Organisatie | Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Ondersteuningsregeling sanering lozingen buitengebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2004 |
Citeertitel | Ondersteuningsregeling sanering lozingen buitengebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2004 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Externe bijlage | aanpassingwerkingsduuriba-regelingen.pdf (19 Kb) |
Werkingsduur is 10 oktober 2007 verlengd tot 1 januari 2010.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 28-4-2004
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Holland Combinatie (moet nog plaatsvinden)
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2004 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 28-04-2004 Holland Combinatie (moet nog plaatsvinden) | 04.242 |
Ondersteuningsregeling sanering lozingen buitengebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2004
Artikel 1: begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
VST: verbeterde septictank; ondergrondse opvangtank die op biologische wijze afvalwater enigszins afbreekt en het enigszins gezuiverde afvalwater loost in de bodem of in oppervlaktewater. De moderne septictanks die voldoen aan de bepalingen van het Lozingenbesluit Bodembescherming en het Lozingenbesluit Wvo Huishoudelijk Afvalwater worden verbeterde septictanks genoemd. De bestaande niet-verbeterde septictanks voldoen niet aan deze regels.
Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking en geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2004.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Ondersteuningsregeling sanering lozingen buitengebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2004.
Op grond van het Lozingenbesluit Wvo Huishoudelijk Afvalwater (hierna te noemen ‘Lozingbesluit’) dienen de ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater (uit percelen en woonboten in de buitengebieden van de gemeenten) op het oppervlaktewater uiterlijk op 1 januari 2005 te zijn gesaneerd door de aanleg van riolering of door gebruikmaking van alternatieve methoden, zoals systemen van individuele afvalwaterbehandeling (IBA’s). Het betreft hier de zgn. beperkte, bestaande lozingen, d.w.z. de lozingen van 10 inwonerequivalenten of minder die al plaatsvonden vóór het tijdstip van inwerkingtreding van genoemd lozingenbesluit, te weten 1 maart 1997.
De wet Milieubeheer bepaalt, dat elke gemeente een zorgplicht heeft voor het doelmatig inzamelen en transporteren van afvalwater dat binnen haar grondgebied vrijkomt (zorgplicht riolering). Op verzoek van Burgemeester en Wethouders kunnen Gedeputeerde Staten van deze verplichting voor een bepaalde periode ontheffing verlenen voor het niet rioleren van (delen van) het buitengebied van de gemeente. Als een dergelijke ontheffing wordt verleend dienen op grond van genoemd lozingenbesluit uiterlijk op 1 januari 2005 maatregelen te worden getroffen om te bereiken, dat de ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater op het oppervlaktewater in bedoeld gebied met gebruikmaking van bedoelde alternatieve systemen worden gesaneerd.
Op 13 maart 2002 hebben de provincie Noord-Holland, het voormalig Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier (hierna te noemen USHN), het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten de bestuursovereenkomst “Sanering ongezuiverde lozingen van huishoudelijke aard naar het oppervlaktewater in het buitengebied van Noord-Holland” gesloten.
Als uitvloeisel van deze overeenkomst hebben Gedeputeerde Staten in juni 2002 de nota “Beleidsregels voor het verlenen van ontheffing van de zorgplicht riolering” vastgesteld. In genoemde bestuursovereenkomst (zie de artikelen 3 en 4 van die overeenkomst) en nota is onder andere vastgelegd op welke wijze de kosten die zijn verbonden aan het aanleggen van IBA’s in de zgn. kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden, worden verdeeld tussen de gemeenten, de oppervlaktewaterkwaliteitsbeheerders en de provincie. Bedoelde kostenverdeling is het resultaat van lange en moeizame onderhandelingen tussen de betrokken partijen.
In de vergadering van 2 augustus 2000 heeft het bestuur van USHN besloten bij te dragen in de kosten voor de sanering van ongezuiverde lozingen in het buitengebied zoals vastgesteld in de bestuursovereenkomst. Dit is verwoord in de Bijdrageregeling aanleg IBA’s Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2004.
Tevens is besloten financieel bij te dragen in de aanleg van riolering door gemeenten als zij op basis van de bestuursovereenkomst verplicht zijn tot aanleg van een IBA klasse II en III.
Daarnaast overweegt een aantal gemeenten in situaties waar op basis van deze bestuursovereenkomst ten minste een verbeterde septic tank (VST) voorgeschreven is , toch te kiezen voor een systeem met een hoger rendement (IBA klasse II of III) met bijbehorende kosten. Het bestuur van USHN heeft het voorstel aanvaard deze initiatieven te ondersteunen door te besluiten dat deze voorzieningen door het Hoogheemraadschap zullen worden beheerd zoals omschreven in de bestuursovereenkomst
Deze regeling voorziet beide situaties.
Op deze regeling zijn niet de bepalingen uit de subsidietitel van de Awb en de geldende subsidie verordening van het Hoogheemraadschap van toepassing aangezien in art. 4:21 Awb en art. 2 van de Subsidieverordening Uitwaterende Sluizen 1998 wordt bepaald dat de aanspraak op financiële middelen die door een bestuursorgaan worden verstrekt aan een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld hiervan wordt uitgesloten.
Hier worden alleen de artikelen besproken die nadere uitleg behoeven.
In de eerder genoemde bestuursovereenkomst over dit onderwerp is opgenomen dat de gemeenten in Noord-Holland bereid zijn de verantwoordelijkheid voor de aanleg van IBA’s op zich te nemen, en het Hoogheemraadschap bereid is het beheer en onderhoud van de IBA op zich te nemen. Dit uiteraard onder de voorwaarde dat de lozer hiermee instemt en bereid is een bijdrage te leveren in de kosten hiervan.
Het hoe en waarom van beide mogelijkheden is hierboven onder ‘algemeen’ reeds beschreven.
Deze regeling is een instrument om te bevorderen, dat de beperkte, bestaande lozingen van huishoudelijk afvalwater op het oppervlaktewater uiterlijk op 1 januari 2005 zijn gesaneerd. Aangezien voor gemeenten de mogelijkheid bestaat tot 6 maanden na realisatie een verzoek tot bijdrage in te dienen, en op dit moment de feitelijke realisatie nog niet is gestart, is de vervaltermijn van deze regeling bepaald op 1 januari 2007.
Op 10 oktober 2007 heeft het college van hoofdingelanden besloten de werkingsduur van de regeling te verlengen tot 1 januari 2010.