Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling stimuleringsbijdrage riolering 1997 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling stimuleringsbijdrage riolering 1997 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu – water |
Geen
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 16-4-2003
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-04-2003 | 01-01-2008 | wijziging artikelen 4 en 12 | 16-04-2003 - | WBO/02.145 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. een gemengd rioolstelsel met een bergende inhoud van 7 millimeter met daaraan gekoppeld een randvoorziening in de vorm van een bergbezinkbassin van (minimaal) 2 millimeter, of
2. een verbeterd gescheiden rioolstelsel met een bergende inhoud van (ten minste) 4 millimeter, of
3. bij de onderscheiden stelseltypen een voorziening met een gelijkwaardig effect als onder e1 of e2;
- gebieden met hoofd- of nevenfunctie "natuur en landschap", wateren met de oppervlaktewaterfunctie "natte ecologische verbindingszone" en "gebieden met hydrobiologisch waardevolle wateren" aangegeven op de functiekaart behorend bij het Integraal Waterbeheersplan De Stichtse Rijnlanden;
- concentraties van natuurwetenschappelijk c.q. hydrobiologisch waardevolle elementen" en wateren met de oppervlaktewaterfunctie "ecologische verbindingszone" aangegeven op de functiekaart behorend bij het Integraal Waterbeheersplan Groot-Waterschap van Woerden;
- in het kader van de uitvoering van landinrichtingsplannen dan wel door het hoogheemraadschap te maken hoogwatergebieden;
De bijdrage voor aanvullende voorzieningen bedraagt 50% van de investeringskosten van de aanvullende voorzieningen. Voor de berekening van de maximale bijdrage wordt uitgegaan van een noodzakelijk geachte hoeveelheid aanvullende berging in bergbezinkvoorzieningen in 'open' uitvoering met een eenheidsprijs van € 272,27 per kubieke meter (all-in).
Als investeringskosten worden uitsluitend in aanmerking genomen:
de kosten van voorbereiding, ontwerp en toezicht tijdens de uitvoering volgens een vast percentage van 15% van de aanneemsom (ongeacht of een en ander wordt uitbesteed of door het eigen gemeentelijke apparaat worden uitgevoerd). Indien in de aanneemsom voorbereiding- en/of ontwerpkosten zijn begrepen, wordt dit percentage verhoudingsgewijs gereduceerd;
Eventuele bijdragen en/of subsidies van derden worden in mindering gebracht. Indien de gemeente voor hetzelfde project ook een bijdrage/subsidie kan verkrijgen van het hoogheemraadschap in het kader van een andere regeling/verordening (Regiwa e.d.), wordt slechts éénmalig een bijdrage/subsidie verstrekt.
Dijkgraaf en hoogheemraden geven op de aanvraag een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stellen dijkgraaf en hoogheemraden de aanvrager daarvan in kennis en noemen daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen afwijzend beslissen op een aanvraag, indien de aanvrager in het kader van de aanvraag gegevens heeft verstrekt, waarvan hij wist of behoorde te weten dat deze onjuist of onvolledig waren en de verstrekking van deze gegevens tot een afwijzende beschikking zou hebben geleid.
Een beschikking op een aanvraag, inhoudende een toezegging van subsidie, bevat een vermelding van:
In bijzondere gevallen of in gevallen waarin de onderhavige regeling niet voorziet, kunnen dijkgraaf en hoogheemraden afwijkende en/of aanvullende voorwaarden vaststellen of anders beschikken.
Aanleiding tot deze verordening is de delegatie van het waterkwaliteitsbeheer door de Provincie Utrecht naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
De Uitvoeringsregeling stimuleringsbijdrage riolering heeft tot doel om zo spoedig mogelijk de vuilemissie op oppervlaktewater, ten gevolge van niet op de riolering aangesloten gebouwen en lozingen vanuit rioolstelsels, te reduceren tot het in het Integraal Waterbeheersplan De Stichtse Rijnlanden 1996-2000 (IWDSR) en het Integraal Waterbeheersplan Groot-Waterschap van Woerden 1994-1998 (IWGWW) aangegeven niveau.
Randvoorwaarden en uitgangspunten
Bij maatregelen om de vuilemissie van bestaande rioolstelsels te reduceren kan er sprake zijn van aanvullende voorzieningen, d.w.z. dat er meer maatregelen genomen moeten worden voor het bereiken van de gewenste doelstelling dan volgt uit de basisinspanning. Het hoogheemraadschap wil de aanleg van deze aanvullende voorzieningen stimuleren in geval van lozing op of (ontoelaatbare) beïnvloeding van wateren met hogere waterkwaliteitsdoelstellingen.
