Overheidsorganisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten in de verontreinigingsheffing |
Citeertitel | Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
De beleidsregels zijn vastgesteld door de Ambtenaar belast met de heffing en invordering.
De regeling heeft betrekking op belastbare feiten die zich vanaf 01-01-2007 voordoen of hebben voorgedaan.
De wettelijke grondslag van de beleidsregels is mede gelegen in het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water (Stb. 2000, 534)
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Brabants Dagblad, 07-12-2006 (Gebiedsdekkend)
Wet verontreiniging oppervlaktewateren, art. 22
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-12-2006 | 15-01-2009 | nieuwe regeling | 01-12-2006 Brabants Dagblad, 07-12-2006 (Gebiedsdekkend) | Ambtenaar belast met de heffing en invordering 01-12-2006 |
Onderwerp
Toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten en verdere invulling van het “Besluit vervuilingswaarde ingenomen water”
Belasting:
Verontreinigingsheffing .
Doel:
Bevorderen rechtszekerheid belasingplichtigen
Wettelijke grondslag:
Artikel 22 WVO en het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water
Vastgesteld door:
De ambtenaar belast met de heffing
Inwerkingtreding:
01-01-2007
De ambtenaar belast met de heffing van het waterschap Aa en Maas;
gelet op artikel 22 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water (Stb. 2000, 534);
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende Beleidsregels voor de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten in de verontreinigingsheffing.
In dit besluit wordt verstaan onder:
a de Wvo:
de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;
b tabel:
tabel als genoemd in artikel 22 van de Wvo;
c de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water:
de vervuilingswaarde als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Wvo;
d ambtenaar belast met de heffing:
ambtenaar als bedoeld in artikel 123, derde lid, van de Waterschapswet;
e het Besluit:
Besluit vervuilingswaarde ingenomen water.
1 De belastingplichtige dient op grond van artikel 22, eerste lid, Wvo aannemelijk te maken dat de vervuilingswaarde aan de hand van de tabel kan worden bepaald. Hiertoe dient een constante relatie tussen de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water en de hoeveelheid ingenomen water te worden aangetoond.
2 Een relatie als bedoeld in het eerste lid wordt geacht aanwezig te zijn indien over een periode van 3 jaren de gemiddelde vervuilingswaarde per m³ ingenomen water van elk jaar afzonderlijk niet meer dan 25% afwijkt van de gemiddelde vervuilingswaarde over die gehele periode.
1 Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water is gebruikt als niet verontreinigd koelwater, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op vier– en vijfsterrenhotels volgens de Benelux–classificatie.
3 Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water, niet zijnde koelwater als bedoeld in het eerste lid, niet is geloosd of niet is verontreinigd, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.
4 Het derde lid is uitsluitend van toepassing op bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten.
5 In geval het deel van de hoeveelheid ingenomen water, als bedoeld in het eerste, respectievelijk derde lid, kan worden onderscheiden als een afzonderlijk te meten deelstroom, kan in afwijking van de genoemde leden deze deelstroom op aanvraag worden aangemerkt als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel.
6 De belastingplichtige dient de exacte hoeveelheid van het koelwater als bedoeld in het eerste lid, en van het niet geloosd of niet verontreinigd water als bedoeld in het derde lid, aan te tonen aan de hand van watermeters.
7 Verdiscontering als bedoeld onder het eerste en derde lid vindt plaats aan de hand van gegevens over het waterverbruik over een periode van drie jaren aan de hand van de volgende formule:
a - b
____ x c
a
= totale hoeveelheid ingenomen water
= totale hoeveelheid niet geloosd ingenomen water, niet verontreinigd afvalwater, niet verontreinigd koelwater
= vervuilingswaarde per m³ als vermeld in artikel 2 van het Besluit
1 Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en hebben betrekking op belastbare feiten die zich vanaf 1 januari 2007 voordoen of hebben voorgedaan.
2 Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten’.
Aldus vastgesteld door de ambtenaar belast met de heffing bij besluit van 1 december 2006,
’s-Hertogenbosch, 1 december 2006
Het hoofd Fiscale zaken
Mr. J.E.H. van der Voordt
Algemeen
De beleidsregels behorende bij dit besluit zijn opgesteld ten behoeve van de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten van artikel 22 van de Wvo, welke tabel tevens is opgenomen als bijlage II van de Verordening op de Verontreinigingsheffing <2001>. Daarnaast geven deze beleidsregels verdere invulling aan het ‘Besluit vervuilingswaarde ingenomen water’, waarin is geregeld op welke wijze de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water (per individueel bedrijf) kan worden bepaald, teneinde de toepasselijke tabelklasse en de daarbij behorende afvalwatercoëfficiënt vast te stellen (Staatsblad 2000, 534).