Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Stimuleringsregeling Riolering niet-kwetsbare gebieden 2004-2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingStimuleringsregeling Riolering niet-kwetsbare gebieden 2004-2007
CiteertitelStimuleringsregeling Riolering niet-kwetsbare gebieden 2004-2007 van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu – water

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 17-12-2003

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Wsb 2003/11

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, artikel 78

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-200401-01-2008nieuwe regeling

17-12-2003

Wsb 2003/11

03.SPR/152

Tekst van de regeling

Intitulé

Stimuleringsregeling Riolering niet-kwetsbare gebieden 2004-2007

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

op het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden, d.d. 13 oktober 2003 met nr. 03.spr/152;

BESLUIT:

de 'Stimuleringsregeling Riolering niet-kwetsbare gebieden 2004-2007' vast te stellen als volgt:

Inhoud

Artikel 1 Stimuleringsregelingen riolering

  • a.

    Deze regeling moet gezien worden als een aanvulling van de 'Uitvoeringsregeling stimuleringsbijdrage riolering 1997', die alleen van toepassing is op de kwetsbare gebieden binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b.

    deze aanvulling heeft betrekking op de niet-kwetsbare gebieden;

  • c.

    de 'Uitvoeringsregeling stimuleringsbijdrage riolering 1997 blijft onverminderd van kracht.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt met de volgende begrippen bedoeld:

  • a.

    waterschap: het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap;

  • c.

    oppervlaktewater: oppervlaktewater, zoals bedoeld in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, waarover het waterschap het waterkwaliteitsbeheer voert;

  • d.

    kwetsbare gebieden: gebieden met hoofd- of nevenfunctie 'natuur en landschap', wateren met de oppervlaktewater-functie 'natte ecologische verbindingszone' en 'gebieden met hydrobiologisch waardevolle wateren' aangegeven op de functiekaart behorend bij het Waterbeheersplan De Stichtse Rijnlanden uit 1996;

  • e.

    niet-kwetsbare gebieden: in het buitengebied gelegen gebieden die niet onder de bij d. genoemde gebieden vallen;

  • f.

    aansluiting: de aansluiting van één of meerdere gebouwen per perceel op de gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Bijdrage aansluiting op riolering

  • a.

    Gemeenten die uiterlijk in 2007 vrijwillig [zie de noot onder dit artikel] ongerioleerde huishoudelijke lozingen aansluiten op de riolering, komen in aanmerking voor een stimuleringsbijdrage per aansluiting;

  • b.

    de maximale bijdrage per aansluiting van de kant van het waterschap komt overeen met het overblijvende deel van de investeringskosten na aftrek van het geldende provinciale omslagbedrag per aansluiting, echter met een maximum van € 2.750,--;

  • c.

    om in aanmerking te komen voor de stimuleringsbijdrage moeten gemeenten beschikken over een door het dagelijks bestuur van het waterschap goedgekeurd plan van aanpak; dit plan van aanpak moet tenminste de elementen bevatten die in artikel 4b worden gevraagd;

  • d.

    het waterschap stelt tot 1 januari 2008 voor deze regeling maximaal € 2.100.000,-- beschikbaar; bij overschrijding vallen de laatst binnengekomen aanmeldingen (tijdstip indienen van het onder c. bedoelde plan van aanpak) het eerst af;

  • e.

    het onder c. genoemde plan van aanpak dient -ambtelijk afgestemd- uiterlijk in 31 december 2004 bij het dagelijks bestuur te zijn ingediend;

  • f.

    uitvoering van de aansluitingen dient uiterlijk op 31 december 2007 te zijn gerealiseerd;

  • g.

    bij uitvoering van de aansluiting(en) in het jaar 2006 wordt de onder b. berekende maximale bijdrage per aansluiting met € 200,-- verlaagd, bij aansluiting in het jaar 2007 bedraagt de korting € 400,-- per aansluiting;

  • h.

    het dagelijks bestuur kan besluiten af te wijken van de onder e. en f. genoemde termijnen en/of de onder g. genoemde korting niet of slechts gedeeltelijk toe te passen; de gemeente moet hiervoor schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen. 

    Noot behorend bij artikel 3 onder a:

    aansluiting van de lozing is niet verplicht indien provinciale ontheffing van de zorgplicht is verkregen. De provincie kan ontheffing verlenen indien de kosten van rioolaanleg het zogenaamde omslagbedrag te boven gaan.

Artikel 4 Plan van aanpak

  • a.

