Organisatie | Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Aansluitverordening Uitwaterende Sluizen 1998 |
Citeertitel | Aansluitverordening Uitwaterende Sluizen 1998 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Deze regeling is vervallen door het uitwerkingtreden van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 15-10-1997
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Holland Combinatie 16-10-1997
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-1998 | 22-12-2009 | nieuwe regeling | 15-10-1997 Holland Combinatie 16-10-1997 | 9708790 |
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder
vervuilingseenheid (v.e.): voor zuurstofbindende stoffen: een inwoner-equivalent als bedoeld in artikel 19 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren; voor andere stoffen: elke in het heffingsjaar geloosde kilogram van de stoffen chroom, koper, lood, nikkel, zilver en zink en/of elke in het heffingsjaar geloosde 100 gram van de stoffen arseen, cadmium en kwik;
Artikel 2 - Aansluitvergunning
. Indien de houder van een tijdelijke aansluitvergunning uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de termijn opnieuw een aanvraag om verlening van een vergunning heeft ingediend die voldoet aan de eisen die bij of ingevolge de verordening met betrekking tot de aanvraag zijn gesteld blijft de tijdelijke vergunning van kracht totdat op die aanvraag onherroepelijk is beslist.
Artikel 3 - Gegevensverstrekking
Bij de aanvraag tot verlening of wijziging van een aansluitvergunning kan de aanvrager worden verplicht ten minste de volgende gegevens te verstrekken:
het aantal en de aard van de bedrijfsruimten per aansluitpunt die zijn en zullen worden aangesloten op de openbare riolering, met uitzondering van de categorieën van bedrijven die zijn aangewezen bij besluit van 4 november 1983, Stbl. 577, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 november 1990, Stbl. 598;
Artikel 4 - Nieuwe ontwikkelingen
De houder van een aansluitvergunning verstrekt aan het bestuursorgaan alle hem ter beschikking staande informatie voor zover deze van belang kan worden geacht voor de bescherming van de in artikel 2, derde lid, genoemde belangen, zoals informatie over planologische ontwikkelingen.
Artikel 5 - Doorvertaling van voorschriften
Ter uitwerking van het bepaalde in artikel 2, derde lid, kan het bestuursorgaan:
in de aansluitvergunning voorschriften stellen ten aanzien van het brengen van afvalstoffen vanuit de openbare riolering op het zuiveringstechnische werk. Deze voorschriften kunnen in ieder geval betrekking hebben op: het stellen van emissiegrenswaarden voor daarbij aan te wijzen stoffen en/of het stellen van signaleringswaarden voor daarbij aan te wijzen stoffen.
Artikel 6 - Informatieverplichting bij (dreigende) verstoringen van de doelmatige werking
. Indien door de samenstelling en/of hoeveelheid van het afvalwater, dat vanuit de openbare riolering in het zuiveringstechnische werk wordt gebracht, een verstoring van de doelmatige werking van het betreffende zuiveringstechnische werk optreedt of dreigt op te treden en/of nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater ontstaan of dreigen te ontstaan, is de houder van de aansluitvergunning verplicht al dan niet op verzoek van het bestuursorgaan onverwijld gegevens te verstrekken die nodig zijn om de oorzaken hiervan te achterhalen.
Artikel 7 - Onderzoeksverplichting bij stelselmatige overschrijdingen
Indien bij het brengen van afvalwater vanuit de openbare riolering op het zuiveringstechnische werk een in de aansluitvergunning opgenomen grenswaarde en/of signaleringswaarde als bedoeld in artikel 5, eerste lid, stelselmatig wordt overschreden, doet het bestuursorgaan hiervan schriftelijk melding aan de houder van de aansluitvergunning.
Indien door het bestuursorgaan een melding, als bedoeld in het eerste lid, is gedaan, kan het bestuursorgaan aan de houder van de aansluitvergunning de verplichting opleggen om de nodige maatregelen te treffen om een toename van de geconstateerde overschrijding van de betreffende grenswaarde en/of signaleringswaarde te voorkomen.
In gevallen als bedoeld in het eerste lid kan het bestuursorgaan aan de houder van de aansluitvergunning tevens bij beschikking de verplichting opleggen om onderzoek te verrichten naar de oorzaken van de overschrijdingen en naar de mogelijkheden om de overschrijdingen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken.
De houder van de aansluitvergunning is verplicht op basis van de resultaten van het onderzoek maatregelen te treffen teneinde de overschrijdingen, als bedoeld in het eerste lid, ongedaan te maken, te beperken of te voorkomen. Bij beschikking kunnen voorschriften worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop en de termijn waarbinnen bedoelde maatregelen dienen te worden uitgevoerd.
Artikel 8 - Voorbereidingsprocedure
Het bestuursorgaan stelt in ieder geval de navolgende overheidsorganen in de gelegenheid hem van advies te dienen met betrekking tot het ontwerp van de beschikking op een aanvraag tot verlening of wijziging van een aansluitvergunning alsmede met betrekking tot het voornemen tot het ambtshalve verlenen, wijzigen of intrekken van een aansluitvergunning:
De beschikking tot verlening, wijziging of intrekking van een aansluitvergunning of tot weigering daarvan wordt schriftelijk medegedeeld aan de inspecteur en het openbaar lichaam, als bedoeld in het eerste lid en aan het waterschap dat ter plaatse van de lozing van het effluent met het kwantiteitsbeheer is belast.
Indien en voor zover blijkt dat een houder van een aansluitvergunning door een wijziging of intrekking daarvan schade lijdt die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen, zal hem een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding worden toegekend. Het bestuursorgaan neemt het besluit inzake de toekenning van een schadevergoeding bij afzonderlijke beschikking.
Overtreding van bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 13 - Inwerkingtreding en citeertitel
Deze aansluitverordening treedt in werking op 15 maart 1998. Op dat moment komt de Aansluitverordening Uitwaterende Sluizen (vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland op 16 maart 1988, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 september 1991) te vervallen.
Deze verordening kan worden aangehaald als Aansluitverordening Uitwaterende Sluizen 1998.