Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Stimuleringsregeling afkoppelen 2002-2007 |
Citeertitel | Stimuleringsregeling Afkoppelen 2002-2007 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu – water |
Geen.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 12-6-2002
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Wsb 2002/05
Waterschapswet, artikel 78, lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2002 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | 12-06-2002 Wsb 2002/05 | WB/02.052 |
Subsidieaanvraag en -toewijzing
Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag van de vereniging binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag of aanvulling daarop.
In de beschikking staan de verplichtingen vermeld waaraan de subsidieontvanger moet voldoen; hiertoe behoren in ieder geval:
het opstellen van een eindrapportage waarin alle daadwerkelijk verrichte werkzaamheden worden genoemd; deze eindrapportage dient tevens het overzicht van daadwerkelijk gemaakte kosten te bevatten ter verantwoording van de verrichte werkzaamheden en daaraan verbonden inkomsten en uitgaven; eerder verstrekte gegevens kunnen onderdeel uitmaken van deze rapportage.
Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag of aanvulling daarop.
Artikel 12 Intrekking en wijziging
Het dagelijks bestuur kan de subsidietoewijzing intrekken en wijzigen. Hierbij is afdeling 4.2.6. van de Awb van toepassing.
Het dagelijks bestuur rapporteert in het kader van de jaarrekening aan het algemeen bestuur over de verstrekte subsidies.
Artikel 15 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het dagelijks bestuur.
In gevallen waarin blijkt dat vaststelling en uitbetaling van subsidie onterecht zijn gebleken, stelt het dagelijks bestuur de aanvrager daarvan op de hoogte; als de aanvrager dit niet kan weerleggen is deze verplicht het te veel ontvangen bedrag terug te betalen.
Het waterschap wil het afkoppelen van verhard oppervlak stimuleren, omdat daardoor minder relatief schoon regenwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinrichtingen. De rwzi's worden dan lager en regelmatiger belast. Daardoor zal het effluent minder vuil lozen op oppervlaktewater. Daarnaast is uitbreiding van zuiveringsinrichtingens minder snel nodig.
Deze regeling heeft als doel met name gemeenten te stimuleren (schone) verharde oppervlakken die nu nog via (gemengde) rioolstelsels lozen op rwzi's af te koppelen. Dit kan door het rechtstreeks of via schoonwaterriolen lozen op oppervlaktewater. Maar de beste optie is infiltratie. In dit laatste geval moet dit uiteraard wel technisch mogelijk zijn. De kostenfactor is vaak een drempel om tot afkoppelen over te gaan. Het waterschap wil door deze regeling de drempel verlagen.
De regeling geldt voor een periode van 6 kalenderjaren en eindigt in 2007.
De subsidievaststelling verloopt in 2 stappen: eerst wordt de subsidie aangevraagd en toegewezen op basis van plannen. Na uitvoering stelt het waterschap het uiteindelijk te betalen bedrag vast op basis van de daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden.
2. Artikelsgewijze toelichting
Een aantal artikelen uit de regeling wordt toegelicht. De artikelen die niet toegelicht worden spreken voor zich.
De regeling is bedoeld voor afkoppelen in bestaande situaties. Niet aankoppelen, bijvoorbeeld bij nieuwbouw, ziet het waterschap als een maatschappelijke verplichting waar alleen bij hoge uitzondering (bijvoorbeeld infiltratie of lozing op oppervlaktewater is onmogelijk of onevenredig duur) van mag worden afgeweken. In voorkomende gevallen kan het dagelijks bestuur besluiten van deze regeling gebruik te maken als daarmee aankoppelen voorkomen kan worden.
Afkoppelen heeft alleen zin als het om schoon regenwater gaat. Hemelwater van verdachte terreingedeelten moet dus via vuilwaterriolen worden geloosd. Per situatie moet dit bekeken worden. Bedrijfsterreinen, parkeerplaatsen voor vrachtwagens en wegen zijn al gauw 'verdacht', daken en parkeerplaatsen (voor personenauto's en waar geen auto's gewassen worden) worden juist niet. De vergunningverlenende instantie (waterschap bij lozing op oppervlaktewater, WM-gezag bij infiltratie) beslist hierover.