    Het plan van aanpak wordt door de gemeente opgesteld; omdat ambtelijke overeenstemming moet zijn bereikt voordat het plan wordt ingediend, is vroegtijdig overleg tussen gemeente en waterschap nodig;

  • b.

    het plan van aanpak beschrijft tenminste:

    - welke aansluitingen in niet-kwetsbare gebieden worden gerealiseerd;

    - welke lozingen in niet-kwetsbare gebieden niet op de riolering worden aangesloten, en de motivatie daarvoor;

    - hoe de gemeente met de niet-gerioleerde lozingen om zal gaan;

    - wanneer de aansluitingen worden gerealiseerd;

    - wat de geraamde investeringskosten zijn (per aansluiting gespecificeerd);

    - welk(e) provincial(e) omslagbedrag(en) van toepassing zijn;

    - hoe de financiering is geregeld (opgenomen in begroting/meerjarenraming);

    - wat de totale bijdrage is die de gemeente in het kader van deze regeling van het waterschap denkt te kunnen ontvangen;

  • c.

    het plan van aanpak heeft een bindend karakter; dit betekent dat de gemeente (B&W en/of gemeenteraad) tenminste de intentie heeft uitgesproken de aansluitingen binnen de voorgenomen termijn(en) te realiseren; bij het plan van aanpak is een kopie van het betreffende besluit gevoegd;

  • d.

    het waterschap treedt -indien gewenst- faciliterend op bij het opstellen van het plan van aanpak; dit betekent dat gemeenten gebruik kunnen maken van de kennis en expertise die bij het waterschap aanwezig is.

Artikel 5 Vaststelling maximale bijdrage

  • a.

    Het dagelijks bestuur besluit binnen 8 weken na indiening het plan van aanpak wordt goedgekeurd en welke bijdrage maximaal in het kader van deze regeling zal worden verstrekt; het waterschap stelt de gemeente van dit besluit op de hoogte;

    ["indiening het plan" moet zijn "indiening of het plan"]

  • b.

    het dagelijks bestuur besluit in beginsel in overeenstemming met de aanvraag in het plan van aanpak;

  • c.

    indien dit besluit afwijkt van hetgeen in het plan van aanpak is aangevraagd wordt deze afwijking door het dagelijks bestuur gemotiveerd.

Artikel 6 Intrekking en wijziging

Het dagelijks bestuur kan de bijdrage intrekken of de hoogte van de bijdrage wijzigen. Hierbij is afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 7 Uitvoering en rapportage

  • a.

    De gemeente voert het project uit volgens het plan van aanpak;

  • b.

    de gemeente informeert het waterschap tenminste elke 3 maanden schriftelijk over de voortgang;

  • c.

    afwijkingen ten opzichte van het goedgekeurde plan van aanpak worden terstond aan het waterschap gemeld;

  • d.

    als de onder c. bedoelde afwijkingen voor het waterschap aanleiding geven tot bijstelling van de maximale bijdrage, dan stelt het waterschap de gemeente hiervan op de hoogte;

  • e.

    wanneer de uitvoering is gerealiseerd verzorgt de gemeente de eindrapportage; in deze rapportage wordt een overzicht gegeven van de daadwerkelijk gemaakte kosten per aansluiting en het tijdstip waarop elke aansluiting operationeel is geworden; door het waterschap verlangde bewijsstukken worden door de gemeente overgelegd.

Artikel 8 Vaststelling uiteindelijke bijdrage en betaling

  • a.

    Het dagelijks bestuur bepaalt, op basis van de in artikel 7e. bedoelde eindrapportage, in beginsel binnen 8 weken na indiening, de hoogte van de uiteindelijke bijdrage;

  • b.

    uitbetaling vindt plaats binnen 8 weken na vaststelling van de uiteindelijke bijdrage.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • a.

    Onvoorziene gevallen:

    in gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het dagelijks bestuur;

  • b.

    terugvordering:

    in gevallen waarin blijkt dat vaststelling en uitbetaling van de bijdrage onterecht zijn gebleken, stelt het dagelijks bestuur de gemeente daarvan op de hoogte; als de gemeente dit niet kan weerleggen is deze verplicht het te veel betaalde bedrag terug te betalen;

  • c.

    geldigheidsduur:

    deze regeling treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking; de regeling is geldig tot 1 januari 2008; het dagelijks bestuur kan de regeling voortijdig intrekken indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • d.

    citeertitel:

    deze regeling kan worden aangehaald als 'Stimuleringsregeling Riolering niet-kwetsbare gebieden 2004-2007' van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 17 december 2003.

ir. D. Vergunst, voorzitter

drs. E.Th. Meuleman, secretaris (plv.)