Organisatie | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Peilbesluit Maartensdijk |
Citeertitel | Peilbesluit Maartensdijk |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Gedeputeerde staten van Utrecht hebben dit peilbesluit goedgekeurd bij besluit van 22 september 1976, afd. 2 no. 236 NW/895.
Dit peilbesluit wordt vervangen door peilbesluit Maartensdijk, goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Utrecht bij besluit van 10 september 2008, onder nummer 2008INT228229.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 27-2-1976
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: 25-11-1976
Waterstaatswet 1900, artikel 19
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-12-1976 | 19-09-2008 | nieuwe regeling | 27-02-1976 25-11-1976 | - |
Voor de toepassing van dit peilbesluit geldt het normale Amsterdam peil (n.a.p.). Dit peil is op peilschalen op diverse plaatsen in het waterschap aangegeven.
De in de navolgende watergangen na te streven stuwpeilen en de plaats van de peilschalen zijn:
de in de navolgende watergangen na te streven stuwpeilen en de plaats van de peilschalen
Het bestuur van het waterschap is bevoegd van de bovengenoemde stuwpeilen af te wijken indien zij dit in verband met de weersomstandigheden noodzakelijk acht.
De in de navolgende gebiedsdelen na te streven waterstanden en de plaats van de peilschalen zijn:
in de navolgende watergangen na te streven stuwpeilen en de plaats van de peilschalen
Bij een afwijking van de in bovenstaande tabel genoemde waterstanden van minder dan 5 cm mag, en bij een afwijking van 5 cm of meer moet, bemaling, lozing of inlaat plaatsvinden tot op het moment dat na bijzakking de na te streven waterstand weer is bereikt.
De perioden waarvoor de in artikel 2 genoemde stuwpeilen en waterstanden in het algemeen gelden zijn:
Het bestuur kan, indien zij dit in verband met de weersomstandigheden noodzakelijk acht, de bovengenoemde aanvangsdata van de perioden wijzigen. Verder kan het bestuur de stuwpeilen, indien zij dit in verband met de weersomstandigheden noodzakelijk acht, wijzigen tijdens de bovengenoemde perioden.
Aldus door het Bestuur vastgesteld in zijn vergadering van 27 februari 1976, goedgekeurd door het College van Gedeputeerde Staten van Utrecht bij hun besluit van 22 september 1976, afd. 2 no. 236 NW/895.
Voldaan is aan de voorschriften in artikel 19, sub B van de Waterstaatswet 1900.
Binnen de door de wet vastgestelde termijn is geen adres van beroep ingediend.
Hiervan is afkondiging gedaan op 25 november 1976.