Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Strategienota 2006-2009 'Water op orde'

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingStrategienota 2006-2009 'Water op orde'
CiteertitelStrategienota 2006-2009 'Water op orde'
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1) De Strategienota 2006-2009 'Water op orde' is begin mei 2006 toegezonden aan diverse instanties (waaronder de provincies Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant).

2) Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 17-2-2006

3) Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de waterhuishouding, art. 9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-01-200621-12-2009nieuwe regeling

17-02-2006

-

2005-27657

Tekst van de regeling

Intitulé

Strategienota 2006-2009 'Water op orde'

Voorstel

Doel Strategienota

De Strategienota is bepalend voor het beleid met betrekking tot watersystemen van het Waterschap Rivierenland van 2006 tot en met 2009. Bovendien geeft de Strategienota een doorkijk tot 2015.

De provincie Gelderland heeft als eis gesteld dat het nieuwe beleid van het provinciale Waterhuishoudingsplan 3 wordt doorvertaald naar waterschapsbeleid. Afgesproken is dit te doen door het opstellen van gebiedgerichte uitvoeringsplannen die de status van partiële herziening van het waterbeheersplan (IWGR2) krijgen. Het belangrijkste doel van de Strategienota is dat richting wordt gegeven aan de op te stellen gebiedgerichte uitvoeringsplannen c.q. partiële herzieningen.

Overigens vindt de provincie Noord-Brabant  het voldoende als wij alleen een Strategienota opstellen, waarin het nieuwe beleid uit de partiële herziening van hun Waterhuishoudingsplan is verwerkt. De voorliggende Strategienota voldoet hieraan.

In de Strategienota zijn een viertal sporen te onderscheiden, te weten:

1.       (Nieuw) Europees en landelijk (water)beleid wordt geïntegreerd in het waterschapsbeleid en wordt tot uitvoering gebracht.

2.       Provinciaal waterbeleid wordt vertaald naar waterschapsbeleid en wordt tot uitvoering gebracht.

3.       Het waterschapsbeleid van de integratiepartners wordt geharmoniseerd.

4.       Bestaand waterschapsbeleid en werkwijzen worden verbeterd.

Omdat de thema’s en onderwerpen die voortkomen uit deze vier sporen in vrijwel alle gevallen reeds eerder in beleidsstukken zijn opgenomen en door het bestuur zijn onderschreven, bevat de Strategienota weinig echt nieuw beleid. Zo is bij de opstelling van de Strategienota aangesloten bij de uitvoeringsagenda van de provincie Gelderland (10 punten), welke punten reeds zijn opgenomen in de begroting en waarover via de voorjaarsnota wordt gerapporteerd.

In de Strategienota wordt met betrekking tot de verschillende thema’s aangegeven of, en in welke mate, de plannen reeds zijn opgenomen in de meerjarenbegroting Daar waar dit niet (geheel) het geval is, wordt aangegeven op welke wijze besluitvorming over de financiële gevolgen later zal plaats vinden.

Achtergrond

Op grond van de Wet op de waterhuishouding zijn waterschappen verplicht iedere vier jaar een beheersplan op te stellen. Het Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied (IWGR2) van het ‘oud’ waterschap Rivierenland loopt tot 1 januari 2006. Het beheersplan van Alm en Biesbosch is reeds verlengd tot uiterlijk 1 januari 2007. De ‘Partiële herziening van het Integraal Waterbeheerplan Zuid-Holland Zuid 2’ (het beheersplan dat onder andere de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden omvat) is geldig tot 18 mei 2007. In 2005 zijn de voorbereidingen gestart om te komen tot één waterbeheerplan voor het gehele beheersgebied van Waterschap Rivierenland (IWBR).

Na de start van deze voorbereidingen is een discussie op gang gekomen of het zinvol is om nu nog een IWBR op te stellen. Reden hiervoor is dat landelijk is afgesproken dat de waterschappen in 2008/ 2009 nieuwe waterbeheerplannen moeten vaststellen om de doelen, ambities en maatregelen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water en het Nationaal Bestuursakkoord Water binnen een beheergebied goed af te stemmen. Daarom is uiteindelijk besloten om de vigerende waterbeheerplannen te verlengen tot  december 2009 en voor de periode 2006-2009 deze plannen aan te vullen met een Strategienota 2006-2009 en met 7 gebiedgerichte uitvoeringsplannen. Deze gebiedgerichte uitvoeringsplannen doorlopen,  voor die onderdelen die afwijken van het IWGR2, de overleg- en inspraakprocedure en krijgen de status van partiële herziening van het IWGR2.