Voor wat betreft de riolering in het buitengebied worden geen aanvullende maatregelen van de gemeenten verlangd. Hier speelt alleen het zo spoedig mogelijk realiseren van de voorzieningen een rol.
Bezien vanuit de taakstelling heeft het waterschap direct belang bij het opheffen van lozingen die invloed hebben op de waterkwaliteit en die het bereiken van de waterkwaliteitsdoelstellingen verhinderen. In het laatste geval wil het waterschap het opheffen van de lozing stimuleren.
Bijdragen kunnen worden verleend voor de sanering van directe lozingen op wateren in:
Bij lozingen op wateren met de functie "(natte) ecologische verbindingszone" en bij indirecte lozingen of bodemlozingen in de voornoemde gebieden zal per gebied of cluster nader worden bezien of het effect van de lozing de waterkwaliteit zodanig (ontoelaatbaar) beïnvloedt, dat de sanering van de lozing voor een bijdrage in aanmerking komt.
Gekozen is voor het verstrekken van een percentuele bijdrage in de investeringskosten welke liggen boven een bepaalde basisinspanning als omschreven in artikel 1e. Eventuele bezuinigingen komen daarmede ten goede aan zowel subsidiegever en -ontvanger. Door uit te gaan van een zekere basisinspanning wordt benadrukt dat rioleringsmaatregelen een gemeentelijke taak zijn.
Ter wille van een uniforme bijdrage is een maximum ingebouwd in de vorm van een financieel referentieniveau. Dit referentieniveau is gebaseerd op de aanleg van een bergbezinkvoorziening in open uitvoering met een daarbij behorend bezinkingsrendement en een eenheidsbedrag per kubieke meter berging. Onder een bergbezinkvoorziening in "open" uitvoering wordt verstaan een niet-afgedekt, vloeistofdicht bergbezinkbassin dat deel uitmaakt van het rioolstelsel.
Het eenheidsbedrag is all-in en wordt vanwege de korte geldigheidsduur van de uitvoeringsregeling niet geïndexeerd.
Bij de toekenning van een bijdrage voor aanvullende voorzieningen zal, in aansluiting op de gebiedsgerichte uitvoeringsmaatregelen (IWDSR maatregelen 4-4 en 4-5), prioriteit worden gegeven aan de sanering van lozingen in het stroomgebied van de Langbroekerwetering en vervolgens van de Biltse- en Zeister Grift, beginnend met de meest bovenstrooms gelegen lozingen.
Indien om waterkwaliteitsredenen aan scherpe lozingseisen moet worden voldaan, is rioolaansluiting meer noodzakelijk. Daarom wordt in het geval als geen riolering zou worden gelegd voorzieningen vereist zouden zijn die een investering van tenminste € 12.705,85 vergen, zoals IBA's met een hoog rendement, de maximale bijdrage gesteld op € 9.075,60 per afzonderlijke rioolaansluiting. Bij deze bijdrage worden rioolaansluitingen tot een maximum van € 27.226,80 gesubsidieerd. (€ 9.075,60 basisinspanning + € 9.075,60 voor gemeente en € 9.075,60 subsidie).
De onderhavige regeling heeft onder meer tot doel de realisering van de benodigde werken te bespoedigen. Prioriteit wordt daarbij gegeven aan lozingen op wateren met hogere waterkwaliteitsdoelstellingen. In verband hiermede en met het oog op de gestelde eisen in de komende AMvB Huishoudelijk afvalwater wordt een afbouwregeling gehanteerd, die in 2005 afloopt.
[Het algemeen bestuur heeft op 16 april 2003 de geldigheidsduur van de regeling verlengd.]
Op het in art. 2 lid 4 vermelde bijdrage-percentage dient het in dit artikel vermelde kortingspercentage te worden toegepast.
Voor het verstrekken van een bijdrage is het noodzakelijk dat ten aanzien van het bereiken van de doelstelling (reductie van de uit riolering afkomstige vuilemissie) overeenstemming is bereikt tussen het hoogheemraadschap en de gemeente.
De omvang van de maatregelen met bijbehorend tijdschema dienen in het vastgestelde Gemeentelijk Riolerings Plan afdoende te zijn verwoord.
Oplossingen waarvoor in grote mate wordt gekozen, zijn bij verbeterd gemengde stelsels aanvullende berging (7 tot 13 mm) in bergbezinkvoorzieningen in 'open' uitvoering en bij rioolaanleg in het buitengebied mechanische riolering.
Alternatieven zijn mogelijk indien deze tenminste dezelfde reductie van de vuilemissie bewerkstelligen. De in artikel 2, lid 2 genoemde maximumbedragen blijven van kracht.