Subsidie kan worden aangevraagd en wordt verleend voor het afkoppelen binnen een projectgebied, d.w.z. een aaneengesloten gebied met duidelijk afgebakende, logische grenzen.
Als niet al het schone regenwater van het betreffende oppervlak wordt afgekoppeld, vermindert het effect van het afkoppelen. Daarom wil het waterschap alleen financieel ondersteunen als minimaal 75 % van het onverdachte deel van het projectgebied niet meer op een rwzi wordt geloosd.
Het waterschap stelt € 2,50 per m2 afgekoppeld oppervlak ter beschikking, maar vergoedt nooit méér dan 50 % van de daadwerkelijk gemaakte (extra) kosten voor het afkoppelen. Als minder dan 100 % van het regenwater in het onverdachte gedeelte wordt afgekoppeld, vermindert het waterschap het subsidiebedrag evenredig. Wanneer minder dan 75 % wordt afgekoppeld verliest de aanvrager het recht op subsidie. Als de kosten naar de mening van het dagelijks bestuur ook zouden zijn gemaakt als niet zou zijn afgekoppeld, kan het dagelijks bestuur besluiten minder of niet te subsidiëren.
Het waterschap stelt jaarlijks een maximum bedrag beschikbaar. Een eventueel niet uitgekeerd bedrag blijft voor het volgende jaar beschikbaar. Bij overtekening van dat bedrag (eventueel aangevuld met een overschot van het jaar daarvoor), worden subsidies niet toegewezen. Met de aanvrager kan dan afgesproken worden de aanvraag aan te houden voor een volgend subsidiejaar, uiteraard voor zover er nog geld beschikbaar is.
Na afloop van de regeling (1 januari 2008) evalueert het dagelijks bestuur het effect daarvan. Als nog niet al het gereserveerde geld is uitbetaald of gereserveerd beslist het dagelijks bestuur over de aanwending daarvan.
["1 januari 2008" moet zijn "1 januari 2007"]
Subsidieaanvraag en -toewijzing
Het waterschap moet van de aanvrager voldoende gegevens krijgen om het juiste subsidiebedrag te kunnen vaststellen. Bovendien moet het dagelijks bestuur kunnen beoordelen of de subsidie op de juiste wijze zal worden besteed.
Op basis van de aanvraag neemt het dagelijks bestuur een besluit, waarin het maximale bedrag wordt vermeld dat kan worden toegewezen. In dit besluit worden ook de voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan om voor uitbetaling in aanmerking te komen. Belangrijk hierbij zijn tenminste een goede administratie en een duidelijke rapportage.
De subsidietoewijzing (artikel 2) is uitgangspunt bij de vaststelling van de subsidie. Er kan een lager bedrag worden vastgesteld om in artikel 11, lid 2 genoemde redenen.
De aanvrager vraagt na voltooiing van de werkzaamheden om de subsidie vast te stellen en uit te betalen. Dit moet wel tijdig gebeuren (binnen 2 maanden na afloop van de in artikel 8, lid 8, lid 4 sub a vermelde termijn. Hierbij worden de daadwerkelijk afgekoppelde oppervlakken opgegeven. Als is afgeweken van het plan waarop het besluit tot subsidietoewijzing is genomen, dan wordt dit helder aangegeven en toegelicht.
Het dagelijks bestuur stelt op basis van deze aanvraag het subsidiebedrag vast, dat nooit hoger kan zijn dan het in de aanvraag voor subsidieverlening gevraagde bedrag of het in artikel 3 vermelde maximum. Als het dagelijks bestuur besluit de subsidie lager vast te stellen dan was toegewezen, dan wordt dit uiteraard gemotiveerd.