Op 28 april 2005 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met het plan van aanpak om te komen tot een  Strategienota 2006-2009 en 7 gebiedsgerichte uitvoeringsplannen. In een later stadium zal een waterbeheerplan worden opgesteld met een looptijd van 2009 t/m 2014.

Proces

Het proces om  te komen tot een Strategienota (en vervolgens 7 uitvoeringsprogramma’s) zag er als volgt uit:

Stap1

Als eerste stap in dit proces is een Beslispuntennota opgesteld. Doel daarvan was om, vooruitlopend op het opstellen van de Strategienota, de beleidsvoornemens te inventariseren en duidelijk te krijgen in hoeverre hiervoor bestuurlijk dekking bestaat. De Beslispuntennota was bedoeld als een intern richtinggevend document. Door vooraf over de beslispunten te discussiëren werd het gemakkelijker daarna de Strategienota op te stellen. De Beslispuntennota is geen onderdeel van de wettelijke planstructuur. Overleg en inspraakprocedures waren dan ook niet aan de orde. De Beslispuntennota is 11 augustus 2005 in het CDH vastgesteld.

Stap 2

Als tweede stap in dit proces is de Strategienota opgesteld. De concept-teksten zijn beoordeeld door een schrijversgroep bestaande uit medewerkers uit alle afdelingen van de directie Watersysteem. Vervolgens is in een viertal themagroepen gediscussieerd over een aantal onderwerpen die nog de nodige verdieping en verduidelijking vroegen.

De voorliggende Strategienota presenteert het waterbeleid in het Rivierengebied voor de periode 2006-2009. De Strategienota vormt geen wettelijk plankader, zoals de te verlengen waterbeheer-plannen, maar moet worden gezien als aanvulling op deze plannen tot 2009. Overleg en inspraakprocedures zijn dan ook niet aan de orde.

Stap 3

Het opstellen van 7 uitvoeringsplannen. Deze stap wordt per januari 2006 opgestart. De eerste 4 Gelderse uitvoeringsplannen zijn conform de planning eind juli 2006 als ontwerp gereed. Vervolgens zullen deze uitvoeringsplannen de inspraakprocedure doorlopen, omdat ze -voor die onderdelen die afwijken van het IWGR2-  de status van partiële herziening van het IWGR2 krijgen.

Inhoud op hoofdlijnen

In de Strategienota zijn een viertal sporen te onderscheiden, te weten:

1.       (Nieuw) Europees en landelijk (water)beleid wordt geïntegreerd in het waterschapsbeleid en wordt tot uitvoering gebracht.

2.       Provinciaal waterbeleid wordt vertaald naar waterschapsbeleid en wordt tot uitvoering gebracht.

3.       Het waterschapsbeleid van de integratiepartners wordt geharmoniseerd.

4.       Bestaand waterschapsbeleid en werkwijzen worden verbeterd.

 

(Nieuw) Europees en landelijk (water)beleid wordt geïntegreerd in het waterschapsbeleid en wordt tot uitvoering gebracht.

Voor wat betreft (nieuw) Europees beleid is met name te denken aan de Kaderrichtlijn Water (KRW), de EU-zwemwaterrichtlijn de Vogel- en habitatrichtlijn (VHR) en de Flora en faunawet (F&f-wet). De KRW en de EU-zwemwaterrichtlijn, die aan elkaar gekoppeld zijn, zijn geheel gericht op het water. Beide richtlijnen hebben als kenmerk dat ze kwaliteitseisen kennen en dat na te streven doelen ook daadwerkelijk gehaald dienen te worden (resultaatsverplichting). De VHR en de F&f-wet zijn gericht op natuurbehoud. De VHR en de F&f-wet hebben vooral hun doorwerking in de inrichting van gebieden (dus ook van watersystemen) en het onderhouden van die watersystemen.

