Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Peilbesluit Land van Maas en Waal Oost

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Rivierenland
Officiële naam regelingPeilbesluit Land van Maas en Waal Oost
CiteertitelPeilbesluit Land van Maas en Waal Oost (Bloemers)
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Goedkeuring :  Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben dit besluit (peilbesluit Land van Maas en Waal Oost, vastgesteld door het gecombineerd college op 11 december 1995) goedgekeurd bij besluit van 6 mei 1996, met kenmerk MW 95.70003-6082008.

Het besluit tot goedkeuring is gepubliceerd in een advertentie in een aantal huis-aan-huisbladen op 19 juni 1996.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 11-12-1995

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: (* Zie opmerking)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de waterhuishouding, art. 16

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-199601-01-2003nieuwe regeling

11-12-1995

(* Zie opmerking)

onbekend

Tekst van de regeling

Aanhef

PEILBESLUIT LAND VAN MAAS EN WAAL OOST

HET GECOMBINEERD COLLEGE VAN HET POLDERDISTRICT GROOT MAAS EN WAAL;

overwegende, dat een uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden naar de gewenste drooglegging en ontwateringsdiepte, rekening houdend met de in het gebied aanwezige belangen;

overwegende, dat de aanpassingen van de peilen ten aanzien van het gedurende de laatste jaren gevoerde beheer beperkt zijn en daarmee ook de gevolgen daarvan voor landbouw, natuur en voor bebouwing acceptabel zijn

overwegende, dat de reacties tijdens de inspraakavond en de later schriftelijk ingezon­den bedenkingen gemotiveerd worden beantwoord en geen aanleiding hebben gegeven tot een aanpassing van de peilen;

overwegende, dat binnen het landinrichtingsproject land van Maas en Waal nader onderzoek plaatsvindt naar de gesignaleerde knelpunten;

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 111 AFDELING II paragraaf 1 van de Verordening Waterhuishouding Gelderland;

BES L U I T:

vast te stellen het navolgende peil besluit voor het land van Maas en Waal Oost, gelegen in een gedeelte van de gemeente West Maas en Waal en de gemeenten Druten, Beuningen, Nijmegen, Wijchen en Heumen zoals dit is aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart.

Besluit

Artikel 1

Voor toepassing van dit besluit geldt het Normaal Amsterdam Peil (N.A.P.), hetgeen op de peilschalen is aangegeven.

Artikel 2

De in het gebied of in de afzonderlijke peilvakken na te streven waterstanden zijn:

De in het gebied of in de afzonderlijke peilvakken na te streven waterstanden
1 + 27.307.20
36.906.75
4a7.007.00
4b6.506.50
55.955.75
66.606.30
7a5.805.45
7b5.655.55
7c5.455.45
85.405.40
95.205.10
10 + 125.755.45
115.505.30
11a5.004.85
135.355.10
145.755.60
14a5.455.35
156.156.00
166.656.30
177.256.75
18 + 215.004.70
234.854.40
245.004.60
255.204.75
De in het gebied of in de afzonderlijke peilvakken na te streven waterstanden
 265.605.25
 275.254.80
 284.854.35
 294.654.55
 305.104.70
 314.854.60
 897.357.35
 89a6.956.60
 89b6.606.30
 89c6.306.00

Genoemde peilvakken zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart.

Artikel 3

De aanpassingen van de vastgestelde zomer- en winterpeilen zullen direct worden ingesteld.

Artikel 4

Bij afwijking van de in artikel 2 genoemde peilen van minder dan 0.10 m mag en bij afwijking van 0,10 m of meer moet bemaling, lozing of inlaat geschieden tot op het moment dat - na bijzakking - de na te streven peilen weer zijn bereikt.

Artikel 5

De bemalingsperioden zullen zoveel mogelijk in de weekeinden en in de nachturen vallen echter onder voorbehoud dat er daarbij naar wordt gestreefd geen langere afwijkingen van de gewenste waterstand te laten voorkomen dan gedurende maximaal 24 uren.

Artikel 6

Als regel zal de overgang van zomerpeil naar winterpeil geleidelijk plaatshebben in de loop van de maand september en de overgang van winterpeil naar zomerpeil in de loop van de maand april waarbij de weersgesteldheid en het verloop van de grondwaterstand in het land in aanmerking worden genomen.

Artikel 7

De dijkstoel is bevoegd, indien de weersomstandigheden dit naar haar oordeel noodza­kelijk maken, bovengenoemde peilen tijdelijk:

  • in droge perioden met 0,10 m te verhogen en

  • in natte perioden met 0,10 m te verlagen.

Artikel 8

De dijkstoel is bevoegd ten behoeve van de nachtvorstbestrijding het zomerpeil in de loop van maart in te stellen. Voor een aantal peilvakken kan het zomerpeil tijdelijk met maximaal 0,10 m verhoogd worden ten behoeve van nachtvorstbestrijding.

Artikel 9

Dit besluit kan worden aangehaald als het peilbesluit voor het land van Maas en Waal Oost.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het gecombineerd college van het polderdistrict Groot Maas en Waal d.d. 11 december 1995.

Het gecombineerd college voornoemd,

de secretaris-coördinator, Ing. GH.H. Kok.

de voorzitter, W. de Gaaij