | nieuwe regeling | 11-04-2008 Kontakt Alblasserwaard, 24-04-2008 | 200724812 |
Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;
gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 28 februari 2008;
gelet op de artikelen 110, 113 en 115 van de Waterschapswet;
vast te stellen de Legesverordening ten behoeve van diensten door of namens Waterschap Rivierenland verleend.
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het door het waterschap verlenen van de diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende tabel.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder:
Op grond van artikel 134 van de Waterschapswet wordt een deel van de leges ter zake van een dienst, genoemd in hoofdstuk V van de tabel, niet in rekening gebracht, en wel een deel ter grootte van:
Indien de aanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard of buiten behandeling wordt gesteld, worden geen leges in rekening gebracht.
Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.
Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, vervalt:
- de legesverordening voor Waterschap Rivierenland, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland bij besluit van 3 januari 2005,
met dien verstande dat deze verordening van kracht blijft voor de heffing en invordering van leges ten aanzien van belastbare feiten die zich vóór de in lid 1 bedoelde datum hebben voorgedaan.
Dit artikel bevat de aanduiding van het belastbare feit: 'het verlenen van diensten'. De concretisering vindt plaats in de bij de verordening behorende tabel. In het kader van de ontheffing- en vergunning-verlening is in deze tabel gekozen voor de verschuldigdheid van de leges bij het in behandeling nemen van de aanvraag en niet voor de verschuldigdheid in het kader van de afgifte van de ontheffing of vergunning.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het noodzakelijk om deze ambtenaar expliciet te noemen omdat de Waterschapswet nu bepaalt, dat een aantal bevoegdheden op grond van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, rechtstreeks aan deze ambtenaar worden toegekend (attributie).
Deze bepaling bevat de aanwijzing van de belastingplichtige. De aanvrager van de dienst en degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde leges.
De formulering van het eerste lid van deze bepaling verwoordt de keuze voor 'heffing op andere wijze'. Op basis van artikel 125 van de Waterschapswet worden de op andere wijze geheven belastingen voor de toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen.
De dagtekening van de kennisgeving is onder meer van belang voor de termijn van zes weken (art. 6:7ev Awb en 22j Awr), waarbinnen bezwaar kan worden gemaakt tegen de verschuldigdheid van de leges. In het tweede lid van dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om ter zake van de legesheffing met voorlopig gevorderde bedragen te werken.
Uitgangspunt is dat de leges moeten worden betaald op het tijdstip, waarop de - schriftelijke of mondelinge - kennisgeving wordt gedaan. In de gevallen waarin een kennisgeving wordt toegezonden, is dit niet mogelijk. De betaling van de leges moet dan plaatsvinden binnen een bepaalde, in het tweede lid van artikel 7 te noemen termijn.
Omdat de belastingplicht ontstaat op het moment dat de aanvrager een dienst aanvraagt, is ook leges verschuldigd indien een aanvraag tot ontheffing wordt geweigerd of de aanvraag wordt ingetrokken. In het totaalbedrag per ontheffing zijn kosten opgenomen voor werkzaamheden als de opleverings-controle, welke bij een weigering niet worden verricht. Het is dan redelijk dat niet het gehele legesbedrag in rekening wordt gebracht. Omdat een weigering van een ontheffing meer werk met zich meebrengt dan een intrekking (bij een weigering vindt een inhoudelijke beoordeling plaats en het besluit dient gemotiveerd te worden) wordt voor een intrekking minder leges in rekening gebracht, dan voor een weigering.