De doelen (en maatregelen) van de KRW worden conform de planning in 2009 vastgesteld. De Strategienota bevat dan ook nog geen compleet uitgewerkte maatregelen, die er toe moeten leiden dat in 2015 wordt voldaan aan de KRW-doelen. Wel zijn er zogenaamde ‘geen-spijt-maatregelen’ genoemd. De voornaamste daarvan is wel dat nieuwe watergangen die worden aangelegd (bijvoorbeeld in het kader van de realisatie van de wateropgave) in principe niet doodlopend zijn, tenminste een waterdiepte hebben van 1,00 meter en  tenminste voor 50% worden voorzien van natuurvriendelijke oevers. In de Strategienota is ook opgenomen dat in de planperiode zal worden vastgesteld of -en zo ja- welke maatregelen er nodig zijn om de kwaliteit van het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi) die lozen op binnenwater te verbeteren. Om te komen tot een keuze van de noodzakelijke maatregelen op rwzi’s, die passen binnen de doelstellingen van de KRW, is een gedegen afwegingsproces, onder andere gebaseerd op kosteneffectiviteit, vereist. De KRW-plancyclus voorziet hierin.

Bij (nieuw) nationaal beleid neemt het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) de belangrijkste plaats in. Het NBW gaat er vanuit dat watersystemen in 2015 ‘op orde’ moet zijn. ‘Op orde’ houdt in dat het watersysteem zodanig gedimensioneerd is dat het de (toekomstige) klimaatverandering kan opvangen. Het gaat daarbij zowel om wateroverlast, door de toename van hevige regenval, als watertekort door langdurige periode van droogte. Om de doelstelling ‘watersysteem op orde in 2015’ concreet te maken zijn in het NBW de werknormen voor regionale wateroverlast geïntroduceerd. Deze werknormen zijn uitgedrukt in maximaal toegestane inundatiefrequentie en zijn gebaseerd op schade. Hierdoor gelden voor de verschillende grondgebruiken verschillende normen.Voor de toetsing van ons regionaal systeem worden de landelijk werknormen aangehouden.

Begin 2006 zijn de normenstudies van het waterschap afgerond en zijn de maatregelen bekend die er voor moeten zorgen dat het watersysteem ‘op orde is’.  In de Strategienota zijn daarom nu nog vooral de ‘geen-spijt-maatregelen’ benoemd. Er wordt echter al een doorkijk gegeven welke maatregelen in de uitvoeringsplannen (per deelgebied) vooral zullen worden gekozen. Bijvoorbeeld: dat de wateropgave in de eerste plaats wordt  gerealiseerd in open water van het eigen watersysteem. Ook zijn al een aantal instrumenten uitgewerkt zoals, de aankoop van gronden, de ‘Stimulerings-regeling voor waterbergingsoevers’, de bescherming van waterberging via de Keur en/ of beleidsregels en het gebruik van de ‘Nadeelcompensatieregeling’.

In het stedelijk gebied geldt evenzeer dat het watersysteem op orde dient te zijn en -als het zover is- op orde blijft. De watertoets op ruimtelijke plannen is daarbij een zeer belangrijk instrument. In de Strategienota is opgenomen dat aan het eind van de planperiode voor alle gemeenten een waterplan is opgesteld. Deze waterplannen zijn integraal van karakter. Voor het waterschap betekent dit vooral dat er zowel aandacht is voor kwantitatieve als kwalititatieve verbeteringen. Voor gemeenten geldt daarnaast dat water in de stad ook leuk kan zijn en dat het de ruimtelijke kwaliteit van een stad of dorp kan versterken. Door deze integrale insteek van de stedelijke waterplannen dragen deze zowel bij aan het realiseren van de NBW- , als de KRW-doelen.

In de Strategienota wordt ook op een aantal plaatsen vooruitgelopen op de komst van de nieuwe Waterwet per medio 2006. Hierbij is onder andere te denken aan de overdracht van het passieve grondwaterbeheer.

Provinciaal waterbeleid wordt vertaald naar waterschapsbeleid en wordt tot uitvoering gebracht.

