Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut waterschap Aa en Maas |
Citeertitel | Treasurystatuut waterschap Aa en Maas |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Geen.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Brabants Dagblad, 23-01-2004 (Gebiedsdekkend)
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2009 | intrekking | 03-10-2008 Brabants Dagblad, 17-12-2008 | Vergadering Algemeen Bestuur 3 oktober 2008 | |
31-01-2004 | 01-01-2004 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 05-01-2004 Brabants Dagblad, 23-01-2004 (Gebiedsdekkend) | Vergadering Algemeen Bestuur 05-01-2004 |
TREASURYSTATUUT WATERSCHAP AA EN MAAS
Het Algemeen Bestuur van het waterschap Aa en Maas;
gelezen het voorstel van de Voorbereidingscommissie van 17 december 2003;
gelet op het op grond van de Wet Financiering decentrale overheden nieuw ingevoegde vierde lid van artikel 108 van de Waterschapwet;
gelet op de overige bepalingen van de Wet Financiering decentrale overheden;
vast te stellen het volgende Treasurystatuut waterschap Aa en Maas;
De in dit statuut en de daartoe behorende toelichting voorkomende begrippen moeten worden geïnterpreteerd overeenkomstig de in de bijlage van dit statuut opgenomen begripsbepalingen.
Vanuit de verantwoordelijkheid voor de deelfunctie ‘waterschapsfinanciering’ wordt nagestreefd:
Als onderdeel van de beleids– en beheercyclus worden jaarlijks de volgende documenten opgesteld:
In het in artikel 13 onder a genoemde onderdeel ‘financiering’ van de meerjarenraming worden opgenomen:
In de in artikel 13 onder c bedoelde periodieke rapportages over de uitvoering van het treasurybeleid wordt een verschillenanalyse opgenomen indien de realisatie van het treasurybeleid in betekenende mate afwijkt van de treasuryplannen uit de begroting.
De functionaris die belast is met de treasuryfunctie draagt zorg voor de in of op grond van de Wet Financiering decentrale overheden voorgeschreven informatieverstrekking aan de toezichthouder en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Indien tijdens de in het eerste lid bedoelde interne controlemaatregelen materiële afwijkingen van dit statuut worden geconstateerd waarvoor geen toestemming is verleend, wordt hiervan melding gemaakt in een controlerapportage aan een binnen het waterschap aangewezen functionaris die niet direct bij de uitvoering van de treasuryfunctie betrokken is.
De begrippen die in het treasurystatuut en zijn toelichting zijn opgenomen dienen overeenkomstig de in deze bijlage opgenomen begripsbepalingen te worden geïnterpreteerd.
alle activiteiten die zich richten op het bepalen van het beleid ten aanzien van, het uitvoeren en beheersen van de activiteiten met betrekking tot, het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
De treasuryfunctie wordt onderscheiden in de volgende vier deelfuncties:
deelfunctie van treasury die alle activiteiten omvat die zich richten op het beheersen van financiële risico’s waar een waterschap mee te maken kan krijgen. Deze risico’s zijn renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s.
De deelfunctie wordt onderscheiden in de volgende treasury–activiteiten:
– intern liquiditeitsrisicobeheer;
deelfunctie van treasury die omvat het beheer van de geldstromen en daaruit voortvloeiende saldi en liquiditeitsposities tot één jaar.
De deelfunctie wordt in de volgende treasury–activiteiten onderscheiden:
deelfunctie van treasury die de activiteiten omvat die gericht zijn op het beheren van de posities voor een termijn van één jaar en langer en het voorzien in de benodigde middelen met een looptijd van minimaal één jaar voor de realisatie van voorgenomen investeringen en activiteiten.
De deelfunctie wordt onderscheiden in de treasury–activiteiten:
deelfunctie van treasury die de activiteiten omvat die gericht zijn op het onderhouden van de relaties met financiële instellingen.
het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de rente–opbrengsten van activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau c.q. het in meerjarenraming en begroting geraamde niveau.
het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.
het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
Intern liquiditeitsrisicobeheer:
het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsprognose en meerjareninvesteringsplanning als gevolg waarvan de financieringskosten hoger kunnen uitvallen.
het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).
het beheer van de dagelijkse saldi.
het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.
het aantrekken van de benodigde financiële middelen (eigen en/of vreemd vermogen) voor een periode van één jaar of langer.
het beheren van het eigen vermogen en andere financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar
Begrippen Wet Financiering decentrale overheden
provincies, gemeenten, waterschappen, regio’s bedoeld in artikel 21 (eerste lid) van de Politiewet 1993, lichamen ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen die bevoegd zijn tot het aangaan, garanderen en verstrekken van geldleningen en door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën aan te wijzen andere bij wet ingestelde lichamen en organen.
het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening waarin op basis van de leningenvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding.
financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.
– de schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer, en
– de voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen.
– de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar;
– de schuld in rekening–courant;
– de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden, en
– overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld;
verminderd met het gezamenlijk bedrag van:
– de tegoeden in rekening–courant, en
– de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar.
Gemiddelde netto–vlottende schuld per kwartaal:
het gemiddelde van de netto–vlottende schuld op de eerste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal.
bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het waterschap bij aanvang van het jaar.
bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het waterschap bij aanvang van het jaar.
3%–norm voor het EMU–saldo van de overheid:
de referentiewaarde voor het vorderingensaldo van de overheid zoals vastgelegd in artikel 104C en Protocol nr. 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
de provincie(s) die op grond van het reglement van het waterschap is (zijn) belast met het toezicht op de begroting.
Overige begrippen treasuryfunctie
op grond van artikel 108, vierde lid van de Waterschapswet door het algemeen bestuur vast te stellen regeling waarin (de hoofdlijnen met betrekking tot) de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de overige aspecten van de administratieve organisatie met betrekking tot de treasuryfunctie worden vastgelegd.
de specifieke beleidsvoornemens met betrekking tot de uitvoering van de treasuryfunctie voor een bepaalde periode binnen de kaders van het treasurystatuut.
de daadwerkelijke uitvoering van het treasurybeleid, omvattende onder meer het afsluiten en vastleggen van transacties, en de beheersing daarvan.
lopende de beleidsuitvoering alsmede na afloop van de uitvoering voor een bepaald jaar intern en extern uitgebrachte rapportages over de vraag of het gerealiseerde en het geplande treasurybeheer met elkaar in overeenstemming zijn.