Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Delfland

Verordening precariobelasting Delfland 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieHoogheemraadschap van Delfland
Officiële naam regelingVerordening precariobelasting Delfland 2008
CiteertitelVerordening precariobelasting Delfland 2007
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën – belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening precariobelasting Delfland 2003.

Advertentie in diverse huis-aan-huis-bladen in het hele gebied van Delfland in week 51, 2006, o.a. de Posthoorn, 12-12-06

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 23-11-2006

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Posthoorn, 12-12-2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 110 en 113, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-200631-03-2014nieuwe regeling

23-11-2006

De Posthoorn, 12-12-2006

606704

Tekst van de regeling

VERORDENING PRECARIOBELASTING DELFLAND 2007.

DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND,

gezien het voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden d.d. 17 oktober 2006, kenmerknummer 606704;

gelezen het advies van de commissie(s) Bestuur en Organisatie en Financiën;

gelet op de artikelen 110 en 113, eerste lid, van de Waterschapswet;

BESLUIT

I. Vast te stellen de navolgende “Verordening precariobelasting Delfland 2007” met bij-behorende tabel.

Verordening

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven grond of water van het waterschap, voor de openbare dienst bestemd.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene van wie, danwel ten behoeve van wie, de in artikel 1 bedoelde voorwerpen worden aangetroffen. 

Artikel 3 Heffingsmaatstaf en tarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting worden gedeelten van de in de tabel genoemde eenheden van hoeveelheid of afmeting als volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Ingeval de belasting wordt geheven naar de oppervlakte van een voorwerp geldt als maatstaf de oppervlakte van de horizontale projectie van dat voorwerp.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven:

  • a.

    voor het hebben van een voorwerp waarvan het waterschap genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • b.

    voor het hebben van een voorwerp ter zake waarvan door het waterschap een retributie wordt geheven danwel op een andere basis een vergoeding is overeengekomen.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Tijdsevenredigheid

  • 1. Indien ter zake van voorwerpen als bedoeld in artikel 1 de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2. Indien ter zake van voorwerpen als bedoeld in artikel 1 de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belasting plicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een geheel gerekend.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Betalingstermijn

De betaling van de aanslag dient plaats te vinden binnen één maand na de dagtekening.

Artikel 9 Afronding en niet opleggen van aanslagen

  • 1. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.

Artikel 10 Kwijtschelding

Van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De "Verordening precariobelasting Delfland 2003" van 27 november 2003 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór

    het tijdstip van ingang van de heffing ingevolge deze verordening hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening precariobelasting Delfland 2007'.

  • Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 november 2006. 

  • De Verenigde Vergadering voornoemd,

  • de Secretaris,       de Voorzitter,

  • F.P. Spaak       drs. P.H. Schoute

Tarieventabel behorend bij de Verordening Precariobelasting Delfland 2007

Tarieventabel behorend bij de Verordening Precariobelasting Delfland 2007

1.

 

Algemeen tarief

 
 

1.1.

In de gevallen, waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien, per meter of per m2

0,51

   

met een minimum van

19,50

2.

 

Buizen, kabels en leidingen

 
 

2.1

Een riool, duiker, buisleiding, persleiding, spuitleiding, gasliftleiding, olietransportleiding, baggerkoker, zuigbuis, afzuigkoker, mantelbuis, of dergelijk op zichzelf staand werk, per meter

2,65

   

met een minimum van

21,00

 

2.2

Kabels, buizen en leidingen, voor zover niet vallende onder 2.1, per meter

0,26

   

met een minimum van

28,75

3.

 

Bouwwerken

 
 

3.1

Een transformatorhuisje of station, afsluiterput, drukregelruimte, aan- of opjaagstation of dergelijke inrichting per stuk

107,60

 

3.2

Een brug, dam, tunnel, of andere verbinding, per stuk

37,00

 

3.3

Een aanlegplaats, aanlegsteiger, met toebehoren, per meter

3,70

   

met een minimum van

43,05

 

3.4

Een hek, haag of andere afscheiding, per meter

2,45

   

met een minimum van

24,60

 

3.5

Een uitbouw, schuur of ander bouwwerk voor zover niet vallend onder 3.1 tot en met 3.4, per meter

2,45

   

met een minimum van

24,60

4.

 

Ligplaatsen

 
 

4.1.

Een vaste ligplaats voor een woonschip, per m2 ingenomen ruimte

2,45

   

met een minimum van

54,35

5.

 

Diverse voorwerpen

 
 

5.1.

Een zak-, vergaar-, vul-, wel-, filter-, regulateur-, pomp- en meterput of dergelijk werk per stuk

21,00

 

5.2.

Lantaarnpalen en lichtmasten, per stuk

4,90