Uiteraard besteden ook de provinciale waterhuishoudingsplannen zeer veel aandacht aan NBW en KRW. Daarnaast gaat het in de provinciale waterhuishoudingsplannen vaak over de ruimtelijke maar ook fysieke bescherming van waardevolle gebieden. In de Strategienota is vastgelegd hoe het waterschap aan het werk gaat met natte natuur (HEN-/ SED-wateren, waterparels, waternatuur) en hoe de aangegane verplichtingen met betrekking tot de ecologische verbindingszones worden gerealiseerd. Andere belangrijke thema’s in de waterhuishoudingsplannen zijn stedelijk water, rioleringsbeleid, waterbodem en de toepassing van GGOR-proces (Gewenst Grond- en Opper-vlaktewaterregime). Ook met betrekking tot deze thema’s wordt in de Strategienota aangegeven wat het waterschap in de planperiode gaat doen.

Het waterschapsbeleid van de integratiepartners wordt geharmoniseerd.

De integratie van het waterschap Rivierenland (oud), het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en het  zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden (deels) was per 1 januari 2005 een feit. Voorafgaand daaraan, maar ook gedurende het afgelopen jaar is het (diverse) beleid op vele terreinen al geharmoniseerd. Voorbeelden hiervan zijn onder andere het rioleringsbeleid en het baggerbeleid. Met betrekking tot andere onderwerpen is dit proces al wel in gang gezet, maar nog niet geheel afgerond. Zo wordt in de planperiode beleid ontwikkeld met betrekking tot vaarwegbeheer en cultuurhistorie. Overigens is harmonisatie van beleid geen doel op zich. De deelgebieden van het waterschap hebben uiteenlopende gebiedskenmerken, die soms om een oplossing op maat vragen. Daarom zal niet zozeer harmonisatie van beleid uitgangspunt moeten zijn, maar harmonisatie van effecten van beleid.

Bestaand waterschapsbeleid en werkwijzen worden verbeterd.

Het kan altijd beter. Nieuwe inzichten en voortschrijdende kennis maken het gewenst dat bestaand beleid wordt aangepast en werkwijzen veranderen. In de Strategienota wordt onder andere aangegeven dat de baggerfrequentie in delen van het gebied wordt verhoogd (meerjaren-baggerprogramma) en dat het onderhoud van watersystemen meer planmatig gaat plaatsvinden. Daarbij wordt dit onderhoud zodanig georganiseerd, dat de regels van onder andere de Flora en faunawet nageleefd kunnen worden. Het waterschap zal zelf geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken. Alleen voor de bestrijding van onkruiden die giftig zijn voor grazende dieren op bijvoorbeeld dijken wordt een uitzondering gemaakt. In de planperiode zal onderzoek gedaan worden naar flexibel peilbeheer, beleid ontwikkeld met betrekking tot onderbemalingen en zal het monitoringsprogramma worden uitgebreid. Om de kwaliteit van de Stedelijke waterplannen te verbeteren zal in de planperiode een Handreiking Watertoets worden opgesteld. Tenslotte is in de Strategienota opgenomen dat in het kader van de actualisatie van de Legger ook de derde dimensie (de profielmaten) zo snel mogelijk in Legger moeten worden opgenomen.

Financiële consequenties

In de Strategienota wordt inzichtelijk gemaakt wat de financiële gevolgen zijn van de voorstellen die daarin worden gedaan. Met betrekking tot de verschillende thema’s wordt aangegeven of, en in welke mate, de plannen reeds zijn opgenomen in de meerjarenbegroting. Daar waar dit niet (geheel) het geval is, wordt aangegeven op welke wijze besluitvorming over de financiële gevolgen later zal plaats vinden. Dat een aantal onderwerpen nog niet volledig zijn opgenomen in de meerjaren-begroting komt in vrijwel alle gevallen voort uit nog ontbrekende (detail) kennis. Dit heeft vooral te maken met de nog lopende NBW- en KRW-processen.

Advies van Ondernemingsraad/GO

Niet van toepassing

Wijze van communiceren

De Strategienota wordt ter kennisname gestuurd naar de provincies

Advies van bestuurlijke commissie(s) en eventuele reactie

Advies/voorstel om te besluiten

Voorgesteld wordt om de Strategienota 2006-2009 vast te stellen.  

het college van dijkgraaf en heemraden,

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans.  

de dijkgraaf, ir. G.N. Kok.

Besluit

zie bijlage